Nederland-Indonesië. WAT ZAL DE TOEKOMST de. Hasten. Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST Wl „Moord onder getuige” door 'il 2e JAARGANG No. 63 DINSDAG 19 AUGUSTUS 1947 FEUILLETON - _“j go begon hjj, sprekend als een -- meH H. HALBERTSMA. Maar dat was nu juist iets, dat mjjn- ANTHONY BERKELEY se t i ra en Sumatra. meestal niet bijzonder 29 HOOFDSTUK XIH. Een toonbeeld van volmaaktheid. BMH I Ab.-prijs f2.50 per heli jaar Franco per port f3.75 per half jaar Ings op plechtige toon toe. „Waarom zou ik het ontkennen? Ik bezocht die verdorven stad om een conferentie bij te wonen, die bijeen was geroepen door onze stichter, dr. Ezra Driggling- ton, wiens naam U ongetwijfeld kent. Maar kom binnen, broeder, indien U mij wenst te spreken, kom binnen”. „Neen, dank U”, zei mijnheer Chit- terwick haastig, „dat is werkelijk niet nodig. Ik kwam alleen maar om... om... U heeft toch een fonds?” „Verschillende, broeder”, verzekerde mijnheer Ings hem. „Juist. Nu ik wenste U voor Uw fonds ...voor een van Uw fondsen dit te ge ven”. En, na een bankbiljet in de hand van de verraste mijnheer Ings te hebben gedrukt, haastte mijnheer Chitterwick zich zo spoedig mogelijk naar Londen terug. In de trein zette hij zich in een hoekje en dacht diep na. r s Bureau voor Advertentiei Fa. DRIJFHOUT GROOTZAND 55 fel. 3005 VERVALSING VAN SPAARBANKBOEKJES. Wegens het vervalsen van spaar- bankboekjes is een Hillegomse huis vrouw gearresteerd. Zij heeft de rijks- i postspaarbank voor 5000 gulden op gelicht. Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAG S vlin- 'ggen, nieu- t. Dit gelijk de is, inver- rerza- emie- -indi- kun- ït de D.T.- ustus i van issen 1 niet •men. aden eisen jnde, ge- ilan- men, >eda- r de oen- ;eem ;ken en ;aan t te rerk ver- Kantoor voor Abonnementen! Fa. KIEZEBRINK Ce. KLEINZAND 7 - Tel. 2872 e- ,n le 1- f- f- k i in s t- nse Zin- bes Het ter- 1 is ets ijn- de ren tot iad ng De- el- ?e- te- ductievermogen en een toenemende bestaansmogelijkheid in de industrie. Het zal echter duidelijk zijn, dat hier voor grote kapitalen nodig zjjn. Ten eerste is er geld nodig voor verbete ring en vernieuwing van de landbouw, doch daarenboven voor de stichting van industrieën. Kapitaal is het ech ter, waaraan het op het ogenblik in vrjjwel alle landen ontbreekt en dat is geen wonder, omdat de oorlog in feite niets anders is dan een kapitaalver nietiging op ongehoorde schaal. Wel ke gevolgen heeft dit nu voor onze eigen landbouw? In de eerste plaats lijdt West-Europa in het bijzonder on der de gevolgen van deze vernietiging van kapitaal; daardoor is het buiten gewoon moeilijk de industrie op zijn productiepeil terug te brengen en blij ven grote gedeelten van de Europese bevolking in koopkracht ver achter bij de toestanden van voorheen, ter wijl op deze oude toestand onze land bouw was gericht. Min of meer wor den wij dus economisch teruggedrukt naar de toestanden van de zo even genoemde achterlijke landen. Hieraan is slechts te ontkomen wanneer hetzij door eigen besparingen, hetzij door buitenlandse credieten de industrie weer tot bloei gebracht wordt, waar door het afzetgebied voor de land bouw zich kan herstellen. Naar onze mening zullen wij voorlopig onze han den zo vol hebben met deze noodzake lijke verbetering in ons eigen ge deelte van de wereld, dat het voors hands vrijwel uitgesloten is grote ka pitalen te steken in die andere lan den. Onze conclusie luidt daarom, dat de toekomst van landbouw en in dustrie onverbrekelijk met elkander zijn verbonden. Wie hetzij het een. hetzij het ander in de eerste plaats ziet, is bij voorbaat veroordeeld tot een onvruchtbare eenzijdigheid. DE EXPORT VAN EIEREN. In een dezer dagen gehouden ver gadering van de Nederlandse Pluim- veefederatie heeft ir. J. G. Tukker, inspecteur van de landbouw, belang wekkende gegevens bekend gemaakt over de uitvoer van eieren. Verleden jaar. toen voor het eerst na de oorlog een begin werd gemaakt met de ex port, werden 10 millioen eieren naar het buitenland verkocht. Dit jaar zal de export heel wat omvangrijker zijn. Tot en met 31 Juli waren reeds 90 millioen eieren over de grens gegaan. Onze grootste afnemers waren tot op dat ogenblik Italië met 27 millioen, België met 16 millioen. Zwitserland met 15 IA millioen, Spanje met 15 mil- lioen en Engeland, dat pas in het be gin van Juli begon te importeren, met KONINGIN BIEDT HERTEN AAN. Het gemeentebestuur van Groede heeft bericht ontvangen, dat H. M. de Koningin drie jonge herten aan de gemeente heeft aangeboden voor een hertenkamp, dat in de duinen van Groede zal worden aangelegd. De Ne derlandse Ambassade te Brussel heeft twee herten beloofd, de gemeente Steenwijk eveneens twee en de ge meente Dordrecht een. EXTRA TEXTIEL VOOR „AFZWAAIERS”. Naar wij vernemen, komen dienst plichtigen beneden de rang van adju- dant-onderofficier, of wel vaandrig of kornet, voor zover zij ten minste zes maanden werkelijke dienst hebben verricht, bij groot-verlof in aanmer king voor een extia textiel-toewijzing. AANSLAG OP BRITSE TROEPENTREIN. Door het ontploffen van een bom, welke vlak bij ae spoorlijn gelegd was in de buurt van Mallnitz bij de Grosz Glockner (Oostenrijk) is een trein met Britse verlofgangers ontspoord. Verscheidene Britse soidaten liepen hierbij verwondingen op. Men ver moedt, dat Joodse verzetslieden voor deze bomaanslag verantwoordelijk zijn. Reeds maanden geleden zjjn van die zijde dreigbrieven aan het adres van de bezettingstroepen ontvangen. sche jongeman te toetsen? Wellicht zou Mouse onder de indruk van zjjn theorie geraken, maar indien hij dan om feiten zou vragenMijnheer Chitterwick beschikte practisch niet over feiten en daarom zocht hij er het grootste deel van deze drie dagen koortsachtig naar. Hij won overal in lichtingen in en verveelde een niet on aanzienlijk aantal mensen met vra gen, waarvan hun de bedoeling ont ging. Alles echter vruchteloos. Slechts een negatief feit liet zich vaststellen: de serveerster, die hem aan de tele foon had geroepen, was in geen vel den of wegen te ontdekken. Ten slotte waren het Judith en Mouse zelf, die het probleem voor hem oplosten door op de morgen van de vierde dag in Chiswick te verschij nen. Zodra mijnheer Chitterwick hen zag, wist hij wat hij te doen had: hun alles omtrent zijn nieuwe theorie, hoe de misdaad zich had afgespeeld, te vertellen, zonder echter zijn opinie kenbaar te maken, dat hij de persoon, die voor de moord aansprakeljjk was, waarschijnlijk ontdekt had. Hoe een voudig! Na de lunch nodigde hij zijn gasten daarom uit, hem naar de studeerka mer van zijn tante te volgen. Daar bood hij Judith en Mouse een stoel aan, ging zelf achter het bureau van zijn tante zitten, sloeg zjjn benen over elkaar en schraapte zijn keel. „Mijn problemen van de afgelopen da- BUCHENWALD. Ter dood veroordeeld zijn 22 van de 31 leden van het personeel van het kamp Buchenwald, die voor het Ame rikaanse gerechtshof te Dachau te recht hebben gestaan. Vijf leden wer den tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld, onder wie Ilsa Koch, de weduwe van de kampcommandant, prins Josias von Waldeck, een voor malig S.S.-generaal en Edwin Katze- nellenbogen, een Joodse dokter. verheugde over zijn uitstapje, want Ashton-under-Lyne bleek een weinig aantrekkelijk industriestadje te zijn. Een taxi bracht hem naar Southow- ram Villas, een somber laantje met quasi-deftige huizen. Op nummer 47 belde hij aan en kreeg te horen, dat mijnheer Ings niet thuis was. Waar hij was? Waarschijnlijk in het missie- gebouw. Waar het missiegebouw lag? Eerst linksaf, dan rechtsaf, vervol- kens nog eens linksaf en dan stonjl hij er recht tegenover. Mijnheer Chitterwick volgde de hem gegeven raad op en stond na enige minuten voor een weinig imposant ge bouw, voorzien van een bord, waarop te lezen stond, dat James Hall Ings de volgende Zondag zou preken over het onderwerp: „Boetvaardigheid of ver doemenis”. Een klop op de verveloze deur bracht mijnheer Ings op de drempel. Hij was een lange man, met een bijna kaal hoofd en een niet bijster goed ver zorgde baard. Over eer stalen bril keek hij mijnheer Chitterwick nieuws gierig aan. „Bent u mijnheer James Hall Ings?” vroeg mijnheer Chitterwick. ,.,Dat ben ik, broeder”, antwoordde de man. „Ik eh had gehoopt U enige tijd geleden in Londen te treffen, in het Piccadilly Hotel”, zei mijnheer Chit terwick, geheel bezijden de waarheid. „U was daar toch?” BRANDSTOFFEN VOOR CENTRALE VERWARMING IN WONINGEN. Voor woningen, waar wel een cen trale verwarming, doch geen schoor steenaanleg aanwezig is, kan een toe slag vaste brandstof of huisbrandolie worden verstrekt. Het daartoe nodige formulier dient bij het betrokken toewijzingskantoor van het rijkskolenbureau te worden aangevraagd en voor 1 Sept. a.s. te zijn ingezonden. Voor woningen met centrale ver- iwarming door olie in welke wel een schoorsteenaansluiting aanwezig is, zal uitsluitend olie kunnen worden toegewezen, indien de installatie reeds op 1 October 1946 bedrijfsklaar was. Zo men van deze gelegenheid gebruik wenst te maken, dient men de distri- butiedienst te verzoeken om een ver klaring, dat geen brandstoffenkaart is uitgereikt. Op deze verklaring ver strekt het rijksbureau voor aardolie producten in Den Haag een vergun ning voor het betrekken van zeshon derd liter huisbrandolie. 12 millioen stuks. Bovendien liggen er nog ongeveer 60 millioen eieren in de koelhuizen opgeslagen, die volgens ir. Tukker ook wel grotendeels voor de export bestemd zullen worden. Dat onze export van eieren al met al de voor-oorlogse positie nog op geen stukken na bereikt heeft, blijkt hier uit, dat in 1939 (het topjaar) 1377 millioen eieren of gemiddeld meer dan 4 millioen per werkdag, werden uit gevoerd. NOODVOORZIENING GEMEENTEN. De commissie-Oud heeft een nood voorziening ontworpen om de gemeen ten weer naar groter zelfstandigheid inzake de financiële verhouding tot het rijk terug te leiden. Deze voor ziening zal voor 1948, ’49 en ’50 gel den, terwijl in die tijd een definitiefI rapport zal worden voorbereid. land nog zo kort na het ontvangen van een nog veel groter crediet vol komen vastlopen door de snelle uit putting en het waarschijnlijk niet vol doend productieve gebruik van de daarmee ter beschikking gekomen dollars. Als een land, dat zoveel min der van de oorlog heeft geleden dan wij en dat in zijn wereldrijk econo misch zoveel sterker staat dan Neder land, zo weinig aanwijsbaar nut van het crediet heeft gehad, welke waarde heeft een dergelijke lening dan voor ons land? Een schip op ’t strand, een baken in zee! Het gevaar is, dat het economisch leven zich een tijdlang instelt op de zak met dollars, waaruit we mogen putten. Maar als de bodem van die zak te zien komt, is het plotseling met die schijnbare weelde gedaan en moeten we onvermijdelijk tot het uit- gavenpeil van onze eigen armoede te rugvallen. Dat is wat thans in Enge land gebeurt en dat is wat in ons land vermeden moet worden. Het is daarom zo goed, dat na drukkelijk bepaald is, dat dit geld uit sluitend aangewend mag worden voor herstel van de Nederlandse producti viteit, d.w.z. dat er machines en grondstoffen voor moeten worden ge kocht. Hierin moet het zwaartepunt gezocht worden. Het geld krijgt alleen zijn volle nuttigheid als het uitgege ven wordt voor zaken, die middelen zijn om met eigen arbeid nieuwe waarden te scheppen. Als dat conse quent wordt gedaan zullen wij er be ter van worden en niet slechter, zoals in Engeland. Wij moeten in dit op zicht geheel vertrouwen op het eco nomisch beleid der regering en hopen, dat zij, geleerd door de lessen der laatste jaren, de juiste middenweg zal weten te vinden tussen de centrale lei ding van de grote nationale belangen en de vrije armslag, die ieder bedrijf nodig heeft om zich te ontplooien. Dan zullen deze dollars dienstbaar worden aan de da^d. Aan de verlossende daad die ons helpt weg te komen uit de na werking van de oorlogsellende. De volgende drie dagen bleef mijnheer Chitterwick in Londen, geplaagd door de belofe, afgelegd tegenover Mouse, dat hij hem zo spoedig mogelijk naar Dorsetshire zou volgen, indien hij iets belangrijks had ontdekt. Persoonlijk was hij van mening, dat hjj dit inder daad gedaan had, maar hjj beschikte niet over voldoende bewijzen. Be hoorde hij nu naar Mouse te gaan en zü» üeqën aan dis ygfi degg scepti- lgen’\ -«on ungezien. wat overeenkomt me OPNIEUW BONNEN VOOR FIETSBANDEN. Van 16 Aug. t.e.m. 30 Sept, is op de bonnen C 27 en C 28 van de inschrjj- vmgsbewijzen, voor vervanging van fietsbanden b i 607 respectievelijk b i 608 een toerbuitenband verkrijgbaar. Voor het kopen van een binnenband is gedurende dit tijdvak geldig bon D 39 van het inschrijvingsbewijs b i 606. De banden kunnen rechtstreeks op de bovengenoemde bonnen betrokken worden. Inwisseling tegen een ban denbon bij de distributiedienst is niet nodig. Dit waren de feiten. Door een voor zichtige ondervraging was mijnheer Chitterwick in staat er nog enige din gen aan toe te voegen. De aanwezigheid van het likeurglas was haar eigenlijk opgevallen toen zij aan het buffet haar bestellingen op gaf zij had toen beseft, dat het eigen aardig was, omdat er bij haar geen likeur besteld was. Het was natuur- lijk mogelijk, dat een collega een be stelling in haar wjjk had aangenomen, maar toen zij hier naar informeerde, bleek dit niet het geval te zijn. Dit stjjfde haar in haar overtuiging, dat zij een en ander gedroomd had. Mijnheer Chitterwick probeerde zijn opwinding zo goed mogelijk te verber gen en daar hij van deze getuige niets meer verwachtte, vroeg hij haar, of het mogelijk was het meisje, dat hem aan de telefoon geroepen had, te spreken. „Natuurlijk”, was het antwoord, „maar wie is het eigenljjk? Kunt U haar beschrijven, mijnheer Chitter wick?” RUWE DIAMANT GESTOLEN. Voor een half millioen gulden aan ruwe diamant is gestolen uit een post zak op het K.L.M.traject Amsterdam Karachi. De zending kwam uit Praag. mr. van Kleffens nog de nadruk. le. Indien bij hervatting van de dis cussies de Indonesische federatie in debat wordt gebracht moeten de an dere deelstaten der federatie worden uitgenodigd aan deze besprekingen deel te nemen. 2e. De Nederlandse regering acht het onvoldoende, dat de republikeinse regering verklaart, dat het bevel „staakt het vuren” is gegeven; dit be vel moet ook worden uitgevoerd. En de ondermijnende actie van de repu bliek moet worden gestaakt. Er is daarna nog gepraat hoe de raad moest uitmaken of hij bevoegd was. De voorzitter meende dat dit moest gebeuren doordat er een voor stel zou komen om de zaak van de agenda af te voeren. Maar daar trap ten de voorstanders van een faire behandeling van Nederland niet in. Want volgens het Handvest zou zo’n voorstel 7 stemmen voor moeten ver werven, waaronder alle van de grote vijf; immers als een van de laatsten tegenstemde en reken maar dat Rusland het zou doen zou deze het veto kunnen uitspreken, waardoor dus de, stem van één der grote staten voldoende zou zijn om de raad be voegd te verklaren zich met de zaak te bemoeien. Hoe de raad zich uit dit juridisch moeras zal werken is zijn zaak. Vrijdag wist hij niet beter te doen dan het debat tot a.s. Donder dag te verdagen! En dat in een zaak waarin snel moet gehandeld omdat de spanning een hoogtepunt heeft bereikt. Zowel die tussen Nederland en de republiek, welke zich kenmerkt door allerlei in cidenten, als in ons eigen land waar belangrijke groepen en figuren nu reeds het recht in eigen hand willen nemen en onze troepen geheel Java willen doen bezetten. Ten slotte dient nog gemeld dat de republiek het Amerikaanse aanbod van goede diensten nog eens heeft verworpen, door te eisen dat deze goede diensten zouden bestaan in het steunen van het Australische voor stel, dat een internationale commissie onder de bevoegdheid van de Veilig heidsraad zou arbitreren. DOLLARS EN DADEN. Niet zonder nationale voldoening, maar toch met gematigd enthousias me begroeten wij het crediet, dat de Internationale Herstelbank ons land waardig gekeurd heeft. Het getuig schrift, dat de toekenning vergezelt, is een bevordering „summa cum lau- de” tot de credietwaardigheid en zo iets streelt ons gevoel van eigen waarde. Er is inderdaad in Nederland veel en goed werk gedaan en de wijze, waarop in ons land de gevolgen van de oorlog worden uitgewist, geeft steun aan ons vaste v rtrouwen in de gezonde kracht en de levenswil van ons volk. Talrijk zijn de buitenlanders geweest, die zich van dit werk bin nen onze grenzen op de hoogte zijn komen stellen en ieder van hen ging naar huis terug met de overtuiging, dat Nederland er weer snel bovenop zal komen. Dit alles vindt nu zijn er kenning in het verlenen van een groot de huidige situatie op Java en Madoe- werk-crediet. Desondanks gematigd enthousias- Op twee bijzondere punten legde me. In de eerste plaats zien wij Enge- heer Chitterwick niet kon. Voor de eerste maal besefte hij, dat men een dienstertje nauwkeurig opneemt. Hij had geen idee, hoe zij er uitzag. Het enige, wat hij zich herinnerde, was, dat zij nogal lang en slank was en waarschijnlijk donker haar had. Het meisje ver dween oir bij haar collega’s navraag te doen, maar kwam onverrichter zake terug. Mijnheer Chitterwick, die een tijd lang bij het buffet alle meisjes gadesloeg, had evenmin succes. Ten slotte nam hij afscheid van de ser veerster, na haar eerst een bankbiljet van een pond in de hand te hebben gestopt en van haar de belofte te heb ben verkregen, dat zij op verdere in formatie zou uitgaan bij de meisjes die op dat ogenblik vrij van dienst waren of sinds de tragische dag el ders in betrekking waren gegaan. Toen hij langzaam naar de uitgang liep, bedacht mijnheer Chitterwick, dat hij het meisje niet een maar twee maal gezien had, eerst in de lounge en later in de vestibule, en bij geen van beide gelegenheden had hij haar goed aangekeken. Plotseling bleef hij staan, terwijl het bleed hem naar de wangen steeg. „Wel verdraaid!” hijgde mijnheer Chitterwick. De gedachte, die hem te binnen ge schoten was, scheen hem zo onwaar- schqnlijk, ja zelfs onbestaanbaar toe. Maar toch...— „Welk nummer was het ook weer?”. mompelde m’jnheer Chitterwick ijve rig nadenkend, „ik zal het me natuur lijk nooit herinneren. Nooit! Nooit!” Maar het geheugen is een eigenaardig iets. Het kan iemand in de steek la ten, wanneer het er om gaat zich het gezicht van een beslist knap meisje voor de geest te halen; maar een zo onbelangrijk ding als een nummer, dat slechts eenmaal in een gesprek genoemd is, blijkt netjes in een her- senvakje opgeborgen te zijn. ,„473!” juichte mijnheer Chitterwick bijna. „Waarachig, 473!” En meteen liep hij na het bureau van de chef de réception, waar het dikke hotel register lag. Na enig zoeken haalde hij een oude enveloppe uit zijn zak en noteerde 12 Juni. No. 473. James Hal’ Ings. 47, Southowram Villas, Ashton-under- Lyne. „Lieve help”, mompelde mijnheer Chitterwick afwezig. „Ashton-under- Lyne. Wat een lange reis.. Maar het moet”. Die avond, tijdens het diner, bezegelde mijnheer Chitterwick zijn herwonnen onafhankelijkheid, door kort en bon dig aan te kondigen, dat hij de vol gende dag op reis zou gaan. Zijn tante sputterde wel tegen en merkte op, dat iemand, die zichzelf respec teert, niet naar Ashton-under-Lyne gaat, maar een verwijzing naar de hertog deed haar spoedig inbinden. Er kan niet beweerd worden, dat müulmer Ghittgrwick ziek büzoftderJ^Da.^ is zo. br.ogder", gaf mijuhe&r SNEEKER NIEUWSBLAD Redacteuren: L. KIEZEBRINK en C. SMIT Redactie-adresKLEINZAND 7 - SNEEK Toen de Veiligheidsraad Donder dag besloot de Philippijnen wel, maar Oost-Indonesië en West-Borneo niet tot het gesprek over de verhouding Nederlandrepubliek Indonesië toe te laten, ging hij daarmee nog een stap verder op de verkeerde weg. Dat die weg verkeerd was beseften zowel België dat Nederland trouw ter zijde staat bij deze beproeving als Frankrijk, Engeland en de Ver. Sta te” die alle voor de toelating van O.- Indonesië en West Borneo stemden. Doch alle andere 'l staten onthielden zich van stemming, waardoor het Belgische voorstel tot toelating ver worpen was. Dat deze 7 staten zich onthielden en niet tegenstemden, be wees overigens reeds dat er een luchtje aan de zaak zat, zij deinsden voor de consequenties voor latere ge vallen terug, doch maakten even goed de toelating ónmogelijk. De naam „Veiligheids”raad wordt op deze wij ze tot een aanfluiting gemaakt door dit totaal verpolitiekte lichaam. Sjahrir heeft in dezelfde bijeen komst ’t republikeinse standpunt uit eengezet en zich tenslotte accoord verklaard met de instelling van een commissie van onderzoek der Ver. Naties en arbitrage. Een slag in het gezicht van Ne derland was opnieuw, dat mr. van Kleffens Sjahrir niet direct antwoor den mocht, hoewel hij meedeelde een belangrijke verklaring te wilien af leggen, doch China stelde voor de be raadslagingen te verdagen, waartoe met 9 tegen 2 st. werd besloten. Vrijdag heeft mr. van Kleffens echter gelegenheid gehad af te reke nen met Sjahrirs betoog. Hij deed echter meer. In een werkelijk indruk wekkende rede hield hij de raad voor, dat deze nu eindelijk eens diende te beslissen of hij al dan niet bevoegd was in deze zaak op te treden. En hij waarschuwde de raad dat als hij bui ten zjjn bevoegdhe'd trad, men wette loosheid zou krij en, wat de eerste stap naar de ruïne der Ver. Naties zou kunnen zjjn. Absoluut verwierp mr. van Kleffens dan ook het Austra lische voorstel dat de Veiligheidsraad een onderzoek zou bevelen, daaraan zou Nederland niet meedoen, al zal Nederland een onderzoek op zich zelf welkom heten. Daarna deelde mr. van Kleffens mede dat onze regering be reid is aan de -cpubliek het volgende voor te stellen: 1. Nederland en de republiek zullen ieder een staat aanwijzen, deze staten zullen samen een derde staat benoe men, die door de twee eerst genoemde staten als volkomen gezaghebbend zal worden beschouwd. Deze derde onpartijdige staat zal een aantal van zijn onderdanen naar Indonesië zen den om verslag over de toestand daar uit te brengen en daaraan de grootste publiciteit te geven. De goede dien sten van genoemde derde staat zou den ook kunnen worden gebruikt tot een onmiddellijke hervatting van de besprekingen tussen beide partijen en tot het uitbrengen van een rapport. 2. Alle beroepsconsuls te Batavia zullen door hun regeringen worden geïnstrueerd om onmiddellijk een ge zamenlijk rapport uit te brengen over Wel niemand zal beweren, dat de tegenwoordige toestanden erg bevre- digend zijn en voor de boeren geldt dit in bijzondere mate. Nu zegt men i wel, dat boeren altijd klagen, maar men vergeet, dat ook maar al te vaak de boer het kind van de rekening wordt. Op het ogenblik is het ook al weer zo, dat de lonen en prijzen in de landbouw met opzet laag worden ge houden om de kosten van levens onderhoud voor de rest van de be- volking niet te laten stijgen. Zelfs bij de thans bestaande, naar verhouding lage prijzen, die de boer ontvangt, moet de regering echter nog 400 tot 500 millioen gulden per jaar besteden om vooral de ingevoerde levensmidde len goedkoop te houden en onder die omstandigheden is men in het geheel niet bereid aan de billijke wensen van de landbouw tegemoet te komen. In tegendeel, het is ons bekend, dat men in zekere kringen voornemens is een poging te doen nogmaals de richtprij zen te verlagen. Daar echter hierover 1 binnenskamers nog wel enkele harti- ge woordjes gezegd zullen worden, is het thans nog niet het moment daar op verder in te gaan en voor vandaag stellen wij de zaak daarom breder en vragen wij ons af welke toekomst er in het algemeen voor de boeren is. Een dergelijke vraag kan echter in zijn algemeenheid niet beantwoord worden. De belangen van onze boeren kunnen in lijnrechte tegenstelling zijn met de belangen van hun Argentijnse, Australische of Indische collega’s. Er zijn echter enkele verschijnselen, die het bestaan van de boeren in het meest fundamentele raken en dat is de verhouding van het aantal mensen, dat in de landbouw werkt tot het aantal daarbuiten. Volgens de schat tingen van het ogenblik leven er om streeks 2000 millioen mensen op aarde. Daarvan zijn er 800 millioen in een of ander beroep werkzaam. Men schat 60 van die 800 millioen te behoren ot de agrarische beroepen en 40 tot alle niet-agrarische (in ons land is slechts 20 van de be volking in de landbouw werkzaam). Een Amerikaans economisch bureau heeft berekend, dat indien de verhou ding omgekeerd was en dus 40 van de wereldbevolking in de land bouw werkte en 60 daarbuiten een enorme stijging van de productiviteit van de arbeid en van de levens standaard in het algemeen, daarvan het gevolg zou zijn. Hierbij moet men bedenken, dat in alle achterlijke lan den, zoals de Balkan, Klein-Azië en omgeving, Voor- en Achter-Indië, China en grote delen van Afrika en Zuid-Amerika het percentage der be volking, dat in de landbouw werkt zeer hoog is, doch de productiviteit van de landbouw zeer gering. Wan- I neer men in deze streken het peil van de landbouw verhoogt, neemt de pro ductie dadelijk zoveel toe, dat het land meer dan voor eigen behoefte nodig is, voortbrengt. Dan wordt het dus mogelijk, industrieën te stichten, waarin een deel van de bevolking een bestaan vindt en waardoor andere behoeften dan enkel voeding bevre digd kunnen worden. Wij krijgen dus minder boeren met een hoger pro-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1947 | | pagina 1