n
Provinciale Kroniek.
Een menswaardige plaats
iw-oh. de, ixmda'iAeide.h,
Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST
k
„EEN GLIMLACH
FEUILLETON
u-an
door GERARD REVERS
1947
2e JAARGANG No. 95
DINSDAG 9 DECEMBER
r
H. F. F.
1
20
js
Ab.-prijs 12.50 per half jaar
FrandB per post
13.75 per half jaar
Niemeijer als conférencier gauw de
lachers op zijn hand en liet de zaal
vol overgave zingen. Apollo verzorgde
als van ouds het muzikale gedeelte
van het program.
Vrijdag 5 Dec. werden twee opvoe
ringen gegeven voor de leerlingen van
de klassen drie en hoger. Onder adem-
loze spanning volgden de kinderen de
avonturen van Joppie, die gelukkig
nog goed eindigden, al leek het wel
eens mis te gaan. De heer Glimmer
veen leidde de samenzang van de leer
lingen. De middagvoorstelling werd
bijgewoond door de Burgemeesters
van Sneek en Wijmbritseradeel, de
Inspecteur van het l.o. in de inspectie
Sneek en andere autoriteiten met hun
dames. Aan het slot van de laatste
opvoering moest de voorzitter van de
Sint-Nicolaascommissie, de L
Koopmans, vele woorden van dank
spreken tot allen, die tot ’t slagen
van de beide feestdagen hadden bij
gedragen, als intekenaren, lijstlopers,
regisseur, spelers, personeel van Ami-
citia en de heer Miedema, die geheel
gratis zijn theater voor de drie opvoe
ringen had afgestaan.
land mee kan doen, is gebleken door
dat het schilderij van Cor Reisma
„Kalfdrager”, dat op de Landbouw
tentoonstelling te Leeuwarden met de
eerste prijs werd bekroond, door het
Rijk is aangekocht benevens nog twee
werken van de Leeuwarder kunste
naar G. Benner.
vermengd met schrik aan, ze begrijpt
niet het minste van wat ik zeg, wat
mij zo onredelijk woedend maakt, dat
ik op haar toe kom om haar door
elkander te schudden. Zodra ik haar
echter nader en haar wil aangrijpen,
weert ze angstig af, ze heeft een stok
in haar handen... Neen, met die stok
wil ze zich niet tegen mij verdedigen,
wat ik een ogenblik dacht en ik was
dan ook reeds in spijt over mijn on
beredeneerde drift teruggetreden,
neen, daarmee wil ze slechts voorko
men, dat ik haar aanraak. Ik begrijp:
zij is van een lagere kaste, ze moet
voorkomen, dat de priester en ik
ben in haar ogen natuurlijk een pries
ter zich zozeer verlaagt, dat hij
haar aan zal raken... Als zij gekastijd
moet worden, dan kan daartoe de stok
dienen, dïfe ze mij aanbiedt...
Daar ligt ze voor mij terneer en...
wacht de slagen af...
Ik voel hoe ik misselijk wordt door
dit voorbeeld van mens-onwaardige
slaafsheid. Natuurlijk denk ik er niet
aan om haar te slaan, ik hef haar op
en dwing haar de trap af te gaan, ik
volg haar op de voet in het donker,
stevig de stok omklemmend...
Ik ben er zeker van: zij weet hier
een uitgang. Zij is immers zelf die weg
gekomen, ik moet die uitgang weten,
Bureau voor Advertenties
Fa. DRIJFHOUT
GROOTZAND 55
lel. 3005
Verschijnt:
OINSDACt en VRIJDAGS
TENTOONSTELLING
JAN VAN HEEL.
Zoals de catalogus op de tentoon
stelling in het Scheepvaartmuseum
vermeldt, heeft van Heel vóór Sneek
geëxposeerd in de Franse Ambassade
te ’s-Gravenhage, terwijl hij hierna
een expositie te Parijs zal inrichten.
Dit wijst, tezamen met het artikel dat
aan van Heel als „peintre de Paris”
gewijd werd in het leidende Franse
kunstweekblad „Arts” van 17 Octo
ber jl. óp grote waardering van Fran
se zijde voor deze Nederlandse schil
der. En inderdaad, wanneer men deze
HONDERD-EN-ZES
De oudste inwoonster
r
Bi
30
opgemerkt... Maar nu zijn ze nog niet
op de hoogte van mijn verdwijning...
Ik moet dus geduld hebben, ik moet
niet verwachten spoedig bevrijd te
worden... Maar morgen zal ik, zodra
de menigte in de tempel aanwezig zal
zijn om haar offers te brengen, met
behulp van zo’n groot blad zorgen,
dat mijn aanwezigheid niet onopge
merkt blijft en ook, dat mijn kreet
om hulp wel door iemand zal worden
verstaan...
Ik wil een blad van een dier grote
planten af’ ukken, dat gaat niet ge-
makkel'jk ik ruk en trek... dan
echter maakt mij een gesis opmerk
zaam, dat ik een slang heb gestoord,
die op mij aankomt... Er zijn hier
blijkbaar veel van de giftigste slan
gen!... Er blijft mij niets anders
over, aan op de snelste manier te
zorgen, dat ik buiten het bereik van
die slang kom... Morgen zal ik dan
wel zien, dat ik dat blad tijdig gereed
heb voor mijn experiment. Als ik de
trap weer op wil gaan, omdat ik be
sef, dat het met het oog op de slan
gen onmogelijk is om de nacht buiten
door te brengen, zoals aanvankelijk
mijn plan was, hoor ik gestommel op
de trap boven mij...
Het is reeds donker geworden,
maar toch ren ik zonder aarzelen de
In de tuin groeien planten in een
tropische overvloed. Statige pagode-
bomen met een rijkdom van witte
bloemen, die’ een bedwelmende geur
verspreiden... Daarom is het mij ech
ter niet te doen, ik wil een dier gr$te
bladen hebben, die mij zullen dienen
om morgen daaruit een soort scheeps
roeper te construeren, met behulp
waarvan mijn stemgeluid morgen
recht naar beneden zal klinken, hoor
baar voor de massa in de tempel...
Ook bedenk ik, dat het mogelijk moet
zijn op de balustrade te klimmen,
van waaruit ik eveneens recht naar
beneden zal kunnen roepen... Zonder
enige twijfel zullen er nasporingen
naar mij worden gedaan. De prins en
Sakyamoena, om van Ira niet te spre
ken, zullen stellig hemel en aarde in
beweging zetten om mij te bevrijden,
zodra mijn verdwijning zal worden
de voorwerpen welke gemaakt worden
spelen een belangrijke rol. In geen ge
val souvenirgoed als klompjes en mo
lentjes, maar dingen welke te gebrui
ken zijn als manchetknopen etc.
Spreker meende, dat ook de Friese
schaatsen daar wel aftrek zouden vin
den, indien maar duidelijk zou uitko
men dat het Friese schaatsen waren.
Maar ook voor grotere dingen bestond
er belangstelling nl. voor onze klasse-
scheepjes en ook voor de B.M.er.
Eén met ander lijkt voor Friesland
dus niet ongunstig. Er zal echter nog
heel wat gedaan moeten worden, het
gaat niet zo gemakkelijk. Ieder, die
wel eens getracht heeft het een of
andere product uit te voeren, weet
hoeveel Rijksbureaux hij moet aflopen
en bij hoeveel instanties hij moet ver
schijnen, voordat het tot uitvoer
komt. Zijn de persoonlijke belangen
Het was een zeer belangrijke verga
dering, welke door het Etif te Leeu
warden was belegd en waar Mr. H.
Zwarensteyn, secretaris van de in Ne
derland gevestigde kantoren van de
Nederlandse Kamer van Koophandel
te New York, sprak over een moge
lijke export van Friese producten naar
Amerika. Uit de cijfers bleek dat Ne
derland veel meer uit Amerika invoert
dan dat het naar het land van de dol
lar uitvoert. Waar de Amerikaanse
export in het algemeen veel groter is
dan de import, wil Amerika zelf dit
verschil liefst zo klein mogelijk maken.
Er bestaat dus wel gelegenheid om
Nederlandse producten op de Ameri
kaanse markt te plaatsen, en zeer
zeker ook Friese producten. Amerika
kan van alles gebruiken, echter zal
het zo naar voren moeten worden
gebracht als daar gebruikelijk is. Bo
vendien zullen de producten moeten
worden aangeboden, wat hierop neer
komt, dat er daar geadverteerd zal
dienen te worden. Nu zijn de adver-
tentie-tarieven in Amerika zeer hoog
maar, omdat het toch beslist noodza
kelijk is, zal men dit gezamenlijk moe
ten doen. Wat kan Friesland expor
teren? Zuivelproducten, uitgezonderd
kaas, heeft men daar van ons niet
nodig, maar wel op de belangrijke
eilandengroep De Philippijnen. De zui
velproducten zouden dus daarheen ge
ëxporteerd kunnen worden. Voor kaas
echter is er in Amerika wel een markt
te vinden. Men zal echter zijn beste
beentje voor moeten zetten, want
voor de oorlog liep de export hiervan
hard terug, terwijl de export van dit
product van andere landen juist sterk
toeneemt. Aardewerk zou ook ge
ëxporteerd kunnen worden, waarbij
mr. Zwarensteyn speciaal het Makku-
mer aardewerk op het oog had. „Dat
is daar te verkopen, als men maar
wil”, zeide hij. Inderdaad, want reeds
voor de oorlog was daar een markt
voor en wel speciaal voor tegels. Ove
rigens ié er na de oorlog ook al vrij
wat heengegaan, vooral ook naar Ca
nada. De Canadezen bleken het pro
duct van de Makkumer aardewerk-
industrie ook te kunnen waarderen,
gezien de belangrijke orders door hen
geplaatst direct na de bevrijding. Er
is echter slechts één fabriek en haar
productie is natuurlijk te klein om
ook maar een behoorlijk deel van de
ontzaglijke markt daar te kunnen be
strijken. Hetzelfde kan gezegd wor
den van de Hindeloper Meubel In
dustrie, indien die er in zou slagen
daar een markt te veroveren. In ver
band met de Hindeloper meubelen
merkte de heer Zwarensteyn op, dat
men in Amerika de kleur te donker
vindt en hij gaf de raad ze lichter te
spuiten. Dat is trouwens een idee, dat
spuiten, want tot nu toe, althans tot
voor kort, werden de Hindeloper meu
belen niet gespoten, maar werd ook
voor de grondkleur, de verfkwast ge
bruikt. Overigens hebben we enige
tijd geleden kunnen lezen, dat Hinde-
loper meubelen voor de export ook in
Brabant werden gemaakt. Inderdaad
is het zo, dat het Hindeloper product
gemakkelijker geïmiteerd kan worden
dan het Makkumer.
Wat waarschijnlijk ook een goede
kans zou maken is pijptabak, maar
dan onder de naam van „Friese He
renbaai”.
Dan is er een grote mogelijkheid
voor visconserven, vooropgesteld dat
het een uitstekend product is.
ten blijven. Stellig zijn velen van die
priesters, die hier met het doel om
zich heilig te peinzen, werden opgeslo
ten, hier krankzinnig geworden en
hebben dan op dezelfde manier waar
op ik dat deed allerlei verschrikke
lijke geluiden uitgebracht... En het
resultaat?... Het vergrootte enkel
maar hun heiligheid...
Wat moet ik doen?
Ook voor zilveren sierartikelen is er
een kans, indien men het tenminste
een gehalte van 920 duizendste geeft,
zoals daar gebruikelijk is. (Het meeste
zilver dat hier verwerkt wordt is zg.
2de keur, is 833 duizendsten, maar
ook eerste keur van 934 duizendsten
komt nog al eens voor). Het zou dus
hierop neerkomen dat het uitgevoerde
zilverwerk 1ste keur zou moeten zijn.
JAAR.
van Neder
land, de bekende „opoe Herfst” te
Rotterdam, is 106 jaar geworden.
Haar gezondheidstoestand kon beter
zijn.
Nog altijd is de landarbeider de-
geen, die het laagste loon van alle
loonarbeiders in Nederland verdient.
Wel is de achterstand niet meer zo
groot als in de oorlog, want de land-
arbeiderslonen zijn gestegen met bij-
Mijn oor wordt gepijnigd door de
schrille kreet van de apen; ook zie ik
hele zwermen van vleermuizen, zo
groot als honden, zich losmaken van
de bomen, waarin ze hingen om nu
roet statigen vlerkslag op te vliegen...
huiveringwekkende dieren, die op
zoek gaan naar hun prooi. Ik loop in
de tuin rond en overdenk mijn toe
stand nog eens voor de honderd en
zoveelste keer... Ik bedenk, dat het
geluid van mijn stem niet doordrong
tot beneden in de tempel, omdat mijn
stemgeluid niet rechtstreeks omlaag
ging en du» in afgebroken en onver
staanbare klanken naar beneden
k’vam. De priesters schijnen geen
vrees te koesteren voor ontdekking
van bun misdaad om mij van mijn
vrijheid te beroven. Ze weten zeker
V’t ervaring, dal alle pogingen om
zb:h te bevrijden uit een dergelijke ge
vangenschap zonder resultaat moes-
middel tot hogere beloning van de
arbeid. Het werden met de machines
bevredigt de mens van deze tijd ook
meer dan het trage handwerk en
daarom zal het gebruik van machines
de landarbeid steeds aantrekkelijker
maken.
Minstens even belangrijk is de
stichting van goede landarbeiderswo-
ningen. In vroeger jaren werden de
landarbeiders min of meer als ver
schoppelingen gehuisvest in de arm
zaligste woninkjes, die op vele plaat
sen schrijn^id afstaken bij de ruime
huizen van de boeren. Wij weten nu
langzamerhand wel, dat dergelijke so
ciale wantoestanden niet kunnen wor
den geduld en dat zij in ieder opzicht
een nadeel voor de maatschappij zijn.
Bouwt men echter vrolijke, geriefelij
ke huizen met heldere, lichte slaap
kamers, een behoorlijke tuin en een
goede schuur, dan zullen vele arbei
ders aan het wonen op het land de
voorkeur geven boven het samenhok
ken in grotere of kleinere fabrieks
steden.
Ziedaar de beide punten, die wij
hiermee nog eens in de belangstelling
der betrokkenen aanbevelen. Blijft
men op dit punt in gebreke, dan zal
de landbouw er straks de last van
dragen.
tentoonstelling ziet, dan kan men be
grijpen, waarom de Fransen zo op
van Heel zijn gesteld. Hij heeft im
mers, naast die andere Nederlander
Jos Croin, Parijs „geproefd” als geen
ander. Hij kent deze stad door en
door en heeft haar bijzondere sfeer
volledig in zich opgenomen.
Niet alleen de meer algemeen be
kende punten hebben hem getroffen,
zoals de „Place-de la Concorde” (4),
het park van het Luxembourg (14) i na 140 en de induètriele lonen met
en de „Place du Tertre” (27). Neen, slechts 50 maar dat neemt niet
daarnaast blijkt hij bij voorkeur te weg, dat een ongeschoolde bouwarbei-
hebben rondgespeurd in de achteraf-
straatjes, de verloren hoekjes, de ont
luisterde pleintjes, waar de Duitsers
de bronzen standbeelden van hun
voetstuk hebben gestolen. Maar wat
hij ook schildert: het is steeds onmis
kenbaar Parijs en tegelijkertijd onmis
kenbaar van Heel. Wij zien Parijs
door de ogen van de schilder. En deze
duidt de figuren, het verkeer slechts
vluchtig aan. Hij laat de huizen en
gebouwen, monumentaal of geschon
den, in centrum of faubourg, hij laat
de kaden en de parken, de straten en
de pleintjes met hun stakerige bomen
en telefoonpalen, kortom, hij laat de
stad zélf spreken. En steeds, hetzij hij
een groot complex, met achter elkaar
wegschuivende décors (24) schildert,
hetzij hij onze aandacht vraagt voor
een navrant détail (11), steeds is hij
even boeiend en spreekt hij tot ons
hart.
Persoonlijk troffen ons van zijn Pa-
rijse stadsgezichten het meest de nrs.
3, 25 en 34. Vooral in dit laatste, met
zijn beklemmende, winterse verlaten
heid, komt de melancholie, die over al
het werk van van Heel ligt, treffend
tot uiting.
Deze melancholie spreekt ook zeer
duidelijk uit de tragische koppen en
figuren van zijn clowns: men aan-
schouwe de clown, die dodelijk ver
moeid en verlaten op zijn stoel zit
(18) of de zo knap geschilderde fi
guur met de viool (20), die in zijn ont
roerende potsierlijkheid zijn audito
rium en ons tot aandacht dwingt.
Op veel zou nog zijn te wijzen: op
heer S. de studie van het moede paard (38)
op'h’et fiere circuspaardje (28; men
lette op de techniek en het materi
aal!); op het tere, verfijnde aapje
(29); op datgene, waar pien bij een
schilder het eerste naar kijkt: het
aparte, zorgvuldig afgewogen coloriet
van van Heel. Maar een betere indruk
dan een lange bespreking kan geven,
verkrijgt men door een persoonlijk
bezoek aan deze interessante tentoon
stelling.
DERTIGJARIG JUBILEUM.
Men schrijft ons: Deze week was ’t
30 jaar geleden dat de heer Joh. Grei-
danus in dienst trad bij de fa. v. d.
Molen, brandstoffenhandel alhier.
Dit jubileum is in intieme kring ge
vierd, waarbij Greidanus een gouden
horloge met ketting werd aangeboden.
Ook het personeelvan de firma wilde
naast de felicitaties, hun chef nog een
stoffelijk blijk van herinnering geven,
en bood een bord aan van Makkumer
aardewerk. Dat ’t voor de jubilaris
die steeds trouw en nauwgezet zijn
taak vervulde een mooie dag is ge
weest, zal men zich kunnen voorstel
len.
der toch altijd nog meer verdient dan
een arbeidskracht op de boerderij.
Het spreekt vanzelf, dat onder deze
omstandigheden de belangstelling
voor het boerenwerk niet groot is en
dat dus duizenden een ander beroep
zoeken. Juist in, deze tijd is het mo
gelijk er is immers zoveel vraag naar
werkkrachten in andere bedrijven, dat
het in het geheel niet moeilijk is de
landbouw te verlaten. Herhaaldelijk
ziet men dan ook advertenties, waarin
industrieën, vooral metaalbedrijven,
zich rechtstreeks tot de landbouwende
bevolking wenden met de oproep zich
bij de fabriek te melden. Men kan
gratis opgeleid worden en is zeker
van een beter oon. Het zou al heel
vreemd zijn, als aan deze oproepen
geen gevolg werd gegeven, juist door
de jongelui, die genoeg hebben van
het gezwoeg op de boerderij en die nog
aanpassingsvermogen hebben om een
ander beroep te leren.
Als daar van de zijde van de land
bouw en van de overheid niet zo spoe
dig mogelijk maatregelen tegen wor
den genomen, zal ons platteland bin
nen weinige jaren voor een totaal ge
brek aan landarbeiders staan. Met
deze maatregelen bedoelen wij echter
geenszins het tegengaan van de keuze
van een ander beroep, doch het aan
trekkelijker maken van het landwerk.
Tenslotte is het ook niet alles om dag
in dag uit in de tredmolen van een
fabriek te staan, waar men steeds het
zelfde en vaak geestdodende werk ver
richt, terwijl op een boerderij bijna al
tijd afwisseling genoeg is en men bo
vendien het grootste deel van de dag
buiten vzerkt.
Wat zijn nu de voorwaarden voor
het vasthouden van de arbeiders op
de boerderijen? In grote trekken
twee problemen. Het eerste is dat van
het loon en het tweede van de huis
vesting. Om een bestaan op te bouwen,
dat ten volle als menswaardig kan
worden beschouwd moet een man zijn
gezin voldoende inkomen kunnen aan
bieden en een behoorlijke woning. Nu
is het met het inkomen, zoals we
reeds zeiden, nog steeds magertjes
gesteld, maar de mogelijkheid om dit
loon te verhogen is, vooral in de toe
komst, niet zo gering als men op het
eerste gezicht zou menen. Wij beleven
thans immers een periode van snelle
mechanisatie van het bedrijf en juist
in deze mechanisatie zit het middel
om hóger loon te kunnen betalen. Een
arbeider, die met machines werkt,
verzet meer werk dan een man met de
schop of met een ploeg met paarden
en bijgevolg kan hij beter betaald
worden. Daardoor opent de machine
de gelegenheid om met korter ar
beidsuren toch een hoger inkomen op
te leveren. Dit geldt zowel in de ak
kerbouw als in de veeteelt, want ook
het veehoudersbedrijf zal zich nood
gedwongen meer moeten gaan rich
ten tot het gebruik van melkmachines.
En daar ook met de machine per uur
meer koeien kunnen worden gemolken
dan met de hand, zit ook hierin een
SNEEKER NIEUWSBLAD
Redacteuren: L. KIEZEBRINK en C. SMIT Redactie-adresKLEINZAND 7 - SNEEK
trap op om te zien wie het is, die
mijn eenzaamheid deelt... Een ge
daante zie ik, die voor mij -uit de trap
opklimt. Ze heeft mij ook bemerkt en
een lichte kreet toont haar schrik en
verrassing. Aan die kreet hoor ik, dat
het een vrouw is. Het schijnt mij toe,
dat ze pogingen doet om mij te ont
vluchten, maar ik volg haar tot boven
aan de galerij en daar is geen kans
meer voor haar om mij te ontvluchten.
Hierboven is het nog niet helemaal
donker, duidelijk kan ik het gezicht
van een vrouw onderscheiden, het is
een Sjoedra, een vrouw uit de laagste
kaste, haar gelaat is regelmatig en
trots van uitdrukking. Thans is ze
echter dodelijk beangst, ze valt voor
mg op haar knieën en strekt haar
handen naar mij uit.
Ze spreekt tegen mij, maar ik ver
sta er geen enkel woord van. Het
domme schepsel vreest natuurlijk, dat
ik in mijn heiligheid haar verpletteren
wil... smekend klinkt haar stem, do
delijk bevreesd is zij voor mij... Dan
begin ik te spreken, ik schreeuw haar
toe, dat ze mij de weg moet wijzen,
om hier vandaan te komen... „Ik ben
een Europeaan”, schreeuw ik haar toe,
„ik heb met jullie Hindoegedoe niets
te maken, ik wil hier vandaan...”
Ze kijkt mij in stomme verbazing
Kantooi vooi Abonnementen:
Fa. KIEZEBRINK Co.
KLEINZAND 7 - Tel 2872
DE TOESTAND IN DE
LANDBOUW.
De Stichting voor de Landbouw
heeft een nota gezonden aan mi
nister Mansholt, waarin zij een uit
eenzetting geeft van de wensen die
in kringen van land- en tuinbouw
leven ten aanzien van het prijzen-
beleid op agrarisch gebied.
De nota gaat uit van de noodza
kelijkheid, dat de Overheid een
zekere stabiliteit in de prijzen waar
borgt, op een zodanig peil, dat boer
en landarbeider een redelijk bestaan
is gewaarborgd. In dit verband
wordt gewezen op het „gerechtvaar
digde verlangen, dat het landarbei-
dersloon gelijkgesteld wordt met <Je
beloning in vergelijkbare takken in
het overige bedrijfsleven. In de nota
wordt gewezen op de slechte resul
taten van de landbouw in het boek
jaar 1946’47, in het bijzonder in
het veehouderijbedrijf en in de ge
mengde bedrijven, terwijl de Stich
ting ook voor het lopende boekjaar
een vermindering van het agrarische
inkomen verwacht.
De Stichting dringt aan op cor
rectie der prijzen met terugwerken
de kracht. Zij ziet echter het stre
ven der regering om door middel
van toeslagen op de consumenten
prijs de prijzen voor het publiek laag
te houden als een rem op de moge
lijkheid de prijzer der landbouwpro
ducten te verhogen.
Andere wensen van de Stichting
zijnEen voorlopige compensatie-
toeslag van 50 gulden per hectare
op de lichtere gronden; een over-
bruggingstoelage tot ten hoogste 90
gulden per hectare voor bedrijven
kleiner dan 8 ha, die niet in het zee
kleigebied liggen; voor groenten
een vergoeding van die standaard
producten, welke 70 pct. van de
kostprijs van 1945 niet hebben opge
bracht en voor de meer speculatieve
producten, welke 50 pet, niet hebben
gehaald.
het koste wat het kost... Het is stik
donker daar op die trap, ik zie mijn
begeleidster niet meer, ik moet mijn
handen uitstrekken om mij te verze
keren, dat zij nog in mijn nabijheid is.
Het arme schepsel is dodelijk beangst,
we gaan naast elkander de trap af,
ze mag mij niet onsnappen, ik ga de
zelfde weg, die zij zal gaan... Op een
gegeven moment echter voel ik dat zij
verdwenen is; ik tast in het rond,
maar ik voel haar niet meer. Alleen
lijkt het mij, dat ik in de verte het
geluid hoor van haar voetstappen...
Mooi!... Hier is dus een uitgang!
Tastend in het rond tracht ik de
deur of de opening te ontdekken,
waardoor de vrouw verdwenen is.
•Maar ik ontdek enkel een rond gat,
maar als ik er met mijn stok in steek,
vind ik nergens een steunpunt. Er is
aan de andere kant van het gat niets
anders dan een vlakke muur... Ik
steek mijn halve bovenlijf door het
gat en tast met mijn stok overal in
het rond... Ik voel niets...
Ik besef, dat het onmogelijk is om
nu in het donker mijn onderzoek voort
te zetten. Het feit intussen, dat ik
heb ontdekt, dat hier ergens een deur
moet zijn, de een of andere uitgang,
vervult me reeds met hoop... Ik klem
de stok stevig in mijn vuist... Morgen
HET SINT-NICOLAASFEEST
VAN DE O.L.S. IN SNEEK.
Donderdag 4 December vierden de
eerste en tweede klassen van de la
gere scholen hun Sint-Nicolaasfeest.
Dit droeg een intiem karakter. Hoog
tepunten waren een vertoning van de
poppenkast en... het bezoek van Sin
terklaas. Overal had de grijze kin
dervriend ruim de tijd om zich met de
Maar het is niet alleen het keur, ook kinderen te bemoeien. Vaak raad
pleegde hij zijn beroemde grote boek,
waarin de goede en slechte daden van
ieder kind staan opgetekend. De Sint
was bepaald erg tevreden, want hij
gaf met gulle hand snoep, fruit en
speelgoed, ’s Avonds vond in Amicitia
de generale repetitie plaats van het
toneelspel: Joppie bij de Zigeuners,
door J. Bouber. Voor vele Snekers,
ouders en intekenaren is deze „Gene
rale” een vaste uitgangsavond. Inder
daad zorgt regisseur C. Smit met zijn
toneelgroepje, gekozen uit onderwij
zend personeel en enkele andere
krachten, ieder jaar voor een mooie
avond. Ook nu werd vlot gespeeld
op een goed verzorgd toneel. De ver
tolking van de hoofdrol, Joppie, was
alleraardigst. Jim en Pedro warei} een
paar fijne zigeuners. Ook de vrouwen
rollen zaten in goede handen. Wie
zong zo mooi dat liedje achter de
dan niet zo heel groot, dan gelooft schermen? In de pauzes had de heer
men het wel. Echter kan de eventuele -J-
exporteur altijd terecht bij de Kamer
van Koophandel, waar men steeds be
reid is om alles te doen wat in het
vermogen ligt. Om de zakelijke be
langen van de exporteurs te vergro
ten is er door de Kamer van Koop
handel te New York voorgesteld om
10 van de export-opbrengst aan
deviezen de exporterende zaak ten
góede te laten komen. Het is geble
ken dat men in Den Haag niet afwij
zend tegenover dit voorstel staat.
Dan is er nog een ander voorstel en
wel om de exporteurs export-combina-
ties te doen vormen, daar men alleen
kan slagen, indien er zg. pools wor
den gevormd. Men moet daar nu een
maal adverteren en de daaraan ver
bonden hoge kosten kunnen alleen ge
zamenlijk worden gedragen. Verder
lijkt het mr. Zwarensteyn noodzake
lijk, dat een door allen gelijkelijk te
gebruiken kwaliteitsmerk werd ge
voerd. De uit te voeren producten zou
den dan aan bepaalde eisen moeten
voldoen, hetgeen zou kunnen worden
vastgesteld door een zelf te benoe
men vertrouwensman. Zou men er in
slagen in Amerika voor de Friese pro
ducten een markt te veroveren, dan
openen zich voor ons gewest wijde
perspectieven.
Misschien zou het dan mogelijk zijn
hier meer mensen te houden dan nu
het geval is. Het vorig jaar vertrok
ken er tenminste 4912 meer dan er
zich vestigden, zoals bleek uit het
overzicht van de loop der bevolking
in onze provincie. Toch is het aantal
inwoners van Friesland gestegen en
Y/el van 453.109 tot 456.623 dus
met een totaal aantal van 3514. Het
aantal mannen vermeerderde van
227.592 tot 229.656 en het aantal
vrouwen van 225.517 tot 226.967. Dit
is in hoofdzaak te danken aan het ge-
boorte-overschot. In 1946 werden er
nl. 4390 mannen en 4036 vrouwen
meer geboren dan er zijn overleden.
Het blijkt dus dat er in Friesland
meer mannen zijn dan vrouwen, wat
op vele plaatsen, vooral in de grote
steden, juist andersom is.
Dat Friesland ook op het gebied
van de beeldende kunsten in Neder-