Onthulling Borstbeeld I Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST win. Mr. S. M. van Haersma Buma „Moord onder getuige” door DINSDAG 20 MEI 1947 2e JAARGANG No. 88 ■■i i Mens van vrome zin en rotsvast geloof burgervader van hoge plichtsbetrachting christen van de daad. INGEZONDEN. 1 4 I I Ab.-prij« f2.50 per half jaa> Franco per post f3.75 per half jaar hij in de beleving van het ambt van burgemeester, of beter gezegd, van burgervader, een meer geestelijk ac cent wilde leggen, nauw aansluitend bij en als ’t ware compensatie biedend Geslaagd voor het diploma „vak leraar in kappen” van de Stichting „Kappersvakexamens” de heer D. H. Hamersma, alhier. Bureau voor Advertenties Fa. DRIJFHOUT GROOTZAND 55 fel. 3005 Verschijnt: DINSDAGS en VRIJDAGS „Dat is met de meesten van ons net geval, mijnheer”, verzekerde Moresby hem, „en hoe het ook zij, in dit geval is het een geluk, want zodra U dacht, dat hij U vergeten was, keek U op nieuw naar hem”. „Ja, ik ben bang, dat het zo is”, moest mynheer Chitterwick tegen wil en dank toegeven. „En wat zag U toen?” Mijnheer Chitterwick vertelde, dat de twee klaarblijkelijk aan het twiscen waren geweest en kwam toen aan de episode van de hand boven het koffie kopje. Hij deed dit eigenlijk tegen zijn zin, want hij besefte, dat hij misscaien van een mierenhoop een berg maakte; maar hij wist, dat het zijn plicht was. En met deze biecht schoof hij tegelijk alle verantwoordelijkheid van zich af. De vraag, of er inderdaad van een mierenhoop, dan wel van een b?rg sprake was, kon nu verder aan de po litie worden overgelaten. Moresby ondervroeg hem nauwkeurig op dit punt. Beide mannen beseften, dat hiervan het leven van een man zou kunnen afhangen en vermeden zorgvuldig voorbarige conclusies uit het gebeurde te trekken. Ten slotte vertelde mijnheer Chitterwick, hoe de fout van de kellnerin, die hem aan de telefoon had geroepen, een einde aan zijn observaties had gemaakt. AAN DE SNEKER JEUGD. Men schrijft ons: Weten de jonge lui in onze stad wel, dat er een Jeugd vereniging is, die hun leiding wil ge ven op het gebied der kleinveeteelt enz.? Welnu, alle jonge mensen, die konijnen en kippen houden, die dui ven hebben, zangvogels en een aqua rium er op na houden, kortom alle jongelui die belangstelling hebben voor alles wat met het natuurlc en in verband staat, kunnen lid worden van „Jong Leven”. Komt eens kennis ma ken op de ledenvergadering op 23 Hei a.s. in Aere Perennius. Jullie zijn van harte welkom. Zie verder de adverten tie in dit blad. ANTHONY BERKELEY F Kantoor voor Abonnementen Fa. KIE Z EB RINK Co. KLEINZAND 7 - Tel. 2872 „Oh, dank U, ja, zo is het”, zei mijn heer Chitterwick, „maar niet precies een getuigenis. Het is iets, dat ik zag. Tenminste, ik ben er niet geheel ze ker van, dat ik werkelijk...” „Ik ben in een kwartier bij U, mijn heer”. Moresby maakte een bruusk einde aan het opgewonden gepraat van mijnheer Chitterwick. „Wacht U bij de ingang op me. Het is niet nodig iemand van mijn komst op de hoogte te brengen”. Hij belde af. Het is moeilijk te zeggen op welk ogenblik na de dood van de rade dame het beeld van de hand boven de koffiekop vaag tot het brein van myn heer Chitterwick was doorgedrongen. Al wat gezegd kan worden is, dat, kort voordat de directeur en de dok ter verschenen, de veronderstelling bij hem opgekomen was, dat er mis schien meer achter zat dan zich zo oppervlakkig liet aanzien en dat was ook de reden geweest, waarom hij er voor gezorgd had, dat het lichaam niet werd aangeraakt. De vrees, dat SNEEKER NIEUWSBLAD Redacteuren L. KIEZEBRINK en C. SMIT Redactie-adresKLEINZAND 7 SNEEK Moresby was precies op tijd. Mijnheer Chitterwick ontving hem in de hall en drukte hem de hand. „Nu, mijnheer Chitterwick”,zei Mo resby, „laat ons een rustig hoekje op zoeken en vertelt U me dan eens al les, wat U op het hart heeft”. Mijnheer Chitterwick leidde hem naar een enorme leeszaal, die naar een opschrift zei slechts voor hotel gasten bestemd was. Klaarblijkelijk lazen de gasten van het Piccadilly Palace niet veel, want de zaal was leeg. „Nu, mijnheer”, begon Moresby, ter wijl hij zich neerzette om te luisteren, „laat U mij nu de gehele geschiedenis nog eens horen”. „Denkt U niet... Ik heb er zorgvuldig op gelet, dat het lichaam niet ver plaatst werd”. „In orde, mijnheer”, zei de hoofd inspecteur wat ongeduldig, „uitste kend. Maar wij kunnen dat alles aan de inspecteur, die nu het onderzoek leidt, overlaten. Ik wil graag Uw ver klaring horen. Het was iets, dat U zag, niet? Nu, vertel me de geschie denis nog eens, in de juiste volgorde dan”. Opnieuw deed mynheer Chitterwick zijn verhaal. Hij deed dit met terug houding, want hij was niet slechts een vriendelijk, maar ook een recht- geweest, toch nog in deze bijeenkomst jn en i lijk eerbetoon aan zijn nagedachtenis tot uiting te brengen. Nogeens, ik ben slechts de spreekbuis van allen, die het voorrecht hebben gehad, burge meester Buma persoonlijk te kennen, maar in de continuïteit van het ge meenlijk bestuur acht ik het mij een eer als burgemeester dezer gemeente de tolk te mogen zyn van al die ge voelens, waarvan het te onthullen borstbeeld een blijvend getuigenis af legt. Tk heb getracht, zonder in mens- vergoding te willen verwallen, de fi guur van mijn hooggeschatte voor ganger U in grote trekken te tekenen. Maar al te zeer ben ik mij bewust dit slechts gebrekkig te hebben gedaan, doch laat het gedenkteken in de gaaf heid van het materiaal waaruit het is vervaardigd, symbool zijn van de gaafheid en duurzaamheid der gevoe lens, welke èn gemeentebestuur èn in gezetenen van Wijmbritseradeel wijlen vaardig man en hij wenste de zaken voor de roodharige man, die tenslotte heel goed onschuldig zou kunnen zijn, niet ongunstiger voor te stellen dan ze waren. Moresby echter ging op elk punt, dat mijnh'eer Chitterwick aanroerde, na der in. „U zei, dat het hem kwaad maakte, dat U naar hem keek?” „Wel, in zekere zin”, antwoordde mijnheer Chitterwick, die zijn uiterste best deed om volkomen eerlijk te blij ven. „Ten minste, die indruk kreeg ik. Maar ik had hem ook werkelijk strak aangekeken en dus had hij het volste recht verontwaardigd te zijn. In zijn plaats zou ik ook zo gereageerd h.b- ben. Ik geloof niet, dat U al te veel aandacht aan zijn boosheid mag schenken. Bovendien nam hij na korte tijd in het geheel geen notitie meer van mij”. „Nadat hij meende, dat hij U vol doende afgeschrikt had”, viel Mores by hem in de rede. „Dat is te zeggen”, zei mijnheer Chit terwick, die zich weinig op zijn gemak gevoelde, „tja, ik weet niet, of U het wel eens opgemerkt hebt, maar in dien er iets in myn omgeving is, waarvan ik weet, dat ik er niet naar kijken mag, dan schijnen mijn ogen er automatisch door aangetrokken te worden”. burgemeester Van Haersma Buma steeds toedroegen. Moge het levens- devies op het borstbeeld aangebracht, ook ons, die onder en na de bezetting verder mochten leven en arbeiden, ten allen tijde in al ons doen en laten voor ogen staan en richting gevend zijn voor onze daden. Moge verder de we duwe en naaste familie van de be minde magistraat, wiens buste ge plaatst is op een plek, welke de inge zetenen met hun velerlei zaken ten gemeentehuize geregeld moeten pas seren, troost putten uit de weten schap, dat zijn ambtsvervulling hier, hoe kort die ook geweest moge zijn, onuitwisbare indrukken in de bestuur- ALSNOG CONSUMENTEN- CREDIET VOOR BIJZONDERE GEVALLEN. Het is gebleken, dat vele personen geen consumentencrediet hebben aan gevraagd toen de gelegenheid hiertoe open stond. Achteraf zijn talloze ver zoeken om een consumentencrediet in gediend, welke echter niet meer in behandeling konden worden genomen, omdat de termijn hiervoor was ver streken. Met het oog op het grote so ciale belang, dat met het consume - tencrediet wordt gediend, hebben de ministers v4n financiën en van sociale zaken besloten om indiening en be handeling van aanvragen na de slui tingsdatum voor bijzondere gevallen goed te keuren. Voordat tot verlening van consu- n.entencrediet wordt overgegaan, zal thans evenwel een nog nauwkeuriger controle op de aanvraag plaats vin den. Verlening van een consumenten crediet zal slechts geschieden in die gevallen, waarin naar het oordeel van de districtsraad ernstige behoefte aan het crediet bestaat. Het spreekt van zelf, dat zij, wier aanvraag in het ver leden reeds werd afgewezen, niet op nieuw een aanvraag kunnen indienen. Overigens zullen de thans te ver lenen credieten uiteraard naar dezelf de maatstaven worden toegekend, ter wijl ook de afbetalingsregeling, welke voor de reeds lopende credieten geldt, toepassing zal moeten vinden. De uitreiking dezer credieten zal in Juli plaats vinden. Aangezien de reeds verstreken afbetalingstermijnen niet op deze credieten kunnen worden in gehaald, is besloten om een evenredi ge vermindering in de credietverstrek- king toe te passen, zodat per vel waardebonnen vijf der reeds geldig verklaarde waardebonnen niet zullen worden verstrekt. In verband met het bovenstaande zullen met ingang van 16 Mei 1947 door de districtsraden voor het con sumentencrediet nieuwe aanvraagfor mulieren worden verstrekt. De verkoop van aanvraagformulie ren wordt op 31 Mei 1947 beëindigd. Van 19 Mei 1947 tot en met 7 Juni 1947 is er gelegenheid de ingevulde formulieren, zo nodig met een door de werkgever getekende werkgeversver- klaring, bij de districtsraden voor het consumentencrediet in te leveren. De aandacht wordt er op gevestigd, d”1 na 7 Juni 1947 onder geen enkele voorwaarde aanvraagformulieren door de districtsraden worden geaccep teerd. Nadat het verhaal uit was, bleef de hoofd-inspecteur enige ogenblikken lang in gedachten verzonken zitten. Hij wreef met zijn hand langs zijn kin en trok aan zijn lange snor. „Hm! Veronderstel, dat de zaken de keer nemen, die wij vrezen, mijnheer Chit terwick. Beseft U dan, in welke posi tie U komt te verkeren?” „Maar al te goed”, zuchtte mynheer Chitterwick. „U zul dan in de situatie komen van iemand, die de moord heeft zien ge beuren. Daar U een criminoloog is, behoef ik U niet te vertellen, hoe bui tengewoon belangrijk dit is”. „In een geval van vergiftiging”, mom pelde mynheer Chitterwick, „zou ik zeggen bijna uniek”. „Zo is het. Een direct bewys Dat is het, wat wy U moeten laten leveren, mijnheer Chitterwick”. „Ja”, antwoordde mijnheer Chitter wick ongelukkig. Moresby scheen al geheel zeker te zijn van zyn zaak. „Wel, mynheer Chitter wick, U zult ons bergen moeilijkheden besparen. Ditmaal zullen wij niet voor elk klein onderdeel bewijzen hoeven aan te dragen. U stapt eenvoudig in de getuigenbank en vertelt, dat U de moord zag gebeuren. Dat is alles”. Wordt vervolgd. Zwak in zichzelven, sterkte hij zich in de Heer zijn God. Burgemeester Van Haersma Buma heeft zich doen kennen als een waar burgervader met een hoge plichtsbetrachting, een vroom mens, bij wie het geen vertoon was, dat op zyn bureau in zijn werk kamer ten gemeentehuize de Bijbel een vaste plaats had. Men gevoelde, daar leefde hij uit, dat was het richt snoer in zijn gehele denken en hande len. Een Christen van de daad was hij, strikt rechtvaardig en van hoge levensopvatting, maar ook zich vol komen bewust van eigen onwaardig heid in het licht van diezelfde Bijbel. De sterk geestelijke inslag van zijn persoonlijkheid viel op bij ieder met wie hij in nauwer contact kwam. Was het wonder, dat Buma grote voor liefde had voor het predikambt en dat hij aanvankelijk daarvoor zou zijn op geleid wanneer zijn stembanden zich daartoe beter geleend hadden Be hoeft het te verwonderen, dat iemand hem eens betitelde als predi- RAADSVERGADERING SNEEK. Hedenavond 7.15 uur vergadert de raad van Sneek opnieuw. Aan de ord^ is: 1. Het voorstel van de heren G. L. Dokkum en J. Blok (waarover in de vergadering van 14 Mei 1947 d~ stem men staakten) om de beslissing op het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot deelneming in het maatschappelijk kapitaal van de N.V. Bouwkas Noord-Nederlandsche Ge meenten aan te houden. Mocht het voorstel, genoemd onder punt 1 niet worden aangenomen, dan wordt aan de agenda toegevoegd als punt 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot deelneming in het maatschappelijk kapitaal van de N.V. Bouwkas Noord-Nederlandsche Ge meenten. Zaterdag is ten gemeentehuize van Wijmbritseradeel het in opdracht van het gemeentebestuur vervaar digde borstbeeld van wijlen mr. S. M. van Haersma Buma, in leven burge meester dier gemeente, onthuld. Aan wezig waren daarby o.a. de waarne mend Commissaris der Koningin in deze provincie mr. A. W. Haan, de oud-commissaris mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe Slooten, de we duwe mevrouw van Haersma Buma van Heloma en kinderen, ouders en andere familieleden van win. burge meester van Haersma Buma, burge meesters van omliggende gemeenten, het Dagelijks Bestuur, raadsleden, oud-raadsleden, ambtenaren, politie corps der gemeente en tal van andere genodigden. Burgemeester Tjaberings sprak de gedachtenisrede uit. Hij zeide Nu wij hier voo.- enige ogenblikken samen zijn gekomen voor de plechtig heid der onthulling van een borst beeld van wijlen Mr. Sijbrand Marinus van Haersma Buma, in leven burge meester dezer gemeente, zij het mij alvorens tot de onthulling over te gaan vergund, als zijn opvolger een kort woord ter inleiding te mo gen spreken. Toen bij het dagelijks bestuur der gemeente het plan rijpte, om ter nagedachtenis van burge meester Buma een gedenkteken op te richten, werd aanstonds contact ge zocht met de Provinciale Commissie voor de oprichting van Oorlogsmonu menten. Met de dezerzijds geopperde gedachte, om het gedenkteken te ver vaardigen in de vorm van een borst beeld, werd door genoemde Commis sie van harte instemming betuigd. Dit borstbeeld, vervaardigd van een de tijd verdurend materiaal en ge plaatst in het gemeentehuis, waar burgemeester Van Haersma Buma dagelijks verkeerde, zou op het tref fendst de innige verhouding tussen hem en zyn gemeente tot uitdrukking brengen. Aan het plan kon ook de we duwe, Mevrouw van Haersma Bu mavan Heloma, desgevraagd, haar goedkeuring hechten. Het is mij een eer haar hier in ’t bijzonder te mo gen begroeten, als ook haar kinderen en verdere familieleden. Daarnaast geldt mijn begroetingswoord de waar nemend Commissaris der Koningin in deze provincie, wiens aanwezigheid als hoogste gezagsdrager in dit ge west zeer op prijs wordt gesteld, als ook de hooggeëerde oud-Commissaris der Koningin en verdere genodigden. Nadat de vorm van het gedenkteken zich had geconcretiseerd, werd in overeenstemming met het advies van de zojuist door mij genoemde Com missie contact opgenomen met de heer Willem Valk, beeldhouwer te Eelderwolde, wiens aanwezigheid bij deze plechtigheid ik eveneens bijzon der waardeer. Zijn scb~nping was het. die uitdrukking en vorm moest geven aan de dezerzijds gevoelde wens om de herinnering aan de buitengewone figuur van burgemeester Van Haer sma Buma voor altijd voor het nage slacht te bewaren. Op het besluit om de hiertoe nodige middelen uit de ge meentekas ter beschikking te stellen, werd zonder meer de hogere goedkeu- der eerste slachtoffers de bezetter in handen. De vijand had deze, hem van meet af weerstrevende geest, al ras onderkend, en aan banden gelegd, zonder enig spoor van concreet bewijs tegen hem te kunnen aanvoeren. Zijn warme Vaderlandsliefde, zijn grote gehechtheid aan het Huis van Oranje en inzonderheid zijn verknochtheid aan H. M. Koningin Wilhelmina, die hij zo hogelijk eerde, stuwden hem op de weg van het illegale verzet, toen dit in ons land nog slechts sporadisch komende was. Hoe kende hy, histo ricus als hij was, al de strophen van l. ons oude Wilhelmus en wist hij de diepe zin daarvan te ontvouwen en te plaatsen in het raam van deze tijd, lijke en ambtelijke kring, benevens Wie van hen, die het meemaakten, herinnert zich niet zijn magistrale rede voor de gecombineerde vergade ring van de A.R. en C.H. Kiesvereni gingen in November 1940 te Sneek gehouden, waarin hij het gebeuren van onze tijd behandelde in het licht van Gods Woord met als onderwerp: kant-burgemeester en dat, zo gezien, „Ben ik mijns broeders hoeder?” Hoe grondig en principieel verantwoord belichtte hij toen, wars van alle haat gevoelens, de persoonlijke verhouding tegenover de bezetter. Hooggestemd was zijn rede en menigeen verzuchtte: voor het niet verwerkelijken van zijn „Wie is tot deze dingen bekwaam?” Ook burgemeester Buma was zich deze hoge greep naar wat des Chris tens plicht is, bewust. Maar ander zijds wees hij ook op goede gronden elke samenwerking met de vijand met beslistheid af. En in de praktijk heeft hij daarvan ook metterdaad blijk ge geven. Van Haersma Buma was niet iemand, die om welke reden dan ook, een tactische knieval maakte voor de brute overweldiger. Geenszins; >>Gij „Hy knibbele allinnich foar God 1”, dat is: Hy knielde alleen voor God Dat was zijn levensdevies en in die grondtoon was heel zijn denken en handelen met name in de tijd, dat de bezetter hier binnenviel, gesteld. Die woorden zijn dan ook in het Fries, de eigen „Memmetael” zijner gemeente naren, gegrift in het gedenkteken, dat te zijner nagedachtenis thans ont- hul3 staat te worden. Zei ik te veel, toen ik hiervóór sprak van een bui tengewone figuur? Het zal ongetwij feld allen, die hier zijn en met name de weduwe en de familie een reden tot voldoening wezen, dat thans op onge zochte wijze door de aanwezigheid bij deze plechtige onthulling de gelegen heid zich voordoet om met betrekking tot de overleden magistraat, voorliefde voor het predikambt? Ik roep in dit verband in herinnering te rug hetgeen Mr. van Haersma Buma, toen hij als burgemeester van deze gemeente optrad in zijn intree-rede zeide„Welke moet de onderlinge ver houding zijn tussen de gezagsdrager en de ingezetene? Hoe moeten de in gezetenen staan tegenover de ge zagsdrager? Hoe deze laatste tegen over de ingezetenen? Jezus heeft eens I tot Zijne volgelingen gezegd: heet Mij Meester en Heer, en gij zegt wèl, want Ik ben het”. Wanneer heeft Hij deze duidelijke woorden gespro ken? Het antwoord luidt: „Als Hij dan hunne voeten gewassen had”. Na dat Hij aan Zijne volgelingen de nede rigste daad der dienstbaarheid had bewezen, bleek Zijn gezag onaantast baarder en groter dan ooit. In dit beeld zie ik de ideale gezagsverhou ding. De ingezetenen erkennen, zon der enig voorbehoud, de drager van het overheidsgezag. De gezagsdrager oefent zijn gezag uitsluitend en alleen uit in dienst der gemeenschap, die nende de ingezetenen. Hiertoe is no dig, om met Harer Majesteits per soonlijk woord van deze week te spre ken: „dat richtsnoer worde tussen personen en volken: eerlijkheid, ver trouwen en liefde”. Zo blijft dan ge loof: het oog naar boven, hoop: de blik vooruit en liefde: het dienen van de naaste. Deze drie. Maar de meeste van deze, in het persoonlijk en h;t gezinsleven, in kerk en school, maar ook in het maatschappelijke en het staatkundige leven is en blijft de Liefde”. Zie, geachte aanwezigen, hiermede is de figuur Van Haers a B ma getypeerd; een bijzondere fi guur voorwaar Uit hetgeen ik zeide zal u reeds zonder meer zijn duidelijk geworden, dat een principieel zo hecht gefundeerd man als burgemeester Buma van geen compromis wist, toen het er op aankwam, de Duitse overweldiger te weerstaan. Met zijn geesteshouding, welke van enige soe pelheid of tactische meegaandheid een afkeer had, soms misschien wel eens op het roekeloze af, moest hij wel in conflict komen met de bezettende overheid. Reeds spoedig viel hy als een ring verkregen. Ik gevoel het als een gemis, burgemeester Buma persoon lijk niet gekend te hebben, maar zij, L die in zijn naaste ambtelijke omgeving hebben verkeerd, konden mij geluk- kig wel zoveel over zijn persoon in- lichten, dat ik mij een vrij nauwkeu- i rig beeld heb kunnen vormen van i myn eminente voorganger, die zich, i in de zo korte tijd van zijn burge meesterschap dezer gemeente, zo be mind wist te maken. Populair in de beste zin van het woord. Want dat hij bemind was, is mij van alle zijden op ondubbelzinnige wijze gebleken. Van Haersma Buma was populair in de beste zin van het woord. En toch zocht hij die popula riteit nooit. Zij werd als vanzelf zijn deel, dank zij zijn gehele persoonlijk heid, welke respect afdwong. Zijn min zaam optreden, zijn begrijpende hou ding en medeleven, tact en geduld tegenover de ingezetenen en allen, die bij hem om raad kwamen, deden hem al spoedig na zijn optreden als burgemeester van Wijmbritseradeel, de harten zijner gemeentenaren win nen. Wat echter hen, die dagelijks het meest met hem in aanraking kwamen, altijd opnieuw trof, was de rust die van hem uitging. Diezelfde rust, voortspruitende uit vrome zin en een rotsvast geloof, was zijn dnvervreemd- baar bezit, ook toen hij op die tra gische Meidag van 1941 door de over weldiger gegrepen werd en een lange lijdensweg aanving, die helaas met zijn dood in een Duits concentratie kamp eindigde. Hoevelen hebben zich, ook in gevangenschap zijnde, aan die rustige geloofszekerheid kunnen ver kwikken en zijn er door opgebeurd Zijn verblijf, met name in de gevange nis te Scheveningen en in het kamp te Amersfoort, heeft daarvan, naar van vele zijden later is gebleken, een spre kend getuigenis afgelegd. Daarvan getuigt ook wat oud- burgemeester Verdijk van Eind hoven, die met hem daar verbleef, schreef in zijn brief, waarin hij berichtte tot zijn spijt verhinderd te zijn deze plechtigheid bij te wonen. „Zeer tot mijn spijt”, schrijft deze, „omdat de herinne ring aan win. de heer van Haer sma Buma door mij wordt gedra gen als die van een der beste va derlanders en een der gaafste mensen, die ik op myn levens gang mocht ontmoeten. Hij was voor mij in onze gemeenschappe lijke afzondering in Scheveningen als mens een stut en steun in de beproeving; als christen een voorbeeld van Godsvertrouwen en berusting. Wijmbritseradeel gaat hem eren door een piëteit volle daad. Terecht en spontaan. Een volk, dat zijn grote mannen eert, eert zich zelf en groot was win. de heer van Haersma Buma èn als vaderlander èn als mens èn als Christen. Ik zal, gezien mijn leeftijd, zijn borstbeeld wel niet meer aanschouwen Geen nood De herinnering aan de zeer voortreffelijke man ligt zo diep in mijn hart, dat ik hem nimmer zou kunnen vergeten”. dit laatste gebeuren zou, dreef hem ook thans naar de lounge terug, in plaats van de komst van Moresby in de hall af te wachten. Zijn angst was echter ongegrond. Het lichaam lag nog steeds zoals hij het verlaten had. Slechts de dokter, die op de politie wachtte, was nog aanwezig. Zoiets gerings als een zelfmoord was niet belangrijk genoeg om de directeur van het Piccadilly Palace langer van zijn werkzaamheden af te houden. Hij zou zelfs niet terugkomen, wanneer de politie arriveerde. Indien deze hem iets te vragen had, moest zij hem maar in zyn kantoor opzoeken. Mijn heer Jacquinot, de directeur, was een groot man en dat wist hij ook. Slechts twee andere feiten waren ge durende mynheer Chitterwick’s af wezigheid aan het licht gekomen: de oude dame behoorde niet tot de hotel gasten en evenmin was zij een regel matige bezoekster van de lounge. Mijnheer Chitterwick sprak nog even met de dokter en keek toen op zijn horloge. Het zou zeker nog tien minu ten duren voordat Moresby kon arri veren, maar mijnheer Chitterwick wenste niet de gewone politiemannen te ontmoeten, daar deze hem mis schien lastige vragen zouden kunnen stellen. Hij venontschuldigde zich dus bij de dokter en verdween. oc’ in de wijde kring zijner gemeente en daarbuiten, heeft nagelaten. Ik heb gezegd. Hierna begaf men zich naar de gang, waar naast de deur welke toe gang tot de raadszaal geeft het borstbeeld is geplaatst. Nadat burge meester Tjaberings de vlag had weggenomen en het gezelschap enige minuten stilte had in acht genomen, legden twee dochtertjes en de moeder van de gehuldigde bloemen aan het voetstuk van het beeld. Teruggekeerd in de raadszaal sprak de vader van de heer van Haersma Buma namens mevr, de wed. van Haersma Buma van Heloma en kinderen een woord van erkentelijkheid tot wnd. en oud- commissaris der Koningin voor hunne aanwezigheid en wel van zeer grote erkentelijkheid tot het gemeente bestuur dat in dit borstbeeld de na gedachtenis heeft geëerd van hem, wie een begrafenis niet werd toege staan. Herinnerend aan dat gedeelte van de rede van zijn zoon toen deze op 15 Oct. 1938 zijn burgemeesters ambt hier aanvaardde, waarin deze had betoogd, dat wie een benoeming van H. M. de Koningin aanvaardt, zijn taak zo nodig met inzet van zijn leven dient te vervullen, mogen wij zeggen, aldus spr., dat hij dat gedaan heeft ook. Spr. drukt de hoop uit dat het de gemeente Wymbritseradeel tot in lengte van dagen onder Gods zegen wel moge gaan. Hiermede was de plechtigheid af gelopen. Wat het borstbeeld aangaat, de buste is in brons, het voetstuk in Franse kalksteen uitgevoerd. Op dat voetstuk leest men: „Hy knibbele allinnich foar God”. „Mr. Sybrand Marinus Van Haersma - w*e „Buma, burgemeester van Wijmbrit- geen normale begrafenis beschoren is >>seradeel geb. 30-12-1903, overleden „1 het Duitse concentratiekamp in deze vorm een gemeenschappe- „Neuengamme op 11-12-1942”.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1947 | | pagina 1