No. 58
Vrijdag 28 Juni 1946
intie
ee4
d
Weekblad vanwege het Militair Gezag, district Sneek
Wzn.,
ENIK
lint
uto
D”
N
I
chting
Iruk
tner.
huis-
niet
>r te
eek
t aan
d zijn
□oden
ïrrein
girl)
JDY
ia
JK-
‘EK
Aanvullende
BONNENLIJ ST
Installatie
Burgemeester Rasterhoff.
Redactieraad: J. BEUTE, Mr. P. H. THEMMEN, Dr. H. DE VOS
Administratie-adresGrootzand 55 Gedrukt i. o. v. M. G. bij Drukkerij „De Motor”, Sneek
Predikbeurten te Sneek.
Het Sneeker Nieuws
Sergen
i
883 Suiker
D 53, E 53 melk
èl.2341
rol in
oud-
JR.
strijd
L-
50 ct.
Geref.
□Idy
Handel
ivereen.
orden
orden
>eldag
efoon.
>nd te
larlijk
>.30 en
Maan-
Aipino
le dol-
W ierda
baar bij
ielinga,
de kerk
T 34
V 34
X 34
Schoenen.
In Juli kan op de stamkaarten waar
van het nummer eindigt op 1 (één) een
schoenenbon verkregen worden door hen
die sedert 1 Jan. 1945 geen bon ontvin
gen. Op bereidverklaring van den win
kelier kunnen zij, die nog geen schoe
nenbon ontvingen, ook een bon verkrij
gen voor Amerikaansch schoeisel, doch
men geeft dan zijn recht op een schoe
nenbon via het nr. van de stamkaart
prijs.
Bijzonder Gerechtshof te Leeuwarden.
Tegen Albert Zuidema, bakker te
Sneek, werd 6 jaar gevangenisstraf ge-
eischt.
in van
h kos-
iteiten
jeftijd.
school-
i polo-
1 Per jr,
oor de
383 Suiker
382 BMV
treerd
ni 1.1.
teert:
MAX,
I’s on-
irnous
zikale
Inter-
ing a
ïlei
Aan abonné’s en adverteerders.
In verband met de burgemeesters-
installatie hebben we ditmaal het andere
nieuws zeer moeten beperken en een
aantal berichten moeten laten liggen tot
een volgend nummer. Gelukkig komt er
waarschijnlijk zeer binnenkort èn voor
het nieuws èn voor de advertenties
meerdere ruimte beschikbaar, daar we
dan tweemaal per week zullen verschij
nen.
heren 1
voor de tweede helft van de
7e periode 1946 (23 Juni t/m 6 Juli).
Elk der volgende bonnen geeft recht
op het koopen van
Bonkaarten KA, KB, KC 606
250 gram jam, stroop enz.
50 gram thee
aar.
tl- en
heeft reeds tal van punten welke de aan
dacht van het gemeentebestuur zullen
vragen, genoemd. Zonder aan welke ook
daarvan tekort te doen legt spr. de na
druk op de handhaving van onze positie
als tweede stad van Friesland, nu de
aantrekkingskracht van het centrum
zoozeer toenam, ook goede verbindings
wegen spelen hierbij een rol, zoodat ook
daarnaar dient gestreefd. De heer L i n-
d e m a n wenscht voor de C. H. fractie
den burgemeester geluk. De positie van
onze gemeente als tweede in belangrijk
heid in Friesland zal in de toekomst
misschien niet onbedreigd blijven; ook
daarom verheugen wij ons er over dat
tot burgemeester is benoemd iemand
met niet geringe bestuurscapaciteiten,
die de toestanden in Friesland kent,
scherpzinnig, met een helder oordeel en
vooruitziende blik, beseffende dat de
cost gaet voor de baet. God zegene u
op uwen verderen levens- en arbeids-
weg De heer D i s s e, sprekend voor
de fractie der R.K. Volkspartij, put uit
het feit dat een der factoren welke tot
deze benoeming geleid hebben, wel de
houding van den heer Rasterhoff in de
verzetsbeweging zal zijn geweest, een
houding welke méér dan plichtsbetrach
ting vroeg, het vertrouwen dat hij de
belangen van Sneek met kracht zal be
hartigen, de geestelijke zoowel als de
materieele. Om die alle tot hun recht te
doen komen zal echter aller samenwer
king noodig zijn, en zal deze slagen dan
is eerbiediging van eikaars meening
eerste voorwaarde. Moge daaraan hier
voldaan worden. Spr. wenscht den bur
gemeester en mevr. Rasterhoff geluk en
Gods besten zegen toe. De heer Kool-
m o e s brengt de gelukwenschen van de
C.P.N. de Waarheid over. De steeds cor
recte houding van den heer Rasterhoff
tijdens de bezetting hebben hem de dank
en bewondering der stad bezorgd, hij
heeft een volledig inzicht in hare belan
gen, wij kennen zijn eerlijkheid, deze keu
ze heeft onze instemming. Wij hopen dat
u steeds een open oog zult hebben voor
de belangen van handel en industrie,
Vergadering van den tijdelijken ge
meenteraad van Sneek op Maandag 24
Juni 1946, ’s nam. 4 uur.
Voorzitter bij de opening de heer F.
Boeijenga, loco-burgemeester; secretaris
de heer W. S. Overzee, loco-secretaris.
Aanwezig alle (15) leden, de vader en
een aantal andere familieleden van den
heer Rasterhoff en een zoo groote schare
belangstellenden, dat de raadszaal ge
heel bezet is.
Aan de orde is
Punt 1. Ingekomen stukken. Ingeko
men is een adres van den heer L. Ras
terhoff, houdende verzoek hem te reke
nen met ingang van 16 Juni 1946 eer
vol ontslag te verleenen als secretaris
der gemeente. Z.h.s. wordt dit ontslag
eervol verleend.
Punt 2. Installatie van den nieuwbe-
noemden burgemeester, den heer L. Ras
terhoff.
De secretaris leest het K.B. waarbij
de heer Rasterhoff tot burgemeester
wordt benoemd, waarna de h.h. Dokkum
en v. d. Veen den burgemeester en mevr.
Rasterhoff, die ten stadhuize waren ver
welkomd door de wethouders Boeijenga
en de Groot, waarbij mevrouw Raster
hoff bloemen werden aangeboden, bin
nenleiden.
De heer B o e ij e n g a houdt alsnu de
volgende rede
De dag van heden 24 Juni is voor onze
Gemeente in het algemeen en voor U,
Burgemeester en Mevrouw in het bijzon
der, een dag van groote beteekenis.
Want vandaag mag Sneek in U zijn
nieuwen Burgemeester, de Raad zijn
nieuwen Voorzitter begroeten. Wij heb
ben, wat de leiding van onze Gemeente
aangaat, maanden en jaren geleefd in
een toestand van gedurige wisseling en
onzekerheid. Wij hebben hachelijke mo
menten gekend in den bezettingstijd en
moeilijke, vaak pijnlijke oogenblikken in
den tijd daarna. Die periode is thans af
gesloten. Sneek beleeft heden een histo
rische dag. Ik moge beginnen met U
onze hartelijke gelukwenschen aan te
bieden. Ik doe dat namens een gemeen
teraad die, toen de vacature er was, in
zijn geheel achter deze benoeming heeft
gestaan. Niet dat een Gemeente ook
maar eenige rechtstreeksche invloed
heeft op de benoeming van den Burge
meester. Hij kan slechts zijn wenschen
kenbaar maken. En gelukkig is daarmee
meer dan eens, ook thans, rekening ge
houden. Maar het moet niettemin als
een leemte worden beschouwd, dat de
Gemeenteraad, noch de ingezetenen, in
geen enkel opzicht werkelijke invloed
hebben bij de benoeming van den Bur
gemeester. Op een dag als deze mag
daaraan wel eens worden herinnerd. De
oudere leden van den raad herinneren
zich nog levendig den tijd dat de heer
Rasterhoff als nog betrekkelijk jong
ambtenaar hier in Sneek kwam. Hij had
al spoedig wat men noemt „een goede
pers”. Wij leerden hem vooral kennen
als secretaris van de secties, die de ge-
meentebegrooting en -rekening hadden
te onderzoeken. En de voorlichting en
inlichting die wij daarbij ontvingen wer
den op hoogen prijs gesteld. Het moder
ne gemeentebeheer kent vele problemen,
vooral van financieelen aard. De heer
Rasterhoff heeft de gave ingewikkelde
vraagstukken helder en bevattelijk uit
een te zetten. Toen kwam het moment
dat de Secretaris van Sneek tot hooger
arbeid werd geroepen, en al aanstonds
werd de naam van den heer Rasterhoff
als opvolger genoemd. Het advies van
den gemeentesecretaris in dien geest
werd unaniem aanvaard en de benoe
ming volgde met algemeene stemmen.
Het was geen gemakkelijke taak den
heer Sikkes op te volgen, maar U hebt,
mijnh. Rasterhoff, Uw ambtelijke taak
met eere vervuld, vooral toen het in
ternationale zwerk donker werd en het
uur der beproeving ook over ons land
en onze stad kwam. Bij een vroegere ge
legenheid hebben wij de belevenissen van
dien bangen tijd reeds herdacht. U hadt
in Sneek wel de moeilijkste positie van
allen. Naast U een vijandige „burge
meester”. Rondom allerlei dreiging.
Maar met „moed, beleid en trouw” hebt
U het schip der Gemeente door allerlei
gevaren heen, vrijwel ongeschonden,
naar de veilige haven weten te leiden.
Daarvoor danken wij U ook in dit uur.
Die dank is te grooter, omdat dit werk
geschiedde met de inzet van uw leven.
Hoe hebben wij ons verblijd dat Uw
leven in den nacht van bloed en tranen
gespaard bleef en God U volkomen ge
nezing schonk. Thans staat U aan het
begin van een nieuwe periode in Uw
leven. En ditmaal is de benoemde Bur
gemeester waarlijk geen onbekende,
maar de man die in feite reeds vanaf
1941 de eerste magistraat der stad was.
Mijnh. de Burgemeester De leden van
den Raad ik durf dat zonder vooraf
gaande afspraak wel uit te spreken
zeggen U gaarne allen steun toe bij de
uitoefening van Uw ambt. De bloei en
ontwikkeling te bevorderen van onze
mooie Gemeente is Uw ideaal. Het is
ook het onze. De sfeer waarin wij sa
menwerkten in den tijd van Uw waarne
mend Burgemeesterschap, was uitne
mend, in den raad zoowel als in het
dagelijksch bestuur. Ook bij verschil van
inzicht werd de goede toon niet ver
stoord. Dat alles is een eminent gemeen
tebelang. Goede samenwerking en krach
tig beleid maken een gemeente sterk en
bevorderen haar zelfstandigheid. En een
zelfstandig gemeentewezen is ten slotte
ook weer een staatsbelang. Immers de
gemeenten zijn de steunpunten, de fun
damenten van den staat. En zoo heeft
dus de staat zelve belang bij gezonde
gemeenten, die eenerzijds deel uitmaken
van het groote geheel, maar anderzijds
door de wet erkende corporatiën zijn,
met een eigen zelfstandige huishouding.
Zeker, het ingrijpen in onze tijd van ver
warring in die zelfstandigheid is vaak
geboden, maar niet altijd. Symptomen
van de huidige centralisatiezucht zijn,
wat den laatsten tijd aangaat, de in
stelling van een.staatspolitie en de cen
tralisatie van de brandweer. Met de ver
dwijning van de gemeentepolitie is weer
een stuk gemeentelijke zelfstandigheid
verdwenen. Ik weet, Burgemeester, dat
U een krachtig voorstander is van ge
meentelijke autonomie. Zoo ook was de
bedoeling van den schepper van onze
Gemeentewet, Thorbecke, een wet die
ook nu nog, na bijkans een eeuw, vol
komen bruikbaar is, maar die ook
door de hooge Overheid zelve niet zon
der noodzaak behoort te worden aange
tast, maar naar letter en geest nage-
trachten en gebonden is aan allerlei
knellende voorschriften van hoogerhand
met de daaruit voortspruitende admini
stratieve rompslomp, is op zich zelf wel
onverkwikkelijk, maar het is, naar mijn
meening, het ergste niet. Het ergste en
het gevaarlijke van deze situatie is, dat
het zelfstandige gemeentelijk leven, dat
zich in het verleden naar alle zijden kon
ontplooien en dat van zoo groote betee
kenis is geweest voor de ontwikkeling
van het maatschappelijk leven in ons
land, in zijn wortel wordt aangetast
en vooral, dat het verantwoordelijk
heidsbesef bij het plaatselijk bestuur
voor het gemeentelijk beleid wordt on-
dermijnd. Financieele afhankelijkheid
verslapt, zelfs bij den meest consciënti-
euzen bestuurder, het verantwoordelijk
heidsbesef. Ook tot schade van het rijk.
Op den duur is dit funest. Vele kwesties
zijn in de afgeloopen jaren als brandend
aangemerkt, de kwestie die ik zoo juist
aanroerde is zeker een „brandende
kwestie”. Wij zien dan op onze vaart
met het schip der gemeente met verlan
gen uit naar een helling, waar afdoende
reparatie kan geschieden, waarna wij
weer, zij het met groote voorzichtig
heid, geheel op eigen kracht zee kun
nen kiezen. En er is hoop de tegen
woordige minister van binnenlandsche
zaken, zelf met sterke banden aan het
gemeentelijk leven verbonden, heeft een
staatscommissie ingesteld om over deze
aangelegenheid van advies te dienen.
Maar het schip is, om de beeldspraak
nog even te vervolgen, niet alleen lek,
er is gedurende de lange vaart onder
moeilijke omstandigheden in allerlei op
zicht achterstand ontstaan. In de jaren,
voorafgaande aan den oorlog, vermeer
derde het aantal woningen in deze ge
meente met gemiddeld 70 per jaar. De
bevolking der gemeente steeg sedert
1931 met ongeveer 3500 zielen en sedert
1940 met ongeveer 1300 zielen. Het aan
tal huwelijken, dat per jaar wordt ge
sloten, is sedert 1939 toegenomen en be
weegt zich thans tusschen 130 en 140.
De woningbouw heeft tijdens de oorlog
praktisch stilgestaan, terwijl materia-
lenschaarschte en andere omstandighe
den er toe hebben bijgedragen dat tal
van bewoonde woningen thans nauwe
lijks meer dien naam verdienen en feite
lijk onbewoonbaar zijn. M.H., meer woor
den zijn niet noodig om U het probleem
in volle omvang te schetsen. Eén een
voudig rekensommetje en gij beseft de
moeilijkheid waarvoor het gemeentebe
stuur is geplaatst. En al verkeert onze
gemeente ten opzichte van tal van
steden en dorpen, die door het oorlogs
geweld werden getroffen, in een gunsti
ge positie, ook hier kan van een nood
toestand worden gesproken. Een nood-
telijk leven.
De nu geïnstalleerde Burgemees
ter spreekt als volgt
De geloofsbrief, uit hoofde waarvan
ik thans op deze plaats sta. is U zoo
juist voorgelezen. Het was een besluit
van H. M. de Koningin, waarbij Zij mij
benoemde tot burgemeester der gemeen
te Sneek. Ik breng van deze plaats af
eerbiedig dank aan H. M. voor deze eer
volle onderscheiding. In mijn gevoelens
van dankbaarheid betrek ik ook den
Minister van Binnenlandsche Zaken en
den Commissaris der Koningin in deze
provincie en verder allen, die aan mijn
benoeming hebben medegewerkt. In ’t
bijzonder wil ik nog uiting geven aan
mijn gevoelens van erkentelijkheid je
gens U, wethouders en leden van den
tijdelijken gemeenteraad, voor het ver
trouwen, dat gij in mij hebt willen stel
len. U, wethouder Boeijenga, breng ik
dank voor de wijze waarop gij de instal
latie hebt voorbereid en verricht en voor
de vriendelijke woorden die U tot mij
hebt gesproken. Ik ben U daar zeer er
kentelijk voor. Wanneer U, naast deze
formeele geloofsbrief, nog naar mate
rieele rechtvaardigingsgronden voor mijn
aanwezigheid op deze plaats zoudt vra
gen, zou ik mij willen beroepen op mijn
liefde voor onze stad. Mijn benoeming
is dan ook niet het resultaat van een
verlangen om ergens in Nederland het
burgemeestersambt te bekleeden maar
het gevolg van de wensch om ook ver
der Sneek te blijven dienen en in haar
belang werkzaam te zijn. Toen ik mijn
functie van secretaris dezer gemeente
aanvaardde, heb ik in deze zaal getuigd,
dat onze stad mij in de loop der jaren
dierbaar is geworden. De banden, die
toen zeven jaren geleden reeds
bestonden, zijn door het gemeenschappe
lijke leed, dat wij in de oorlogsjaren
hebben doorstaan, nog versterkt. M. H.
deze installatie draagt een eenigszins bij
zonder karakter. Wij staan, niet zooals
meestal wel het geval is bij het „in
halen” van een nieuwe burgemeester, als
vreemden tegenover elkaar. Wij kennen
elkander en weten in het algemeen wat
wij aan elkander hebben. Wij kennen
ook de problemen, welke u en mij bezig
houden en soms met zorg vervullen. Ik
zou in deze omstandigheid aanleiding
kunnen vinden deze rede zeer te bekor
ten. Ik hoop echter dat gij het mij niet
euvel zult duiden dat ik toch aan enkele
punten aandacht ga schenken.
De burgemeester, die thans zijn ambt
in een gemeente als Sneek aanvaardt,
ontkomt niet aan de gedachte dat hij
mee de leiding op zich neemt van een
schip dat ernstig lek gestooten is en
niet meer op eigen kracht verder kan
varen. Het schip is overgeleverd aan
hulp van buiten af en hij, die deze hulp
verleent, bepaalt mede welke koers en
welke snelheid gevaren zal worden.
Sneek is in hooge mate noodlijdend en
heeft dientengevolge haar financieele
zelfstandigheid verloren. Dit feit moet
de bestuurders wel met groote zorg ver
vullen en hen doen terugverlangen naar
den tijd, toen ook wel over de slechte
financieele positie der gemeente werd
geklaagd, doch desondanks een soliede
financieringspolitiek kon worden ge
voerd. Toen belangrijke bedragen uit de
gewone middelen voor dekking van ka
pitaalsuitgaven konden worden aange
wend en bovendien een reservefonds kon
worden gevormd, dat later een voor
name rol zou vervullen bij de dekking
van begrootingstekorten. Het reserve
fonds is uitgeput en de begrooting toont
een tekort van enkele tonnen. Dat de
gemeente thans, tengevolge van de
noodlijdendheid, bij het voeren van het
beleid de uiterste soberheid moet be-
I toestand, welke het nemen van maat
regelen, welke in normale tijden onaan
vaardbaar zouden zijn, wettigt; maatre
gelen, welke in sterke mate het eigen
domsrecht zullen beperken. Het tekort
aan levensmiddelen deed ons kennis ma
ken met allerlei distributievoorschrif-
ten die het vrije beschikkingsrecht in
sterke mate aantasten. Ook woonruimte
behoort tot de eerste levensbehoeften;
de overheid zal ook op dit stuk, zij het
met de noodige tact, moeten ingrijpen
en zich met de verdeeling van de be
schikbare woonruimte moeten bemoeien.
De vraag rijst of ook voor dit probleem
op korten termijn een oplossing in uit
zicht is. Dagelijks wordt de achterstand
tusschen de woningproductie en de toene
mende behoefte nog grooter. Eerst wan
neer de productie het vooroorlogsche
peil heeft bereikt en begonnen kan wor
den met het inhalen van de achterstand
van de achterliggende jaren, is in dit
opzicht een merkbare verandering te
verwachten. Wetende, dat in 1946 slechts
12 woningen zullen worden bijgebouwd,
is de conclusie, dat nog gedurende lan
gen tijd de overheid dwingend zal moe
ten optreden en zelfs op ruimere schaal
dan thans het geval is. Voor menigeen
zal dit ingrijpen van hoogerhand onaan
gename gevolgen medebrengen. Maar de
overheid mag ook bij de burgers begrip
eischen voor de moeilijkheden, die nu
eenmaal het gevolg van den oorlog zijn.
Ik hoop dat dit begrip de bereidheid tot
het brengen van offers zal verhoogen.
De gemeente Sneek heeft voor den oor
log op 't gebied van de volkshuisvesting
werk verricht, waarop zij die er aan
hebben medegewerkt, met voldoening
kunnen terugzien. Laten wij hopen, dat
de taak die zoo ruw werd afgebroken,
spoedig kan worden hervat. Niet alleen
op dit gebied, ook op ander terrein is
achterstand ontstaan en de natuurlijke
ontwikkeling geremd. Het zal de taak
van het gemeentebestuur in de eerst
volgende jaren zijn, die achterstand, als
het kan met voortvarendheid, in te ha
len. Ik hoop daaraan te kunnen mede
werken. Een gemeente heeft op een
zeker oogenblik haar diensten en instel
lingen zoo georganiseerd, dat zij op dat
oogenblik het beste passen in de be
staande structuur, dat zij het meest eco
nomisch werken en dat de kosten finan
cieel verantwoord zijn. Het leven en ook
de taak der gemeente is dynamisch, er
is doorloopend een verdere ontwikkeling.
Het terrein, waarop de gemeente zich
beweegt, breidt zich uit of wordt ver
plaatst; de behoeften wijzigen zich, de
inzichten omtrent de taak der overheid
veranderen. De kans bestaat dan dat de
oorspronkelijke organisatie van het ge
meentelijk apparaat niet meer beant
woordt aan de gewijzigde eischen van
doelmatigheid en aan die eischen moet
worden aangepast. Zoo kan het b.v. een
vraag zijn of het administratief apparaat
der gemeente en of de diensten der ge
meente, welke zich op sociaal of sociaal-
hygiënisch gebied bewegen geen reorga
nisatie of vernieuwing behoeven. Ik hoop
gelegenheid te krijgen ook dit vraag
stuk in de toekomst met U onder de
oogen te zien.
Andere vraagstukken, waarop wij ons
zullen hebben te bezinnen, houden ten
nauwste verband met de geographische
ligging van Sneek en met het karakter,
dat zij, mede tengevolge van die lig
ging heeft gekregen. Sneek is gegroeid
tot een economisch en cultureel centrum
van Frieslands Zuidwesthoek en, gele
gen midden in het merengebied, tot een
centrum van de watersport welke steeds
meer beoefenaren vindt. Wij zullen moe
ten trachten deze positie niet alleen te
handhaven maar, ondanks de zuigkracht
welke de groote stad mede tengevolge
van de ontwikkeling der verkeersmidde
len steeds sterker begint uit te oefenen,
te versterken. Daarvoor zullen noodig
zijn goede verbindingen, te land en te
water, met andere gebieden en centra
de aanwezigheid van onderwijs- en an
dere instellingen van cultureelen aard,
gelegenheid tot het vestigen en uitbrei
den van industrieën op gunstige plaat
sen en aantrekkelijkheden voor hen die
tijdelijk hier vertoeven en voor hen die
zich hier blijvend willen vestigen. De weg,
welke het gemeentebestuur van Sneek
moet bewandelen is in dit opzicht dui
delijk afgebakend. Het nieuwe, door des
kundige handen ontworpen uitbreidings
plan der gemeente, dat U binnenkort
ter beoordeeling zal worden aangeboden,
houdt, voor zooveel dat in onze hand
ligt, met deze eischen rekening.
Heeren leden van den raad In het
begin van mijn rede heb ik opgemerkt,
dat wij geen vreemden voor elkander
zijn. Dat maakt het mij thans gemakke
lijk op U een beroep te doen voor een
goede samenwerking in het belang der
gemeente. Ik weet dat ik voor dit be
roep een vruchtbare bodem vind. Dik
wijls is er in het verleden afgegeven op
de geest, welke in de vertegenwoordi
gende lichamen heerschte. Die verwijten
konden niet den raad van Sneek betref
fen. De wijze, waarop ook in het ver
leden het gemeentebelang in deze histo
rische zaal werd behartigd, ik weet dat
uit ervaring, kan de toets der critiek
doorstaan. Moge de traditie, welke in
dit opzicht is gevestigd kunnen worden
gehandhaafd. Op de gevel t van een ge
bouw, in het stadje Appingedam aan de
publieke dienst gewijd, staat sedert
eeuwen een latijnsche spreuk, welke be-
teekent in harmonie wordt het kleine
groot, in disharmonie wordt het groote
klein. Ik hoop dat wij in harmonie de
belangen van onze gemeente kunnen
behartigen.
Het is haast gebruikelijk dat een bur
gemeester bij zijn installatie verklaart,
dat hij bij zijn ambtsuitoefening boven
de partijen zal staan. Indien gij een der
gelijke uitdrukkelijke verklaring mocht
op prgs stellen, dan zal ik haar hierbij
gaarne afleggen.
Met U, wethouders Boeijenga en de
Groot, heb ik het laatste jaar reeds
nauw en vruchtdragend samengewerkt.
De wijze waarop gij beiden uw krachten
aan de publieke zaak wijdt, verdient alle
lof. Ik hoop dat onze samenwerking nog
leefd. Die zelfstandigheid kunnen de
gemeenten zelve mede bevorderen door
een krachtig, verantwoordelijk beheer.
Ook al zijn we gesaneerd. Spreken wij
de wensch uit, dat bij een nieuwe rege
ling van de finantieele verhouding tus
schen Rijk en Gemeenten, onze zelfstan
digheid worde geëerbiedigd.
Mijnheer Rasterhoff Het heeft H. M.
de Koningin behaagd U te benoemen tot
Burgemeester van Sneek. En heden
wordt U in dat ambt geïnstalleerd en
ingeleid. Wij wenschen U toe een voor
spoedige, gelukkige ambtsperiode. God
geve U gezondheid en levenskracht een
Hoofd dat denken, een hand die schrij
ven, een mond die spreken kan. De be
langen van Sneek worden thans defini
tief in Uw handen gelegd. In de eerste
plaats onze eigen huishouding: Gemeen
tebedrijven, gemeentel, diensten, mark
ten en instellingen van allerlei aard.
Vooral de vraagstukken die verband
houden met de ontwikkeling van Sneek,
het moeilijke vraagstuk der Volks
huisvesting en het uitbreidingsplan der
gemeente in het bijzonder, problemen die
in dezen na-oorlogschen tijd niet ge
makkelijk zijn op te lossen. En niet het
minst de belangen van allen die tot onze
gemeente in dienstbetrekking staan.
Daarnaast het welzijn van de burgerij
in het algemeen onderwijs, sport, han
del en bedrijf, scheepvaart, vervoers
wezen en verbindingen langs weg en
water, al onze bronnen van bestaan.
De burgerij zal menigmaal, voor alge
meene en bijzondere belangen Uw hulp
en raad inroepen, U is altijd gemakke
lijk toegankelijk geweest voor wie U
wenschten te spreken. Zoo stellen wij
ons ook de toekomst voor. Burgemees
ter en burgervader tegelijk. Dan is de
gang naar het stadhuis nooit moeilijk.
En al zult U niet aller wenschen kun
nen vervullen, de wetenschap dat het
hoofd der gemeente de belangen der in
woners op het hart draagt, zal er we-
derkeerig toe leiden, dat ook Uw arbeid
gedragen wordt door de sympathie der
bevolking.
Zoo stellen wij ons dan, Gemeenteraad
en bevolking gaarne onder Uw leiding.
En moge ik dan ten slotte, óók als per
soonlijk woord, U deze zinvolle
Hollandsche spreuk meegeven
„Al wie in Godes vrees syn ambt
soekt uyt te wercken,
Daar is geen twijffel aan, God sal
hem gunstigh syn”.
Moge dat het devies zijn van Uw amb-
ZONDAG 30 JUNI 1946.
NED. HERV. KERK, SNEEK.
10 uur Ds. S. D. MOLENAAR van Idse-
gahuizen. Friesche Dienst.) Zilver-
bon-collecte Diaconie.
5 uur Ds. J. VAN VEEN van Workum.
(Jeugddienst).
VEREEN. VAN VRIJZ. HERV.
Amicitia 10 uur Mw. J. v. d. VEEN.
GEBOUW VOOR CHR. BELANGEN.
Geen dienst.
GEREF. KERK.
Noorderkerk 9.30 u. Ds. F. Guillaume;
5 uur Ds. E. N. van Loo (Z. 34).
Zuiderkerk 9.30 uur Ds. G. J. de Leeuw
(Z. 34); 5 uur Ds. F. Guillaume.
Oosterkerk 9.30 uur Ds. E. N. v. Loo
(Z. 34)3 uur Ds. G. J. de Leeuw.
DOOPSGEZ. GEMEENTE.
’s Avonds 7 uur Ds. E. Daalder van Ol-
deboom.
CHR. GEREF. KERK.
9.30 en 5 uur Ds. W. Ruiter.
BAPT. GEMEENTE.
10 uur (in plaats van 9.30 uur) en 5 uur
Ds. Sikkema van Heerenveen.
Vrijdagav. 8 uur Bijbell. en Bidstond.
LEGER DES HEILS.
10 uur Heiligingsdienst; 8 uur Opent,
samenkomst. Maandag 2.15 u. Vrou-
wenvereen. Leiders kapiteins Bergsma
Schuil.
NED. HERV. KERK.
Goënga, 9 uur Ds. E. Kempenaar.
Folsgare, 9 uur Ds. W. G. v. d. Ree.
Gauw, 1.30 uur dhr. W. Nauta, Sneek.
Oppenhuizen, 1.30 uur Ds. W. G. v. d.
Ree van Oosthem.
Uitwellingerga, 9 uur dhr. Lammertsma
van Oosthem.
Oudega (W.), 9 uur (H.A.); 1.30 uur
(Dankz. en H.Doop) Ds. J. M. Wedde-
pohl.
Oosthem, 1.30 uur Ds. J. N. de Ruiter
van Sneek.
Rauwerd, 2 uur Ds. Ph. M. Becht.
Woudsend, 9.30 uur Ds. J. Kroon van
Koudekerke; 1.45 uur Ds. Spijkerboer
(H. Doop).
Westhem, 9 uur Ds. H. Gordeau.
Wolsum, 1.30 uur Ds. H. Gordeau.
IJsbrechtum, 9.30 uur Dr. H. de Vos.
Ijlst, 9.30 en 2 u. (H. Doop) Ds. Jansen.
DOOPSGEZ. GEMEENTE.
Woudsend, 7.30 uur Cand. H. Heybrock
van Amsterdam.
IJlst, 7.30 uur Ds. H. Keuning v. Irnsum
GEREF. KERK.
Oudega (W.), 9 en 1.30 uur Ds. Glai -
biets van Warns.
Kerknieuws.
Geref. Kerk. Beroepen te Oudega (W.)
cand. P. Uidam te Weesp.
Jeugddienst N. H. Kerk.
Men schrijft ons De e.v. Jeugddienst
zal D.V. worden gehouden op 30 Juni
a.s. Voorganger zal zijn Ds. van Veen
van Workum. Aanvang v. d. dienst 5 u.
Een kwartier voor de dienst zal weer
gemeenschappelijk worden gezongen.
We wekken de jeugd op zooveel moge-
lijlk op tijd aanwezig te zijn. Ook oude
ren zijn welkom
langen tijd bestendigd mag blijven.
Aan U, loco-secretaris, personeel
van hoog tot laag van de secretarie
met het ontvangerskantoor en van an
dere takken van dienst, personeel van
gemeentelijke inrichtingen van onder
wijs, loeien van de brandweer, armvoog
den en regenten van het O.B.W., leden
van andere gemeentelijke instellingen,
aan U allen vraag ik steun bij het ver
vullen van de taak die ik thans defini
tief aanvaard. Laten wij de handen ineen
slaan om het gemeentebelang te dienen.
Met velen van U bestaan reeds banden,
die ik gaarne zal handhaven. Van de
secretarie-ambtenaren, met wie ik zoo
lang heb samengewerkt en uit wier
kringen ik ben voortgekomen, zal ik
aanstonds ongetwijfeld iets verder ko
men af te staan. Dat vervult mij met
eenige weemoed. In de loop der jaren
zijn er ongemerkt banden ontstaan, die
gedurende de bezettingsjaren, onder den
druk van de gemeenschappelijke moei
lijkheden, zijn verstevigd. Op het bewa
ren van die banden stel ik prijs.
Het zij mij thans vergund mij, over
uw hoofden heen, te richten tot de in
gezetenen van Sneek. De vele gelukwen
schen, die ik in de afgeloopen weken uit
alle kringen der bevolking mocht ont
vangen, hebben mij soms haast benauwd.
Mij volledig bewust van de groote ver
antwoordelijkheid en de zware plicht, die
ik op mij heb genomen, bekroop mij de
vrees, dat men zooveel van mij verwacht
dat het niet meer kan meevallen en dat
ik ver beneden de verwachtingen zal
moeten blijven. Een dergelijk vooruit
zicht is niet bemoedigend. Daarom roep
ik U van deze plaats toe, spant uw
verwachtingen niet te hoog. Ik zal er
naar streven mijn plicht te doen en een
goed burgemeester te zijn. Verkeert gij
in moeilijkheden, ik zal gaarne ieder,
voorzoover in mijn vermogen ligt, met
raad en daad bijstaan. Ik zal U niet
steeds kunnen helpen; ieder zal echter
een open oor bij mij vinden. Ook voor
het uiten van welgemeende, opbouwende
kritiek. Zoo maken wij dan, U en ik,
naar goed koopmansgebruik, vandaag
de balans op. Eens zal de tijd komen
dat wij de balans afsluiten en de reke
ning opmaken. Moge dan blijken, dat
wij goed hebben geboerd, dat er een
batig slot is. niet in materiëelen zin.
Moge de eindafrekening een overschot
te zien geven aan gevoelens van ach
ting en van vriendschap. Het gaat bij
het besturen van de stad per slot van
rekening ook om de mensch en om zijn
levensgeluk.
Hiermede aanvaard ik het ambt van
burgemeester der gemeente Sneek.
Weth. de Groot zegt namens de
fractie van de Partij v. d. Arbeid o.m.
dat hier een burgemeester voor ons
staat, voldoende aan de eischen van ka
rakter en bekwaamheid, noodig in dezen
tijd; geen wonder dat de geheele raad
achter zijn benoeming stond. Met vol
doening nam spr. ervan kennis dat hij
in dezen tijd van woningnood, vooral
ook voor de arbeidersklasse onhoudbaar,
van het vorderingsrecht gebruik zal ma
ken. Er is naast gebrek aan woningen
ook behoefte aan minstens 3 scholen en
aan kantoorruimte voor particulieren;
dan is er ’t vraagstuk van de verplaat
sing van de gemeentereiniging en van
de plaats welke Sneek ten opzichte van
de N.O. polder zal innemen en zoovele
andere. Onze fractie treedt dezen bur
gemeester met vertrouwen tegemoet.
De heer Dokkum wenscht voor de
a. r. fractie mevr. Rasterhoff en den
burgemeester geluk en hem toe dat God
hem kracht, bekwaamheid, tact en wijs
heid zal schenken om zijn taak te ver
vullen. Voor spr. «n meerdere anderen
rust een zekere schaduw op dezen dag
om wat er aan vooraf ging, doch na
drukkelijk constateert spr. dat deze bur
gemeester daar buiten stond en zich ook
ten deze correct gedroeg. Daarom kan
de a.r. fractie hem, ook al is hij meer
links georiënteerd, alle steun toezeggen
waarop hij recht heeft, niet alleen bij
het behartigen der materieele belangen
der gemeente doch ook als het om haar
geestelijke gaat. De heer Vis zegt o.m.
dat hij op grond der ervaring met den
heer Rasterhoff als secretaris en waarn.
burgem. opgedaan, hem met volle ver
trouwen als burgemeester begroet. Hij
Tribunaal Sneek.
Zitting op 27 Juni 1946.
Voorzitter mr. J. v. d. Schaaf; Leden
de h.h. P. v. d. Veen en A. I. Wierdsma;
Adj. Seer. mr. J. F. C. A. Wille.
Terecht stonden
Sijtske Anke Bokkinga, Sneek. Be
schuldigd van vrijwillig werkzaam ge
weest in Duitschland; vriendschappelijke
omgang gehad met Duitsche militairen.
Onder toez. stelling Stichting Pol. De-
liquenten voor 3 jr.; ontz. beide kies
rechten 10 jr.
Grietje Bokkinga, hulp in de huishou
ding, Sneek idem.
Vonnis alsvoren.
Albertus Abondus Tromp, koopman te
Sneek meermalen ambtenaren van de
Sicherheitsdienst of Zoll in huis ontvan
gen; vriendschappelijken omgang met
hen gehad.
Het Tribunaal was van oordeel, dat
beschuldigde door zijn handelwijze de
schijn tegen hem heeft gewekt en wel
op minder aanstoot gevende wijze had
kunnen optreden. Er waren echter al
lerminst termen aanwezig hem eenige
maatregel op te leggen, weshalve de
dagvaarding vervallen werd verklaard.
Jeltje Veltman, z. b. te Beverwijk
vriendschappelijken omgang gehad met
Duitsche militairen; vrijwillig werkzaam
geweest bij instellingen der Duitsche
weermacht o.a. bij het lazaret te Heilo.
Zaak voor onbepaalden tijd geschorst.
Geert Hoekema, landarbeider, Kou-
dum lid van het NAF en daarbij func
tie bekleed van leider v. h. plaatselijk
kantoor Hem. Oldeph. en Noordwolde.
Ontzegging van ’t recht om gedurende
den tijd van 10 jaar eenige bestuurs
functie in een vakorganisatie te ver
vullen.
Bauke Terpstra, los werkman, Wor
kum lid van de NSB; lid van de WA
en deelgenomen aan oefeningen gehou
den door de WA; geruimen tijd in Frank
rijk voor de Duitsche weermacht werk
zaam geweest; vrijwillig werkzaam ge
weest bij de bunkerbouw op Terschel
ling ten behoeve van de Duitsche weer
macht.
Geen verdere interneering, ontz. kiesr.
10 jr.
Hans de Boer, distributie-ambtenaar,
Sneek lid van het NAF en hiervan
meerdere malen vergaderingen bijge
woond; vanwege het NAF de benoeming
van sociaal-voorman bij de Distributie-
dienst te Sneek aanvaard; propaganda-
vergadering voor sociale voormannen
bijgewoond te Zwolle waar Woudenberg
en Schmidt gesproken hebben; lid van
de NSB.
Hoewel het Tribunaal de handelwijze
van beschuldigde afkeurde werden geen
termen aanwezig geacht om eenige
maatregel op te leggen. De dagvaarding
werd mitsdien vervallen verklaard.
Hijlke Laskewitz te Sneek (ex-kring-
leider NAF)sympath. lid van de NSB;
lid van de NVD en daarbij functie be
kleed van buurtschapshoofd; lid van het
NAF en daarbij functie bekleed van
plaatselijk leider en kringleider; op 3
Oct. 1944 een oproep tot het spoor- en
tramwegpersoneel gericht om de alge
meene spoorwegstaking te beëindigen.
Ontzegging van het recht om gedu
rende den tijd van 10 jaar eenige be
stuursfunctie in een vakorganisatie te
vervullen; interneering tot 16 October
e.k.; ontz. kiesr. 10 jr.
In de zaak tegen den landarbeider Jan
Leenstra te Sint-Nicolaasga, die zich bij
een paarden,,vordering” door de moffen
op laakbare wijze had gedragen, werd
tot slot de dagvaarding vervallen ver
klaard.
349 Algem.
350 Algem.
Bonkaarten KF 606
400 gram ruwe suiker
100 gram vet
Bonkaarten LA, LB, LC 606
A 53 melk 2 liter melk
B 53, O 53 melk 3% liter melk
Bonkaarten KD, KE 606
849 Algem. 250 gram jam, stroop, enz.
Bonkaarten KG 606
400 gram ruwe suiker
Bonkaarten LD, LE 606
6 liter melk
Tabakskaarten enz.
2 rantsoenen tabaksartikelen
100 gram chocolade of suikerw.
100 gram chocolade of suikerw.
Op de bonnen 383 en 883, aangewezen
voor ruwe suiker, kan, voor zoover voor
radig, ook geraffineerde suiker worden
afgeleverd.
ng