No. 58 Vrijdag 28 Juni 1946 intie ee4 d Weekblad vanwege het Militair Gezag, district Sneek Wzn., ENIK lint uto D” N I chting Iruk tner. huis- niet >r te eek t aan d zijn □oden ïrrein girl) JDY ia JK- ‘EK Aanvullende BONNENLIJ ST Installatie Burgemeester Rasterhoff. Redactieraad: J. BEUTE, Mr. P. H. THEMMEN, Dr. H. DE VOS Administratie-adresGrootzand 55 Gedrukt i. o. v. M. G. bij Drukkerij „De Motor”, Sneek Predikbeurten te Sneek. Het Sneeker Nieuws Sergen i 883 Suiker D 53, E 53 melk èl.2341 rol in oud- JR. strijd L- 50 ct. Geref. □Idy Handel ivereen. orden orden >eldag efoon. >nd te larlijk >.30 en Maan- Aipino le dol- W ierda baar bij ielinga, de kerk T 34 V 34 X 34 Schoenen. In Juli kan op de stamkaarten waar van het nummer eindigt op 1 (één) een schoenenbon verkregen worden door hen die sedert 1 Jan. 1945 geen bon ontvin gen. Op bereidverklaring van den win kelier kunnen zij, die nog geen schoe nenbon ontvingen, ook een bon verkrij gen voor Amerikaansch schoeisel, doch men geeft dan zijn recht op een schoe nenbon via het nr. van de stamkaart prijs. Bijzonder Gerechtshof te Leeuwarden. Tegen Albert Zuidema, bakker te Sneek, werd 6 jaar gevangenisstraf ge- eischt. in van h kos- iteiten jeftijd. school- i polo- 1 Per jr, oor de 383 Suiker 382 BMV treerd ni 1.1. teert: MAX, I’s on- irnous zikale Inter- ing a ïlei Aan abonné’s en adverteerders. In verband met de burgemeesters- installatie hebben we ditmaal het andere nieuws zeer moeten beperken en een aantal berichten moeten laten liggen tot een volgend nummer. Gelukkig komt er waarschijnlijk zeer binnenkort èn voor het nieuws èn voor de advertenties meerdere ruimte beschikbaar, daar we dan tweemaal per week zullen verschij nen. heren 1 voor de tweede helft van de 7e periode 1946 (23 Juni t/m 6 Juli). Elk der volgende bonnen geeft recht op het koopen van Bonkaarten KA, KB, KC 606 250 gram jam, stroop enz. 50 gram thee aar. tl- en heeft reeds tal van punten welke de aan dacht van het gemeentebestuur zullen vragen, genoemd. Zonder aan welke ook daarvan tekort te doen legt spr. de na druk op de handhaving van onze positie als tweede stad van Friesland, nu de aantrekkingskracht van het centrum zoozeer toenam, ook goede verbindings wegen spelen hierbij een rol, zoodat ook daarnaar dient gestreefd. De heer L i n- d e m a n wenscht voor de C. H. fractie den burgemeester geluk. De positie van onze gemeente als tweede in belangrijk heid in Friesland zal in de toekomst misschien niet onbedreigd blijven; ook daarom verheugen wij ons er over dat tot burgemeester is benoemd iemand met niet geringe bestuurscapaciteiten, die de toestanden in Friesland kent, scherpzinnig, met een helder oordeel en vooruitziende blik, beseffende dat de cost gaet voor de baet. God zegene u op uwen verderen levens- en arbeids- weg De heer D i s s e, sprekend voor de fractie der R.K. Volkspartij, put uit het feit dat een der factoren welke tot deze benoeming geleid hebben, wel de houding van den heer Rasterhoff in de verzetsbeweging zal zijn geweest, een houding welke méér dan plichtsbetrach ting vroeg, het vertrouwen dat hij de belangen van Sneek met kracht zal be hartigen, de geestelijke zoowel als de materieele. Om die alle tot hun recht te doen komen zal echter aller samenwer king noodig zijn, en zal deze slagen dan is eerbiediging van eikaars meening eerste voorwaarde. Moge daaraan hier voldaan worden. Spr. wenscht den bur gemeester en mevr. Rasterhoff geluk en Gods besten zegen toe. De heer Kool- m o e s brengt de gelukwenschen van de C.P.N. de Waarheid over. De steeds cor recte houding van den heer Rasterhoff tijdens de bezetting hebben hem de dank en bewondering der stad bezorgd, hij heeft een volledig inzicht in hare belan gen, wij kennen zijn eerlijkheid, deze keu ze heeft onze instemming. Wij hopen dat u steeds een open oog zult hebben voor de belangen van handel en industrie, Vergadering van den tijdelijken ge meenteraad van Sneek op Maandag 24 Juni 1946, ’s nam. 4 uur. Voorzitter bij de opening de heer F. Boeijenga, loco-burgemeester; secretaris de heer W. S. Overzee, loco-secretaris. Aanwezig alle (15) leden, de vader en een aantal andere familieleden van den heer Rasterhoff en een zoo groote schare belangstellenden, dat de raadszaal ge heel bezet is. Aan de orde is Punt 1. Ingekomen stukken. Ingeko men is een adres van den heer L. Ras terhoff, houdende verzoek hem te reke nen met ingang van 16 Juni 1946 eer vol ontslag te verleenen als secretaris der gemeente. Z.h.s. wordt dit ontslag eervol verleend. Punt 2. Installatie van den nieuwbe- noemden burgemeester, den heer L. Ras terhoff. De secretaris leest het K.B. waarbij de heer Rasterhoff tot burgemeester wordt benoemd, waarna de h.h. Dokkum en v. d. Veen den burgemeester en mevr. Rasterhoff, die ten stadhuize waren ver welkomd door de wethouders Boeijenga en de Groot, waarbij mevrouw Raster hoff bloemen werden aangeboden, bin nenleiden. De heer B o e ij e n g a houdt alsnu de volgende rede De dag van heden 24 Juni is voor onze Gemeente in het algemeen en voor U, Burgemeester en Mevrouw in het bijzon der, een dag van groote beteekenis. Want vandaag mag Sneek in U zijn nieuwen Burgemeester, de Raad zijn nieuwen Voorzitter begroeten. Wij heb ben, wat de leiding van onze Gemeente aangaat, maanden en jaren geleefd in een toestand van gedurige wisseling en onzekerheid. Wij hebben hachelijke mo menten gekend in den bezettingstijd en moeilijke, vaak pijnlijke oogenblikken in den tijd daarna. Die periode is thans af gesloten. Sneek beleeft heden een histo rische dag. Ik moge beginnen met U onze hartelijke gelukwenschen aan te bieden. Ik doe dat namens een gemeen teraad die, toen de vacature er was, in zijn geheel achter deze benoeming heeft gestaan. Niet dat een Gemeente ook maar eenige rechtstreeksche invloed heeft op de benoeming van den Burge meester. Hij kan slechts zijn wenschen kenbaar maken. En gelukkig is daarmee meer dan eens, ook thans, rekening ge houden. Maar het moet niettemin als een leemte worden beschouwd, dat de Gemeenteraad, noch de ingezetenen, in geen enkel opzicht werkelijke invloed hebben bij de benoeming van den Bur gemeester. Op een dag als deze mag daaraan wel eens worden herinnerd. De oudere leden van den raad herinneren zich nog levendig den tijd dat de heer Rasterhoff als nog betrekkelijk jong ambtenaar hier in Sneek kwam. Hij had al spoedig wat men noemt „een goede pers”. Wij leerden hem vooral kennen als secretaris van de secties, die de ge- meentebegrooting en -rekening hadden te onderzoeken. En de voorlichting en inlichting die wij daarbij ontvingen wer den op hoogen prijs gesteld. Het moder ne gemeentebeheer kent vele problemen, vooral van financieelen aard. De heer Rasterhoff heeft de gave ingewikkelde vraagstukken helder en bevattelijk uit een te zetten. Toen kwam het moment dat de Secretaris van Sneek tot hooger arbeid werd geroepen, en al aanstonds werd de naam van den heer Rasterhoff als opvolger genoemd. Het advies van den gemeentesecretaris in dien geest werd unaniem aanvaard en de benoe ming volgde met algemeene stemmen. Het was geen gemakkelijke taak den heer Sikkes op te volgen, maar U hebt, mijnh. Rasterhoff, Uw ambtelijke taak met eere vervuld, vooral toen het in ternationale zwerk donker werd en het uur der beproeving ook over ons land en onze stad kwam. Bij een vroegere ge legenheid hebben wij de belevenissen van dien bangen tijd reeds herdacht. U hadt in Sneek wel de moeilijkste positie van allen. Naast U een vijandige „burge meester”. Rondom allerlei dreiging. Maar met „moed, beleid en trouw” hebt U het schip der Gemeente door allerlei gevaren heen, vrijwel ongeschonden, naar de veilige haven weten te leiden. Daarvoor danken wij U ook in dit uur. Die dank is te grooter, omdat dit werk geschiedde met de inzet van uw leven. Hoe hebben wij ons verblijd dat Uw leven in den nacht van bloed en tranen gespaard bleef en God U volkomen ge nezing schonk. Thans staat U aan het begin van een nieuwe periode in Uw leven. En ditmaal is de benoemde Bur gemeester waarlijk geen onbekende, maar de man die in feite reeds vanaf 1941 de eerste magistraat der stad was. Mijnh. de Burgemeester De leden van den Raad ik durf dat zonder vooraf gaande afspraak wel uit te spreken zeggen U gaarne allen steun toe bij de uitoefening van Uw ambt. De bloei en ontwikkeling te bevorderen van onze mooie Gemeente is Uw ideaal. Het is ook het onze. De sfeer waarin wij sa menwerkten in den tijd van Uw waarne mend Burgemeesterschap, was uitne mend, in den raad zoowel als in het dagelijksch bestuur. Ook bij verschil van inzicht werd de goede toon niet ver stoord. Dat alles is een eminent gemeen tebelang. Goede samenwerking en krach tig beleid maken een gemeente sterk en bevorderen haar zelfstandigheid. En een zelfstandig gemeentewezen is ten slotte ook weer een staatsbelang. Immers de gemeenten zijn de steunpunten, de fun damenten van den staat. En zoo heeft dus de staat zelve belang bij gezonde gemeenten, die eenerzijds deel uitmaken van het groote geheel, maar anderzijds door de wet erkende corporatiën zijn, met een eigen zelfstandige huishouding. Zeker, het ingrijpen in onze tijd van ver warring in die zelfstandigheid is vaak geboden, maar niet altijd. Symptomen van de huidige centralisatiezucht zijn, wat den laatsten tijd aangaat, de in stelling van een.staatspolitie en de cen tralisatie van de brandweer. Met de ver dwijning van de gemeentepolitie is weer een stuk gemeentelijke zelfstandigheid verdwenen. Ik weet, Burgemeester, dat U een krachtig voorstander is van ge meentelijke autonomie. Zoo ook was de bedoeling van den schepper van onze Gemeentewet, Thorbecke, een wet die ook nu nog, na bijkans een eeuw, vol komen bruikbaar is, maar die ook door de hooge Overheid zelve niet zon der noodzaak behoort te worden aange tast, maar naar letter en geest nage- trachten en gebonden is aan allerlei knellende voorschriften van hoogerhand met de daaruit voortspruitende admini stratieve rompslomp, is op zich zelf wel onverkwikkelijk, maar het is, naar mijn meening, het ergste niet. Het ergste en het gevaarlijke van deze situatie is, dat het zelfstandige gemeentelijk leven, dat zich in het verleden naar alle zijden kon ontplooien en dat van zoo groote betee kenis is geweest voor de ontwikkeling van het maatschappelijk leven in ons land, in zijn wortel wordt aangetast en vooral, dat het verantwoordelijk heidsbesef bij het plaatselijk bestuur voor het gemeentelijk beleid wordt on- dermijnd. Financieele afhankelijkheid verslapt, zelfs bij den meest consciënti- euzen bestuurder, het verantwoordelijk heidsbesef. Ook tot schade van het rijk. Op den duur is dit funest. Vele kwesties zijn in de afgeloopen jaren als brandend aangemerkt, de kwestie die ik zoo juist aanroerde is zeker een „brandende kwestie”. Wij zien dan op onze vaart met het schip der gemeente met verlan gen uit naar een helling, waar afdoende reparatie kan geschieden, waarna wij weer, zij het met groote voorzichtig heid, geheel op eigen kracht zee kun nen kiezen. En er is hoop de tegen woordige minister van binnenlandsche zaken, zelf met sterke banden aan het gemeentelijk leven verbonden, heeft een staatscommissie ingesteld om over deze aangelegenheid van advies te dienen. Maar het schip is, om de beeldspraak nog even te vervolgen, niet alleen lek, er is gedurende de lange vaart onder moeilijke omstandigheden in allerlei op zicht achterstand ontstaan. In de jaren, voorafgaande aan den oorlog, vermeer derde het aantal woningen in deze ge meente met gemiddeld 70 per jaar. De bevolking der gemeente steeg sedert 1931 met ongeveer 3500 zielen en sedert 1940 met ongeveer 1300 zielen. Het aan tal huwelijken, dat per jaar wordt ge sloten, is sedert 1939 toegenomen en be weegt zich thans tusschen 130 en 140. De woningbouw heeft tijdens de oorlog praktisch stilgestaan, terwijl materia- lenschaarschte en andere omstandighe den er toe hebben bijgedragen dat tal van bewoonde woningen thans nauwe lijks meer dien naam verdienen en feite lijk onbewoonbaar zijn. M.H., meer woor den zijn niet noodig om U het probleem in volle omvang te schetsen. Eén een voudig rekensommetje en gij beseft de moeilijkheid waarvoor het gemeentebe stuur is geplaatst. En al verkeert onze gemeente ten opzichte van tal van steden en dorpen, die door het oorlogs geweld werden getroffen, in een gunsti ge positie, ook hier kan van een nood toestand worden gesproken. Een nood- telijk leven. De nu geïnstalleerde Burgemees ter spreekt als volgt De geloofsbrief, uit hoofde waarvan ik thans op deze plaats sta. is U zoo juist voorgelezen. Het was een besluit van H. M. de Koningin, waarbij Zij mij benoemde tot burgemeester der gemeen te Sneek. Ik breng van deze plaats af eerbiedig dank aan H. M. voor deze eer volle onderscheiding. In mijn gevoelens van dankbaarheid betrek ik ook den Minister van Binnenlandsche Zaken en den Commissaris der Koningin in deze provincie en verder allen, die aan mijn benoeming hebben medegewerkt. In ’t bijzonder wil ik nog uiting geven aan mijn gevoelens van erkentelijkheid je gens U, wethouders en leden van den tijdelijken gemeenteraad, voor het ver trouwen, dat gij in mij hebt willen stel len. U, wethouder Boeijenga, breng ik dank voor de wijze waarop gij de instal latie hebt voorbereid en verricht en voor de vriendelijke woorden die U tot mij hebt gesproken. Ik ben U daar zeer er kentelijk voor. Wanneer U, naast deze formeele geloofsbrief, nog naar mate rieele rechtvaardigingsgronden voor mijn aanwezigheid op deze plaats zoudt vra gen, zou ik mij willen beroepen op mijn liefde voor onze stad. Mijn benoeming is dan ook niet het resultaat van een verlangen om ergens in Nederland het burgemeestersambt te bekleeden maar het gevolg van de wensch om ook ver der Sneek te blijven dienen en in haar belang werkzaam te zijn. Toen ik mijn functie van secretaris dezer gemeente aanvaardde, heb ik in deze zaal getuigd, dat onze stad mij in de loop der jaren dierbaar is geworden. De banden, die toen zeven jaren geleden reeds bestonden, zijn door het gemeenschappe lijke leed, dat wij in de oorlogsjaren hebben doorstaan, nog versterkt. M. H. deze installatie draagt een eenigszins bij zonder karakter. Wij staan, niet zooals meestal wel het geval is bij het „in halen” van een nieuwe burgemeester, als vreemden tegenover elkaar. Wij kennen elkander en weten in het algemeen wat wij aan elkander hebben. Wij kennen ook de problemen, welke u en mij bezig houden en soms met zorg vervullen. Ik zou in deze omstandigheid aanleiding kunnen vinden deze rede zeer te bekor ten. Ik hoop echter dat gij het mij niet euvel zult duiden dat ik toch aan enkele punten aandacht ga schenken. De burgemeester, die thans zijn ambt in een gemeente als Sneek aanvaardt, ontkomt niet aan de gedachte dat hij mee de leiding op zich neemt van een schip dat ernstig lek gestooten is en niet meer op eigen kracht verder kan varen. Het schip is overgeleverd aan hulp van buiten af en hij, die deze hulp verleent, bepaalt mede welke koers en welke snelheid gevaren zal worden. Sneek is in hooge mate noodlijdend en heeft dientengevolge haar financieele zelfstandigheid verloren. Dit feit moet de bestuurders wel met groote zorg ver vullen en hen doen terugverlangen naar den tijd, toen ook wel over de slechte financieele positie der gemeente werd geklaagd, doch desondanks een soliede financieringspolitiek kon worden ge voerd. Toen belangrijke bedragen uit de gewone middelen voor dekking van ka pitaalsuitgaven konden worden aange wend en bovendien een reservefonds kon worden gevormd, dat later een voor name rol zou vervullen bij de dekking van begrootingstekorten. Het reserve fonds is uitgeput en de begrooting toont een tekort van enkele tonnen. Dat de gemeente thans, tengevolge van de noodlijdendheid, bij het voeren van het beleid de uiterste soberheid moet be- I toestand, welke het nemen van maat regelen, welke in normale tijden onaan vaardbaar zouden zijn, wettigt; maatre gelen, welke in sterke mate het eigen domsrecht zullen beperken. Het tekort aan levensmiddelen deed ons kennis ma ken met allerlei distributievoorschrif- ten die het vrije beschikkingsrecht in sterke mate aantasten. Ook woonruimte behoort tot de eerste levensbehoeften; de overheid zal ook op dit stuk, zij het met de noodige tact, moeten ingrijpen en zich met de verdeeling van de be schikbare woonruimte moeten bemoeien. De vraag rijst of ook voor dit probleem op korten termijn een oplossing in uit zicht is. Dagelijks wordt de achterstand tusschen de woningproductie en de toene mende behoefte nog grooter. Eerst wan neer de productie het vooroorlogsche peil heeft bereikt en begonnen kan wor den met het inhalen van de achterstand van de achterliggende jaren, is in dit opzicht een merkbare verandering te verwachten. Wetende, dat in 1946 slechts 12 woningen zullen worden bijgebouwd, is de conclusie, dat nog gedurende lan gen tijd de overheid dwingend zal moe ten optreden en zelfs op ruimere schaal dan thans het geval is. Voor menigeen zal dit ingrijpen van hoogerhand onaan gename gevolgen medebrengen. Maar de overheid mag ook bij de burgers begrip eischen voor de moeilijkheden, die nu eenmaal het gevolg van den oorlog zijn. Ik hoop dat dit begrip de bereidheid tot het brengen van offers zal verhoogen. De gemeente Sneek heeft voor den oor log op 't gebied van de volkshuisvesting werk verricht, waarop zij die er aan hebben medegewerkt, met voldoening kunnen terugzien. Laten wij hopen, dat de taak die zoo ruw werd afgebroken, spoedig kan worden hervat. Niet alleen op dit gebied, ook op ander terrein is achterstand ontstaan en de natuurlijke ontwikkeling geremd. Het zal de taak van het gemeentebestuur in de eerst volgende jaren zijn, die achterstand, als het kan met voortvarendheid, in te ha len. Ik hoop daaraan te kunnen mede werken. Een gemeente heeft op een zeker oogenblik haar diensten en instel lingen zoo georganiseerd, dat zij op dat oogenblik het beste passen in de be staande structuur, dat zij het meest eco nomisch werken en dat de kosten finan cieel verantwoord zijn. Het leven en ook de taak der gemeente is dynamisch, er is doorloopend een verdere ontwikkeling. Het terrein, waarop de gemeente zich beweegt, breidt zich uit of wordt ver plaatst; de behoeften wijzigen zich, de inzichten omtrent de taak der overheid veranderen. De kans bestaat dan dat de oorspronkelijke organisatie van het ge meentelijk apparaat niet meer beant woordt aan de gewijzigde eischen van doelmatigheid en aan die eischen moet worden aangepast. Zoo kan het b.v. een vraag zijn of het administratief apparaat der gemeente en of de diensten der ge meente, welke zich op sociaal of sociaal- hygiënisch gebied bewegen geen reorga nisatie of vernieuwing behoeven. Ik hoop gelegenheid te krijgen ook dit vraag stuk in de toekomst met U onder de oogen te zien. Andere vraagstukken, waarop wij ons zullen hebben te bezinnen, houden ten nauwste verband met de geographische ligging van Sneek en met het karakter, dat zij, mede tengevolge van die lig ging heeft gekregen. Sneek is gegroeid tot een economisch en cultureel centrum van Frieslands Zuidwesthoek en, gele gen midden in het merengebied, tot een centrum van de watersport welke steeds meer beoefenaren vindt. Wij zullen moe ten trachten deze positie niet alleen te handhaven maar, ondanks de zuigkracht welke de groote stad mede tengevolge van de ontwikkeling der verkeersmidde len steeds sterker begint uit te oefenen, te versterken. Daarvoor zullen noodig zijn goede verbindingen, te land en te water, met andere gebieden en centra de aanwezigheid van onderwijs- en an dere instellingen van cultureelen aard, gelegenheid tot het vestigen en uitbrei den van industrieën op gunstige plaat sen en aantrekkelijkheden voor hen die tijdelijk hier vertoeven en voor hen die zich hier blijvend willen vestigen. De weg, welke het gemeentebestuur van Sneek moet bewandelen is in dit opzicht dui delijk afgebakend. Het nieuwe, door des kundige handen ontworpen uitbreidings plan der gemeente, dat U binnenkort ter beoordeeling zal worden aangeboden, houdt, voor zooveel dat in onze hand ligt, met deze eischen rekening. Heeren leden van den raad In het begin van mijn rede heb ik opgemerkt, dat wij geen vreemden voor elkander zijn. Dat maakt het mij thans gemakke lijk op U een beroep te doen voor een goede samenwerking in het belang der gemeente. Ik weet dat ik voor dit be roep een vruchtbare bodem vind. Dik wijls is er in het verleden afgegeven op de geest, welke in de vertegenwoordi gende lichamen heerschte. Die verwijten konden niet den raad van Sneek betref fen. De wijze, waarop ook in het ver leden het gemeentebelang in deze histo rische zaal werd behartigd, ik weet dat uit ervaring, kan de toets der critiek doorstaan. Moge de traditie, welke in dit opzicht is gevestigd kunnen worden gehandhaafd. Op de gevel t van een ge bouw, in het stadje Appingedam aan de publieke dienst gewijd, staat sedert eeuwen een latijnsche spreuk, welke be- teekent in harmonie wordt het kleine groot, in disharmonie wordt het groote klein. Ik hoop dat wij in harmonie de belangen van onze gemeente kunnen behartigen. Het is haast gebruikelijk dat een bur gemeester bij zijn installatie verklaart, dat hij bij zijn ambtsuitoefening boven de partijen zal staan. Indien gij een der gelijke uitdrukkelijke verklaring mocht op prgs stellen, dan zal ik haar hierbij gaarne afleggen. Met U, wethouders Boeijenga en de Groot, heb ik het laatste jaar reeds nauw en vruchtdragend samengewerkt. De wijze waarop gij beiden uw krachten aan de publieke zaak wijdt, verdient alle lof. Ik hoop dat onze samenwerking nog leefd. Die zelfstandigheid kunnen de gemeenten zelve mede bevorderen door een krachtig, verantwoordelijk beheer. Ook al zijn we gesaneerd. Spreken wij de wensch uit, dat bij een nieuwe rege ling van de finantieele verhouding tus schen Rijk en Gemeenten, onze zelfstan digheid worde geëerbiedigd. Mijnheer Rasterhoff Het heeft H. M. de Koningin behaagd U te benoemen tot Burgemeester van Sneek. En heden wordt U in dat ambt geïnstalleerd en ingeleid. Wij wenschen U toe een voor spoedige, gelukkige ambtsperiode. God geve U gezondheid en levenskracht een Hoofd dat denken, een hand die schrij ven, een mond die spreken kan. De be langen van Sneek worden thans defini tief in Uw handen gelegd. In de eerste plaats onze eigen huishouding: Gemeen tebedrijven, gemeentel, diensten, mark ten en instellingen van allerlei aard. Vooral de vraagstukken die verband houden met de ontwikkeling van Sneek, het moeilijke vraagstuk der Volks huisvesting en het uitbreidingsplan der gemeente in het bijzonder, problemen die in dezen na-oorlogschen tijd niet ge makkelijk zijn op te lossen. En niet het minst de belangen van allen die tot onze gemeente in dienstbetrekking staan. Daarnaast het welzijn van de burgerij in het algemeen onderwijs, sport, han del en bedrijf, scheepvaart, vervoers wezen en verbindingen langs weg en water, al onze bronnen van bestaan. De burgerij zal menigmaal, voor alge meene en bijzondere belangen Uw hulp en raad inroepen, U is altijd gemakke lijk toegankelijk geweest voor wie U wenschten te spreken. Zoo stellen wij ons ook de toekomst voor. Burgemees ter en burgervader tegelijk. Dan is de gang naar het stadhuis nooit moeilijk. En al zult U niet aller wenschen kun nen vervullen, de wetenschap dat het hoofd der gemeente de belangen der in woners op het hart draagt, zal er we- derkeerig toe leiden, dat ook Uw arbeid gedragen wordt door de sympathie der bevolking. Zoo stellen wij ons dan, Gemeenteraad en bevolking gaarne onder Uw leiding. En moge ik dan ten slotte, óók als per soonlijk woord, U deze zinvolle Hollandsche spreuk meegeven „Al wie in Godes vrees syn ambt soekt uyt te wercken, Daar is geen twijffel aan, God sal hem gunstigh syn”. Moge dat het devies zijn van Uw amb- ZONDAG 30 JUNI 1946. NED. HERV. KERK, SNEEK. 10 uur Ds. S. D. MOLENAAR van Idse- gahuizen. Friesche Dienst.) Zilver- bon-collecte Diaconie. 5 uur Ds. J. VAN VEEN van Workum. (Jeugddienst). VEREEN. VAN VRIJZ. HERV. Amicitia 10 uur Mw. J. v. d. VEEN. GEBOUW VOOR CHR. BELANGEN. Geen dienst. GEREF. KERK. Noorderkerk 9.30 u. Ds. F. Guillaume; 5 uur Ds. E. N. van Loo (Z. 34). Zuiderkerk 9.30 uur Ds. G. J. de Leeuw (Z. 34); 5 uur Ds. F. Guillaume. Oosterkerk 9.30 uur Ds. E. N. v. Loo (Z. 34)3 uur Ds. G. J. de Leeuw. DOOPSGEZ. GEMEENTE. ’s Avonds 7 uur Ds. E. Daalder van Ol- deboom. CHR. GEREF. KERK. 9.30 en 5 uur Ds. W. Ruiter. BAPT. GEMEENTE. 10 uur (in plaats van 9.30 uur) en 5 uur Ds. Sikkema van Heerenveen. Vrijdagav. 8 uur Bijbell. en Bidstond. LEGER DES HEILS. 10 uur Heiligingsdienst; 8 uur Opent, samenkomst. Maandag 2.15 u. Vrou- wenvereen. Leiders kapiteins Bergsma Schuil. NED. HERV. KERK. Goënga, 9 uur Ds. E. Kempenaar. Folsgare, 9 uur Ds. W. G. v. d. Ree. Gauw, 1.30 uur dhr. W. Nauta, Sneek. Oppenhuizen, 1.30 uur Ds. W. G. v. d. Ree van Oosthem. Uitwellingerga, 9 uur dhr. Lammertsma van Oosthem. Oudega (W.), 9 uur (H.A.); 1.30 uur (Dankz. en H.Doop) Ds. J. M. Wedde- pohl. Oosthem, 1.30 uur Ds. J. N. de Ruiter van Sneek. Rauwerd, 2 uur Ds. Ph. M. Becht. Woudsend, 9.30 uur Ds. J. Kroon van Koudekerke; 1.45 uur Ds. Spijkerboer (H. Doop). Westhem, 9 uur Ds. H. Gordeau. Wolsum, 1.30 uur Ds. H. Gordeau. IJsbrechtum, 9.30 uur Dr. H. de Vos. Ijlst, 9.30 en 2 u. (H. Doop) Ds. Jansen. DOOPSGEZ. GEMEENTE. Woudsend, 7.30 uur Cand. H. Heybrock van Amsterdam. IJlst, 7.30 uur Ds. H. Keuning v. Irnsum GEREF. KERK. Oudega (W.), 9 en 1.30 uur Ds. Glai - biets van Warns. Kerknieuws. Geref. Kerk. Beroepen te Oudega (W.) cand. P. Uidam te Weesp. Jeugddienst N. H. Kerk. Men schrijft ons De e.v. Jeugddienst zal D.V. worden gehouden op 30 Juni a.s. Voorganger zal zijn Ds. van Veen van Workum. Aanvang v. d. dienst 5 u. Een kwartier voor de dienst zal weer gemeenschappelijk worden gezongen. We wekken de jeugd op zooveel moge- lijlk op tijd aanwezig te zijn. Ook oude ren zijn welkom langen tijd bestendigd mag blijven. Aan U, loco-secretaris, personeel van hoog tot laag van de secretarie met het ontvangerskantoor en van an dere takken van dienst, personeel van gemeentelijke inrichtingen van onder wijs, loeien van de brandweer, armvoog den en regenten van het O.B.W., leden van andere gemeentelijke instellingen, aan U allen vraag ik steun bij het ver vullen van de taak die ik thans defini tief aanvaard. Laten wij de handen ineen slaan om het gemeentebelang te dienen. Met velen van U bestaan reeds banden, die ik gaarne zal handhaven. Van de secretarie-ambtenaren, met wie ik zoo lang heb samengewerkt en uit wier kringen ik ben voortgekomen, zal ik aanstonds ongetwijfeld iets verder ko men af te staan. Dat vervult mij met eenige weemoed. In de loop der jaren zijn er ongemerkt banden ontstaan, die gedurende de bezettingsjaren, onder den druk van de gemeenschappelijke moei lijkheden, zijn verstevigd. Op het bewa ren van die banden stel ik prijs. Het zij mij thans vergund mij, over uw hoofden heen, te richten tot de in gezetenen van Sneek. De vele gelukwen schen, die ik in de afgeloopen weken uit alle kringen der bevolking mocht ont vangen, hebben mij soms haast benauwd. Mij volledig bewust van de groote ver antwoordelijkheid en de zware plicht, die ik op mij heb genomen, bekroop mij de vrees, dat men zooveel van mij verwacht dat het niet meer kan meevallen en dat ik ver beneden de verwachtingen zal moeten blijven. Een dergelijk vooruit zicht is niet bemoedigend. Daarom roep ik U van deze plaats toe, spant uw verwachtingen niet te hoog. Ik zal er naar streven mijn plicht te doen en een goed burgemeester te zijn. Verkeert gij in moeilijkheden, ik zal gaarne ieder, voorzoover in mijn vermogen ligt, met raad en daad bijstaan. Ik zal U niet steeds kunnen helpen; ieder zal echter een open oor bij mij vinden. Ook voor het uiten van welgemeende, opbouwende kritiek. Zoo maken wij dan, U en ik, naar goed koopmansgebruik, vandaag de balans op. Eens zal de tijd komen dat wij de balans afsluiten en de reke ning opmaken. Moge dan blijken, dat wij goed hebben geboerd, dat er een batig slot is. niet in materiëelen zin. Moge de eindafrekening een overschot te zien geven aan gevoelens van ach ting en van vriendschap. Het gaat bij het besturen van de stad per slot van rekening ook om de mensch en om zijn levensgeluk. Hiermede aanvaard ik het ambt van burgemeester der gemeente Sneek. Weth. de Groot zegt namens de fractie van de Partij v. d. Arbeid o.m. dat hier een burgemeester voor ons staat, voldoende aan de eischen van ka rakter en bekwaamheid, noodig in dezen tijd; geen wonder dat de geheele raad achter zijn benoeming stond. Met vol doening nam spr. ervan kennis dat hij in dezen tijd van woningnood, vooral ook voor de arbeidersklasse onhoudbaar, van het vorderingsrecht gebruik zal ma ken. Er is naast gebrek aan woningen ook behoefte aan minstens 3 scholen en aan kantoorruimte voor particulieren; dan is er ’t vraagstuk van de verplaat sing van de gemeentereiniging en van de plaats welke Sneek ten opzichte van de N.O. polder zal innemen en zoovele andere. Onze fractie treedt dezen bur gemeester met vertrouwen tegemoet. De heer Dokkum wenscht voor de a. r. fractie mevr. Rasterhoff en den burgemeester geluk en hem toe dat God hem kracht, bekwaamheid, tact en wijs heid zal schenken om zijn taak te ver vullen. Voor spr. «n meerdere anderen rust een zekere schaduw op dezen dag om wat er aan vooraf ging, doch na drukkelijk constateert spr. dat deze bur gemeester daar buiten stond en zich ook ten deze correct gedroeg. Daarom kan de a.r. fractie hem, ook al is hij meer links georiënteerd, alle steun toezeggen waarop hij recht heeft, niet alleen bij het behartigen der materieele belangen der gemeente doch ook als het om haar geestelijke gaat. De heer Vis zegt o.m. dat hij op grond der ervaring met den heer Rasterhoff als secretaris en waarn. burgem. opgedaan, hem met volle ver trouwen als burgemeester begroet. Hij Tribunaal Sneek. Zitting op 27 Juni 1946. Voorzitter mr. J. v. d. Schaaf; Leden de h.h. P. v. d. Veen en A. I. Wierdsma; Adj. Seer. mr. J. F. C. A. Wille. Terecht stonden Sijtske Anke Bokkinga, Sneek. Be schuldigd van vrijwillig werkzaam ge weest in Duitschland; vriendschappelijke omgang gehad met Duitsche militairen. Onder toez. stelling Stichting Pol. De- liquenten voor 3 jr.; ontz. beide kies rechten 10 jr. Grietje Bokkinga, hulp in de huishou ding, Sneek idem. Vonnis alsvoren. Albertus Abondus Tromp, koopman te Sneek meermalen ambtenaren van de Sicherheitsdienst of Zoll in huis ontvan gen; vriendschappelijken omgang met hen gehad. Het Tribunaal was van oordeel, dat beschuldigde door zijn handelwijze de schijn tegen hem heeft gewekt en wel op minder aanstoot gevende wijze had kunnen optreden. Er waren echter al lerminst termen aanwezig hem eenige maatregel op te leggen, weshalve de dagvaarding vervallen werd verklaard. Jeltje Veltman, z. b. te Beverwijk vriendschappelijken omgang gehad met Duitsche militairen; vrijwillig werkzaam geweest bij instellingen der Duitsche weermacht o.a. bij het lazaret te Heilo. Zaak voor onbepaalden tijd geschorst. Geert Hoekema, landarbeider, Kou- dum lid van het NAF en daarbij func tie bekleed van leider v. h. plaatselijk kantoor Hem. Oldeph. en Noordwolde. Ontzegging van ’t recht om gedurende den tijd van 10 jaar eenige bestuurs functie in een vakorganisatie te ver vullen. Bauke Terpstra, los werkman, Wor kum lid van de NSB; lid van de WA en deelgenomen aan oefeningen gehou den door de WA; geruimen tijd in Frank rijk voor de Duitsche weermacht werk zaam geweest; vrijwillig werkzaam ge weest bij de bunkerbouw op Terschel ling ten behoeve van de Duitsche weer macht. Geen verdere interneering, ontz. kiesr. 10 jr. Hans de Boer, distributie-ambtenaar, Sneek lid van het NAF en hiervan meerdere malen vergaderingen bijge woond; vanwege het NAF de benoeming van sociaal-voorman bij de Distributie- dienst te Sneek aanvaard; propaganda- vergadering voor sociale voormannen bijgewoond te Zwolle waar Woudenberg en Schmidt gesproken hebben; lid van de NSB. Hoewel het Tribunaal de handelwijze van beschuldigde afkeurde werden geen termen aanwezig geacht om eenige maatregel op te leggen. De dagvaarding werd mitsdien vervallen verklaard. Hijlke Laskewitz te Sneek (ex-kring- leider NAF)sympath. lid van de NSB; lid van de NVD en daarbij functie be kleed van buurtschapshoofd; lid van het NAF en daarbij functie bekleed van plaatselijk leider en kringleider; op 3 Oct. 1944 een oproep tot het spoor- en tramwegpersoneel gericht om de alge meene spoorwegstaking te beëindigen. Ontzegging van het recht om gedu rende den tijd van 10 jaar eenige be stuursfunctie in een vakorganisatie te vervullen; interneering tot 16 October e.k.; ontz. kiesr. 10 jr. In de zaak tegen den landarbeider Jan Leenstra te Sint-Nicolaasga, die zich bij een paarden,,vordering” door de moffen op laakbare wijze had gedragen, werd tot slot de dagvaarding vervallen ver klaard. 349 Algem. 350 Algem. Bonkaarten KF 606 400 gram ruwe suiker 100 gram vet Bonkaarten LA, LB, LC 606 A 53 melk 2 liter melk B 53, O 53 melk 3% liter melk Bonkaarten KD, KE 606 849 Algem. 250 gram jam, stroop, enz. Bonkaarten KG 606 400 gram ruwe suiker Bonkaarten LD, LE 606 6 liter melk Tabakskaarten enz. 2 rantsoenen tabaksartikelen 100 gram chocolade of suikerw. 100 gram chocolade of suikerw. Op de bonnen 383 en 883, aangewezen voor ruwe suiker, kan, voor zoover voor radig, ook geraffineerde suiker worden afgeleverd. ng

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1946 | | pagina 1