Uit een oud Logboek DE LESSEN uit het verleden West-Europa tegen de Coloradokever DIT S tot 11.802 4.984 2.656 5.101 4.734 12.869 GEVONDEN VOORWERPEN. H. HALBERTSMA. i V normale mische Friesland, na Drente, de dunst be volkte provincie van ons land met minder dan de helft van het gemid- devïezenbank, welke voor het verder behandelen van de aanvrage door de competente instanties zal zorg dra gen. v r c i ner is dan Friesland (232.571 tegen 327.257 hectare) telt hetzelfde aantal inwoners en is dan ook met 185 men sen per KM2 IV2 X zo dicht bevolkt. In 1942 had het Friesland ingehaald, maar door de aanhechting van Ter schelling en Vlieland heeft onze pro vincie een paar duizend zielen er extra bjj gekregen en de nabuurprovincle met een neuslengte geslagen, zo lang als het duurt! Volledigheids halve dienen wjj nog aan te tekenen, dat in de laatste oorlogsjaren de plat telandsbevolking van Friesland enigs zins is toegenomen, door terugkeer uit de bedreigde en hongerige grote steden. In het licht van de cijfers over langere perioden is dit echter een in cidenteel verschijnsel zonder blijvende gevolgen. Wat nu is de oorzaak van deze be- volkingsstilstand en -achteruitgang? Zuiver en alleen het vrijwel geheel ontbreken van een behoorlijke, mo derne industrie, die in onze tjjd de grote slokop is van alle bevolkings overschotten en zo nodig ook van elders werkkrachten aantrekt. Wij zien dit in plaatsen als Leeuwarden en Sneek, die wèl behoorlijk groeien, na melijk van 1920 tot 1942 van resp. 43.127 tot 56.009 en van 13.527 tot 17.637, waarna de Friese hoofdstad i van 12.005 5.573 2.865 5.182 5.013 13.195 Ei van horc zull< drie land het leun mar gezi Indi een ling lijkt mal V ninj eigt kun W St H< Sr kc A na a< le rii ut te Si B w si F s< n g it P o d F n F I A de log: dep sen lini has uit _it ter dra onj bij tie: des sat cia zoi olii en: to< eei 1 ve we be: rai in Di F! gen van een urgentieverklaring en een deviezenreisvergunning vervalt. Algemene vergunningen als hoger- bedoeld zullen worden verleend aan ondernemingen, welke kunnen aanto- Velen, vooral onder het soms nuch tere, jongere geslacht, zullen zich bij het lezen van de vorige feuilletons gesteld dè.t zij ze lezen! hebben af gevraagd: „Wat kan ons nu de bele venissen van die oude, bijna geheel uit Sneek verdwenen families, nog sche len?” Zij vergeten daarbij de oude, ware, zegswijze: „In ’t verleden ligt het heden, In het Nu, wat worden zal”. Met andere woorden, wanneer in de economische omstandigheden geen of weinig wijziging van ingrijpende aard is gekomen, is er geen reden om aan te nemen, dat aan de huidige ge slachten niet eenzelfde levensloop be schoren zal zijn: opkomst, bloei, ver val en verdwijning uit de geboorte plaats. Het raakt dus wel degelijk hun eigen belangen en die van hun kinde ren en kindskinderen! Is nu die radicale wijziging inge treden, waarop hierboven wordt ge doeld? Wij menen van niet: immers de bestaansbronnen van Friesland zijn nog voor Vs dezelfde als 100 jaar geleden; de landbouw en met name de veeteelt overheersen de provincie. Men moge wat meer koeien per hectare houden en heel wat meer op het Engelse eiland Jersey, dat voor de Normandische kust ligt, grote aantallen kevers bleken aan te sjoe len, verward in het zeewier. Jersey is de belangrijkste producent van vroe ge aardappelen voor Engeland en heeft er dus ook het grootste belang bij, dat de kever geen vaste voet op het eiland krijgt. Typisch Engels was weer, dat toen de kevers in het aan spoelende zeewier werden ontdekt, de gehele bevolking, ondersteund door de toeristen naar de kust trok en daar zorgvuldig het zeewier op het strand uitkamde. Zo hoopt men het eiland vrij te houden, maar natuurlijk is het veel radicaler de kever aan te grijpen in het gebied, waar hij zich thans bij na onbelemmerd vermenigvuldigt. DE TUBERCULOSE IN ONS LAND. De sterfte aan tuberculose is blij kens het pas verschenen 44e jaarver slag van de Ned. Centrale Vereniging tot bestrijding der tuberculose in 1947 teruggelopen tot zelfs beneden die van 1939, in welk jaar het onge kend lage cijfer 41 per 100.000 van de gemiddelde bevolking was bereikt. Terwijl in 1945 het sterftecijfer per 100.000 van de gem. bevolking was gestegen tot 85.9, was dit cijfer in 1946 46,9 en in 1947 slechts 37.3. Dat is lager dan ooit in ons land is voor gekomen. Het aantal sterfgevallen aan tuberculose was in 1947 3590 te gen 4416 In 1946 en 7959 in 1945. In tussen Is het aantal ziektegevallen tengevolge van tuberculose nog zeer hoog, ook van open tuberculose. 20. gelost 90 ton de pomp dito ge zond volk 21. de pomp lens het schip niets gepasseerd 22. heb ik gelost 100 ton en zijn leeg geworden 24. heb ik aan het schip gewerkt wat nodig 25. toen heb ik niets gedaan ge zond volk 26. zijn wij vertrokken en op gezeild naar bremen de wind Noord goed weer 27. toen zijn wjj gekomen des mor gens te. Bremen met Noordwest wind maar stil verders aan het schip ge werkt wat nodig het schip digt en als wel aanboord Het verdere verloop van de reis ont breekt, en is ook niet te boek gesteld geweest. Toch krijgen wjj nu al een indruk van het soort schip dat de „Ja coba Henderika” geweest moet zijn, en hoe men er mee zeilde. Men had blijkbaar de tijd, en was geheel af hankelijk van het weer. Met zorg wordt elke dag gepeild of er ook wa ter in het ruim staat, terwijl de schip per ons een voorzichtig en degelijk man toelijkt, wiens bekwaamheden geheel berustten op ervaring, niet op boeken- of kaartenkennis. Op geheel dezelfde wijze zullen ook zijn Friese voorouders van vele eeuwen met hun lompe koggen het handelsverkeer langs de Friese kusten hebben onder houden. De grootte van het schip schijnt op gemaakt te kunnen worden uit het geen Postma opgeeft aan geloste goe deren. Maar de genoemde „tonnen” kunnen niet -gewone registertonnen zijn geweest, alleen al omdat een zeil schip van 624 ton al moeilijk in IJme- dam thuis kon horen. Bovendien, op het journaal staat geschreven, dat de Jacoba Henderika een tjalkschip was, terwijl later nog weer gezegd vordt, dat dit schip een hektjalk was, dat wil zeggen een tjalk met een bijzonder soort achter- opboeisel, waarbij het helmbout onder de verschansing door draaide. Der gelijke tjalken waren wel zeewaardig, maar steeds veel kleiner dan hun tweemastzusters, de koftjalken, ter wijl hun tonnenmaat eerder geringer dan groter was dan die van de tjalken voor de binnenvaart, waarbij men het zich kon veroorloven de zeewaardig heid achter te stellen bij het laadver mogen. Wellicht mogen we de 624 ton uitgeladen goederen daarom voor zien van een decimaalteken en aan- nemen dat bedoeld is 62.4 ton. wezer Plazen onderschieden Nam Braak en en Bieren. Het als stuur man anboord gekoon maar de lading onbekend verders aan het schip ge werkt wat nodig was alles goed be vonden aanboord de pomp lens *Voor ons land als geheel mag een verdere verzwakking van de Friese bevolking, die de kern heeft helpen leveren van tal van expansies van Nederlands’ handel en industrie, als een verlies worden beschouwd. Ook economisch en demographisch bezien is de huidige toestand zeker onbevre digend te noemen, en dient verdere industrialisatie althans door middel van grote en gezonde bedrijven, zeker te worden aangemoedigd. Niet voor niets hebben dan ook de Provinciale Staten meegewerkt tot de oprichting van een Technologisch Instituut dat vestiging van meerdere industriën ten doel heeft. Tot dusverre zijn de resul taten nog niet erg zichtbaar en blij ven althans verre achter bij die in andere provincies, waar men wèl op vele plaatsen nieuwe fabrieken ziet verrijzen, die toch uiteindelijk voor de gehele bevolking vermeerdering van inkomsten en meer welvaart beteke nen. Overigens mag men hierover den ken zoals men wil, maar industriali satie komt tóch; doet men het niet zelf, dan komen anderen van bulten en nemen op de duur de winst mee, zoals thans reeds met zulk een groot percentage van de landpachten het geval is. Er is inderdaad „periculum in mora” en de kwestie om verande ring te brengen in de Friese monocul tuur voornamelijk door de stichting van nieuwe bedrijven verdient de volle aandacht van allen, die het wèl menen met het oude Heitel&n! E. A. In deze maand zal een practisch voorbeeld gegeven worden van Euro pese samenwerking. België, Luxem burg, Frankrijk, West-Duitsland, En geland en Nederland zullen gezamen lijk de strij^ tegen de coloradokever aanbinden. Deze strijd kan trouwens alleen succes hebben wanneer hij op Europese schaal wordt gevoerd. Ne derland en Engeland kunnen zelf op hun eigen gebied met grote zorg alle kevers uitroeien, zolang Frankrijk, België en Duitsland door gebrek aan zorg millioenen en millioenen kevers tot ontwikkeling laten komen, is het ónmogelijk de coloradokever te keren. Hier is dus het eerste practische voor beeld van de noodzaak van een „Ver enigd Europa”. Het plan, dat thans wordt uitgevoerd, is een gevolg van een initiatief der Engelse regering. Voor de uitvoering is een centraal fonds bijeengebracht, dat over ruim 2 millioen gulden beschikt. Ook de re gering van Ierland zal zich thans aan sluiten en zelfs de Bulgaarse regering heeft medegedeeld te willen meewer ken. Het zal echter moeilijk zijn een zo afgelegen land er bij te betrekken. Het plan beperkt zich dit jaar tot een krachtdadige behandeling van be schermende stroken ter weerszijden van de grenzen. Deze stroken hebben aan beide zijden van de grens een breedte van 20 km., terwijl de Fran se, Belgische en Nederlandse havens met hun omgeving eveneens een extra zorgvuldige behandeling zullen ondergaan. De deskundigen, die met de uitvoering zijn belast, hebben in middels studiereizen gemaakt naar de verschillende landen om na te gaan in welk opzicht ieder systeem nog te verbeteren valt en men hoopt thans in ieder geval de uitbreiding van de coloradokeverplaag te kunnen stui ten. Het hoofdkwartier is opgeslagen in Brussel. De behar deling zal be staan in minstens drie keer bespuiten of besproeien van de aardappelgewas- sen in de grensstroken en op sommi ge plaatsen zelfs vier keer. Vindt men buitengewoon zwaar geïnfecteerde ge deelten, dan zullen nog krachtiger maatregelen worden genomen, zoals afbranding van gewas, teneinde alle kevers, larven en eieren radicaal te vernietigen. Frankrijk, de infectiehaard In ons eigen land is het met de be strijding ook zonder internationaal toezicht wel in orde. Bij ons worden niet alleen de streken behandeld, die reeds regelmatig infectie met colora dokevers vertonen, maar ook alle an dere aardappelvelden in minder be dreigde streken. Dat dit ook het ge val is in België en Frankrijk is zacht gezegd verre van zeker. Vooral in Frankrijk zal het buitengewoon moei lijk zijn de landbouw ertoe te brengen op grote schaal aan de bestrijding deel te nemen. De Franse boerderijen zijn gemiddeld groter dan de Neder landse en hebben personeel van veel minder kwaliteit. Ook zijn er uitge breide streken met een zeer versnip perde grond en een weinig ontwikkel de bevolking, waar om beide redenen het tot stand brengen van een doel treffende algemene actie bijna onmo gelijk is. Toch zal men de colorado kever alleen onder de knie kunnen krijgen als Frankrijk systematisch wordt gezuiverd, want op het ogen blik is dit land de besmettingshaard van waaruit geheel West-Europa wordt bedreigd. Vooral voor ons land met zijn grote belangen bij de poot- aardappelexport is het een bestaans- kwestie, dat deze Franse infectie haard wordt uitgeroeid. Hoe gemakkelijk de verspreiding van de coloradokevers gaat is in de afgelopen weken weer gebleken, toen Uit de Geschiedenis van Sneek. VLUGGER DEVIEZEN VOOR KORTE ZAKENREIZEN. Binnenkort een nieuwe regeling. Het verkrijgen van deviezen voor korte zakenreizen naar België, Frank rijk, Zwitserland, Italië, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Engeland, Dene marken, Noorwegen, Zweden en/of Finland zal binnenkort aanzienlek worden vereenvoudigd. In overleg met het bureau zaken reizen van het ministerie van Econo mische Zaken heeft de Nederlandse Bank N.V. besloten aan de daarvoor in aanmerking komende ondernemin gen algemene vergunningen te verle nen tot het verkrijgen van reisdevle- zen ten behoeve van leden van haar personeel bij deviezenbanken en wel voor zakenreizen van ten hoog ste 3 dagen naar België en van ten hoogste 5 dagen naar de overige ge noemde landen. Op grond van deze algemene ver gunningen zal de deviezenbank de ge vraagde deviezen kunnen af ge ven op enkele aanvrage van de betrokken on derneming, mits van een hiertoe be- NOODWEER IN ENGELAND. Boven Zuid-Engeland heeft een noodweer gewoed. In afwisseling met onweersbuien kwamen er tropische regenbuien los en vielen er hagel stenen zo groot als knikkers. Vele hui zen werden door de bliksem getroffen. In verschillende streken viel de elec- trische stroom uit. De bliksem sloeg o.a. op het dak van een school te Hatfield, waarin zich 500 kinderen bevonden, van wie echter niet één werd getroffen. In de week van 9 tot en met 15 Juni 1948 werden de volgende voor werpen als gevonden aangegeven; vulpen, de Rapper, 2e Oosterkade 17 geel beursje met inhoud, Ketelaar, Scharnestraat 18leren motorwant, Seinen, 3e Woudstraat; etui met vis haakje, de Groot, 2e Woudstraat 1; een autokrik, Osinga, 2e Zomerrak- buurt 29; etui met vulpen en potlood, Wieringa, Oude Djjk 3; witte hand doek met badpak, Wiersma, Waling Djjkstrastraat 14levensmiddelen kaart, van Manen, Kloosterstraat 30; autoped, v. d. Kooi, Frederik Hen drikstraat 49zilveren ring met steen, Verwey, Oppenhuizerweg 200; tuimel- raamhaak, Postma, Grootzand; aard appelmesje, Postmus, Rozenstraat 9; bankbiljet, Bosscha, Anjelierstraat 5; kussen van kinderwagen, Schumacher Lemmerweg 42kinderkniekous, Leeuwen, Parkstraat 1; inwisselbon- nen K.A. 806, Bureau van Politie; zak steenkool, de Jong, Lemmerweg 72; leren beursje met inhoud^.v. d. Zweep, Looxmastraat 1; damestas, Tjc* terstraat 15; rode ceintuur, Efdé, 3e Z merrakbuurt 19; nikkelen broche, Bureau van Politie; muntbil jet, van Wieren, Kerkgracht 11; broche (zilver), Corbier, Water- poortsgracht 16; padvindersbeurs m. inhoud, Kuipers, Jousterkade 8; zwemkaart, Bureau van Politie; bad pak met handdoek, Hoogstra, le Zo- merrakbuurt 25; shawl, Boersma, 2e Woudstraat 16; oorbel met steen, IJntema, Parkbuurt 16; stuk touw, Hemstra, Franeker Vijfhuizen 16; zakmes, Blom, le Badhuisbuurt 6; sierspeld, Siemonsma, Willem Lode- wlj kst raat 5; rijwiel, Nooitgedagt, Ge dempte Pol 1; paar kinderlaarsjes, Brouwer, Swerissteeg 6; schuifje van naaimachine, Luhoff, Gijsbert Japik- straat 22; zwart babyschoentje, 3e Zomerrakbuurt 20; huissleutel, Bu reau van Politie. NEDERLAND EN DE REPUBLIEK INDONESIË. Het geschil tussen Nederland en de republiek over het aanknopen van buitenlandse betrekkingen van de laatste o.a. met Rusland, is nog niet opgelost. Het republikeinse antwoord op de Nederlandse nota daaromtrent schijnt onbevredigend te zijn. Het ge schil heeft ook tot moeilijkheden in de Commissie van Drie geleid. Het Amerikaanse en Australische lid dier commissie wilden do moeilijkheden uit de weg ruimen door de periode, gedu rende welke de vorming van de Ver. Staten van Indonesië zou worden voorbereid, en gedurende welke peri ode Nederland de souvereiniteit uit oefent, te bekorten. Van Nederlandse zijde werd dit voorstel onaanvaard baar geacht en het Belgische lid der Commissie van Drie, de heer Herre- mans deelde deze mening en weigerde mee te doen aan de actie der andere twee leden der commissie. is stemd aanvraagformulier wordt ge- deze reden ten nauwste met de bruik gemaakt, waardoor het aanvra- noodzaak van distribuering van deze grondstof verbonden. In het algemeen kan worden opge merkt, dat suiker op de wereldmark met schaars is. Er bestaat een rela tief overschot, dat wil zeggen een sur- nen, dat de in de periode 19451948 plus aan voorraden, dat niet is ver- ondernomen reizen economisch waren oorzaakt door verzadiging der con- sumptiegebieden, maar door de pré caire situatie, waarin een aantal Eu- DE SUIKERVOORUITZICHTEN. Ten aanzien van ue laatste tijd her- haaldeljjk in de pers met soms grote stelligheid gegeven berichten betref fende het op handen zjjn van de op heffing der distributie voor jam ver klaart het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, dat zodanige berichten als volkomen uit de lucht gegrepen moeten worden be schouwd. De distributie van jam berust op de omstandigheid, dat jam behoort tot de suiker-houdende producten, en L om Een andere maal iets over de ver dere lotgevallen van de „Jacoba Hen- vertrogken en zjjn de vier eilandden derika”. gepasseerd en den namiddag ten 21 uurre onder wrangero op de re gean-1 kert anders niets bezonders voor ge vallen de wind zuidwest goed weer en digt schip allen wel 14. Des morgens de wind Noordoos’ dikke lugt (wij) nebben geen anker ggeligt het was kontra.’i wind (in de) namiddag de wind Noord harde bries dikke (ligt) de pomp lens hek schip dig als wel en gezond volk niets gepasseerd”. Beschadiging van het blad belet ons verder door te gaan. Het blijkt echter dat de volgende dag het anker weer gelicht wordt, om spoedig de Wezer binnen te lopen. Het journaal vervolgt dan: „17. zijn wij anker opgegaan en zijn elsphet paasserd en zijn des avonds onder Drie ziel geankerd om daar te lossen het schip digt en gezond volk 18 toen heb ik gelost 306 ton en verders aan het schip gewer' t wat nodig was de wind Zuid West digt schip 19 heb gelost 128 ton verders aan het schip gewerkt wat nodig was het „10. Bestent van ijmedam naar de I schip dig melkgift hebben weten te verkrijgen, - piaar rlo oFkiQT» VöliiWioirl van rln volking van deze bestaansbron is ge bleven. Men spreekt in dit verband van „monocultuur”, waarvan Fries land een typisch voorbeeld is. Geluk kig heeft de veeteelt de laatste eeuw de wind mee gehad in diè zin, dat het verbruik per hoofd van vrijwel alle melkproducten, zomede van vlees, aanzienlijk is gestegen, welk proces, zjj het,scherp onderbroken door oor logen, nog steeds verdere voortgang heeft. Dit staat in verband met de stijging van de levensstandaard, het verrichten van intellectueel werk door een groter percentage van de West- Europese bevolking en de meerdere doeleinden, waarvoor melkproducten thans gebezigd worden. Ongetwijfeld zal dit proces voorlopig doorgaan en behoeft men geen ongerustheid te koesteren over de afzetmogelijkheden van de Friese melkproducten, zoals boter, kaas, gecondenseerde melk, enz., zowel hier te lande als in het buitenland. Er is echter een ntó&r. De scherpe concurrentie van de over zeese productielanden en van Dene marken met hunne ruimere productie mogelijkheden, nopen tot een scherpe prijsstelling, wil men niet weer ver vallen in export met staatssubsidie, waarbij de naar Engeland uitgevoerde boter in werkelijkheid... 35 cent per kg. in ’t laadje bracht! Vandaar po gingen om te komen tot verlaging van productiekosten, door verhoging van de melkgift en van het vetpercen tage, maar anderzijds ook door me chanisatie en ontslaan van betaalde maar de afhankelijkheid van de be- J hulp. Ook dit proces is nog niet ten einde, getuige o.a. het mechanisch melken in Amerika, Denemarken en elders en ook reeds hier veldwinnend. De gevolgen van dit uitstotingspro- ces zijn niet uitgebleven. Omdat geen opvanging mogelijk was van de niet meer nodige arbeidskrachten op de boerderij, noch van het jonge ge slacht, moest de geboortegrond wor den verlaten en elders een bestaan worden gezocht. Friesland is dan ook, na ’t kinderrijke Limburg, onder de Nederlandse provinciën degene, die de meeste emigranten levert, in ’t bij zonder aan Utrecht en de beide Hol landen. Geen wonder, dat de bevol king op het Friese platteland niet al leen geen accrès vertoonde, maar zelfs numeriek afnam. Zo zien wij tussen de jaren 1920 en 1942 de be volking van onderstaande gemeenten dalen in Wijmbritseradeel Baarderadeel Rauwerderhem Hem. O. Noordw. Hennaarderadeel Wonseradeel Dit zijn toch inderdaad verontrus tende cijfers, die iets te zeggen heb ben... In dezelfde tijd nam de bevol king van Nederland toe van 6.865.314 tot 9.007.722, dus met 31 Geen wonder dat het percentage van de Friese bevolking, dat in 1880 nog 8.2 bedroeg, in .bcvengenoemoi jaren daalde van 5.6 op 4.8 Thans is deze landen behoort ook Nederland, dat grote zuinigheid moet betrachten bij de besteding van zijn deviezen. Om deze reden moest het streven er op zijn gericht, ter voorziening van de binnenlandse behoefte voor directe consumptie en voor de talrijke be drijfstakken, die suiker als onmisbare grondstof behoeven, slechts de hoogstnodige aanvulling op de suiker productie uit de eigen bietenteelt in het buitenland te zoeken. Inmiddels is door het in werking treden der Marshall-hulp een dollar- bedrag te onzer beschikking geko men, de besteding waarvan nauwge zet dient te worden overwogen. De mogelijkheid is zeker niet bij voor baat uitgesloten, dat een deel dezer dollars ten goede zal kunnen komen aan verhoging van de suiker-import. Van de grootte van deze eventueel te verhogen invoer, èn van de opbrengst van de komende eigen bieten-oogst, hangen uiteraard de kansen af voor de suiker, en daarmede dus voor de suikerhoudende producten, om uit de distributie op bon te worden geno men. Vooralsnog zjjn dit onzekere factoren. Over enige tjjd, naar alle waarschijnlijkheid pas in het najaar, zal de situatie zich zover ontwikkeld kunnen hebben, dat het nemen van een beslissing mogelijk wordt. verantwoord. Ondernemingen, welke menen in aanmerking te komen voor deze rege- kropese landen financi el verkeert. Tot ling, dienen zich te wenden tot een door annexatie van een deel van Leeuwarderadeel op 1 Jan. 1944 nog een sprong maakt tot 74.438 inwoners delde, aangezien op 1 Jan. 1942 in op 1 Jan. 1946 (tegen Sneek 18.248). Friesland per KM2 131 mensen woon-1 De oorzaak van de bevolkingsstil- den tegen in geheel ons land 274. stand ligt dus n i e t in extra lage ge- Groningen, welke provincie veel klei- boorteciffers of in hogere sterfte dan het overige Nederland (integendeel, want Friesland geeft zeer gezonde en demografische cijfers te zien), maar wel degelijk aan econo- omstandigheden. Dit dient vooraf uitdrukkelijk te worden ge constateerd, want indien zulks wèl het geval ware (zoals in Frankrijk, Engeland, Zweden en feitelijk in ge heel West-Europa) zouden voor even tuele verbetering geheel andere mid delen van geestelijke aard te hulp moeten worden geroepen dan thans, nu het zuiver om economische vraag stukken gaat. Men kan daarbij de vraag stellen: betekent industrialisatie meerder levensgeluk voor de bevolking? Of moet men het waarderen, dat men in Friesland nog de ruimte heeft, niet de grote mensenopeenhopingen van el ders, geen of weinig fabrieksschoor stenen, een kleine arbeidersbevolking, kortom, een in hoofdzaak agrarisch gebied heeft behouden tot op de hui dige dag? ’t Is maar van welke ge zichtshoek men het bekijkt. Een toe rist, een zeiler, een oudere persoon, zal er anders over denken dan jonge arbeiders of boeren, die in ’t Heitel&n geen bestaan kunnen vinden en nood gedrongen het elders moeten zoeken, en dit veelal met succes doen ook! Onder de papieren en bescheiden, in het Fries Scheepvaart Museum voorhanden, bevindt zich ook het logboek van de hektjalk „Jacoba Henderika”, thuisbehorende te IJme- dam nabij Molkwerum. IJmedam was de dam, welke het in 1851 droogge legde Flaitmeer afsloot van de Geeuw een ondiepe.poel, waardoor men van de Warnser vaart in de Morra kan ko men. In het hartje van de waterrijke Zuidwesthoek dus. Uit het logboek blijkt niet zonder meer, hoe groot de „Jacoba Henderi ka” was, maar het kan hoogstens 100 ton gemeten hebben. Gezagvoerder en eigenaar was schipper J. A. Postma, die ook het logboek bijhield. Het v^ngt aan'in het jaar 1856 en eindigt met het jaar 1884. Door bemiddeling van de heer L. Frankena te Molk werum kwam het in het Museum. Wanneer men het logboek zo voor zich op tafel heeft liggen, verwacht men in het gehavende en beduimelde boek weinig belangrijks te vinden; maar als men eenmaal de moeite heeft genomen het eens door te bla deren, blijkt het, dat achter de sobere en vaak eentonige zinnen, die de schipper er dag in dag uit in schreef met zijn eeltige hand, een beeld schuilt van het harde en wisselvallige bedrijf van een ondernemend man, die met zijn kiein schip niet bang was ge regeld, ook in de winter, lange reizen te maken langs de Noordzeekust. Vaak kreeg men het schip niet op Ijmedam te zien. Daarvoor moest men liever in Amsterdam, Antwerpen, Bremen of Hamburg zijn. En het journaal begint dadelijk al met een reis van Bremerhaven naar Stettin, om Kaap Schagen, waaruit dus tevens blijkt, dat Postma al vóór 1856 op de Jacoba Henderika gevaren moet heb ben. Wellicht ging er nog een ander logboek aan het onze vooraf, dat ver loren is gegaan. Hoe het ook zij, in 1856 blijkt Postma stukgoed te ver voeren van de ene haven naar de andere, terwijl hij niet afhankelijk blijkt van een reder in Nederland. Hij zal dus de „wilde vaart” bedreven hebben, vracht aannemende waar deze aangeboden werd, voor eigen ri sico. Wegens beschadiging van het log boek kunnen wij hem verder niet op zijn reis volgen. Hij vervoert dan va ten honing, „blauwhout” en „geel hout” In Juni 1856 blijkt hij terug te zijn op ijmedam. Daarvandaan wordt een reis naar de Wezer ondernomen, waarbij te Rendsburg sluizen gepas seerd moeten worden. Dan ontbreekt een gedeelte geheel en ai, totdat wij de Jacoba Henderika op 10 November opnieuw van Ijme dam uit zien zeilen naar de Wezer. Om een indruk te krijgen van de schrijftrant van de schipper, laten we Postma zelf eens aan het woord: 18. Vertrogen de wind zudwest de pomp lens 19. Des namigdag ten 3 uur te Leeuwarden gepasseerd en verders aan schip gewerkt dig schip 20. Van Leeuwarden des morgenen Dokkum gepasseerd als wel aanboord de pomp lens 21. Wij hebben aan het schip ge werkt wat nodig was het schip digt niet gepaasseerd 22. Vertrogten des morgens ten 7 uur van Dokkum en des namigdag ten 2 uur op Dokkumnijzijlen de wind zuidwest de pomp gevissiteerd het schip niets gepasseerd 23. De wind Noordwest aan het schip gearbeid wat onodig de pomp lens 24. Des morgens zijn wij losgerik en zijn wij geankerd en op het strand geraakt en ons tuianker uit gebrakt en er af gekomen de pomp en gepeild maar het schip digt aliens wel 25. den 26 kontrarie wind het schip digt en aan het scheepswerk gearbeid wat nodig was den 27 dito den 28 vriezend een boel sneeuw den 29 dito den 30 de pomp lens en verder aan (het schip gewerkt) wat nodig was den 1 dito en al vriezende alles wel (aanboord) den 2 dito den 3 dito den 4 dito den 5 dito den 6 de de pomp geviezenteert de wind zuid west en onweer dooi 10. Vertrogten des morgen ten tienu. De wind zuidwest harde bries en geklaard te Oosmahorn en verders zijn wij des avens voor het wadt ge komen en geankerd de pomp gepeild digt schip en niet gebeizonders voor gevallen en aliens wel anboord 11. Des morgens zijn wij met den dag anker op gegaand en zijn in de louwers geankerd de wind zuid west goed weer de pomp gevisteerd het schip gedigt alles wel en des avonds ten vijf uur zijn wij voor het wad ge komen en zijn daar geankerd niets gepasseerd 12. Des morgens om 8 uurren heb ben wij ons anker geligt en zjjn onder zeil des middags onder de oordjjk niets anders bezonders voorgevallen de wind zuidwest dikke lugt de pomv gevisteerd het schip digt gezond volk 13. Des morgens ten 8 hebben wjj ons anker geligt en zijn van norderjj

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1948 | | pagina 6