n Provinciale Kroniek. Een menswaardige plaats iw-oh. de, ixmda'iAeide.h, Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST k „EEN GLIMLACH FEUILLETON u-an door GERARD REVERS 1947 2e JAARGANG No. 95 DINSDAG 9 DECEMBER r H. F. F. 1 20 js Ab.-prijs 12.50 per half jaar FrandB per post 13.75 per half jaar Niemeijer als conférencier gauw de lachers op zijn hand en liet de zaal vol overgave zingen. Apollo verzorgde als van ouds het muzikale gedeelte van het program. Vrijdag 5 Dec. werden twee opvoe ringen gegeven voor de leerlingen van de klassen drie en hoger. Onder adem- loze spanning volgden de kinderen de avonturen van Joppie, die gelukkig nog goed eindigden, al leek het wel eens mis te gaan. De heer Glimmer veen leidde de samenzang van de leer lingen. De middagvoorstelling werd bijgewoond door de Burgemeesters van Sneek en Wijmbritseradeel, de Inspecteur van het l.o. in de inspectie Sneek en andere autoriteiten met hun dames. Aan het slot van de laatste opvoering moest de voorzitter van de Sint-Nicolaascommissie, de L Koopmans, vele woorden van dank spreken tot allen, die tot ’t slagen van de beide feestdagen hadden bij gedragen, als intekenaren, lijstlopers, regisseur, spelers, personeel van Ami- citia en de heer Miedema, die geheel gratis zijn theater voor de drie opvoe ringen had afgestaan. land mee kan doen, is gebleken door dat het schilderij van Cor Reisma „Kalfdrager”, dat op de Landbouw tentoonstelling te Leeuwarden met de eerste prijs werd bekroond, door het Rijk is aangekocht benevens nog twee werken van de Leeuwarder kunste naar G. Benner. vermengd met schrik aan, ze begrijpt niet het minste van wat ik zeg, wat mij zo onredelijk woedend maakt, dat ik op haar toe kom om haar door elkander te schudden. Zodra ik haar echter nader en haar wil aangrijpen, weert ze angstig af, ze heeft een stok in haar handen... Neen, met die stok wil ze zich niet tegen mij verdedigen, wat ik een ogenblik dacht en ik was dan ook reeds in spijt over mijn on beredeneerde drift teruggetreden, neen, daarmee wil ze slechts voorko men, dat ik haar aanraak. Ik begrijp: zij is van een lagere kaste, ze moet voorkomen, dat de priester en ik ben in haar ogen natuurlijk een pries ter zich zozeer verlaagt, dat hij haar aan zal raken... Als zij gekastijd moet worden, dan kan daartoe de stok dienen, dïfe ze mij aanbiedt... Daar ligt ze voor mij terneer en... wacht de slagen af... Ik voel hoe ik misselijk wordt door dit voorbeeld van mens-onwaardige slaafsheid. Natuurlijk denk ik er niet aan om haar te slaan, ik hef haar op en dwing haar de trap af te gaan, ik volg haar op de voet in het donker, stevig de stok omklemmend... Ik ben er zeker van: zij weet hier een uitgang. Zij is immers zelf die weg gekomen, ik moet die uitgang weten, Bureau voor Advertenties Fa. DRIJFHOUT GROOTZAND 55 lel. 3005 Verschijnt: OINSDACt en VRIJDAGS TENTOONSTELLING JAN VAN HEEL. Zoals de catalogus op de tentoon stelling in het Scheepvaartmuseum vermeldt, heeft van Heel vóór Sneek geëxposeerd in de Franse Ambassade te ’s-Gravenhage, terwijl hij hierna een expositie te Parijs zal inrichten. Dit wijst, tezamen met het artikel dat aan van Heel als „peintre de Paris” gewijd werd in het leidende Franse kunstweekblad „Arts” van 17 Octo ber jl. óp grote waardering van Fran se zijde voor deze Nederlandse schil der. En inderdaad, wanneer men deze HONDERD-EN-ZES De oudste inwoonster r Bi 30 opgemerkt... Maar nu zijn ze nog niet op de hoogte van mijn verdwijning... Ik moet dus geduld hebben, ik moet niet verwachten spoedig bevrijd te worden... Maar morgen zal ik, zodra de menigte in de tempel aanwezig zal zijn om haar offers te brengen, met behulp van zo’n groot blad zorgen, dat mijn aanwezigheid niet onopge merkt blijft en ook, dat mijn kreet om hulp wel door iemand zal worden verstaan... Ik wil een blad van een dier grote planten af’ ukken, dat gaat niet ge- makkel'jk ik ruk en trek... dan echter maakt mij een gesis opmerk zaam, dat ik een slang heb gestoord, die op mij aankomt... Er zijn hier blijkbaar veel van de giftigste slan gen!... Er blijft mij niets anders over, aan op de snelste manier te zorgen, dat ik buiten het bereik van die slang kom... Morgen zal ik dan wel zien, dat ik dat blad tijdig gereed heb voor mijn experiment. Als ik de trap weer op wil gaan, omdat ik be sef, dat het met het oog op de slan gen onmogelijk is om de nacht buiten door te brengen, zoals aanvankelijk mijn plan was, hoor ik gestommel op de trap boven mij... Het is reeds donker geworden, maar toch ren ik zonder aarzelen de In de tuin groeien planten in een tropische overvloed. Statige pagode- bomen met een rijkdom van witte bloemen, die’ een bedwelmende geur verspreiden... Daarom is het mij ech ter niet te doen, ik wil een dier gr$te bladen hebben, die mij zullen dienen om morgen daaruit een soort scheeps roeper te construeren, met behulp waarvan mijn stemgeluid morgen recht naar beneden zal klinken, hoor baar voor de massa in de tempel... Ook bedenk ik, dat het mogelijk moet zijn op de balustrade te klimmen, van waaruit ik eveneens recht naar beneden zal kunnen roepen... Zonder enige twijfel zullen er nasporingen naar mij worden gedaan. De prins en Sakyamoena, om van Ira niet te spre ken, zullen stellig hemel en aarde in beweging zetten om mij te bevrijden, zodra mijn verdwijning zal worden de voorwerpen welke gemaakt worden spelen een belangrijke rol. In geen ge val souvenirgoed als klompjes en mo lentjes, maar dingen welke te gebrui ken zijn als manchetknopen etc. Spreker meende, dat ook de Friese schaatsen daar wel aftrek zouden vin den, indien maar duidelijk zou uitko men dat het Friese schaatsen waren. Maar ook voor grotere dingen bestond er belangstelling nl. voor onze klasse- scheepjes en ook voor de B.M.er. Eén met ander lijkt voor Friesland dus niet ongunstig. Er zal echter nog heel wat gedaan moeten worden, het gaat niet zo gemakkelijk. Ieder, die wel eens getracht heeft het een of andere product uit te voeren, weet hoeveel Rijksbureaux hij moet aflopen en bij hoeveel instanties hij moet ver schijnen, voordat het tot uitvoer komt. Zijn de persoonlijke belangen Het was een zeer belangrijke verga dering, welke door het Etif te Leeu warden was belegd en waar Mr. H. Zwarensteyn, secretaris van de in Ne derland gevestigde kantoren van de Nederlandse Kamer van Koophandel te New York, sprak over een moge lijke export van Friese producten naar Amerika. Uit de cijfers bleek dat Ne derland veel meer uit Amerika invoert dan dat het naar het land van de dol lar uitvoert. Waar de Amerikaanse export in het algemeen veel groter is dan de import, wil Amerika zelf dit verschil liefst zo klein mogelijk maken. Er bestaat dus wel gelegenheid om Nederlandse producten op de Ameri kaanse markt te plaatsen, en zeer zeker ook Friese producten. Amerika kan van alles gebruiken, echter zal het zo naar voren moeten worden gebracht als daar gebruikelijk is. Bo vendien zullen de producten moeten worden aangeboden, wat hierop neer komt, dat er daar geadverteerd zal dienen te worden. Nu zijn de adver- tentie-tarieven in Amerika zeer hoog maar, omdat het toch beslist noodza kelijk is, zal men dit gezamenlijk moe ten doen. Wat kan Friesland expor teren? Zuivelproducten, uitgezonderd kaas, heeft men daar van ons niet nodig, maar wel op de belangrijke eilandengroep De Philippijnen. De zui velproducten zouden dus daarheen ge ëxporteerd kunnen worden. Voor kaas echter is er in Amerika wel een markt te vinden. Men zal echter zijn beste beentje voor moeten zetten, want voor de oorlog liep de export hiervan hard terug, terwijl de export van dit product van andere landen juist sterk toeneemt. Aardewerk zou ook ge ëxporteerd kunnen worden, waarbij mr. Zwarensteyn speciaal het Makku- mer aardewerk op het oog had. „Dat is daar te verkopen, als men maar wil”, zeide hij. Inderdaad, want reeds voor de oorlog was daar een markt voor en wel speciaal voor tegels. Ove rigens ié er na de oorlog ook al vrij wat heengegaan, vooral ook naar Ca nada. De Canadezen bleken het pro duct van de Makkumer aardewerk- industrie ook te kunnen waarderen, gezien de belangrijke orders door hen geplaatst direct na de bevrijding. Er is echter slechts één fabriek en haar productie is natuurlijk te klein om ook maar een behoorlijk deel van de ontzaglijke markt daar te kunnen be strijken. Hetzelfde kan gezegd wor den van de Hindeloper Meubel In dustrie, indien die er in zou slagen daar een markt te veroveren. In ver band met de Hindeloper meubelen merkte de heer Zwarensteyn op, dat men in Amerika de kleur te donker vindt en hij gaf de raad ze lichter te spuiten. Dat is trouwens een idee, dat spuiten, want tot nu toe, althans tot voor kort, werden de Hindeloper meu belen niet gespoten, maar werd ook voor de grondkleur, de verfkwast ge bruikt. Overigens hebben we enige tijd geleden kunnen lezen, dat Hinde- loper meubelen voor de export ook in Brabant werden gemaakt. Inderdaad is het zo, dat het Hindeloper product gemakkelijker geïmiteerd kan worden dan het Makkumer. Wat waarschijnlijk ook een goede kans zou maken is pijptabak, maar dan onder de naam van „Friese He renbaai”. Dan is er een grote mogelijkheid voor visconserven, vooropgesteld dat het een uitstekend product is. ten blijven. Stellig zijn velen van die priesters, die hier met het doel om zich heilig te peinzen, werden opgeslo ten, hier krankzinnig geworden en hebben dan op dezelfde manier waar op ik dat deed allerlei verschrikke lijke geluiden uitgebracht... En het resultaat?... Het vergrootte enkel maar hun heiligheid... Wat moet ik doen? Ook voor zilveren sierartikelen is er een kans, indien men het tenminste een gehalte van 920 duizendste geeft, zoals daar gebruikelijk is. (Het meeste zilver dat hier verwerkt wordt is zg. 2de keur, is 833 duizendsten, maar ook eerste keur van 934 duizendsten komt nog al eens voor). Het zou dus hierop neerkomen dat het uitgevoerde zilverwerk 1ste keur zou moeten zijn. JAAR. van Neder land, de bekende „opoe Herfst” te Rotterdam, is 106 jaar geworden. Haar gezondheidstoestand kon beter zijn. Nog altijd is de landarbeider de- geen, die het laagste loon van alle loonarbeiders in Nederland verdient. Wel is de achterstand niet meer zo groot als in de oorlog, want de land- arbeiderslonen zijn gestegen met bij- Mijn oor wordt gepijnigd door de schrille kreet van de apen; ook zie ik hele zwermen van vleermuizen, zo groot als honden, zich losmaken van de bomen, waarin ze hingen om nu roet statigen vlerkslag op te vliegen... huiveringwekkende dieren, die op zoek gaan naar hun prooi. Ik loop in de tuin rond en overdenk mijn toe stand nog eens voor de honderd en zoveelste keer... Ik bedenk, dat het geluid van mijn stem niet doordrong tot beneden in de tempel, omdat mijn stemgeluid niet rechtstreeks omlaag ging en du» in afgebroken en onver staanbare klanken naar beneden k’vam. De priesters schijnen geen vrees te koesteren voor ontdekking van bun misdaad om mij van mijn vrijheid te beroven. Ze weten zeker V’t ervaring, dal alle pogingen om zb:h te bevrijden uit een dergelijke ge vangenschap zonder resultaat moes- middel tot hogere beloning van de arbeid. Het werden met de machines bevredigt de mens van deze tijd ook meer dan het trage handwerk en daarom zal het gebruik van machines de landarbeid steeds aantrekkelijker maken. Minstens even belangrijk is de stichting van goede landarbeiderswo- ningen. In vroeger jaren werden de landarbeiders min of meer als ver schoppelingen gehuisvest in de arm zaligste woninkjes, die op vele plaat sen schrijn^id afstaken bij de ruime huizen van de boeren. Wij weten nu langzamerhand wel, dat dergelijke so ciale wantoestanden niet kunnen wor den geduld en dat zij in ieder opzicht een nadeel voor de maatschappij zijn. Bouwt men echter vrolijke, geriefelij ke huizen met heldere, lichte slaap kamers, een behoorlijke tuin en een goede schuur, dan zullen vele arbei ders aan het wonen op het land de voorkeur geven boven het samenhok ken in grotere of kleinere fabrieks steden. Ziedaar de beide punten, die wij hiermee nog eens in de belangstelling der betrokkenen aanbevelen. Blijft men op dit punt in gebreke, dan zal de landbouw er straks de last van dragen. tentoonstelling ziet, dan kan men be grijpen, waarom de Fransen zo op van Heel zijn gesteld. Hij heeft im mers, naast die andere Nederlander Jos Croin, Parijs „geproefd” als geen ander. Hij kent deze stad door en door en heeft haar bijzondere sfeer volledig in zich opgenomen. Niet alleen de meer algemeen be kende punten hebben hem getroffen, zoals de „Place-de la Concorde” (4), het park van het Luxembourg (14) i na 140 en de induètriele lonen met en de „Place du Tertre” (27). Neen, slechts 50 maar dat neemt niet daarnaast blijkt hij bij voorkeur te weg, dat een ongeschoolde bouwarbei- hebben rondgespeurd in de achteraf- straatjes, de verloren hoekjes, de ont luisterde pleintjes, waar de Duitsers de bronzen standbeelden van hun voetstuk hebben gestolen. Maar wat hij ook schildert: het is steeds onmis kenbaar Parijs en tegelijkertijd onmis kenbaar van Heel. Wij zien Parijs door de ogen van de schilder. En deze duidt de figuren, het verkeer slechts vluchtig aan. Hij laat de huizen en gebouwen, monumentaal of geschon den, in centrum of faubourg, hij laat de kaden en de parken, de straten en de pleintjes met hun stakerige bomen en telefoonpalen, kortom, hij laat de stad zélf spreken. En steeds, hetzij hij een groot complex, met achter elkaar wegschuivende décors (24) schildert, hetzij hij onze aandacht vraagt voor een navrant détail (11), steeds is hij even boeiend en spreekt hij tot ons hart. Persoonlijk troffen ons van zijn Pa- rijse stadsgezichten het meest de nrs. 3, 25 en 34. Vooral in dit laatste, met zijn beklemmende, winterse verlaten heid, komt de melancholie, die over al het werk van van Heel ligt, treffend tot uiting. Deze melancholie spreekt ook zeer duidelijk uit de tragische koppen en figuren van zijn clowns: men aan- schouwe de clown, die dodelijk ver moeid en verlaten op zijn stoel zit (18) of de zo knap geschilderde fi guur met de viool (20), die in zijn ont roerende potsierlijkheid zijn audito rium en ons tot aandacht dwingt. Op veel zou nog zijn te wijzen: op heer S. de studie van het moede paard (38) op'h’et fiere circuspaardje (28; men lette op de techniek en het materi aal!); op het tere, verfijnde aapje (29); op datgene, waar pien bij een schilder het eerste naar kijkt: het aparte, zorgvuldig afgewogen coloriet van van Heel. Maar een betere indruk dan een lange bespreking kan geven, verkrijgt men door een persoonlijk bezoek aan deze interessante tentoon stelling. DERTIGJARIG JUBILEUM. Men schrijft ons: Deze week was ’t 30 jaar geleden dat de heer Joh. Grei- danus in dienst trad bij de fa. v. d. Molen, brandstoffenhandel alhier. Dit jubileum is in intieme kring ge vierd, waarbij Greidanus een gouden horloge met ketting werd aangeboden. Ook het personeelvan de firma wilde naast de felicitaties, hun chef nog een stoffelijk blijk van herinnering geven, en bood een bord aan van Makkumer aardewerk. Dat ’t voor de jubilaris die steeds trouw en nauwgezet zijn taak vervulde een mooie dag is ge weest, zal men zich kunnen voorstel len. der toch altijd nog meer verdient dan een arbeidskracht op de boerderij. Het spreekt vanzelf, dat onder deze omstandigheden de belangstelling voor het boerenwerk niet groot is en dat dus duizenden een ander beroep zoeken. Juist in, deze tijd is het mo gelijk er is immers zoveel vraag naar werkkrachten in andere bedrijven, dat het in het geheel niet moeilijk is de landbouw te verlaten. Herhaaldelijk ziet men dan ook advertenties, waarin industrieën, vooral metaalbedrijven, zich rechtstreeks tot de landbouwende bevolking wenden met de oproep zich bij de fabriek te melden. Men kan gratis opgeleid worden en is zeker van een beter oon. Het zou al heel vreemd zijn, als aan deze oproepen geen gevolg werd gegeven, juist door de jongelui, die genoeg hebben van het gezwoeg op de boerderij en die nog aanpassingsvermogen hebben om een ander beroep te leren. Als daar van de zijde van de land bouw en van de overheid niet zo spoe dig mogelijk maatregelen tegen wor den genomen, zal ons platteland bin nen weinige jaren voor een totaal ge brek aan landarbeiders staan. Met deze maatregelen bedoelen wij echter geenszins het tegengaan van de keuze van een ander beroep, doch het aan trekkelijker maken van het landwerk. Tenslotte is het ook niet alles om dag in dag uit in de tredmolen van een fabriek te staan, waar men steeds het zelfde en vaak geestdodende werk ver richt, terwijl op een boerderij bijna al tijd afwisseling genoeg is en men bo vendien het grootste deel van de dag buiten vzerkt. Wat zijn nu de voorwaarden voor het vasthouden van de arbeiders op de boerderijen? In grote trekken twee problemen. Het eerste is dat van het loon en het tweede van de huis vesting. Om een bestaan op te bouwen, dat ten volle als menswaardig kan worden beschouwd moet een man zijn gezin voldoende inkomen kunnen aan bieden en een behoorlijke woning. Nu is het met het inkomen, zoals we reeds zeiden, nog steeds magertjes gesteld, maar de mogelijkheid om dit loon te verhogen is, vooral in de toe komst, niet zo gering als men op het eerste gezicht zou menen. Wij beleven thans immers een periode van snelle mechanisatie van het bedrijf en juist in deze mechanisatie zit het middel om hóger loon te kunnen betalen. Een arbeider, die met machines werkt, verzet meer werk dan een man met de schop of met een ploeg met paarden en bijgevolg kan hij beter betaald worden. Daardoor opent de machine de gelegenheid om met korter ar beidsuren toch een hoger inkomen op te leveren. Dit geldt zowel in de ak kerbouw als in de veeteelt, want ook het veehoudersbedrijf zal zich nood gedwongen meer moeten gaan rich ten tot het gebruik van melkmachines. En daar ook met de machine per uur meer koeien kunnen worden gemolken dan met de hand, zit ook hierin een SNEEKER NIEUWSBLAD Redacteuren: L. KIEZEBRINK en C. SMIT Redactie-adresKLEINZAND 7 - SNEEK trap op om te zien wie het is, die mijn eenzaamheid deelt... Een ge daante zie ik, die voor mij -uit de trap opklimt. Ze heeft mij ook bemerkt en een lichte kreet toont haar schrik en verrassing. Aan die kreet hoor ik, dat het een vrouw is. Het schijnt mij toe, dat ze pogingen doet om mij te ont vluchten, maar ik volg haar tot boven aan de galerij en daar is geen kans meer voor haar om mij te ontvluchten. Hierboven is het nog niet helemaal donker, duidelijk kan ik het gezicht van een vrouw onderscheiden, het is een Sjoedra, een vrouw uit de laagste kaste, haar gelaat is regelmatig en trots van uitdrukking. Thans is ze echter dodelijk beangst, ze valt voor mg op haar knieën en strekt haar handen naar mij uit. Ze spreekt tegen mij, maar ik ver sta er geen enkel woord van. Het domme schepsel vreest natuurlijk, dat ik in mijn heiligheid haar verpletteren wil... smekend klinkt haar stem, do delijk bevreesd is zij voor mij... Dan begin ik te spreken, ik schreeuw haar toe, dat ze mij de weg moet wijzen, om hier vandaan te komen... „Ik ben een Europeaan”, schreeuw ik haar toe, „ik heb met jullie Hindoegedoe niets te maken, ik wil hier vandaan...” Ze kijkt mij in stomme verbazing Kantooi vooi Abonnementen: Fa. KIEZEBRINK Co. KLEINZAND 7 - Tel 2872 DE TOESTAND IN DE LANDBOUW. De Stichting voor de Landbouw heeft een nota gezonden aan mi nister Mansholt, waarin zij een uit eenzetting geeft van de wensen die in kringen van land- en tuinbouw leven ten aanzien van het prijzen- beleid op agrarisch gebied. De nota gaat uit van de noodza kelijkheid, dat de Overheid een zekere stabiliteit in de prijzen waar borgt, op een zodanig peil, dat boer en landarbeider een redelijk bestaan is gewaarborgd. In dit verband wordt gewezen op het „gerechtvaar digde verlangen, dat het landarbei- dersloon gelijkgesteld wordt met <Je beloning in vergelijkbare takken in het overige bedrijfsleven. In de nota wordt gewezen op de slechte resul taten van de landbouw in het boek jaar 1946’47, in het bijzonder in het veehouderijbedrijf en in de ge mengde bedrijven, terwijl de Stich ting ook voor het lopende boekjaar een vermindering van het agrarische inkomen verwacht. De Stichting dringt aan op cor rectie der prijzen met terugwerken de kracht. Zij ziet echter het stre ven der regering om door middel van toeslagen op de consumenten prijs de prijzen voor het publiek laag te houden als een rem op de moge lijkheid de prijzer der landbouwpro ducten te verhogen. Andere wensen van de Stichting zijnEen voorlopige compensatie- toeslag van 50 gulden per hectare op de lichtere gronden; een over- bruggingstoelage tot ten hoogste 90 gulden per hectare voor bedrijven kleiner dan 8 ha, die niet in het zee kleigebied liggen; voor groenten een vergoeding van die standaard producten, welke 70 pct. van de kostprijs van 1945 niet hebben opge bracht en voor de meer speculatieve producten, welke 50 pet, niet hebben gehaald. het koste wat het kost... Het is stik donker daar op die trap, ik zie mijn begeleidster niet meer, ik moet mijn handen uitstrekken om mij te verze keren, dat zij nog in mijn nabijheid is. Het arme schepsel is dodelijk beangst, we gaan naast elkander de trap af, ze mag mij niet onsnappen, ik ga de zelfde weg, die zij zal gaan... Op een gegeven moment echter voel ik dat zij verdwenen is; ik tast in het rond, maar ik voel haar niet meer. Alleen lijkt het mij, dat ik in de verte het geluid hoor van haar voetstappen... Mooi!... Hier is dus een uitgang! Tastend in het rond tracht ik de deur of de opening te ontdekken, waardoor de vrouw verdwenen is. •Maar ik ontdek enkel een rond gat, maar als ik er met mijn stok in steek, vind ik nergens een steunpunt. Er is aan de andere kant van het gat niets anders dan een vlakke muur... Ik steek mijn halve bovenlijf door het gat en tast met mijn stok overal in het rond... Ik voel niets... Ik besef, dat het onmogelijk is om nu in het donker mijn onderzoek voort te zetten. Het feit intussen, dat ik heb ontdekt, dat hier ergens een deur moet zijn, de een of andere uitgang, vervult me reeds met hoop... Ik klem de stok stevig in mijn vuist... Morgen HET SINT-NICOLAASFEEST VAN DE O.L.S. IN SNEEK. Donderdag 4 December vierden de eerste en tweede klassen van de la gere scholen hun Sint-Nicolaasfeest. Dit droeg een intiem karakter. Hoog tepunten waren een vertoning van de poppenkast en... het bezoek van Sin terklaas. Overal had de grijze kin dervriend ruim de tijd om zich met de Maar het is niet alleen het keur, ook kinderen te bemoeien. Vaak raad pleegde hij zijn beroemde grote boek, waarin de goede en slechte daden van ieder kind staan opgetekend. De Sint was bepaald erg tevreden, want hij gaf met gulle hand snoep, fruit en speelgoed, ’s Avonds vond in Amicitia de generale repetitie plaats van het toneelspel: Joppie bij de Zigeuners, door J. Bouber. Voor vele Snekers, ouders en intekenaren is deze „Gene rale” een vaste uitgangsavond. Inder daad zorgt regisseur C. Smit met zijn toneelgroepje, gekozen uit onderwij zend personeel en enkele andere krachten, ieder jaar voor een mooie avond. Ook nu werd vlot gespeeld op een goed verzorgd toneel. De ver tolking van de hoofdrol, Joppie, was alleraardigst. Jim en Pedro warei} een paar fijne zigeuners. Ook de vrouwen rollen zaten in goede handen. Wie zong zo mooi dat liedje achter de dan niet zo heel groot, dan gelooft schermen? In de pauzes had de heer men het wel. Echter kan de eventuele -J- exporteur altijd terecht bij de Kamer van Koophandel, waar men steeds be reid is om alles te doen wat in het vermogen ligt. Om de zakelijke be langen van de exporteurs te vergro ten is er door de Kamer van Koop handel te New York voorgesteld om 10 van de export-opbrengst aan deviezen de exporterende zaak ten góede te laten komen. Het is geble ken dat men in Den Haag niet afwij zend tegenover dit voorstel staat. Dan is er nog een ander voorstel en wel om de exporteurs export-combina- ties te doen vormen, daar men alleen kan slagen, indien er zg. pools wor den gevormd. Men moet daar nu een maal adverteren en de daaraan ver bonden hoge kosten kunnen alleen ge zamenlijk worden gedragen. Verder lijkt het mr. Zwarensteyn noodzake lijk, dat een door allen gelijkelijk te gebruiken kwaliteitsmerk werd ge voerd. De uit te voeren producten zou den dan aan bepaalde eisen moeten voldoen, hetgeen zou kunnen worden vastgesteld door een zelf te benoe men vertrouwensman. Zou men er in slagen in Amerika voor de Friese pro ducten een markt te veroveren, dan openen zich voor ons gewest wijde perspectieven. Misschien zou het dan mogelijk zijn hier meer mensen te houden dan nu het geval is. Het vorig jaar vertrok ken er tenminste 4912 meer dan er zich vestigden, zoals bleek uit het overzicht van de loop der bevolking in onze provincie. Toch is het aantal inwoners van Friesland gestegen en Y/el van 453.109 tot 456.623 dus met een totaal aantal van 3514. Het aantal mannen vermeerderde van 227.592 tot 229.656 en het aantal vrouwen van 225.517 tot 226.967. Dit is in hoofdzaak te danken aan het ge- boorte-overschot. In 1946 werden er nl. 4390 mannen en 4036 vrouwen meer geboren dan er zijn overleden. Het blijkt dus dat er in Friesland meer mannen zijn dan vrouwen, wat op vele plaatsen, vooral in de grote steden, juist andersom is. Dat Friesland ook op het gebied van de beeldende kunsten in Neder-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1947 | | pagina 1