Onthulling Borstbeeld
I
Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST
win. Mr. S. M. van Haersma Buma
„Moord onder getuige”
door
DINSDAG 20 MEI 1947
2e JAARGANG No. 88
■■i
i
Mens van vrome zin en rotsvast geloof
burgervader van hoge plichtsbetrachting
christen van de daad.
INGEZONDEN.
1
4
I
I
Ab.-prij« f2.50 per half jaa>
Franco per post
f3.75 per half jaar
hij in de beleving van het ambt van
burgemeester, of beter gezegd, van
burgervader, een meer geestelijk ac
cent wilde leggen, nauw aansluitend
bij en als ’t ware compensatie biedend
Geslaagd voor het diploma „vak
leraar in kappen” van de Stichting
„Kappersvakexamens” de heer D. H.
Hamersma, alhier.
Bureau voor Advertenties
Fa. DRIJFHOUT
GROOTZAND 55
fel. 3005
Verschijnt:
DINSDAGS en VRIJDAGS
„Dat is met de meesten van ons net
geval, mijnheer”, verzekerde Moresby
hem, „en hoe het ook zij, in dit geval
is het een geluk, want zodra U dacht,
dat hij U vergeten was, keek U op
nieuw naar hem”.
„Ja, ik ben bang, dat het zo is”,
moest mynheer Chitterwick tegen
wil en dank toegeven.
„En wat zag U toen?”
Mijnheer Chitterwick vertelde, dat de
twee klaarblijkelijk aan het twiscen
waren geweest en kwam toen aan de
episode van de hand boven het koffie
kopje. Hij deed dit eigenlijk tegen zijn
zin, want hij besefte, dat hij misscaien
van een mierenhoop een berg maakte;
maar hij wist, dat het zijn plicht was.
En met deze biecht schoof hij tegelijk
alle verantwoordelijkheid van zich af.
De vraag, of er inderdaad van een
mierenhoop, dan wel van een b?rg
sprake was, kon nu verder aan de po
litie worden overgelaten.
Moresby ondervroeg hem nauwkeurig
op dit punt. Beide mannen beseften,
dat hiervan het leven van een man
zou kunnen afhangen en vermeden
zorgvuldig voorbarige conclusies uit
het gebeurde te trekken. Ten slotte
vertelde mijnheer Chitterwick, hoe de
fout van de kellnerin, die hem aan de
telefoon had geroepen, een einde aan
zijn observaties had gemaakt.
AAN DE SNEKER JEUGD.
Men schrijft ons: Weten de jonge
lui in onze stad wel, dat er een Jeugd
vereniging is, die hun leiding wil ge
ven op het gebied der kleinveeteelt
enz.? Welnu, alle jonge mensen, die
konijnen en kippen houden, die dui
ven hebben, zangvogels en een aqua
rium er op na houden, kortom alle
jongelui die belangstelling hebben
voor alles wat met het natuurlc en in
verband staat, kunnen lid worden van
„Jong Leven”. Komt eens kennis ma
ken op de ledenvergadering op 23 Hei
a.s. in Aere Perennius. Jullie zijn van
harte welkom. Zie verder de adverten
tie in dit blad.
ANTHONY BERKELEY
F
Kantoor voor Abonnementen
Fa. KIE Z EB RINK Co.
KLEINZAND 7 - Tel. 2872
„Oh, dank U, ja, zo is het”, zei mijn
heer Chitterwick, „maar niet precies
een getuigenis. Het is iets, dat ik zag.
Tenminste, ik ben er niet geheel ze
ker van, dat ik werkelijk...”
„Ik ben in een kwartier bij U, mijn
heer”. Moresby maakte een bruusk
einde aan het opgewonden gepraat
van mijnheer Chitterwick. „Wacht U
bij de ingang op me. Het is niet nodig
iemand van mijn komst op de hoogte
te brengen”. Hij belde af.
Het is moeilijk te zeggen op welk
ogenblik na de dood van de rade
dame het beeld van de hand boven de
koffiekop vaag tot het brein van myn
heer Chitterwick was doorgedrongen.
Al wat gezegd kan worden is, dat,
kort voordat de directeur en de dok
ter verschenen, de veronderstelling bij
hem opgekomen was, dat er mis
schien meer achter zat dan zich zo
oppervlakkig liet aanzien en dat was
ook de reden geweest, waarom hij er
voor gezorgd had, dat het lichaam
niet werd aangeraakt. De vrees, dat
SNEEKER NIEUWSBLAD
Redacteuren L. KIEZEBRINK en C. SMIT Redactie-adresKLEINZAND 7 SNEEK
Moresby was precies op tijd. Mijnheer
Chitterwick ontving hem in de hall en
drukte hem de hand.
„Nu, mijnheer Chitterwick”,zei Mo
resby, „laat ons een rustig hoekje op
zoeken en vertelt U me dan eens al
les, wat U op het hart heeft”.
Mijnheer Chitterwick leidde hem naar
een enorme leeszaal, die naar een
opschrift zei slechts voor hotel
gasten bestemd was. Klaarblijkelijk
lazen de gasten van het Piccadilly
Palace niet veel, want de zaal was
leeg.
„Nu, mijnheer”, begon Moresby, ter
wijl hij zich neerzette om te luisteren,
„laat U mij nu de gehele geschiedenis
nog eens horen”.
„Denkt U niet... Ik heb er zorgvuldig
op gelet, dat het lichaam niet ver
plaatst werd”.
„In orde, mijnheer”, zei de hoofd
inspecteur wat ongeduldig, „uitste
kend. Maar wij kunnen dat alles aan
de inspecteur, die nu het onderzoek
leidt, overlaten. Ik wil graag Uw ver
klaring horen. Het was iets, dat U
zag, niet? Nu, vertel me de geschie
denis nog eens, in de juiste volgorde
dan”.
Opnieuw deed mynheer Chitterwick
zijn verhaal. Hij deed dit met terug
houding, want hij was niet slechts
een vriendelijk, maar ook een recht-
geweest, toch nog in deze bijeenkomst jn
en i
lijk eerbetoon aan zijn nagedachtenis
tot uiting te brengen. Nogeens, ik ben
slechts de spreekbuis van allen, die
het voorrecht hebben gehad, burge
meester Buma persoonlijk te kennen,
maar in de continuïteit van het ge
meenlijk bestuur acht ik het mij een
eer als burgemeester dezer gemeente
de tolk te mogen zyn van al die ge
voelens, waarvan het te onthullen
borstbeeld een blijvend getuigenis af
legt. Tk heb getracht, zonder in mens-
vergoding te willen verwallen, de fi
guur van mijn hooggeschatte voor
ganger U in grote trekken te tekenen.
Maar al te zeer ben ik mij bewust dit
slechts gebrekkig te hebben gedaan,
doch laat het gedenkteken in de gaaf
heid van het materiaal waaruit het is
vervaardigd, symbool zijn van de
gaafheid en duurzaamheid der gevoe
lens, welke èn gemeentebestuur èn in
gezetenen van Wijmbritseradeel wijlen
vaardig man en hij wenste de zaken
voor de roodharige man, die tenslotte
heel goed onschuldig zou kunnen zijn,
niet ongunstiger voor te stellen dan
ze waren.
Moresby echter ging op elk punt, dat
mijnh'eer Chitterwick aanroerde, na
der in. „U zei, dat het hem kwaad
maakte, dat U naar hem keek?”
„Wel, in zekere zin”, antwoordde
mijnheer Chitterwick, die zijn uiterste
best deed om volkomen eerlijk te blij
ven. „Ten minste, die indruk kreeg ik.
Maar ik had hem ook werkelijk strak
aangekeken en dus had hij het volste
recht verontwaardigd te zijn. In zijn
plaats zou ik ook zo gereageerd h.b-
ben. Ik geloof niet, dat U al te veel
aandacht aan zijn boosheid mag
schenken. Bovendien nam hij na korte
tijd in het geheel geen notitie meer
van mij”.
„Nadat hij meende, dat hij U vol
doende afgeschrikt had”, viel Mores
by hem in de rede.
„Dat is te zeggen”, zei mijnheer Chit
terwick, die zich weinig op zijn gemak
gevoelde, „tja, ik weet niet, of U het
wel eens opgemerkt hebt, maar in
dien er iets in myn omgeving is,
waarvan ik weet, dat ik er niet naar
kijken mag, dan schijnen mijn ogen er
automatisch door aangetrokken te
worden”.
burgemeester Van Haersma Buma
steeds toedroegen. Moge het levens-
devies op het borstbeeld aangebracht,
ook ons, die onder en na de bezetting
verder mochten leven en arbeiden, ten
allen tijde in al ons doen en laten voor
ogen staan en richting gevend zijn
voor onze daden. Moge verder de we
duwe en naaste familie van de be
minde magistraat, wiens buste ge
plaatst is op een plek, welke de inge
zetenen met hun velerlei zaken ten
gemeentehuize geregeld moeten pas
seren, troost putten uit de weten
schap, dat zijn ambtsvervulling hier,
hoe kort die ook geweest moge zijn,
onuitwisbare indrukken in de bestuur-
ALSNOG CONSUMENTEN-
CREDIET VOOR BIJZONDERE
GEVALLEN.
Het is gebleken, dat vele personen
geen consumentencrediet hebben aan
gevraagd toen de gelegenheid hiertoe
open stond. Achteraf zijn talloze ver
zoeken om een consumentencrediet in
gediend, welke echter niet meer in
behandeling konden worden genomen,
omdat de termijn hiervoor was ver
streken. Met het oog op het grote so
ciale belang, dat met het consume -
tencrediet wordt gediend, hebben de
ministers v4n financiën en van sociale
zaken besloten om indiening en be
handeling van aanvragen na de slui
tingsdatum voor bijzondere gevallen
goed te keuren.
Voordat tot verlening van consu-
n.entencrediet wordt overgegaan, zal
thans evenwel een nog nauwkeuriger
controle op de aanvraag plaats vin
den. Verlening van een consumenten
crediet zal slechts geschieden in die
gevallen, waarin naar het oordeel van
de districtsraad ernstige behoefte aan
het crediet bestaat. Het spreekt van
zelf, dat zij, wier aanvraag in het ver
leden reeds werd afgewezen, niet op
nieuw een aanvraag kunnen indienen.
Overigens zullen de thans te ver
lenen credieten uiteraard naar dezelf
de maatstaven worden toegekend, ter
wijl ook de afbetalingsregeling, welke
voor de reeds lopende credieten geldt,
toepassing zal moeten vinden.
De uitreiking dezer credieten zal in
Juli plaats vinden. Aangezien de reeds
verstreken afbetalingstermijnen niet
op deze credieten kunnen worden in
gehaald, is besloten om een evenredi
ge vermindering in de credietverstrek-
king toe te passen, zodat per vel
waardebonnen vijf der reeds geldig
verklaarde waardebonnen niet zullen
worden verstrekt.
In verband met het bovenstaande
zullen met ingang van 16 Mei 1947
door de districtsraden voor het con
sumentencrediet nieuwe aanvraagfor
mulieren worden verstrekt.
De verkoop van aanvraagformulie
ren wordt op 31 Mei 1947 beëindigd.
Van 19 Mei 1947 tot en met 7 Juni
1947 is er gelegenheid de ingevulde
formulieren, zo nodig met een door de
werkgever getekende werkgeversver-
klaring, bij de districtsraden voor het
consumentencrediet in te leveren.
De aandacht wordt er op gevestigd,
d”1 na 7 Juni 1947 onder geen enkele
voorwaarde aanvraagformulieren door
de districtsraden worden geaccep
teerd.
Nadat het verhaal uit was, bleef de
hoofd-inspecteur enige ogenblikken
lang in gedachten verzonken zitten.
Hij wreef met zijn hand langs zijn kin
en trok aan zijn lange snor. „Hm!
Veronderstel, dat de zaken de keer
nemen, die wij vrezen, mijnheer Chit
terwick. Beseft U dan, in welke posi
tie U komt te verkeren?”
„Maar al te goed”, zuchtte mynheer
Chitterwick.
„U zul dan in de situatie komen van
iemand, die de moord heeft zien ge
beuren. Daar U een criminoloog is,
behoef ik U niet te vertellen, hoe bui
tengewoon belangrijk dit is”.
„In een geval van vergiftiging”, mom
pelde mynheer Chitterwick, „zou ik
zeggen bijna uniek”.
„Zo is het. Een direct bewys Dat is
het, wat wy U moeten laten leveren,
mijnheer Chitterwick”.
„Ja”, antwoordde mijnheer Chitter
wick ongelukkig.
Moresby scheen al geheel zeker te zijn
van zyn zaak. „Wel, mynheer Chitter
wick, U zult ons bergen moeilijkheden
besparen. Ditmaal zullen wij niet voor
elk klein onderdeel bewijzen hoeven
aan te dragen. U stapt eenvoudig in
de getuigenbank en vertelt, dat U de
moord zag gebeuren. Dat is alles”.
Wordt vervolgd.
Zwak in zichzelven, sterkte hij zich
in de Heer zijn God. Burgemeester
Van Haersma Buma heeft zich doen
kennen als een waar burgervader met
een hoge plichtsbetrachting, een
vroom mens, bij wie het geen vertoon
was, dat op zyn bureau in zijn werk
kamer ten gemeentehuize de Bijbel
een vaste plaats had. Men gevoelde,
daar leefde hij uit, dat was het richt
snoer in zijn gehele denken en hande
len. Een Christen van de daad was
hij, strikt rechtvaardig en van hoge
levensopvatting, maar ook zich vol
komen bewust van eigen onwaardig
heid in het licht van diezelfde Bijbel.
De sterk geestelijke inslag van zijn
persoonlijkheid viel op bij ieder met
wie hij in nauwer contact kwam. Was
het wonder, dat Buma grote voor
liefde had voor het predikambt en dat
hij aanvankelijk daarvoor zou zijn op
geleid wanneer zijn stembanden zich
daartoe beter geleend hadden Be
hoeft het te verwonderen, dat
iemand hem eens betitelde als predi-
RAADSVERGADERING SNEEK.
Hedenavond 7.15 uur vergadert de
raad van Sneek opnieuw. Aan de
ord^ is:
1. Het voorstel van de heren G. L.
Dokkum en J. Blok (waarover in de
vergadering van 14 Mei 1947 d~ stem
men staakten) om de beslissing op
het voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot deelneming in het
maatschappelijk kapitaal van de N.V.
Bouwkas Noord-Nederlandsche Ge
meenten aan te houden.
Mocht het voorstel, genoemd onder
punt 1 niet worden aangenomen, dan
wordt aan de agenda toegevoegd als
punt 2. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot deelneming in het
maatschappelijk kapitaal van de N.V.
Bouwkas Noord-Nederlandsche Ge
meenten.
Zaterdag is ten gemeentehuize
van Wijmbritseradeel het in opdracht
van het gemeentebestuur vervaar
digde borstbeeld van wijlen mr. S. M.
van Haersma Buma, in leven burge
meester dier gemeente, onthuld. Aan
wezig waren daarby o.a. de waarne
mend Commissaris der Koningin
in deze provincie mr. A. W. Haan, de
oud-commissaris mr. P. A. V. baron
van Harinxma thoe Slooten, de we
duwe mevrouw van Haersma Buma
van Heloma en kinderen, ouders en
andere familieleden van win. burge
meester van Haersma Buma, burge
meesters van omliggende gemeenten,
het Dagelijks Bestuur, raadsleden,
oud-raadsleden, ambtenaren, politie
corps der gemeente en tal van andere
genodigden. Burgemeester Tjaberings
sprak de gedachtenisrede uit. Hij
zeide
Nu wij hier voo.- enige ogenblikken
samen zijn gekomen voor de plechtig
heid der onthulling van een borst
beeld van wijlen Mr. Sijbrand Marinus
van Haersma Buma, in leven burge
meester dezer gemeente, zij het mij
alvorens tot de onthulling over te
gaan vergund, als zijn opvolger
een kort woord ter inleiding te mo
gen spreken. Toen bij het dagelijks
bestuur der gemeente het plan rijpte,
om ter nagedachtenis van burge
meester Buma een gedenkteken op te
richten, werd aanstonds contact ge
zocht met de Provinciale Commissie
voor de oprichting van Oorlogsmonu
menten. Met de dezerzijds geopperde
gedachte, om het gedenkteken te ver
vaardigen in de vorm van een borst
beeld, werd door genoemde Commis
sie van harte instemming betuigd.
Dit borstbeeld, vervaardigd van een
de tijd verdurend materiaal en ge
plaatst in het gemeentehuis, waar
burgemeester Van Haersma Buma
dagelijks verkeerde, zou op het tref
fendst de innige verhouding tussen
hem en zyn gemeente tot uitdrukking
brengen. Aan het plan kon ook de we
duwe, Mevrouw van Haersma Bu
mavan Heloma, desgevraagd, haar
goedkeuring hechten. Het is mij een
eer haar hier in ’t bijzonder te mo
gen begroeten, als ook haar kinderen
en verdere familieleden. Daarnaast
geldt mijn begroetingswoord de waar
nemend Commissaris der Koningin
in deze provincie, wiens aanwezigheid
als hoogste gezagsdrager in dit ge
west zeer op prijs wordt gesteld, als
ook de hooggeëerde oud-Commissaris
der Koningin en verdere genodigden.
Nadat de vorm van het gedenkteken
zich had geconcretiseerd, werd in
overeenstemming met het advies van
de zojuist door mij genoemde Com
missie contact opgenomen met de
heer Willem Valk, beeldhouwer te
Eelderwolde, wiens aanwezigheid bij
deze plechtigheid ik eveneens bijzon
der waardeer. Zijn scb~nping was het.
die uitdrukking en vorm moest geven
aan de dezerzijds gevoelde wens om
de herinnering aan de buitengewone
figuur van burgemeester Van Haer
sma Buma voor altijd voor het nage
slacht te bewaren. Op het besluit om
de hiertoe nodige middelen uit de ge
meentekas ter beschikking te stellen,
werd zonder meer de hogere goedkeu-
der eerste slachtoffers de bezetter in
handen. De vijand had deze, hem van
meet af weerstrevende geest, al ras
onderkend, en aan banden gelegd,
zonder enig spoor van concreet bewijs
tegen hem te kunnen aanvoeren. Zijn
warme Vaderlandsliefde, zijn grote
gehechtheid aan het Huis van Oranje
en inzonderheid zijn verknochtheid
aan H. M. Koningin Wilhelmina, die
hij zo hogelijk eerde, stuwden hem op
de weg van het illegale verzet, toen
dit in ons land nog slechts sporadisch
komende was. Hoe kende hy, histo
ricus als hij was, al de strophen van
l. ons oude Wilhelmus en wist hij de
diepe zin daarvan te ontvouwen en te
plaatsen in het raam van deze tijd, lijke en ambtelijke kring, benevens
Wie van hen, die het meemaakten,
herinnert zich niet zijn magistrale
rede voor de gecombineerde vergade
ring van de A.R. en C.H. Kiesvereni
gingen in November 1940 te Sneek
gehouden, waarin hij het gebeuren
van onze tijd behandelde in het licht
van Gods Woord met als onderwerp:
kant-burgemeester en dat, zo gezien, „Ben ik mijns broeders hoeder?” Hoe
grondig en principieel verantwoord
belichtte hij toen, wars van alle haat
gevoelens, de persoonlijke verhouding
tegenover de bezetter. Hooggestemd
was zijn rede en menigeen verzuchtte:
voor het niet verwerkelijken van zijn „Wie is tot deze dingen bekwaam?”
Ook burgemeester Buma was zich
deze hoge greep naar wat des Chris
tens plicht is, bewust. Maar ander
zijds wees hij ook op goede gronden
elke samenwerking met de vijand met
beslistheid af. En in de praktijk heeft
hij daarvan ook metterdaad blijk ge
geven. Van Haersma Buma was niet
iemand, die om welke reden dan ook,
een tactische knieval maakte voor de
brute overweldiger. Geenszins;
>>Gij „Hy knibbele allinnich foar God 1”,
dat is: Hy knielde alleen voor God
Dat was zijn levensdevies en in die
grondtoon was heel zijn denken en
handelen met name in de tijd, dat de
bezetter hier binnenviel, gesteld. Die
woorden zijn dan ook in het Fries, de
eigen „Memmetael” zijner gemeente
naren, gegrift in het gedenkteken,
dat te zijner nagedachtenis thans ont-
hul3 staat te worden. Zei ik te veel,
toen ik hiervóór sprak van een bui
tengewone figuur? Het zal ongetwij
feld allen, die hier zijn en met name
de weduwe en de familie een reden tot
voldoening wezen, dat thans op onge
zochte wijze door de aanwezigheid bij
deze plechtige onthulling de gelegen
heid zich voordoet om met betrekking
tot de overleden magistraat,
voorliefde voor het predikambt? Ik
roep in dit verband in herinnering te
rug hetgeen Mr. van Haersma Buma,
toen hij als burgemeester van deze
gemeente optrad in zijn intree-rede
zeide„Welke moet de onderlinge ver
houding zijn tussen de gezagsdrager
en de ingezetene? Hoe moeten de in
gezetenen staan tegenover de ge
zagsdrager? Hoe deze laatste tegen
over de ingezetenen? Jezus heeft eens
I tot Zijne volgelingen gezegd:
heet Mij Meester en Heer, en gij zegt
wèl, want Ik ben het”. Wanneer heeft
Hij deze duidelijke woorden gespro
ken? Het antwoord luidt: „Als Hij
dan hunne voeten gewassen had”. Na
dat Hij aan Zijne volgelingen de nede
rigste daad der dienstbaarheid had
bewezen, bleek Zijn gezag onaantast
baarder en groter dan ooit. In dit
beeld zie ik de ideale gezagsverhou
ding. De ingezetenen erkennen, zon
der enig voorbehoud, de drager van
het overheidsgezag. De gezagsdrager
oefent zijn gezag uitsluitend en alleen
uit in dienst der gemeenschap, die
nende de ingezetenen. Hiertoe is no
dig, om met Harer Majesteits per
soonlijk woord van deze week te spre
ken: „dat richtsnoer worde tussen
personen en volken: eerlijkheid, ver
trouwen en liefde”. Zo blijft dan ge
loof: het oog naar boven, hoop: de
blik vooruit en liefde: het dienen van
de naaste. Deze drie. Maar de meeste
van deze, in het persoonlijk en h;t
gezinsleven, in kerk en school, maar
ook in het maatschappelijke en het
staatkundige leven is en blijft de
Liefde”. Zie, geachte aanwezigen,
hiermede is de figuur Van Haers a
B ma getypeerd; een bijzondere fi
guur voorwaar Uit hetgeen ik zeide
zal u reeds zonder meer zijn duidelijk
geworden, dat een principieel zo hecht
gefundeerd man als
burgemeester Buma van
geen compromis wist,
toen het er op aankwam, de Duitse
overweldiger te weerstaan. Met zijn
geesteshouding, welke van enige soe
pelheid of tactische meegaandheid een
afkeer had, soms misschien wel eens
op het roekeloze af, moest hij wel in
conflict komen met de bezettende
overheid. Reeds spoedig viel hy als een
ring verkregen. Ik gevoel het als een
gemis, burgemeester Buma persoon
lijk niet gekend te hebben, maar zij,
L die in zijn naaste ambtelijke omgeving
hebben verkeerd, konden mij geluk-
kig wel zoveel over zijn persoon in-
lichten, dat ik mij een vrij nauwkeu-
i rig beeld heb kunnen vormen van
i myn eminente voorganger, die zich,
i in de zo korte tijd van zijn burge
meesterschap dezer gemeente, zo be
mind wist te maken.
Populair in de beste zin
van het woord.
Want dat hij bemind was, is mij van
alle zijden op ondubbelzinnige wijze
gebleken. Van Haersma Buma was
populair in de beste zin van het
woord. En toch zocht hij die popula
riteit nooit. Zij werd als vanzelf zijn
deel, dank zij zijn gehele persoonlijk
heid, welke respect afdwong. Zijn min
zaam optreden, zijn begrijpende hou
ding en medeleven, tact en geduld
tegenover de ingezetenen en allen,
die bij hem om raad kwamen, deden
hem al spoedig na zijn optreden als
burgemeester van Wijmbritseradeel,
de harten zijner gemeentenaren win
nen. Wat echter hen, die dagelijks het
meest met hem in aanraking kwamen,
altijd opnieuw trof, was de rust die
van hem uitging. Diezelfde rust,
voortspruitende uit vrome zin en een
rotsvast geloof, was zijn dnvervreemd-
baar bezit, ook toen hij op die tra
gische Meidag van 1941 door de over
weldiger gegrepen werd en een lange
lijdensweg aanving, die helaas met
zijn dood in een Duits concentratie
kamp eindigde. Hoevelen hebben zich,
ook in gevangenschap zijnde, aan die
rustige geloofszekerheid kunnen ver
kwikken en zijn er door opgebeurd
Zijn verblijf, met name in de gevange
nis te Scheveningen en in het kamp te
Amersfoort, heeft daarvan, naar van
vele zijden later is gebleken, een spre
kend getuigenis afgelegd.
Daarvan getuigt ook wat oud-
burgemeester Verdijk van Eind
hoven, die met hem daar verbleef,
schreef in zijn brief, waarin hij
berichtte tot zijn spijt verhinderd
te zijn deze plechtigheid bij te
wonen. „Zeer tot mijn spijt”,
schrijft deze, „omdat de herinne
ring aan win. de heer van Haer
sma Buma door mij wordt gedra
gen als die van een der beste va
derlanders en een der gaafste
mensen, die ik op myn levens
gang mocht ontmoeten. Hij was
voor mij in onze gemeenschappe
lijke afzondering in Scheveningen
als mens een stut en steun in de
beproeving; als christen een
voorbeeld van Godsvertrouwen
en berusting. Wijmbritseradeel
gaat hem eren door een piëteit
volle daad. Terecht en spontaan.
Een volk, dat zijn grote mannen
eert, eert zich zelf en groot was
win. de heer van Haersma Buma
èn als vaderlander èn als mens
èn als Christen. Ik zal, gezien
mijn leeftijd, zijn borstbeeld wel
niet meer aanschouwen Geen
nood De herinnering aan de
zeer voortreffelijke man ligt zo
diep in mijn hart, dat ik hem
nimmer zou kunnen vergeten”.
dit laatste gebeuren zou, dreef hem
ook thans naar de lounge terug, in
plaats van de komst van Moresby in
de hall af te wachten. Zijn angst was
echter ongegrond. Het lichaam lag
nog steeds zoals hij het verlaten had.
Slechts de dokter, die op de politie
wachtte, was nog aanwezig. Zoiets
gerings als een zelfmoord was niet
belangrijk genoeg om de directeur
van het Piccadilly Palace langer van
zijn werkzaamheden af te houden. Hij
zou zelfs niet terugkomen, wanneer
de politie arriveerde. Indien deze hem
iets te vragen had, moest zij hem
maar in zyn kantoor opzoeken. Mijn
heer Jacquinot, de directeur, was
een groot man en dat wist hij ook.
Slechts twee andere feiten waren ge
durende mynheer Chitterwick’s af
wezigheid aan het licht gekomen: de
oude dame behoorde niet tot de hotel
gasten en evenmin was zij een regel
matige bezoekster van de lounge.
Mijnheer Chitterwick sprak nog even
met de dokter en keek toen op zijn
horloge. Het zou zeker nog tien minu
ten duren voordat Moresby kon arri
veren, maar mijnheer Chitterwick
wenste niet de gewone politiemannen
te ontmoeten, daar deze hem mis
schien lastige vragen zouden kunnen
stellen. Hij venontschuldigde zich dus
bij de dokter en verdween.
oc’ in de wijde kring zijner gemeente
en daarbuiten, heeft nagelaten.
Ik heb gezegd.
Hierna begaf men zich naar de
gang, waar naast de deur welke toe
gang tot de raadszaal geeft het
borstbeeld is geplaatst. Nadat burge
meester Tjaberings de vlag had
weggenomen en het gezelschap enige
minuten stilte had in acht genomen,
legden twee dochtertjes en de moeder
van de gehuldigde bloemen aan het
voetstuk van het beeld. Teruggekeerd
in de raadszaal sprak de vader van de
heer van Haersma Buma namens
mevr, de wed. van Haersma Buma
van Heloma en kinderen een woord
van erkentelijkheid tot wnd. en oud-
commissaris der Koningin voor hunne
aanwezigheid en wel van zeer grote
erkentelijkheid tot het gemeente
bestuur dat in dit borstbeeld de na
gedachtenis heeft geëerd van hem,
wie een begrafenis niet werd toege
staan. Herinnerend aan dat gedeelte
van de rede van zijn zoon toen deze
op 15 Oct. 1938 zijn burgemeesters
ambt hier aanvaardde, waarin deze
had betoogd, dat wie een benoeming
van H. M. de Koningin aanvaardt, zijn
taak zo nodig met inzet van zijn leven
dient te vervullen, mogen wij zeggen,
aldus spr., dat hij dat gedaan heeft
ook. Spr. drukt de hoop uit dat het de
gemeente Wymbritseradeel tot in
lengte van dagen onder Gods zegen
wel moge gaan.
Hiermede was de plechtigheid af
gelopen.
Wat het borstbeeld aangaat, de
buste is in brons, het voetstuk in
Franse kalksteen uitgevoerd. Op dat
voetstuk leest men:
„Hy knibbele allinnich foar God”.
„Mr. Sybrand Marinus Van Haersma
- w*e „Buma, burgemeester van Wijmbrit-
geen normale begrafenis beschoren is >>seradeel geb. 30-12-1903, overleden
„1 het Duitse concentratiekamp
in deze vorm een gemeenschappe- „Neuengamme op 11-12-1942”.