legt de eed als Regentes af I PK» 1 k gij'jPgl Buitenlands Overzicht Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST IM1: |g L I' „EEN GLIMLACH HM 2e JAARGANG No. 80 VRIJDAG 17 OCTOBER r i FEUILLETON 5 5 9 NL 167 I J 1947 u-an %oïtima’' door GERARD REVERS r -fiPB -'-J ïr ct. H.K.H. Prinses Juliana verlaat na de plechtigheid de Ridderzaal. t J Wordt vervolgd. 9 1 5 I Toespraak van de voorzitter. Prof. Kranenburg spreekt dan als volgt: Koninklijke Hoogheid, Namens de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal heet ik Uwe Ko ninklijke Hoogheid en Haren Gemaal welkom in dit plechtig ogenblik. De omstandigheden, die hebben ge leid tot de wet, waarbij aan Uwe Ko ninklijke Hoogheid de waarnemi g van het Koninklijk gezag als Regen tes werd opgedragen, hebben de Sta ten-Generaal met leedwezen vervuld, Overzicht in de Ridderzaal gedurende Juliana als Regentes Ab.-prijs 12.50 per half iaat Franco per post 13.75 per half jaar l l l l >n) n) 9 l l S J 1 L Bureau voo> Advertenties Fa. jRiJFHOOT GROOTZAND 55 lel. 3005 Verschijnt DINSDAG: en VRIJDAG: ZW ARE BOETE. Een boete van honderdduizend gul den en een jaar detinering voorwaar delijk heeft het tribunaal te Maas tricht opgelegd aan J. N. Stegelhuis aldaar, wegens lidmaatschap van de N.S.B. :t ik L» :8 r. se e- 1S :n Jt 10 ik •d t- m n e- :n >r sn rt JS n, ■n el e- >r te a- ïr in e- u- ;d ie ir ie ;n il- rt ;n at ti le er .Is d. in u- n- u- en r- ve B- or ot el. jk in nE de :1e P- ct. en Er en Kantoor voor Abonnementen! Fa. KIEZEBRINK Co. KLEINZAND 7 - Tel. 2872 kijken. Ik haalde Ira’s briefje voor de dag: „U liet dit briefje achter... mis schien wilt u me zeggen, wat dat be tekent, en waar Ira is...” Ze antwoordde niet maar keek me aan alsof ze van alles wat ik zeide niets begreep. Daarom sprak ik met nog dringender klank in mijn stem, vertelde haar van mijn rit naar Ira’s huis, van mijn vergeefse nasporingen en van mijn hevige begeerte haar te zien, kortom van mijn liefde voor Ira, en verklaarde, dat ik van haar, die stellig wist waar Ira was, absoluut verwachtte, dat ze mij precies zou vertellen, waar ik aan^oe was... „Ik weet niet”, zei ik min of meer thea traal, „ik weet niet of u ooit van iemand gehouden hebt...” „Dat doet alles niets ter zake”, zei ze een weinig ruw, maar toch niet on vriendelijk, „u wilde mij immers vra gen wat de betekenis is van wat daar op dat.laj^e geschreven staat?” WAT MEER VRIJHEID TOT VERLICHTING DER ETALAGE. Met directe ingang is étalagever- lichting toegestaan voor de middag en avonduren van een half uur na zonsondergang dit is ongeveer de tijd, waarop de straatverlichting wordt ontstoken tot het tijdstip, waarop 'de verkoop in het betrokken winkelbedrijf beëindigd wordt. Etala- geverlichting in de ochtenduren blijft verboden. Wel wordt bij wijze van uit zondering toegestaan, dat in de perio den van 1 tot en met 5 December en van 22 tot en met 24 December de etalageverlichting tot uiterlijk tien uur wordt ontstoken. Het ontsteken van lichtreclames e.d. blijft verboden. PRINSES JULIANA OVER DE NOOD IN INDIE. Dringend beroep op medici en verplegenden. Prinses Juliana heeft Zaterdag avond als voorzitster van het Neder landse Rode Kruis via de radio een dringend beroep gedaan op medici, verplegenden en allen, die belang stel len in ziekenverzorging, om de inwo ners van Indonesië te hulp te komen. Groot is de nood in Indië. Een verant woordelijkheid, een plicht, kan en moet daar door Nederland worden vervuld. De Prinses verwacht van de verpleegsters, die buiten haar oor spronkelijke beroep een werkkring hebben gevonden, een versterking van het verpleegsterscorps. Ook van haar, die door een huwelijk het beroep heb ben laten varen en van haar, die reeds met pensioen zijn gegaan. Er zal reeds in een zeer grote behoefte voorzien zijn, wanneer zij slechts enkele dagen per week, halve dagen, of wat voor tiidsbestek ook. zich weer ten dienste stellen van het ziekenhuisapparaat. Dit appèl voor aanvullende arbeid in Nederland geldt ook voor de ver pleeghulpen. Eenzelfde offer wordt gevraagd van de Nederlandse artsen. Een zeer aanzienlijk aantal medici, dat jarenlang in Indië heeft gewerkt, is nu aan het einde van zijn krachten en moet vervangen worden. De Prin ses besloot met de wens, dat dit ge meenschappelijk samengaan een dui delijk sprekende manifestatie moge zijn van de kracht, die wij uit de achter ons liggende jaren van lijden hebben mogen putten ter vervulling van onze taak van het heden. Plechtigheid in de Ridderzaal. Dinsdagmiddag heeft H.K.H. Prin ses Juliana in de Verenigde Vergade ring van de Staten-Generaal, ingevol ge de wet tot toepassing van art. 43 van de Grondwet, welke het tijdelijk neerleggen van de uitoefening van het Koninklijk gezag regelt, de eed als Regentes afgelegd in handen van de voorzitter der vergadering. Het was een korte, sobere, maar diep-ernstige plechtigheid. Nadat Prof. mr. R. Kranenburg als voorzitter der Verenigde Vergadering deze had geopend werd het Kon. Be sluit tot tijdelijke neerlegging van het Koninklijk gezag voorgelezen. Tot leden van de commissie uit bei de Kamers der Staten-Generaal, die H.K.H. Bij haar aankomst in het ge bouw van de Ridderzaal zou ontvan gen en na afloop van de plechtigheid uitgeleide doen, werden benoemd de heren: mr. J. R. H. van Schaik, voor zitter; J. van de Kieft, ondervoorzit ter eij voorts de voorzitters van de fracties van de Eerste en Tweede Ka njer, de heren mr. G. C. J. D. Krop man, prof. mr. A. Anema, mr. dr. G. Kolff, profi mr. A. N. Molenaar, H. W. Tilanus, J. Schouten, prof. mr. C. P. M. Romme, jhr. mr. M. van der Goes van Naters, ds. P. Zandt, J. Hoogcarspel, die de heer Wagenaar wegens ziekte afwezig, verving, A. J. Koejemans en dr. S. E.^3. Bierema. Voorafgegaan door deze commissie en begeleid door Z.K.H. Prins Bern- hard schrijdt Prinses Juliana dan bin nen. en ik spreek de hartgrondige wens uit, dat die omstandigheden spoedig tot het verleden zullen behoren. Een reden tot grote dankbaarheid is het echter, dat het Nederlandse volk vol vertrouwen de waarneming van het Koninklijk gezag aan Uw handen ziet toevertrouwd. Uwe Ko ninklijke Hoogheid heeft de liefde en aanhankelijkheid van ons volk ver worven door Haar persoonlijkheid en door Haar warm menselijk meeleven met zijn wel en wee, met zijn leed en met zijn geluk. Ons volk is diep over tuigd, dat Uwe Koninklijke Hoogheid zal worden geleid bij de uitoefening van dat gezag door het hoge voor beeld van H. M. de Koningin en door de nobele tradities van Haar roemrijk geslacht, dat in de verwerving en handhaving van de vrijheid en de rechten van ons volk een zo groot aandeel heeft gehad. Van harte verheugt de volksverte genwoordiging er zich daarom over, dat Uwe Koninklijke Hoogheid aan Haar eenparige roepstem gevolg heeft willen geven. Als haar voorzitter neem ik thans de vrijheid Uwe Koninklijke Hoogheid eerbiedig te verzoeken de door de Grondwet van de Regent gevorderde eed in mijn handen te willen afleggen. De eedsaflegging. De aanwezigen verheffen zich van hun zitplaatsen. Prinses Juliana heeft haar rechterhand van de handschoen ontdaan en legt dan onder doodse stilte met heldere stem de voorge schreven eed af, bij de laatste woor den waarvan zij de rechterhand op de gebruikelijke wijze ten ede omhoog heft: „Ik zweer trouw aan de Koningin; Ik zweer, dat Ik in de waarneming van het Koninklijk gezag, zolang de uitoefening van het Koninklijk gezag is neergelegd, de Grondwet steeds zal onderhouden c' handhaven. „Ik zweer, dat Ik de onafhanke lijkheid en het grondgebied van de Staat met al Mijn vermogen zal ver dedigen en bewaren; dat Ik de alge mene en bijzondere vrijheid en de rechten van alle onderdanen der Ko- de beëdiging van H.K.H. Prinses van het Koninkrijk. machtig”. Als de Prinses haar zetel wederom he jft ingenomen, richt de voorzitter 1 - x-3 ningin en van elk hunner zal bescher men en tot instandhouding en bevor dering van de algemene en bijzondere welvaart alle middelen aanwenden, welke de wetten te Mijner beschikking stellen, gelijk een goed en getrouw Regent schuldig is te doen. „Zo waarlijk helpe mij God Al- PRINSES BLIJFT IN SOESTDIJK. Prinsés Juliana is voornemens tij dens Haar regentschap te verblijven in Haar Paleis te Soestdijk. Direct na haar beëdiging heeft Prinses Juliana haar taak reeds aan gevangen, door enige gezanten, die geloofsbrieven kwamen overhandigen, in het Huis ten Bosch te ontvangen. Ik stond paf; als ik nu zeg, dat ik „paf” stond, dan geeft dit slechts bij benadering weer hoe groot mijn ver bazing was, toen de Indische dame daar plotseling mijn geheimste gedachten uitsprak, waar ik toch héél stellig wist geen sterveling ooit met het minste woord blijk te hebben ge geven van mijn begeerte om te weten wat er op dat lapje zijde geschreven stond. Ik had er immers zelfs nooit met iemand over gepraat, dat dit lapje zijde in mijn bezit was... Had ik misschien in half slapende toestand zoëven, vóóor ik ontwaakte, onbewust over dat lapje zijde gesproken?... Ik zocht een redelijke verklaring van dit werkelijk voor mij onverklaarbaar ge beuren. Miss Sakyamoena intussen bleef me aankijken met een ondoor grondelijk, bijna uitdrukkingloos ge zicht. Op de tafel lag nog het lapje zijde. De portefeuille had ik gelukkig weg geborgen. Ik haalde diep adem, ik was tot een besluit gekomen, ik schoof het lapje naar mijn bezoekster toe en zei: „Heb ik met u daarover gesproken? Ja, ik wilde dat heel graag weten, kunt u het me zeggen? Weet u wat de betekenis is van wat daar geschre ven staat?” NIEUW DEPARTEMENT. Ministerie van algemene zaken ingesteld. Het Staatsblad H 346 vermeldt een Kon. Besluit van 11 October tot in stelling van een departement van al gemeen bestuur, dat de naam zal dra gen van Ministerie van Algemene Za ken. Aan het hoofd van dit departement is de zorg opgedragen voor de zaken betreffende het algemeen regerings beleid van het Koninkrijk, voor zover deze zorg niet bepaaldelijk wordt be hartigd door een der andere departe menten van algemeen bestuur. Dr. L. J. M. Beel is benoemd tot mi nister van Algemene zaken. DOELMATIGE VERDELING VAN ELECTRICITEIT. Een aantal deskundigen op het ge bied der electriciteit zal in opdracht van de economische commissie voor Europa een plan opmaken voor een internationaal hoogspanningsnet, waardoor het mogelijk zal worden de in Europa voortgebrachte electrische energie doelmatig te verdelen. We spraken over zaken en ik deed jnijn best om me in de situatie te schikken. Het had immers geen zin om tegen een stand van zaken in ver zet te komen waaraan toch niets te veranderen was. Maar toen ik na de middag mij naar huis begaf, en mijn toestand overdacht bespeurde ik in mij het schrijnende gevoel van onbe vredigd verlangen, dat het tegendeel is van gelukEn plotseling moest ik denken aan de woorden van de In dische dame, die mij Ira’s briefje had gebracht, het enige briefje, dat ik ooit van haar had gen ontvangen, en dat een afscheidsgroet voor altijd zou zijnDe woorden namelijk, die zij to* mij had gesproken met zulk een vreemde nadruk „ten dele hebt u uw geluk en uw fortuin immers al gevon denEen grote neerslachtigheid maakte zich van mij meester en de gedachte groeide in mij tot zekerheid: al mijn rijkdommen, al mijn zakenge- luk brengen mij geen geluk aan, want zich met een kort woord tot de Prin- ses en zegt: „Mogen aan Uwe Ko ninklijke Hoogheid de kracht en de wijsheid geschonken worden voor de vervulling van Haar hoge taak en moge Gods zegen op Hare arbeid rusten”. Prinses Juliana verlaat dan, onmid dellijk gevolgd door de Prins en, be geleid door de Commissie van ont vangst en uitgeleide en de leden van Haar gevolg, naar links en rechts nei gend, de aloude Ridderzaal. medeleden aa^edrongen, die juist datgene wat het leven waard maakt om geleefd te worden, wordt mij onthouden Ik .begaf mij naar mijn woning, sprak zo gewoon als ik maar kon met mijn moeder, wist zelfs een geestig antwoord te vinden op een plagerijtje van mijn zuster, maar maakte toch, dat ik zo onopvallen en zo vlug mo gelijk naar mijn kamer kon gaan, om mij ongestoord te kunnen overgeven aan mijn nu niet zo bijster opgewekte gedachten. Op mijn kamer haalde ik Ira’s briefje voor de dag, niet om er als een teleurgestelde minnaar sentimen teel naar te kijken, maar om me zelf uit te lachen om mijn eigen dwaas heid, die ik besloot zo gauw mogelijk uit mijn gedachten te bannen. Ik haalde ook de portefeuille voor de dag om me nog eens weer ervan te overtuigen, dat ze inderdaad van het zelfde maaksel was als de portefeuille van de Indische dame. Er was inder daad een merkwaardige overeen komst, waaraan natuurlijk geen ver dere aandacht gewijd behoefde te worden, blijkbaar was de portefeuille van een Indisch maaksel, en stellig zijn dergelijke portefeuilles even ge woon als bij ons een gewone leren portefeuille-!s... Wat zou men uit dit alles kunn 1 concluderen Alleen, dat die portefeuille hoogstwaarschijnlijk door een Indiër verloren was... Maar die edelsteen?... Zou die dan toch echt zijn?... Ik bekeek hem nog eens nauwkeurig, het was inderdaad een prachtige steen, schitterend van kleu ren, een stuk regenboog, versteend, maar toch vol fonkelend leven. Ik kwam onder de bekoring van zijn schittering... Vanwaar kwam die steen? Had hij gediend ter versiering van het beeld van een glheid in een der heilige tempels van Indië?... Had hij deel uitgemaakt van de schatten van een Indische vorst?..,. De scheme ring was gevallen, ik zat in het half donker naar de steen te kijken, het scheen of hij licht uitstraalde... Ik deed de steen weer in de portefeuille en borg ze zorgvuldig weg, maar het lapje zijde, waar de steen al die tijd in was gewikkeld geweest, stak ik bij meplotseling was de begeerte bij me opgekomen om te weten wat de bete kenis toch was van de geheimzinnige lettertekens. Morgen zou ik een ge leerde, een Orientalist raadplegen, wie weet, misschien zou dat stukje zijde mij op het spoor kunnen brengen van de eigenaar van de portefeuille, wier bezit me nu, om voor mij onver klaarbare redenen verontrustte... Als ik de eigenaar vond, zou ik hem de portefeuille terug geven, de steen en het geld en ik zou misschien mijn geestelijk evenwicht terug vinden.™ zou in staat zijn om inlichtingen te geven over Ira en haar moeder? Ik verdiepte me dus niet verder in de geheimzinnige komst in mijn kamer en zei: „Ja, ik had u graag nog iets willen vragen... u was de vorige keeij zo snel verdwenen...” Ze glimlachte nauw merkbaar en aan- SKEEKER NIEUWSBLAD Redacteuren: L. KIFZFERJNK en C. SMIT Redactie-adresKLEINZAND 7 - SNEEK Zo bleef ik zitten soezen in de sche mering, ik weet niet of ik half had geslapen, ik weet alleen, dat ik plot seling het gevoel had, niet langer al leen te zijn. Er hing een geur in de kamer, een merkwaardige geur, die ik mij niet herinnerde vroeger te heb ben bespeurd.Ik sprong op en draaide het knopje van mijn schemer-1 lamp om, en bij het zachte licht, dat bleef me maar in afwachting de lamp verspreidde, bleek, dat ik mij niet had vergist en dat ik inderdaad niet alleen was. Rustig zat daar voor mij op een stoel de Indische dame, die mij het briefje van Ira had gebracht. Ze keek mij, zonder van de minste emotie blijk te geven, aan, en wachtte blijkbaar tot ik het woord tot haar zou richten. Eindelijk was ik van mijn verrassing bekomen en zei: „Miss Sakyamoena... u hier?...” „Ik heb op u gewacht”, zei ze een voudig. „Wie heeft u binnengelaten?” vroeg ik in de grootste verbazing. „En wat is het nieuws dat u mij komt bren gen?” „U vraagt veel tegelijk”, antwoord de ze ontwijkend, „laat het u voldoen de zijn, dat ik hier ben. Het was im mers uw wens mij nog te spreken?” Ik herinnerde mij niet die wens te kennen te hebben gegeven, maar dat ik die wens koesterde, dat was inder- ’daad waar, want wie anders dan zjj .,-x' Ofschoon er in het algemeen in dé debatten in de algemene vergadering der Ver. Naties en haar commissies heel weinig blijkt van een toenadering tus sen de Ver. Staten en Rusland, is er één punt waarop in theorie samenwerking bereikt schijnt te kunnen worden en dat is in de zeer belangrijke Palestina- kwestie. Zoals bekend heeft destijds de meerderheid der commissie van onder zoek uit de Ver. Naties welke in Pales tina is geweest en waarin de grote mo gendheden geen zitting hadden, zich uitgesproken voor de verdeling in een Joodse en Arabische staat, welke op economisch gebied zullen moeten sa menwerken. De Ver. Staten hebben thans in de commissie voor Palestina, welke uit de algemene vergadering ge vormd is, zich met het beginsel van verdeling van dat land verenigd, met enkele wijzigingen van het oorspronke lijke plan der commissie van onderzoek. Zo zou Jaffa, dat volgens dat plan bij de Joodse staat zou worden ingedeeld, volgens de Ver. Staten'bij de Arabische moeten komen omdat deze stad een overwegend Arabische bevolking heeft. Een speciale V.N.-politiemacht van vrij willigers zou volgens de Amerikanen in de overgangsperiode de rust in Palesti na moeten handhaven en op grote schaal zou Joden moeten worden toe gestaan zich direct in de voorgestelde Joodse staat te vestigen. Na deze Ame rikaanse verklaring zag men nog met groter spanning dan te voren uit naar de mening van Rusland. Deze beide grote landen hebben zo lang mogelijk gewacht met het mededelen van hun standpunt. Ze wilden elkaar blijkbaar uit de tent lokken, omdat hun. houding tegenover het Palestijnse vraagstuk te vens beslissend zou zijn voor de verhou ding tot de Arabische staten. Geen der grote mogendheden verspeelt graag de vriendschap dezer staten, die in de toe komst een machtsfactor van betekenis in het midden Oosten zullen vormen. Maar als alle grote mogendheden een zelfde houding inzake Palestina aanne men betekent dat in de eerste plaats enige druk op de Arabische staten om met de oplossing der Ver. Naties accoord te gaan en is het anderzijds minder erg wanneer de Arabieren ver stoord blijven, omdat hun toom zich dan tot alle grote landen moet richten en zij geen' steun vinden bij een dezer machtigen. Begin van deze week ver klaarde ook Rusland in het algemeen accoord te kunnen gaan met de oplos sing door de meerderheid der commissie van onderzoek aanbevolen, en het is te begrijpen, dat de Amerikaanse vertegen woordiger er zijn voldoening over uit sprak dat men in zo’n belangrijk en moeilijk probleem het blijkbaar eens zou kunnen worden. Men moet natuurlijk nog enig voorbehoud maken, want Rus land zaanvaardde het meerderheidsrap port slechts „in beginsel”. Ook de Ame rikaanse verklaring wordt in de inter nationale pers nogal vaag genoemd, zo dat bij de practische uitwerking van het plan nog heel wat moeilijkheden te voor schijn kunnen komen, misschien zelfs onoverkomenlijke. Zoals bekend hebben de staten van de Arabische liga ver klaard dat zij zich tegen deze oplossing zullen verzetten, zij noemden reeds cij fers betreffende het aantal manschap pen dat ze in het veld konden brengen. Maar vrij algemeen wordt aangenomen dat ze zich niet aan een openlijke oor log tegen een Joodse staat, welke de be scherming der Ver. Naties geniet, zullen wagen, terwijl landen als Irak en Saoedie Arabië die door hun verpachting van olieterreinen aan Amerika en Enge land grote inkomsten genieten, ook wel niet openlijk tegen deze landen stelling zullen nemen, al hebbel van de liga er op concessies nu in te trekken. Het waar schijnlijkst is als het plan der Ver. Na ties wordt uitgevoerd, dat de Arabieren zullen doen, wat de Joodse ondergrondse nu tegen de Engelsen in Palestina doet, nl. een terreur door hun ondergrondse organisaties in de Joodse staat op touw zetten en een guerilla beginnen, waarbij de Palestijnse Arabieren dan op ge heime steun van de Liga kunnen reke nen. Het is dus mogelijk dat Palestina op de duur eenzelfde beeld als Grieken land zal gaan opleveren, waar het com munistisch verzet tegen de regering enig veld schijnt te winnen. In die kwes tie staan de Ver. Staten en Rusland nog altijd scherp tegen over elkaar. De politieke commissie der Ver. Naties heeft een heel makke resolutie aangeno men, waarin Z.Slavlë, Albanië en Bulga rije alleen maar verzocht werd geen steun te verlenen aan de Griekse gue- rilla-strijders, maar het Oostelijk blok was natuurlijk nog- tegen dit voorstel. Noch Rusland noch Polen wilden ook zitting nemen in een commissie van toe zicht op de Balkan, hoewel hun daarin een plaats werd aangeboden. Tot de negen leden die wel een plaats in deze „Waakhondcommissie” aannamen be hoort Nederland. Wat overigens de te genstellingen tussen Amerika en Rus land betreft wordt gemeld dat Truman zich deze week heeft laten voorlichten door de belangrijkste Amerikaanse di plomaten in Europa o.a. de ambassa deur te Moskou om op grond dezer inlichtingen zijn standpunt te bepalen tegenover de nieuwe Komintern, of Kominform zoals ze thans genoemd wordt en welke door enige Amerikaanse ministers reeds scherp veroordeeld is. Ook schijnen de Ver. Staten langs diplo matieke weg met West-Europa te onder handelen over enige wijzigingen in het 16 landen rapport over het plan Mars hall. In het algemeen verlopen de be sprekingen over hulp aan Europa veel te traag, zodat men voor ernstige ge volgen moet vrezen, in het bijzonder ook voor een land als Frankrijk, dat trou wens zijn kansen om staande te blijven nog schijnt te bederven door nieuwe sta kingen in verband met looneisen. Met spanning ziet men uit naar de uitslag van de eerste ronde der Franse raads verkiezingen op 19 October a.s. welke een beeld zal geven van de wijze waarop het Franse volk op de chaotische toe stand in zijn land reageert. Ramadier heeft in een rede de communisten er al van beschuldigd, looneisen en stakingen uit te lokken om winst bij deze verkie zingen te behalen. Tegen communisti sche invloed hebben enige Z.Amerikaan- se republieken stelling genomen. Chili, dat te kampen heeft met een mijnwer- kersstaking, beschuldigde het Zuid-Sla- vische gezantschap er van een commu nistische sabotage-centrale op Chileens gebied te hebben gevestigd en wees twee Z.Slavische diplomaten uit, waarop Z.Slavië, dat de beschuldiging ontkende, de diplomatieke betrekkingen met Chili verbrak. In Argentinië wil president Péron, in overleg met Chili, de commu nistische partij verbieden. Bij de ge meenteraadsverkiezingen in Italië heb ben in Rome de christen democraten aanmerkelijke winst geboekt zodat ze evenveel zetels krijgen als het „Volks- blok” (communisten en linkse socialis ten).

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1947 | | pagina 1