Uit een oud Logboek
DE LESSEN
uit het verleden
West-Europa tegen de
Coloradokever
DIT
S
tot
11.802
4.984
2.656
5.101
4.734
12.869
GEVONDEN VOORWERPEN.
H. HALBERTSMA.
i
V
normale
mische
Friesland, na Drente, de dunst be
volkte provincie van ons land met
minder dan de helft van het gemid-
devïezenbank, welke voor het verder
behandelen van de aanvrage door de
competente instanties zal zorg dra
gen.
v
r
c
i
ner is dan Friesland (232.571 tegen
327.257 hectare) telt hetzelfde aantal
inwoners en is dan ook met 185 men
sen per KM2 IV2 X zo dicht bevolkt.
In 1942 had het Friesland ingehaald,
maar door de aanhechting van Ter
schelling en Vlieland heeft onze pro
vincie een paar duizend zielen er extra
bjj gekregen en de nabuurprovincle
met een neuslengte geslagen, zo
lang als het duurt! Volledigheids
halve dienen wjj nog aan te tekenen,
dat in de laatste oorlogsjaren de plat
telandsbevolking van Friesland enigs
zins is toegenomen, door terugkeer
uit de bedreigde en hongerige grote
steden. In het licht van de cijfers over
langere perioden is dit echter een in
cidenteel verschijnsel zonder blijvende
gevolgen.
Wat nu is de oorzaak van deze be-
volkingsstilstand en -achteruitgang?
Zuiver en alleen het vrijwel geheel
ontbreken van een behoorlijke, mo
derne industrie, die in onze tjjd de
grote slokop is van alle bevolkings
overschotten en zo nodig ook van
elders werkkrachten aantrekt. Wij zien
dit in plaatsen als Leeuwarden en
Sneek, die wèl behoorlijk groeien, na
melijk van 1920 tot 1942 van resp.
43.127 tot 56.009 en van 13.527 tot
17.637, waarna de Friese hoofdstad
i
van
12.005
5.573
2.865
5.182
5.013
13.195
Ei
van
horc
zull<
drie
land
het
leun
mar
gezi
Indi
een
ling
lijkt
mal
V
ninj
eigt
kun
W
St
H<
Sr
kc
A
na
a<
le
rii
ut
te
Si
B
w
si
F
s<
n
g
it
P
o
d
F
n
F
I
A
de
log:
dep
sen
lini
has
uit
_it
ter
dra
onj
bij
tie:
des
sat
cia
zoi
olii
en:
to<
eei
1
ve
we
be:
rai
in
Di
F!
gen van een urgentieverklaring en
een deviezenreisvergunning vervalt.
Algemene vergunningen als hoger-
bedoeld zullen worden verleend aan
ondernemingen, welke kunnen aanto-
Velen, vooral onder het soms nuch
tere, jongere geslacht, zullen zich bij
het lezen van de vorige feuilletons
gesteld dè.t zij ze lezen! hebben af
gevraagd: „Wat kan ons nu de bele
venissen van die oude, bijna geheel uit
Sneek verdwenen families, nog sche
len?” Zij vergeten daarbij de oude,
ware, zegswijze:
„In ’t verleden ligt het heden,
In het Nu, wat worden zal”.
Met andere woorden, wanneer in
de economische omstandigheden geen
of weinig wijziging van ingrijpende
aard is gekomen, is er geen reden om
aan te nemen, dat aan de huidige ge
slachten niet eenzelfde levensloop be
schoren zal zijn: opkomst, bloei, ver
val en verdwijning uit de geboorte
plaats. Het raakt dus wel degelijk hun
eigen belangen en die van hun kinde
ren en kindskinderen!
Is nu die radicale wijziging inge
treden, waarop hierboven wordt ge
doeld? Wij menen van niet: immers
de bestaansbronnen van Friesland zijn
nog voor Vs dezelfde als 100 jaar
geleden; de landbouw en met name
de veeteelt overheersen de provincie.
Men moge wat meer koeien per
hectare houden en heel wat meer
op het Engelse eiland Jersey, dat
voor de Normandische kust ligt, grote
aantallen kevers bleken aan te sjoe
len, verward in het zeewier. Jersey is
de belangrijkste producent van vroe
ge aardappelen voor Engeland en
heeft er dus ook het grootste belang
bij, dat de kever geen vaste voet op
het eiland krijgt. Typisch Engels was
weer, dat toen de kevers in het aan
spoelende zeewier werden ontdekt, de
gehele bevolking, ondersteund door de
toeristen naar de kust trok en daar
zorgvuldig het zeewier op het strand
uitkamde. Zo hoopt men het eiland
vrij te houden, maar natuurlijk is het
veel radicaler de kever aan te grijpen
in het gebied, waar hij zich thans bij
na onbelemmerd vermenigvuldigt.
DE TUBERCULOSE IN ONS LAND.
De sterfte aan tuberculose is blij
kens het pas verschenen 44e jaarver
slag van de Ned. Centrale Vereniging
tot bestrijding der tuberculose in
1947 teruggelopen tot zelfs beneden
die van 1939, in welk jaar het onge
kend lage cijfer 41 per 100.000 van
de gemiddelde bevolking was bereikt.
Terwijl in 1945 het sterftecijfer per
100.000 van de gem. bevolking was
gestegen tot 85.9, was dit cijfer in
1946 46,9 en in 1947 slechts 37.3. Dat
is lager dan ooit in ons land is voor
gekomen. Het aantal sterfgevallen
aan tuberculose was in 1947 3590 te
gen 4416 In 1946 en 7959 in 1945. In
tussen Is het aantal ziektegevallen
tengevolge van tuberculose nog zeer
hoog, ook van open tuberculose.
20. gelost 90 ton de pomp dito ge
zond volk
21. de pomp lens het schip niets
gepasseerd
22. heb ik gelost 100 ton en zijn
leeg geworden
24. heb ik aan het schip gewerkt
wat nodig
25. toen heb ik niets gedaan ge
zond volk
26. zijn wij vertrokken en op gezeild
naar bremen de wind Noord goed
weer
27. toen zijn wjj gekomen des mor
gens te. Bremen met Noordwest wind
maar stil verders aan het schip ge
werkt wat nodig het schip digt en
als wel aanboord
Het verdere verloop van de reis ont
breekt, en is ook niet te boek gesteld
geweest. Toch krijgen wjj nu al een
indruk van het soort schip dat de „Ja
coba Henderika” geweest moet zijn,
en hoe men er mee zeilde. Men had
blijkbaar de tijd, en was geheel af
hankelijk van het weer. Met zorg
wordt elke dag gepeild of er ook wa
ter in het ruim staat, terwijl de schip
per ons een voorzichtig en degelijk
man toelijkt, wiens bekwaamheden
geheel berustten op ervaring, niet op
boeken- of kaartenkennis. Op geheel
dezelfde wijze zullen ook zijn Friese
voorouders van vele eeuwen met
hun lompe koggen het handelsverkeer
langs de Friese kusten hebben onder
houden.
De grootte van het schip schijnt op
gemaakt te kunnen worden uit het
geen Postma opgeeft aan geloste goe
deren. Maar de genoemde „tonnen”
kunnen niet -gewone registertonnen
zijn geweest, alleen al omdat een zeil
schip van 624 ton al moeilijk in IJme-
dam thuis kon horen.
Bovendien, op het journaal staat
geschreven, dat de Jacoba Henderika
een tjalkschip was, terwijl later nog
weer gezegd vordt, dat dit schip een
hektjalk was, dat wil zeggen een
tjalk met een bijzonder soort achter-
opboeisel, waarbij het helmbout onder
de verschansing door draaide. Der
gelijke tjalken waren wel zeewaardig,
maar steeds veel kleiner dan hun
tweemastzusters, de koftjalken, ter
wijl hun tonnenmaat eerder geringer
dan groter was dan die van de tjalken
voor de binnenvaart, waarbij men het
zich kon veroorloven de zeewaardig
heid achter te stellen bij het laadver
mogen. Wellicht mogen we de 624
ton uitgeladen goederen daarom voor
zien van een decimaalteken en aan-
nemen dat bedoeld is 62.4 ton.
wezer Plazen onderschieden Nam
Braak en en Bieren. Het als stuur
man anboord gekoon maar de lading
onbekend verders aan het schip ge
werkt wat nodig was alles goed be
vonden aanboord de pomp lens
*Voor ons land als geheel mag een
verdere verzwakking van de Friese
bevolking, die de kern heeft helpen
leveren van tal van expansies van
Nederlands’ handel en industrie, als
een verlies worden beschouwd. Ook
economisch en demographisch bezien
is de huidige toestand zeker onbevre
digend te noemen, en dient verdere
industrialisatie althans door middel
van grote en gezonde bedrijven, zeker
te worden aangemoedigd. Niet voor
niets hebben dan ook de Provinciale
Staten meegewerkt tot de oprichting
van een Technologisch Instituut dat
vestiging van meerdere industriën ten
doel heeft. Tot dusverre zijn de resul
taten nog niet erg zichtbaar en blij
ven althans verre achter bij die in
andere provincies, waar men wèl op
vele plaatsen nieuwe fabrieken ziet
verrijzen, die toch uiteindelijk voor de
gehele bevolking vermeerdering van
inkomsten en meer welvaart beteke
nen.
Overigens mag men hierover den
ken zoals men wil, maar industriali
satie komt tóch; doet men het niet
zelf, dan komen anderen van bulten
en nemen op de duur de winst mee,
zoals thans reeds met zulk een groot
percentage van de landpachten het
geval is. Er is inderdaad „periculum
in mora” en de kwestie om verande
ring te brengen in de Friese monocul
tuur voornamelijk door de stichting
van nieuwe bedrijven verdient de volle
aandacht van allen, die het wèl
menen met het oude Heitel&n!
E. A.
In deze maand zal een practisch
voorbeeld gegeven worden van Euro
pese samenwerking. België, Luxem
burg, Frankrijk, West-Duitsland, En
geland en Nederland zullen gezamen
lijk de strij^ tegen de coloradokever
aanbinden. Deze strijd kan trouwens
alleen succes hebben wanneer hij op
Europese schaal wordt gevoerd. Ne
derland en Engeland kunnen zelf op
hun eigen gebied met grote zorg alle
kevers uitroeien, zolang Frankrijk,
België en Duitsland door gebrek aan
zorg millioenen en millioenen kevers
tot ontwikkeling laten komen, is het
ónmogelijk de coloradokever te keren.
Hier is dus het eerste practische voor
beeld van de noodzaak van een „Ver
enigd Europa”. Het plan, dat thans
wordt uitgevoerd, is een gevolg van
een initiatief der Engelse regering.
Voor de uitvoering is een centraal
fonds bijeengebracht, dat over ruim
2 millioen gulden beschikt. Ook de re
gering van Ierland zal zich thans aan
sluiten en zelfs de Bulgaarse regering
heeft medegedeeld te willen meewer
ken. Het zal echter moeilijk zijn een
zo afgelegen land er bij te betrekken.
Het plan beperkt zich dit jaar tot een
krachtdadige behandeling van be
schermende stroken ter weerszijden
van de grenzen. Deze stroken hebben
aan beide zijden van de grens een
breedte van 20 km., terwijl de Fran
se, Belgische en Nederlandse havens
met hun omgeving eveneens een
extra zorgvuldige behandeling zullen
ondergaan. De deskundigen, die met
de uitvoering zijn belast, hebben in
middels studiereizen gemaakt naar de
verschillende landen om na te gaan in
welk opzicht ieder systeem nog te
verbeteren valt en men hoopt thans
in ieder geval de uitbreiding van de
coloradokeverplaag te kunnen stui
ten. Het hoofdkwartier is opgeslagen
in Brussel. De behar deling zal be
staan in minstens drie keer bespuiten
of besproeien van de aardappelgewas-
sen in de grensstroken en op sommi
ge plaatsen zelfs vier keer. Vindt men
buitengewoon zwaar geïnfecteerde ge
deelten, dan zullen nog krachtiger
maatregelen worden genomen, zoals
afbranding van gewas, teneinde alle
kevers, larven en eieren radicaal te
vernietigen.
Frankrijk, de infectiehaard
In ons eigen land is het met de be
strijding ook zonder internationaal
toezicht wel in orde. Bij ons worden
niet alleen de streken behandeld, die
reeds regelmatig infectie met colora
dokevers vertonen, maar ook alle an
dere aardappelvelden in minder be
dreigde streken. Dat dit ook het ge
val is in België en Frankrijk is zacht
gezegd verre van zeker. Vooral in
Frankrijk zal het buitengewoon moei
lijk zijn de landbouw ertoe te brengen
op grote schaal aan de bestrijding
deel te nemen. De Franse boerderijen
zijn gemiddeld groter dan de Neder
landse en hebben personeel van veel
minder kwaliteit. Ook zijn er uitge
breide streken met een zeer versnip
perde grond en een weinig ontwikkel
de bevolking, waar om beide redenen
het tot stand brengen van een doel
treffende algemene actie bijna onmo
gelijk is. Toch zal men de colorado
kever alleen onder de knie kunnen
krijgen als Frankrijk systematisch
wordt gezuiverd, want op het ogen
blik is dit land de besmettingshaard
van waaruit geheel West-Europa
wordt bedreigd. Vooral voor ons land
met zijn grote belangen bij de poot-
aardappelexport is het een bestaans-
kwestie, dat deze Franse infectie
haard wordt uitgeroeid.
Hoe gemakkelijk de verspreiding
van de coloradokevers gaat is in de
afgelopen weken weer gebleken, toen
Uit de Geschiedenis van Sneek.
VLUGGER DEVIEZEN VOOR
KORTE ZAKENREIZEN.
Binnenkort een nieuwe
regeling.
Het verkrijgen van deviezen voor
korte zakenreizen naar België, Frank
rijk, Zwitserland, Italië, Oostenrijk,
Tsjecho-Slowakije, Engeland, Dene
marken, Noorwegen, Zweden en/of
Finland zal binnenkort aanzienlek
worden vereenvoudigd.
In overleg met het bureau zaken
reizen van het ministerie van Econo
mische Zaken heeft de Nederlandse
Bank N.V. besloten aan de daarvoor
in aanmerking komende ondernemin
gen algemene vergunningen te verle
nen tot het verkrijgen van reisdevle-
zen ten behoeve van leden van
haar personeel bij deviezenbanken
en wel voor zakenreizen van ten hoog
ste 3 dagen naar België en van ten
hoogste 5 dagen naar de overige ge
noemde landen.
Op grond van deze algemene ver
gunningen zal de deviezenbank de ge
vraagde deviezen kunnen af ge ven op
enkele aanvrage van de betrokken on
derneming, mits van een hiertoe be-
NOODWEER IN ENGELAND.
Boven Zuid-Engeland heeft een
noodweer gewoed. In afwisseling met
onweersbuien kwamen er tropische
regenbuien los en vielen er hagel
stenen zo groot als knikkers. Vele hui
zen werden door de bliksem getroffen.
In verschillende streken viel de elec-
trische stroom uit. De bliksem sloeg
o.a. op het dak van een school te
Hatfield, waarin zich 500 kinderen
bevonden, van wie echter niet één
werd getroffen.
In de week van 9 tot en met 15
Juni 1948 werden de volgende voor
werpen als gevonden aangegeven;
vulpen, de Rapper, 2e Oosterkade 17
geel beursje met inhoud, Ketelaar,
Scharnestraat 18leren motorwant,
Seinen, 3e Woudstraat; etui met vis
haakje, de Groot, 2e Woudstraat 1;
een autokrik, Osinga, 2e Zomerrak-
buurt 29; etui met vulpen en potlood,
Wieringa, Oude Djjk 3; witte hand
doek met badpak, Wiersma, Waling
Djjkstrastraat 14levensmiddelen
kaart, van Manen, Kloosterstraat 30;
autoped, v. d. Kooi, Frederik Hen
drikstraat 49zilveren ring met steen,
Verwey, Oppenhuizerweg 200; tuimel-
raamhaak, Postma, Grootzand; aard
appelmesje, Postmus, Rozenstraat 9;
bankbiljet, Bosscha, Anjelierstraat 5;
kussen van kinderwagen, Schumacher
Lemmerweg 42kinderkniekous,
Leeuwen, Parkstraat 1; inwisselbon-
nen K.A. 806, Bureau van Politie;
zak steenkool, de Jong, Lemmerweg
72; leren beursje met inhoud^.v. d.
Zweep, Looxmastraat 1; damestas,
Tjc* terstraat 15; rode ceintuur, Efdé,
3e Z merrakbuurt 19; nikkelen
broche, Bureau van Politie; muntbil
jet, van Wieren, Kerkgracht 11;
broche (zilver), Corbier, Water-
poortsgracht 16; padvindersbeurs m.
inhoud, Kuipers, Jousterkade 8;
zwemkaart, Bureau van Politie; bad
pak met handdoek, Hoogstra, le Zo-
merrakbuurt 25; shawl, Boersma, 2e
Woudstraat 16; oorbel met steen,
IJntema, Parkbuurt 16; stuk touw,
Hemstra, Franeker Vijfhuizen 16;
zakmes, Blom, le Badhuisbuurt 6;
sierspeld, Siemonsma, Willem Lode-
wlj kst raat 5; rijwiel, Nooitgedagt, Ge
dempte Pol 1; paar kinderlaarsjes,
Brouwer, Swerissteeg 6; schuifje van
naaimachine, Luhoff, Gijsbert Japik-
straat 22; zwart babyschoentje, 3e
Zomerrakbuurt 20; huissleutel, Bu
reau van Politie.
NEDERLAND EN DE REPUBLIEK
INDONESIË.
Het geschil tussen Nederland en de
republiek over het aanknopen van
buitenlandse betrekkingen van de
laatste o.a. met Rusland, is nog niet
opgelost. Het republikeinse antwoord
op de Nederlandse nota daaromtrent
schijnt onbevredigend te zijn. Het ge
schil heeft ook tot moeilijkheden in
de Commissie van Drie geleid. Het
Amerikaanse en Australische lid dier
commissie wilden do moeilijkheden uit
de weg ruimen door de periode, gedu
rende welke de vorming van de Ver.
Staten van Indonesië zou worden
voorbereid, en gedurende welke peri
ode Nederland de souvereiniteit uit
oefent, te bekorten. Van Nederlandse
zijde werd dit voorstel onaanvaard
baar geacht en het Belgische lid der
Commissie van Drie, de heer Herre-
mans deelde deze mening en weigerde
mee te doen aan de actie der andere
twee leden der commissie.
is stemd aanvraagformulier wordt ge-
deze reden ten nauwste met de bruik gemaakt, waardoor het aanvra-
noodzaak van distribuering van deze
grondstof verbonden.
In het algemeen kan worden opge
merkt, dat suiker op de wereldmark
met schaars is. Er bestaat een rela
tief overschot, dat wil zeggen een sur- nen, dat de in de periode 19451948
plus aan voorraden, dat niet is ver- ondernomen reizen economisch waren
oorzaakt door verzadiging der con-
sumptiegebieden, maar door de pré
caire situatie, waarin een aantal Eu-
DE SUIKERVOORUITZICHTEN.
Ten aanzien van ue laatste tijd her-
haaldeljjk in de pers met soms grote
stelligheid gegeven berichten betref
fende het op handen zjjn van de op
heffing der distributie voor jam ver
klaart het Ministerie van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening, dat
zodanige berichten als volkomen uit
de lucht gegrepen moeten worden be
schouwd.
De distributie van jam berust op de
omstandigheid, dat jam behoort tot
de suiker-houdende producten, en L
om
Een andere maal iets over de ver
dere lotgevallen van de „Jacoba Hen-
vertrogken en zjjn de vier eilandden derika”.
gepasseerd en den namiddag ten 21
uurre onder wrangero op de re gean-1
kert anders niets bezonders voor ge
vallen de wind zuidwest goed weer en
digt schip allen wel
14. Des morgens de wind Noordoos’
dikke lugt (wij) nebben geen anker
ggeligt het was kontra.’i wind (in de)
namiddag de wind Noord harde bries
dikke (ligt) de pomp lens hek schip
dig als wel en gezond volk niets
gepasseerd”.
Beschadiging van het blad belet
ons verder door te gaan. Het blijkt
echter dat de volgende dag het anker
weer gelicht wordt, om spoedig de
Wezer binnen te lopen. Het journaal
vervolgt dan:
„17. zijn wij anker opgegaan en zijn
elsphet paasserd en zijn des avonds
onder Drie ziel geankerd om daar te
lossen het schip digt en gezond volk
18 toen heb ik gelost 306 ton en
verders aan het schip gewer' t wat
nodig was de wind Zuid West digt
schip
19 heb gelost 128 ton verders aan
het schip gewerkt wat nodig was het
„10. Bestent van ijmedam naar de I schip dig
melkgift hebben weten te verkrijgen, -
piaar rlo oFkiQT» VöliiWioirl van rln
volking van deze bestaansbron is ge
bleven. Men spreekt in dit verband
van „monocultuur”, waarvan Fries
land een typisch voorbeeld is. Geluk
kig heeft de veeteelt de laatste eeuw
de wind mee gehad in diè zin, dat het
verbruik per hoofd van vrijwel alle
melkproducten, zomede van vlees,
aanzienlijk is gestegen, welk proces,
zjj het,scherp onderbroken door oor
logen, nog steeds verdere voortgang
heeft. Dit staat in verband met de
stijging van de levensstandaard, het
verrichten van intellectueel werk door
een groter percentage van de West-
Europese bevolking en de meerdere
doeleinden, waarvoor melkproducten
thans gebezigd worden. Ongetwijfeld
zal dit proces voorlopig doorgaan en
behoeft men geen ongerustheid te
koesteren over de afzetmogelijkheden
van de Friese melkproducten, zoals
boter, kaas, gecondenseerde melk,
enz., zowel hier te lande als in het
buitenland. Er is echter een ntó&r.
De scherpe concurrentie van de over
zeese productielanden en van Dene
marken met hunne ruimere productie
mogelijkheden, nopen tot een scherpe
prijsstelling, wil men niet weer ver
vallen in export met staatssubsidie,
waarbij de naar Engeland uitgevoerde
boter in werkelijkheid... 35 cent per
kg. in ’t laadje bracht! Vandaar po
gingen om te komen tot verlaging
van productiekosten, door verhoging
van de melkgift en van het vetpercen
tage, maar anderzijds ook door me
chanisatie en ontslaan van betaalde
maar de afhankelijkheid van de be- J hulp. Ook dit proces is nog niet ten
einde, getuige o.a. het mechanisch
melken in Amerika, Denemarken en
elders en ook reeds hier veldwinnend.
De gevolgen van dit uitstotingspro-
ces zijn niet uitgebleven. Omdat geen
opvanging mogelijk was van de niet
meer nodige arbeidskrachten op de
boerderij, noch van het jonge ge
slacht, moest de geboortegrond wor
den verlaten en elders een bestaan
worden gezocht. Friesland is dan ook,
na ’t kinderrijke Limburg, onder de
Nederlandse provinciën degene, die
de meeste emigranten levert, in ’t bij
zonder aan Utrecht en de beide Hol
landen. Geen wonder, dat de bevol
king op het Friese platteland niet al
leen geen accrès vertoonde, maar
zelfs numeriek afnam. Zo zien wij
tussen de jaren 1920 en 1942 de be
volking van onderstaande gemeenten
dalen
in
Wijmbritseradeel
Baarderadeel
Rauwerderhem
Hem. O. Noordw.
Hennaarderadeel
Wonseradeel
Dit zijn toch inderdaad verontrus
tende cijfers, die iets te zeggen heb
ben... In dezelfde tijd nam de bevol
king van Nederland toe van 6.865.314
tot 9.007.722, dus met 31 Geen
wonder dat het percentage van de
Friese bevolking, dat in 1880 nog 8.2
bedroeg, in .bcvengenoemoi jaren
daalde van 5.6 op 4.8 Thans is
deze landen behoort ook Nederland,
dat grote zuinigheid moet betrachten
bij de besteding van zijn deviezen. Om
deze reden moest het streven er op
zijn gericht, ter voorziening van de
binnenlandse behoefte voor directe
consumptie en voor de talrijke be
drijfstakken, die suiker als onmisbare
grondstof behoeven, slechts de
hoogstnodige aanvulling op de suiker
productie uit de eigen bietenteelt in
het buitenland te zoeken.
Inmiddels is door het in werking
treden der Marshall-hulp een dollar-
bedrag te onzer beschikking geko
men, de besteding waarvan nauwge
zet dient te worden overwogen. De
mogelijkheid is zeker niet bij voor
baat uitgesloten, dat een deel dezer
dollars ten goede zal kunnen komen
aan verhoging van de suiker-import.
Van de grootte van deze eventueel te
verhogen invoer, èn van de opbrengst
van de komende eigen bieten-oogst,
hangen uiteraard de kansen af voor
de suiker, en daarmede dus voor de
suikerhoudende producten, om uit de
distributie op bon te worden geno
men. Vooralsnog zjjn dit onzekere
factoren. Over enige tjjd, naar alle
waarschijnlijkheid pas in het najaar,
zal de situatie zich zover ontwikkeld
kunnen hebben, dat het nemen van
een beslissing mogelijk wordt.
verantwoord.
Ondernemingen, welke menen in
aanmerking te komen voor deze rege-
kropese landen financi el verkeert. Tot ling, dienen zich te wenden tot een
door annexatie van een deel van
Leeuwarderadeel op 1 Jan. 1944 nog
een sprong maakt tot 74.438 inwoners
delde, aangezien op 1 Jan. 1942 in op 1 Jan. 1946 (tegen Sneek 18.248).
Friesland per KM2 131 mensen woon-1 De oorzaak van de bevolkingsstil-
den tegen in geheel ons land 274. stand ligt dus n i e t in extra lage ge-
Groningen, welke provincie veel klei- boorteciffers of in hogere sterfte dan
het overige Nederland (integendeel,
want Friesland geeft zeer gezonde en
demografische cijfers te
zien), maar wel degelijk aan econo-
omstandigheden. Dit dient
vooraf uitdrukkelijk te worden ge
constateerd, want indien zulks wèl
het geval ware (zoals in Frankrijk,
Engeland, Zweden en feitelijk in ge
heel West-Europa) zouden voor even
tuele verbetering geheel andere mid
delen van geestelijke aard te hulp
moeten worden geroepen dan thans,
nu het zuiver om economische vraag
stukken gaat.
Men kan daarbij de vraag stellen:
betekent industrialisatie meerder
levensgeluk voor de bevolking?
Of moet men het waarderen, dat men
in Friesland nog de ruimte heeft, niet
de grote mensenopeenhopingen van el
ders, geen of weinig fabrieksschoor
stenen, een kleine arbeidersbevolking,
kortom, een in hoofdzaak agrarisch
gebied heeft behouden tot op de hui
dige dag? ’t Is maar van welke ge
zichtshoek men het bekijkt. Een toe
rist, een zeiler, een oudere persoon,
zal er anders over denken dan jonge
arbeiders of boeren, die in ’t Heitel&n
geen bestaan kunnen vinden en nood
gedrongen het elders moeten zoeken,
en dit veelal met succes doen ook!
Onder de papieren en bescheiden,
in het Fries Scheepvaart Museum
voorhanden, bevindt zich ook het
logboek van de hektjalk „Jacoba
Henderika”, thuisbehorende te IJme-
dam nabij Molkwerum. IJmedam was
de dam, welke het in 1851 droogge
legde Flaitmeer afsloot van de Geeuw
een ondiepe.poel, waardoor men van
de Warnser vaart in de Morra kan ko
men. In het hartje van de waterrijke
Zuidwesthoek dus.
Uit het logboek blijkt niet zonder
meer, hoe groot de „Jacoba Henderi
ka” was, maar het kan hoogstens 100
ton gemeten hebben. Gezagvoerder en
eigenaar was schipper J. A. Postma,
die ook het logboek bijhield. Het
v^ngt aan'in het jaar 1856 en eindigt
met het jaar 1884. Door bemiddeling
van de heer L. Frankena te Molk
werum kwam het in het Museum.
Wanneer men het logboek zo voor
zich op tafel heeft liggen, verwacht
men in het gehavende en beduimelde
boek weinig belangrijks te vinden;
maar als men eenmaal de moeite
heeft genomen het eens door te bla
deren, blijkt het, dat achter de sobere
en vaak eentonige zinnen, die de
schipper er dag in dag uit in schreef
met zijn eeltige hand, een beeld
schuilt van het harde en wisselvallige
bedrijf van een ondernemend man, die
met zijn kiein schip niet bang was ge
regeld, ook in de winter, lange reizen
te maken langs de Noordzeekust.
Vaak kreeg men het schip niet op
Ijmedam te zien. Daarvoor moest
men liever in Amsterdam, Antwerpen,
Bremen of Hamburg zijn. En het
journaal begint dadelijk al met een
reis van Bremerhaven naar Stettin,
om Kaap Schagen, waaruit dus tevens
blijkt, dat Postma al vóór 1856 op de
Jacoba Henderika gevaren moet heb
ben. Wellicht ging er nog een ander
logboek aan het onze vooraf, dat ver
loren is gegaan. Hoe het ook zij, in
1856 blijkt Postma stukgoed te ver
voeren van de ene haven naar de
andere, terwijl hij niet afhankelijk
blijkt van een reder in Nederland. Hij
zal dus de „wilde vaart” bedreven
hebben, vracht aannemende waar
deze aangeboden werd, voor eigen ri
sico.
Wegens beschadiging van het log
boek kunnen wij hem verder niet op
zijn reis volgen. Hij vervoert dan va
ten honing, „blauwhout” en „geel
hout” In Juni 1856 blijkt hij terug te
zijn op ijmedam. Daarvandaan wordt
een reis naar de Wezer ondernomen,
waarbij te Rendsburg sluizen gepas
seerd moeten worden.
Dan ontbreekt een gedeelte geheel
en ai, totdat wij de Jacoba Henderika
op 10 November opnieuw van Ijme
dam uit zien zeilen naar de Wezer.
Om een indruk te krijgen van de
schrijftrant van de schipper, laten we
Postma zelf eens aan het woord:
18. Vertrogen de wind zudwest de
pomp lens
19. Des namigdag ten 3 uur te
Leeuwarden gepasseerd en verders
aan schip gewerkt dig schip
20. Van Leeuwarden des morgenen
Dokkum gepasseerd als wel aanboord
de pomp lens
21. Wij hebben aan het schip ge
werkt wat nodig was het schip digt
niet gepaasseerd
22. Vertrogten des morgens ten 7
uur van Dokkum en des namigdag
ten 2 uur op Dokkumnijzijlen de wind
zuidwest de pomp gevissiteerd het
schip niets gepasseerd
23. De wind Noordwest aan het
schip gearbeid wat onodig de pomp
lens
24. Des morgens zijn wij losgerik
en zijn wij geankerd en op het strand
geraakt en ons tuianker uit gebrakt
en er af gekomen de pomp en gepeild
maar het schip digt aliens wel
25. den 26 kontrarie wind het schip
digt en aan het scheepswerk gearbeid
wat nodig was
den 27 dito
den 28 vriezend een boel sneeuw
den 29 dito
den 30 de pomp lens en verder aan
(het schip gewerkt) wat nodig was
den 1 dito en al vriezende alles wel
(aanboord)
den 2 dito
den 3 dito
den 4 dito
den 5 dito
den 6 de de pomp geviezenteert de
wind zuid west en onweer dooi
10. Vertrogten des morgen ten
tienu. De wind zuidwest harde bries
en geklaard te Oosmahorn en verders
zijn wij des avens voor het wadt ge
komen en geankerd de pomp gepeild
digt schip en niet gebeizonders voor
gevallen en aliens wel anboord
11. Des morgens zijn wij met den
dag anker op gegaand en zijn in de
louwers geankerd de wind zuid west
goed weer de pomp gevisteerd het
schip gedigt alles wel en des avonds
ten vijf uur zijn wij voor het wad ge
komen en zijn daar geankerd niets
gepasseerd
12. Des morgens om 8 uurren heb
ben wij ons anker geligt en zjjn onder
zeil des middags onder de oordjjk
niets anders bezonders voorgevallen
de wind zuidwest dikke lugt de pomv
gevisteerd het schip digt gezond volk
13. Des morgens ten 8 hebben wjj
ons anker geligt en zijn van norderjj