I
I
I
Statenkring Sneek Christ. Hist. Unie
Buitenlands Overzicht
DE CANADESE ERFENIS
14
Oiiicieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST
1
s
1
Rede van het Tweede Kamerlid de heer Krol
J,
3e JAARGANG No. 45
VRIJDAG 11 JUNI 1948
te
r
I.
k
l
I
FEUILLETON
MM
A
1.
t
f
Wordt ysrvQjgd.
R
i
ia
mo-
r
->
ti
r
waarbij hij zijn gehoor bepaalde
hoogste beginselen, waarom het
NIEUWE KONINKLIJKE TREIN
OVERGEDRAGEN.
In de oorlog is de koninklijke trein
geheel verwoest. Hij is thans vervan
gen door een nieuwe, welke de direc-
teur-generaal der Nederlandse Spoor
wegen, ir. F. Q. de Hollander, Maan
dag op het station Resteren, tijdens
haar bezoek aan de Betuwe, aan H.
M. de Koningin heeft overgedragen.
De nieuwe trein bestaat uit twee
wagons.
iCantoor *001 Abonnementen!
'a. CIEZEBRINK Jo.
KLEH4ZAND 7 - Tel 2872
Ab.-prijs *2.50 per half iaa'
Franco per post
f3.75 per halt iear
tuur overlevert; hernieuwde pogingen
in België om een verzoening met ko-
ning Leopold tot stand te brengen; het
feit, dat de wapenstilstand in Palestina
nog steeds niet is tot stand gekomen,
hoewel beide partijen hun toestemming
er toe gaven.
WAPENSTILSTAND IN PALESTINA.
De wapenstilstand schijnt heden te
zullen ingaan, beide partijen hebben
zich verenigd met de voorwaarden van
graaf Bernadotte dienaangaande. De be
middelaar is thans bezig voorstellen
voor een werkelijke vrede, welke ge
steund zouden worden door Engeland en
de Ver. Staten, voor te bereiden.
IMPORT VAN KERSEN
UIT BELGIE.
Vanaf Woensdag jl. is de import
van kersen uit België weer mogelijk
voor erkende groothandelaren in
groenten en/of fruit, aan wk door het
Bedrijfschap voor Groenten en Fruit
een invoervergunning is uitgereikt.
Zulk een vergunning betreft de in
voer van ten hoogste 5 ton kersen, en
heeft een geldigheidsduur van 8 werk
dagen zonder mogelijkheid van ver
lenging Voor de betaling der aan het
Bedrijfschap verschuldigde heffing en
administratiekosten moet per 5 ton
product een waarborgsom worden ge
stort van 2000. De invoer is uitslui
tend toegestaan via 'de grenskantoren
Wernbout en Eysdenland, waar de
ambtenaren hun controle uitsluitend
i overdag uitoefenen. In het kader van
het door de Benelux-landen met
elkaar overeengekomene ten aanzien
van minimum-prijsstellingen voor te
warmte, in haar gewekt. Waarom had hij haar tot het
schrijnende besef van haar eenzaamheid gebracht?
Evelyn kon niet vermoeden, dat Eric meende haar juist
door die zoen een steuntje te hebben gegeven. Hij had
het gedaan, zoals hg een vriend een stevige klap op zijn
schouder zou hebben gegeven. Hij had er geen ver
moeden van, dat hij bijna de laatste weerstand onder
het strijdende meisje had weggeslagen.
„Eric is weg en zwerft onbezorgd rond en ik moet hier
blijven en tegen een overmacht vechten”. Misschien dat
zij straks, als ze weer op de boerderij was n de
grond, waaraan zij zich had gewijd onder de voeten
voelde, haar rug weer zou spannen, maar voor het
ogenblik voelde ze zich geslagen en ze zag tegen de
bezoeken, die ze zich voorgenomen had, op als tegen
een berg.
Midden in deze niet opwekkende overpeinzingen over
de kansen, die haar nog overbleven, vernam ze buiten
het onregelmatige en toch rhythmische geklepper van
paardenhoeven.
„Daar gaan paarden”, dacht Evelyn onder haar mis
troostig gepieker door, „paarden, die wij missen, die
wij hard nodig hebben, paarden van een ander,
paarden, die voor mij onbereikbaar zijn, paarden, die
deze deur voorbijgaan”.
Niets was meer geschikt om haar neerslachtige ge
dachten te versterken en ze had moeite om niet in
tranen uit te barsten. Zozeer was ze op dat moment
met haar eigen gedachten bezig, dat ze niet eens op
merkte hoe het geluid der stappende paarden niet weg
stierf, maar plotseling ophield.
Ze schrok pas op, toen ze de voordeur hoorde open
gooien een een stem riep: „Hallo Evelyn, waar zit je?”
„O, daar is Erie toch nog”, dacht ze, „die komt even
goedendag zeggen voor hij verder trekt”.
Ze sprong op, maar de gedachte aan hun afscheid van
Verschijntt
DINSDAGS en VRIJDAGS
Bweau voor Advertenties i
Fa. DRIJFHOUT
GROOTZAND 55
Telefoon 3005
Advertentieprijs 1 5 ct. per m.m-
Bij contract (handelsadv.) lager
zouden worden genodigd en de A.R. niet,
de C.H met daarin moeten trappen.
Maar gezien een dergelijke houding is
het dan billijk dat wij met medeweten
van prof. Gerbrandy en J. Schouten
door Rijkseenheid buiten de deur wor
den gegooid?
Wg pleiten ook bij deze verkiezingen
weer voor een nationaal kabinet. Wij
wensen voor alles ons volk te waar
schuwen tegen het gif van de klassen
strijd, tegen de eenzijdige omzetting van
het proouctie-apparaat naar de geleide
economie. Wij C.H. komen ook thans tot
ons volk met de verkondiging van de
broederschap in Christus, indien men
zich tot God wil keren kan met vrucht
worden samengewerkt tot opbouw van
het vaderland.
Spr. beantwoordde nog enige vragen,
voor zover die de Indische kwestie be
treffen, vindt men die beantwoording
verwerkt in het verslag hierboven.
Ds. Verbaas sprak een bezielend
woord
bij de
gaat.
De
Hoe laat zou het nu zijn? Misschien drie uur. De lucht
begon al te breken. Je kon nu niet ergf 3 iemand op
kloppen en vragen, of hij paarden te koop had. Dan
toch maar eerst naar het hotel en wat slapen.
„Wek me om zeven uur”, schreef hij op zijn deur, toen
hij eenmaal binnengekomen was door de achterdeur, die
altijd opengelaten werd voor de laatkomers. Twee
minuten later lag hij in bed en de slaap maakte zich
zonder verdere complimenten van hem meester.
Om zeven uur had hij eerst moeite om wakker te wor
den op het geroffel op zijn deur, maar toen de gedachte
aan de paarden door zijn hoofd schoot, wipte hij er
meteen uit en waste zich stevig met ijskoud water. Dat
deed goed! Die enkele uren slaap hadden hem wêer ge
heel opgeknapt. Hij was een man in de kracht van zijn
jonge jaren en een stootje kon hij wel verdragen. Zijn
achterhoofd stak nog een beetje, maar dat was een
kleinigheid. In de groezelige gelagkamer at hij een
stevig ontbijt en ging toen op pad naar de zagerij, waar
hij die nacht paarden had horen stampen.
Hij bleek de onderbaas te kennen en het geluk was met
hem, want ze konden wel een span missen. Eric ver
telde, tdat hij ze nodig had voor een ontginning, liet de
man in de waan, dat hij voor eigen rekening begon en
kreeg het span ten slotte los voor driehonderdveertig.
Hij schreef een chèque en terwijl de onderbaas even
telefoneerde naar de bankdirecteur om te horen, of het
in orde was met die chèqut, bracht Eric zijn paarden
'buiten. Het waren twee bruinen. Niet zo heel jong
en
op een prik en waren
en gevolgd door
SELECTIE VOOR HET
VOORTGEZET ONDERWIJS.
De Minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen heeft een
commissie ingesteld, die hem moet
adviseren over:
a. Aan welke eisen een onderzoek
moet voldoen om een goed oordeel te
vormen inzake de aanleg van jeug
dige personen, in verband met de
voor hen meest geschikte onderwijs
instelling van Nederland;
b. Welke maatregelen getroffen
kunnen worden rekening houdend
met ieders persoonlijke vrijheid op
dat de toelating tot de onderwijs
instellingen enerzijds slechts mogelijk
zal zijn en anderzijds zoveel
gelijk bevorderd worden voor diege
nen, die op grond van hun aanleg
daarvoor in aanmerking komen.
Tot voorzitter werd benoemd Mr. J.
Cramer te Assen, tot vice-voorzitter
Prof. De Quay te ’s-Hertogenbosch.
Uit Friesland heeft in deze commissie
zitting de heer H. Algra te Leeuwar
den.
dat dit laatste gebeuren zal zowel tus
sen de Westelijke geallieerden onder
ling als met het Duitse volk en met de
Russen. Van het verdere nieuws ver
melden we: het aftreden van president
Benesj, die daarmede de verplichting
ontgaat de nieuwe grondwet te tekenen,
welke Tsjecho-Slowakije aan de dicta-
en wederopbouw van West-Duitsland,
eerst daarvan iets terug willen zien voor
er van schadevergoeding aan de andere
huurlieden iets kan komen. Al mag de
Benelux meepraten, tenslotte delen deze
groten de lakens uit; ook al weer niet
geheel ten onrechte trouwens omdat ze
zulke enorme bedragen aan West-
Duitsland ten koste leggen en het leeu
wendeel der bezettingslasten moeten
dragen, zolang Duitsland nog militair
toezicht nodig heeft. Al met al zal er
van alle partijen, zowel van de zijde der
Ver. Staten en Engeland, van die der
Benelux als van Duitsland zelve veel
goede wil en begrip voor eikaars moei
lijk- en mogelijkheden nodig zijn om tot
een bevredigende oplossing te komen.
Zelfs Engeland toont nauwelijks vol
doende neiging om de gevoeligheden van
zijn bondgenoten op het vasteland van
Europa te ontzien. Blijkens uitlatingen
van de hoogste Engelse militaire auto
riteiten in Duitsland streeft men daar
reeds naar een verbroedering met de
Duitsers, welke niet eerder op haar
plaats lijkt, dan nadat dezen van hun
goede wil nu eens nadrukkelijk hebben
blijk gegeven. En ook de houding der
Ver. Staten wordt in West-Europa nau
welijks begrepen. Het zou Engeland,
Frankrijk en de Benelux bijv, al heel
wat waard zijn als de Ver. Staten zich
tot militaire steun aan de Westelijke
Unie verplichtten in geval van agressie
van een andere mogendheid, wat de
vrees voor nieuwe Duitse agressie aan
zienlijk minder zou doen worden en de
Duitsers zou beletten te speculeren op
die vrees en daardoor soepeler maken.
Men weet eigenlijk nog niet recht wat
men aan de Ver. Staten heeft. Zelfs niet
op het gebied van de Marshallhulp,
welke het Amerikaanse Huis van Afge
vaardigden maar ruwweg verminderde.
Het is mogelijk, zelfs waarschijnlijk dat
de Senaat ditmaal die vermindering on
gedaan zal maken, maar het verschijn
sel als zodanig wijst op onberekenbare
factoren in de Amerikaanse politiek,
welke zeer nadelig voor Europa kunnen
zijn. Er wordt zelfs gezegd dat het
Huis van Afgevaardigden het besluit
tot vermindering van de Marshallhulp
nam in de mening dat Rusland toena
deringspogingen tot het Westen deed
en Europa daardoor in staat zou zijn
zelf wat meer aan zijn economische op
bouw te doen. Nergens is echter nog
van die geneigdheid tot toenadering in
omlijnde vorm gebleken. 'Wel schijnén
de Russen in hun Duitse bezettingszóne
wat soepeler tegen de bevolking op te
treden, maar men wijt dit veelal aan
Russische tactiek om als de Westelijke
geallieerden een West-Duits statencom
plex op federale grondslag oprichten,
een Oost-Duitse staat te stichten ge
grond op de eenheidsgedachte van het
Duitse rijk, welke op de bevolking van
West-Duitsland de nodige aantrekkings
kracht zou moeten uitoefenen om haar
de plannen van de Westelijke geallieer
den te doen saboteren. Zo ziet men dat
4 jaar na de invasie de Russen heb
ben op de herdenkingsdatum gezegd dat
die invasie eigenlijk helemaal niet no
dig geweest was, ze hadden het alleen
wel af gekund! en 3 jaar na de be-
vrijding we nog maar heel weinig zijn
opgeschoten met het grote vraagstuk
van de vrede met Duitsland. Wat nu
voor ons ligt, het zeslandenplan heeft
nog geenszins die algemene steun en in
stemming verworven, welke het tot een
werkelijke basis voor die vrede zouden
maken. Het enige voordeel dat het er is,
is dat men nu een plan heeft waarover
men eens kan praten, er worden zekere
lijnen gegeven. Hetgeen natuurlijk ook
weer zijn gevaren meebrengt, omdat
men eindelijk eens niet meer in de
ruimte kan praten, maar zich moet be
perken tot hét ontwerp en dus de ver
schillen van mening scherper aan het
SNEEKER NIEUWSBLAD
Redacteuren: L. KIEZEBRINK en C. SMIT Redactie-adresKLEINZAND 7 - SNEEK
voorzitter, de heer W.
Nauta, die bij de opening had doen
zingen Ps, 86 6, enkele verzen uit Ps.
95 had gelezen, en was voorgegaan in
gebed, liet aan het slot van de avond,
na de sprekers dank gebracht te heb
ben, Ps. 86 3 zingen en sloot met dank
gebed.
De besluiten der zeslandenconferentie
Ver. Staten, Engeland, Frankrijk en
de Benelux te Londen over de toe
komst van West-Duitsland zijn thans
gepubliceerd. Overeenstemming is be
reikt over het volgende: 1. Internatio
nale controle van het Ruhrgebied door
een lichaam, dat is samengesteld uit
vertegenwoordigers van Engeland, de
V. S., Frankrijk, Nederland, België,
Luxemburg en Duitsland. 2. Instelling
van een constituerende vergadering
voor West-Duitsland. De militaire gou
verneurs van de drie Westelijke bezet-
tingszónes van Duitsland zullen een
vergadering bijeenroepen van de mi-
nister-presidenten der Duitse staten in
hun zóne. De minister-presidenten zul
len gemachtigd worden een constitu
erende vergadering voqr geheel West-
Duitsland bijeen te roepen, die tot taak
heeft de grondwet voor een toekom
stige West-Duitse regering voor te be
reiden. 3. De vorming van een militaire
veiligheidsraad voor de Westelijke zónes
van Duitsland gedurende de periode,
dat Duitsland bezet is. Als dé bezetting
is geëindigd, zo zijn de zes landen over
eengekomen, zal in het Westen een
systeem van controle en toezicht op de
industrie worden gehandhaafd ter waar
borging van de ontwapening en de de-
militarisatie. Uit de toelichting blijkt,
dat de instelling van een internationaal
contróle-lichaam voor het Ruhrgebied
niet betekent politieke afscheiding van
de rest van Duitsland, het heeft slechts
ten doel een economisch toezicht, dat
zorgt voor een verdeling der producten
van dit gebied over alle landen die sa
menwerken in een economisch program
voor JDuropa met inbegrip van West-
Duitsland zelf en ook wil het voorko
men dat de opeenhoping van industrie
in dit gebied Duitslands militaire kracht
weer ten goede komt, De Franse rege
ring heeft dus in deze haar eisen laten
varen, die beoogden een politieke af
scheiding van het Ruhrgebied, waardoor
ze meende voor altijd gewaarborgd te
zijn tegen nieuwe militaire agressie der
Duitsers. Men zal moeten afwachten of
ook het Franse parlement de nieuwe
regeling zal slikken, deze week nog
schijnt daarover de beslissing te zullen
vallen en vooral de Gaullisten roeren
zich fel. Niet alleen de oplossing van
de kwestie van het Ruhrgebied is
er overigens een van geven en nemen
geweest ook op andere punten is er een
compromis tot stand gekomen. Zo heeft
de Benelux er genoegen mee genomen
dat de door haar verlangde grenswijzi
gingen ten nadele van Duitsland in dit
ontwerp nog niet vastgelegd werden,
doch dat daarover nog zal worden on
derhandeld. Ten deze laten de West-
Duitsers geen onzeker geluid horen, ze
voelen voor die grenscorrecties niets,
zomin als voor de controle op het Ruhr
gebied en zeggen dat het gehele besluit
niet het resultaat is van een vrijwillige
overeenkomst waarbij ook Duitsland
aandeel in de besprekingen had, maar
een opgelegde regeling. Dat klinkt wei
nig vriendelijk, en men kon ook niet
anders verwachten want de Duitsers
hebben tot ‘nog toe weinig begrip
voor de opvattingen der volken, tegen
wie ze agressie pleegden getoond, ze
hebben zich wel altijd verzet tegen
voorstellen der Westelijke geallieerden,
doch nimmer opbouwende voorstellen
daartegenover gesteld. Vaag hebben zij
toegegeven, dat zij verplicht waren de
volken, die leden onder Duitse agressie,
langs economische weg vergoedingen te
verstrekken, maar hoe, hebben zij nim
mer duidelijk gemaakt. Nu is de posi
tie der Duitsers moeilijk, zij verkeren
nog in diepe ellende en nood, welke het
hun moeilijk maakt ook aan hun be
rooide huurlieden te denken, te meer
omdat de grote geallieerden, Engeland
en Amerika, die thans ontzaglijke be
dragen ten koste leggen aan bezetting
senmen van mening scueiper auu nei -■ j-■=-
licht moeten treden. En er is alle kans kinderen.
de ander twaalf jaar oud, maar ze kenden het werk
daardoor voor het doel buiten
gewoon geschikt. Het was kwart voor negen, toen Eric
de paarden bij de halsterriemen nam
het span naar de stad stapte.
Woensdagavond sprak in het Geb. v.
Chr. Belangen voor bovengenoemde
Statenkring het Tweede Kamerlid de
heer Krol uit Haren over: Onze ver
houding tegenover andere partijen. Spr.
betoogde dat het voor de Chr. Hist.
Unie geen vraag was of na de bevrij-
ding het bestaan van chr. partijen nog
gerechtvaardigd was. Niemand kan im
mers een ander fundament leggen, dan
gelegd is, nl. Jezus Christus; de door
Ned. Volksherstel en P. v. d. A. ge
wenste doorbraak door de, de chr par
tijen opgedrongen, antithese-gedachte
maakt o.i. het bepalen van een juist
standpunt tegenover de politieke vraag
stukken van de dag onmogelijk. Spr.
komt het niet toe een oordeel te vellen
over de zielsgesteldheid van die men
sen van rechtzinnige levensbeschouwing
die tot de P. v. d. A toetraden, doch
begrijpt ze geenszins; hij begrijpt het
niet als een predikant op Zondag van de
kansel het „voor of tegen de Christus”
verkondigt, op werkdagen naar verga
deringen gaat, welke niet met gebed
worden geopend en gesloten en waar
rode liederen klinken en die lid is van
een partij waarin over de kerk, planting
Gods in onze bodem, en over het huwe
lijk, waarvan wij de heiligheid belijden,
volgens Vorrink geheel verschillend kan
worden gedacht. Zoals bekend hadden
wij in 1946 een nationaal kabinet ge
wild, doch de P. v. d. A. wenste geen
samenwerking met C.H., A.R., V.B. en
slikte om met de K.V.P. te kunnen sa
menwerken een aantal r.k. desiderata.
Wg waren geenszins begerig in een re
gering te zitten, welke het zo moeilijk
heeft en moet werken met een schuld
van nu al 26 milliard en een begrotings
tekort van 1500 millioen gulden. Zo arm
als de mieren zijn we, maar deze rege
ring doet nog of het geld niet op kan,
er zijn legio ambtenaren, omdat zij de
geleide economie wenst te handhaven,
welke o.i. slechts zo lang moet gelden
als er tekort aan eerste levensbehoeften
is. Eerste eis zij, gegeven onze armoede
dat wij zuinig zijn en hard werken,
waarmede niet gezegd is dat als de C.H.
in de regering zouden hebben gezeten de
grote tekorten hadden kunnen worden
voorkomen. Ons grote bezwaar tegen
•-« regering is, dat ze een gevaar voor
ons koninkrijk vormt. Als we straks H.
M. de Koningin bij haar 50-jarig rege
ringsjubileum gaan huldigen kan het
best zgn, dat we haar een gebroken
koninkrijk hebben aan te bieden. Bij de
Indische kwestie bleek, waarom de P.
V. d. A. bij de kabinetsformatie de r.k.
desiderata had aanvaard, zij kreeg in
ruil daarvoor, door prof. Schermerhorn
de leiding in de Commissie Generaal.
Deze en prof. Logeman en dr. Van
Mook, die inplaats van de stoere Star-
kenborch op de troon van Buitenzorg
kwam, en minister Jonkman, mensen
van de Stuwgroep, die de grondwet niet
juridisch, maar „psychologisch" heten
te bekijken en naar een Indië los van
Holland streven zgn verantwoordelijk
voor wat in Indië is gebeurd. Het was
ook de eis van de P. v. d. A. en niet die
van de Veiligheidsraad welke leidde tot
het stopzetten van de politiële actie,
een stopzetting, door de Amerikaanse
consulgeneraal te Batavia een stommi
teit genoemd omdat binnen nog twee
maal 24 uur het Djocjase broeinest zou
zijn uitgeroeid. Overigens had o.i. van
Kleffens de vergadering van de Veilig
heidsraad moeten verlaten, toen men
met 1 kind daar besluiten nam, welke onze souve-
i reiniteit aantastten. Al met al heeft on-
achter; J Gouw te Velp35 jaar en
ongehuwd; H. van 00 verschrikkelijke verantwoordelijkheid
op zich genomen, men denke ook maar
eens aan -
ONTPLOFFING IN EEN BUNKER.
5 doden.
Dinsdagmorgen omstreeks half 12
is in een grote bunker aan de Ko
ningsweg te Schaesbergen, bij het
vliegveld Deelen een ontploffing ge
beurd die aan vijf personen het leven
heeft gekost. In deze omgeving is de
Mijnenopruimingsdienst, in samenwer
king met de Hulpverleningsdienst uit
Arnhem, al geruime tijd bezig de bos
sen van munitie en verder ontplofbaar
materiaal te zuiveren, dat dan in de
grote, door de Duitsers gebouwde
bunker „Rijzenburg” wordt opgesla
gen. Deze bunker ligt aan de Ko
ningsweg tegenover het vroegere sa
natorium „Koningsheide”. Toen die
ochtend vgf leden van de Hulpverle
ningsdienst, alle burgers in Arnhem
woonachtig, zich in de bunker be
vonden, heeft zich een zware ontplof
fing voorgedaan. De slag was tot ver
in de omtrek te horen en tot op enige
kilometers afstand dreunde de grond.
In de omliggende huizen sprongen alle
ruiten, doch véél schade werd verder
niet aangericht, omdat de bunker in
de bossen is gelegen. Van vele zijden
snelde men toe, doch veel hulp kon
niet meer geboden worden. De vijf
personen, die zich in de bunker be
vonden, waren op slag gedood; de
stoffelijke resten zijn inmiddels ge
borgen.
Later bleek, dat de 5 man bezig zijn
geweest een vliegtuigbom van 2Ö00
K.G. te behandelen, die een tweede
ontsteking, waarvan ze niets wisten
moet hebben gehad. De 5 overledenen
zijn: A. van Balkom, 43 jaar, wonen
de te Nijmegen, vader van 6 kinde
ren J. Deckers, 54 jaar oud, wonende
te Tilburg, laat vrouw i-- -
Evelyn was klaar met ontbijten en stond met Mrs. Col
lins te praten. Naar wie zou ze nu toegaan? Ze hadden
in de afgelopen winter hout geleverd aan een grote
zagerij-maatschappij, die in Beaver-Creek een kantoor
had. Zou ze aan die mensen eens voorstellen een partij
hout in voorkoop te betalen Of zou het ook mogelijk
zijn een span paarden te huren?
Ze piekerde over haar toestand, een nieuwe ge
waarwording. Vroeger had ze iedere hinderpaal begroet
met een stortzee van energie, die alle moeilijkheden
eenvoudig wegspoelde. Maar dat ging in dit geval niet
op, ze zat in een strik en wist niet los te komen. Mrs,
Collins kon met alle zorg en alle troost het enige grote,
het enige belangrijke feit niet verzachten, dat ze de
paarden had verloren en geen kans zag dat verlies op
een aanvaardbare manier aan te vullen. Ze had geen
vertrouwen in de pogingen, die zij deze ochtend van
plan was te doen. Die houtkopers zouden haar natuur
lijk ook geen voorschot geven en paarden huren voor
een heel seizoen was heel bezwaarlijk, verondersteld,
dat er werkelijk te huur waren!
Die Eric had gemakkelijk praten; hij had geen zorg
voor een boerderij. Toch wel prettig om geen zorg en
geen verantwoordelijkheid te hebben. Als het je ergens
niet meer aanstond, trok je weg.
Ja, dan trok je weg, zoals hij gisteren weggetrokken
was, dacht ze met bitterheid. Toen had ze een ogenblik
luizslend achter de deur gestaan, die hij dichtgetrok
ken had. Waarom had hij haar gezoend en was hg met-
een weggelopen? Die vluchtige zoen had plotseling een
meer en daardoor wat goedkoper. De een was negen i vrjjwel onvermoede hunkering naar wat innigheid, wat
den, en tegen wier lot in de Kamer nau
welijks wordt geprotesteerd, de chr.
vrouwen van Nederland hebben er ech
ter schande van gesproken. Tenslotte
kwam de regering met een grondwets
herziening opgesteld door een staats
commissie, en het is de houding door de
C.H. kamerfracties tegenover deze
geamendeerde herziening aangeno
men, welke haar het verwijt heeft op de
hals gehaald, 1 zij zouden zijn ge
zwenkt. Wij hebben, dit ontkennen wij
niet, voor een vaag stuk gestemd, maar
wij wisten dat de Nederland goed ge
zinde partijen in Indië, ook de chr., geen
groot vertrouwen in ons beleid hadden.
Wg wilden recht doen aan hun senti
menten en verhinderen dat ook deze
goedgezinden door Djocja werden mee
gezogen. Onder geen enkel beding ech
ter wensten wij mee te doen aan het
breken van het koninkrijk en dat zou
o.i. definitief geweest zijn als de grond
wet zou hebben bepaald dat aan het
hoofd der Unie Koningin Wilhelmina en
haar wettige opvolgers zouden staan.
Wij wensten dat er zou staan dat het
hoofd der Unie de Kroon zou zijn en per
amendement is dat bereikt. Het gaat
nu maar om de vraag of ie regering de
eonsekwenties inziet en aanvaardt van
dit amendement, nl. dat de Unie een af
zonderlijke staat is. Spr. vreest dat zij
er aan zal trachten te ontkomen, doch
in dat geval zullen wij, terwijl wij nu
hebben voorgestemd, dan zeer beslist
tegenstemmen. Deze geschiedenis nu
heeft er toe geleid, dat de heer Schou
ten ons verwijt dat wij zijn gezwenkt,
ofschoon prof. Gerbrandy niet op dat
standpunt staat. Nog eens: ons was het
er om te doen de ons goedgezinde groe
pen in Indië te overtuigen dat het ons
menens was de koloniale verhouding af
te schaffen; wat moeten die groepen
echter bijv, denken van een uitlating
van de heer Bruins Slot in de Kamer,
die geen koloniale verhouding meer
zegt te willen, doch betoogde dat van
Nederlandse zijde het in de Indische
kwestie enkel gaat om vervulling van
Ned. recht, en die dus een regeling wil
over, maar buiten de Indische volken
om. Spr. krijgt de indruk dat in de ver
kiezingspropaganda van A.R. en Rijks-
eenheid-zijde er de nadruk op wordt
gelegd, dat als zij aan de macht komen
er vrijwat ongedaan zal worden ge
maakt. Laat men zich dit toch niet
voorstellen, met bloedend hart zullen
wij de wrange vruchten van de revo
lutie der laatste 2 jaar hebben te aan
vaarden, er is niets meer aan te doen,
de Indische kwestie is een internatio
nale geworden. Trouwens prof. Gerbran
dy heeft zelf erkend dat men Ling-
gadjati niet ongedaan kan maken, maar
Schouten verwijt ons wel „zwenken”
maar zwijgt als de heer Gerbrandy zo
iets zegt. Spr. betreurt het zeer dat
C.H. en A.R. ten opzichte der grond
wetsherziening uiteengingen, maar
heeft, toen dit bleek naar beide zijden
de raad gegeven elkaar niet te ver
ketteren. Het spijt spr., dat de h.h.
Schouten en Bruins Slot zich daaraan
niet houden. Prof. Gerretson staat vol
komen achter onze le en 2e Kamer
fractie, ook al sprak het comité Rijks
eenheid uit dat steun alleen diende ver
leend aan de lijsten der A.R., Welter en
Feuilleteau de Bruyn. Juist naar aanlei
ding daarvan wilde prof. Gerretson
een conferentie tussen spr. en het co
mité doch spr. weigerde dat, nadat dit
comité de C.H. fracties zo zwaar had be
ledigd door te zeggen dat zij hare tak-
t'ek zouden hebben gewijzigd en zijn
gezwenkt. In verband met dergelijke
insinuaties wil spr. hier als zgn per- j
de 18000 Nederlandse onder- soonlijke mening openlijk verklaren dat importeren producten is de minimum-
danen, die nog altijd in concentratie-1 als bij een eventuele nieuwe kabinets- importprijs voor Belgische kersen
kampen rond Djocja worden vastgehou-1 (omatie de C.H. aan de ministertafel vastgesteld op B. frs. 10.per kg.
de vorige avond weerhield haar er van naar de deur te
gaan. Mrs. Collins was intussen al naar de voordeur
gedribbeld; zo’n daverende mannenstem was muziek in
haar oren. Een moment later zwaaide de deur van de
kamer open en Eric, aan de mouw geleid door een
stralende Mrs. Collins kwam naar binnen. Hij’ nam on
middellijk de taak van gids van de oude dame over,
pakte Evelyn bij een arm en nam haar mee naar buiten.
„Waar blijf je? Kom eens even mee, ik heb je wat te
laten zien”.
Verbaasd en lijdelijk liet Evelyn zich gaan. Op de drem
pel van de voordeur maakte Eric een breed gebaar en
zei alleen maar: „Paarden!”
Daar stond een span, de trouwhartige koppen dicht
naast elkaar. Evelyn deed een stap vooruit, keek strak
naar de glanzende, rustige dieren; onwillekeurig lichtte
ze haar handen een beetje op. Ze keek naar Eric, die
vol trots en voldoening zgn nieuwe aanwinst be
schouwde. Dan wendde Evelyn zich weer naar het span.
„Heb je”, begon ze hees, dat een ander zóveel geluk
moest hebben en juist krijgen, wat zij zo sterk ver
langde „heb je werk gekregen op een boerderg, of
misschien bg een houtmolen? Van wie zijn die
paarden?”
„Ja, verdraaid!” bulderend lachte Eric, „ja, ik heb
I werk gekregen en op een boerderijOp jóuw boerderij,
slimmerd! Snap je dat nou niet? Ik kom met die paar
den bij jou werken!”
„Watwat bedoel je?” hijgde Evelyn.
„Ik bedoel, dat ik ze gekocht heb. En jg mag ze zolang
van me hebben. Ik heb ze toch niet nodig. Lijkt je dat
wat?"
Evelyn was stap voor stap naar de paarden gelopen.
Ze ging tussen de twee dieren in staan, legde een arm
om iedere nek en drukte de koppen tegen haar gezicht.
i reiniteit
Hoof, 39 jaar,
wonende te Vught, gehuwd en 6 kin-
deren; Th. Leenders uit Nijmegen
was 47 jaar, gehuwd en vader van 4