CARILLON Herdenking Oorlogsslachtoffers Gemeentebestuur gevoelt zich als een jarige L Ofiicieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WÏMBRITSERADEEL en IJLST Overdracht carillon en verlichte wijzerplaten. Op bevrijdingsdag een vorstelijk geschenk en een practisch geschenk. 4e JAARGANG No. 35 VRIJDAG 6 MEI 1949 k de KERKCONCERT. RedacteurL. KIEZEBRINK Redactie-adresKLEINZAND 7 Tel. 2872 Het Sneeker Nieuwsblad is een gecombineerde uitgave van Nieuwe Sneeker Courant, Sneeker Courant en Drijfhouts Nieuwsblad t. SNEEKER NIEUWSBLAD L. G. Verschijnt Dinsdags en Vrijdags Administratie: Comb. Drijfhout— Kiezebrink en Co. Kantoor Grootzand 55 Telefoon 3005 (K 5150). Vandalen richtten nummer vier Te gronde, uit de toren hier. Bestemden 't edel klokmetaal Tot oorlogstuig van brons en staal. Toen eindlijk van een nieuwe tijd De ochtend aanbrak, lang verbeid, Stond aanstonds ’t O.B.W. gereed En schonk dit spel aan deze steed’. Advertentieprijs 15 ct. per m.m. Bij contract (handels- adv.) lager. Abonnementsprijs ƒ2.50 per half jaar. Franco per post f 3.75 per half jaar. Giro 50748 ten rtame van ^irma E. J. Drijfhout, Sneek tut” voor oor- ver- De ',de er die de sti hg IS di be ra •IJ n. Ie sn d- i: V. ,n k ■i i. IN INDONESIË GESNEUVELDE MILITAIREN. Een nieuwe verlieslijst bevat de na men van 8 gesneuvelden van de Kon. r.-rndmacht en 8 van ’t K.N.I.L. Er zijn Te Groningen slaagde voor het examen apothekers-assistente mej. U. de Jong, Kleinzand 87, alhier. Zo zinge dan dit klokkenspel Van grootste klok tot kleinste bel, Van eendracht, vrede en jolijt Tot Godes ere, t’ allen tijd. Het vijfde Sneker Klokkenspel. De vtjfde Sneker beiaard zingt, Muziek van uit de toren klinkt. De vredesdag gedenken wij Eerbiedig, en van harten blij. keuze van dit geschenk was 1° het feit dat de inwoners van Sneek gaarne de zware taak van het gemeentebestuur verlichten en 2° dat in een lang gevoel de behoefte wordt voorzien, welke bij meerdere instanties reeds jaren geleden punt van overweging was. Toen de heer Jansen met dit plan bij spr. kwam was hij direct bereid mee te werken en met hem en de heer Postma een commissie te vormen. Er zit ook practische waar de aan dit geschenk, al bleken bij de proefbranding 2 categorieën teleurge steld nl. de jongelui, die als ze ’s avonds te laat thuiskomen nu de verontschul diging missen dat ze niet wisten hoe laat het was en zij, die hadden verwacht dat de klokverlichting ook meer licht in de straten zou hebben gebracht. Helaas zijn wij niet in staat aan grotere wen sen, welke bij de burgerij leven, en waarvan een badhuis zeer urgent is, te gemoet te komen, evenmin als aan an dere nog grotere problemen, welke het gemeentebestuur zorg baren, dat hij echter toch niet toewenst dat het van alle zorgen zal worden ontheven, omdat immers dergelijke problemen inhaerent zijn aan de groei van een stad. Spr. wenst het gem.bestuur voor elk opgelost probleem er 2 nieuwe terug. Spr. ver strekt nog enkele technische gegevens over de verlichting, welke geschiedt met 116 lampjes van 24 volt spanning, die nu branden met 14 volt, waardoor per nacht aan stroom nog geen K.W. wordt verbruikt. Het onderhoud is zeer gering en de fabrikant gaf vele jaren garan tie. Spr. brengt de burgerij dank voor haar vrijgevigheid en verder aan allen die medewerking verleenden dat dit ge schenk zo snel gereed kwam en aan de besturen van de Mij. v. Nijverheid en Handel en van de Ver. v. Sneker Zaken lieden. Spr. verzoekt thans het- geschenk te willen aanvaarden en overhandigt aan burgemeester Rasterhoff als sym bool van de overdracht een klokje met verlichte wijzerplaat Burgemeester Rasterhoff zegt dat de gemeente zich vandaag als een jarig kind gevoelt, vanmorgen kreeg het een volledig oarillon, nu een verlichting van de wijzerplaten van de Martini toren, welke zeer op prjjs wordt ge steld door B. en W. evenals het streven der burgerij het gemeentebestuur bij het overwinnen van moeilijkheden te hel pen. Deze moeilijkheden zijn vele, doch het is taak en lust van het gemeente bestuur problemen m verband met de groei van de stad op te lossen; waren ze er niet, we zouden een dode stad worden. Bijzonder genoegen doet B. en W. de wijze waarop dit gesohenk tot stand kwam. Al tie vaak tracht men te genwoordig dingen op de overheid af te schuiven, tot schade van de zo nuttige en nodige zelfwerkzaamheid der burge- aan te bieden. De aanleiding tot de rij. Op zichzelf is het misschien niet doen zou voor die bevrijding? Ook dat stierf een smadelijk einde Oermacht sa wreed, brocht hjir sa’n leed maar niet voor beiaardier van Bergen nog eens zijn smart over de roof in „Ases Tod” had doen uitklinken, en ook daarom is het goed, dat hij tóch nog de eerste was die het nieuwe carillon bespeelde, het nieuwe: „Bij vree heeft ’t O.B.W. dit carillon geschonken”. Daar beneden gaat het gejaagde leven van alle dag zijn gang, „tijd is geld”, bij dag en nacht, de verlichte wijzerplaat legt er nog een beetje meer de klemtoon op! '"aar, gejaagde, luister even, nu zijn er weer klanken over de stad, „dy ’t hearre, mei bitinke, God jowt üs swiet en sür”. Er is nog wat anders en nog wat meer en nog wat beters dan al dat gejacht. Ja, ja, het is wel goed dat er weer een carillon is, dat met zijn speelse klanken ons hier beneden eens even een manend duwtje geeft bij ons haastig gedoe. Moge dan dit carillon, dit vijfde carillon in de historie van Sneek, jaren, neen eeuwen lang in steeds wijder golven zijn klanken over een steeds wijder uitge legde stad stuwen. Klanken, op de vrij heid der winden daarboven gedragen over een bevolking in vrijheid haar ga ven naar steeds wijder horizonten ont plooiend. Met oog niet alleen voor de dingen des dagelijksen levens, maar hart en oor ook voor dat: „Klanken Gods Blijven Gewis”. der straatverlichting endosseert spr. gaarne aan de wethouder der bedrijven, de heer Boeijenga, hier tegenwoordig. Wij aanvaarden dit geschenk echter gaarne èn omdat wij er een symbool in zien van de belangstelling der burgerij voor hun stad en van de bereidheid mee te werken aan de toekomst.van Sneek en een offer daarvoor te brengen, èn omdat dit geschenk inderdaad in een behoefte voorziet. Nadat verversingen waren aange boden sloot de heer Zandstra met een enkel woord de bijeenkomst. Woensdagavond 7 uur waren velen naar het tijdelijk monument op de plaats waar eens de Waag stond geko men ter herdenking van de oorlogs slachtoffers. De voorzitter van het 5 Mei comité, de heer F. J. Japenga wees er in zijn openingswoord op dat, al herinneren wij ons niet gaarne de daden van terreur uit de bezettingstijd en al dringt de vorderende heropbouw van ons vader land die tijd naar de achtergrond, twee groepen recht blijven hebben op onze dankbaarheid, de ene is die der oorlogs slachtoffers, de andere die onzer be vrijders. Deze herdenking zij gewijd aan de eerste groep. Ter gelegenheid van de Dodenherden king werd Woensdagavond in de Grote Kerk door het Sneker Cantate Koor met medewerking van de L.O.F. een concert gegeven. Het programma droeg dit jaar een bijzonder karakter daar be halve het koraal „Wenn ich einmal soil scheiden” en de cantate „Alles was ihr van Buxtehude, ook de speciaal de Dodenherdenking geschreven Friese cantate „Wer binn’ de fjilden grien” werd uitgevoerd. Deze cantate werd op teksten van Douwe Tamminga en Fedde Schurer door Folkertsma ge componeerd en pas kort geleden geheel voltooid. Dit bracht bij de voorbereiding voor deze uitvoering nogal moeilijkhe den mee. Het pleit voor het koor en orkest en niet ’t minst voor de dirigent Gezinus Schrik, dat deze moeilijkheden overwonnen werden en het nieuwe werk in een alleszins verantwoorde vertolking ten doop gehouden kon worden. Het is een verantwoordelijke en moeilijke taak voor een gelegenheid als deze Doden herdenking een kunstwerk te scheppen, dat de gevoelens van ons volk vertolkt en tegelijk voldoende gehalte en stijl be zit om de jaren te kunnen trotseren. Na een eerste uitvoering is het nog te vroeg om een definitief oordeel over de blijvende waarde van deze cantate uit te spreken. Wel kan gezegd worden, dat het werk Woensdagavond diepe indruk heeft gemaakt. De tekst, die in zeven episoden de wreedheden van oorlog en bezetting, het verzet en de bevrijding schildert, bevat zeer mooie delen; zo b.v. de verzen van het beginkoor: „Wer binn’ de fjilden grien fan nije Maeije” en de tekst van het declamatorium. Folkertsma’s muziek volgt de indeling van de tekst op de voet in knap ge schreven koren en tussenspelen, waarbij dikwijls fraaie klankeffecten en rake in strumentatie vallen te bewonderen. Ge makkelijk uit te voeren voor koren in kleinere plaatsen is het overigens niet. Zowel voor de zangstemmen als voor het orkest stelt het vrij hoge eisen en bovendien een uitgebreide bezetting. Het aantal strijkers b.v. kan best groter zijn dan deze avond het geval was. Verder verdiende de uitvoering alle lof. Ook in het koraal en de Cantate van Buxte hude lieten koor en orkest zich van hun beste zijde kennen. Tussen de uitvoering der beide can taten in hield Ds. de Ruiter een toe spraak, die er mede toe bijdroeg het ge heel tot een waardige herdenking der gevallenen te maken. We zetten ze er hier maar bij, kerk en toren, waaruit sedert eeuwen carillons hun klanken over deze stad sproeiden. Toen die kerk en toren in een door bol werken omgeven dromerig stadje nog meer leken op een kloek, die haar kroost beschermt, dan nu, droegen ze het carillon van de Enkhuizer Borch- hard uit 1770. In de tempels der wijsheid aan hun voet drongen de beiaardklan- ken door tot de studerende jongelui, die aan deze zijde van de gracht met Plato, aan de overz’jde met Pythagoras wor stelden, maar al lonkten naar Amor ook. „Sono concinens aquarum”, jawel, maar ook met de nog schuchtere klan ken van het hart! Want „meester” Lindeman, die wij jaren hebben gekend als beiaardier, wist dat die jeugd wat romantiek toekwam. En zo kon het ge beuren dat een hele klas zoet mee- neuriede „Ich hab’ geküsst die Spur von ihrem Tritt” tot verontwaardiging van „de Beus” aan deze en „de Barre” aan de overzijde van de gracht, ja, bijnamen hebben leraren altijd ge had! En menig jongeling jn zo’n klas wierp dan een steelse blik op een vlecht, en wat daar zo al aan zat! Dat carillon van Borchhard vond, na fel gevecht tussen oudheidkundigen en musici, een roemloos einde ergens in een smeltpot. Zijn opvolger was een Engels. Was het een voorteken, dat de verbinding tussen het carillon der vrijheid en dat der be vrijding kwam uit het land dat zoveel verkeerd dat de werkzaamheid der over heid zich uitbreidt, maar het is van groot belang dat de burgerij zelf werk zaam blijft in dingen waarin zij dat kan zijn, al zijn er uiteraard tal van grote problemen welke alleen het gemeentebe stuur kan oplossen. Dit geschenk echter is een fraai en nuttig blijk van zelf werkzaamheid onzer burgerij; wij dan ken u voor uw initiatief. Als de jonge lui ontevreden zijn kunnen wij dat niet helpen, we kunnen geen permissiebiljet- ten uitgeven om later thuis te komen dan de ouders het willen, en de kwestie De heer Engelsma zegde de heer Hoogslag, die zo’n groot aandeel heeft in de totstandkoming van dit carillon, toe dat deze compositie zo spoedig mo- gelijk op het carillon zal worden gezet. De heer A. H. Vis beseft als voorzit ter van V.V.V. vandaag dat het een goed besluit zijner ver. is geweest, dat zij zich terugtrok toen regenten het ca rillon als bevrijdingsgeschenk wilden aanbieden, immers het kwam er nu spoediger. Spr. wenst het gemeentebe stuur van harte geluk. De heer Japenga, voorzitter van het 5 Mei-comité hoopte dat dit caril lon tot in lengte van dagen zijn klanken over de stad zou doen klinken; de klok kengieter, de heer v. Bergen van Heiligerlee, dankte voor het vertrouwen in zijn gieterij gesteld; de heer van Willigenburg, een der prijswin naars van de prijsvraag, sprak ook een hartelijk woord en de president-kerk- voogd dr. H o f s t r a wees er op dat er een hecht verband tussen kerkelijke en wereldlijke gemeente bestaat, immers meer dan 2 eeuwen draagt onze kerk de toren der gemeente. Als oud-regent begrijpt hij zeer goed dat het O.B.W. zijn dankbaarheid wilde uiten in een be vrijdingsgeschenk. Want was het niet zo dat in het begin van de 80-jarige oorlog, stellig mede tengevolge van die oorlog, het Weeshuis bij zoveel kleinere bevol king, 150 wezen telde, terwijl na deze grootste aller oorlogen het verschijnsel van toeneming van het aantal wezen zich nauwelijks voordeed. Het is nog al tijd beter 32 klokken boven in de toren te hebben, dan een galerij vol wezen op Zondag in de kerk. Moge tot in lengte van dagen dit carillon in zijn lied dank baarheid daarvoor vertolken. Aanbieding verlichte wijzer platen Martinitoren. 's Middags 3 uur had ten stadhuize door de daartoe gevormde commissie uit de burgerij de overdracht aan de gemeente plaats van de verlichte wijzer platen van de Martinitoren. Steun aan het iniatief was verleend door de Ver. v. Zakenlieden en het dept. Sneek van de Mij. voor Nijverheid en Handel, wier besturen aanwezig waren. De heer Th. Zandstra voerde er namens die com missie het woord. Dank zij de zeer grote offerbereidheid der burgerij is het mo gelijk de verlichting der 4 wijzerplaten zouden hebben gestolen, wat hun de scheldnaam „klokkendieven” heeft be zorgd. Sedert 1710 in ieder geval echter verheugen zij zich in het bezit van rechtmatig verkregen klokken;, uitvoe rig gaat spr. daarna de geschiedenis der carillons van Sneek na (de ruimte ver biedt ons deze hier te vermelden maar niet zo lang geleden stond onze oud heidkundige medewerker de heer Hal- bertsma er bij stil Red.), herinnerde aan het initiatief van V.V.V. na de bevrij- ding om de gemeente een nieuw carillon te schenken, welke plannen uit 1945 da terend, ongetwijfeld bespoedigd zijn door de mooie daad van het O.B.W., zoon van deze stad, en als zodanig rijke zoon van een vaak arme weduwe de gemeente. Maar telkens als er grote behoeften in het ouderlijk huis ontstonden, schroom de de zoon niet met vrijgevige hand en onbekrompen te steunen en zo waar deert het gemeentebestuur buitenge woon dat het ook dit vorstelijk ge schenk van het nieuwe carillon uit de handen van zijn eigen zoon, het O.B.W., waarop gemeentebestuur zowel als burgerij trots zijn, mag ontvangen. Trots zijn wij ook op het beleid der opvolgende bestuurders der Stichting, die er steeds voor zorgden dat deze in nauw contact met het maatschappelijk leven bleef staan en zo tot op de hui dige dag een levend organisme in onze plaatselijke samenleving is gebleven, dat op tal van gebieden nog steeds gróte betekenis voor de stad heeft. Daarvoor past vroegere en huidige be stuurders in het openbaar een warm woord van hulde van de zijde van ge meentebestuur en burgerij. Spr. meent dat enige kritiek, buiten de grenzen van onze stad geoefend op het feit van de aanbieding van dit bevrijdingsgeschenk, als vallende buiten de werkingssfeer van het O.B.W., getuigt van een onjuist in zicht in de plaats en de betekenis van het O.B.W. en het eigenaardige karak ter van het gemeenschapsleven in een kleine stad. Als lid van de carilloncom- missie brengt spr. mede namens zijn medelid, de heer Casparie dank aan al len met wie zij hebben samengewerkt, met name zij de oud-Sneker de heer Jac. N. D. Hoogslag genoemd, die geen moeite heeft gespaard om de totstand koming van een goed klokkenspel te be vorderen, waarvoor wij hem zeer er kentelijk zijn. Spr. weet zich gedragen door de gehele Sneker burgerij als hij zijn welgemeende dank aan het O.B.W. betuigt voor dit prachtige bevrijdings geschenk, het carillon, dat hij aan vaardt namens die burgerij met de plechtige belofte dat de gemeente alles zal doen om het te bewaren en te beschermen, opdat het in lengte van da gen zijn klanken over de stad mag uit storten in tijden van vreugde zowel als in die van droefheid en beproeving. We zullen dit carillon blijven zien als een symbool van wat eendrachtige samen werking vermag en van de band welke gemeente, burgerij en O.B.W. onver brekelijk verbindt. Moge deze daad van het O.B.W. tot gevolg hebben, dat de scheldnaam „Sneker klokkedieven” op deze dag verandert in de erenaam „Sne ker Klokkeschenkers”. Nadat het gezelschap geluisterd had naar de uitvoering door onze stadsbei aardier Flucie van Bergen, die zijn hart aan het Sneker carillon heeft verpand, van onze volksliederen, welke uitvoe ring ingeleid werd door fanfares, als hulde aan het O.B.W., voerden nog ver schillende sprekers het woord; wij kun nen het gesprokene slechts samenvat ten. De waarnemend Commissaris der Koningin, m r. A. W. Haan, zeide met grote vreugde namens Ged. Staten te kunnen verklaren dat het college in het Sneker carillon geen zuiver plaatselijk, maar ook een provinciaal belang ziet. Hij wenste het gemeentebestuur geluk met dit geschenk, dat het langer moge volhouden dan zijn voorganger. Per soonlijk hoopte spr., stellig namens ve len sprekende die in de omgeving van de kerk wonen, dat men het carillon ook nu weer van ’s avonds kwart voor elf tot ’s morgens 7 uur zal stopzetten. D r. v. d. Eist wenste de gemeente eveneens geluk met het verkrijgen van dit kost baar muziekinstrument en juichte het toe dat de fa. v. Bergen te Heiligerlee nu niet alleen klokken giet, maar ook afstemt, waardoor Nederlandse klokken spelen meer en meer de Engelse verdrin gen. De heer Jac. N. D. Hoogslag bood een eigen compositie aan, en de daarbij door hem zelf gedichte gespierde tekst, welke hij declameerde en welke als volgt luidt: Donderdagochtend 10.30 had ten stad huize de overdracht van het carillon door regenten van het O.B.W. aan het gemeentebestuur plaats. Burgemeester Rasterhoff heette al len welkom, in ’t bijzonder de wnd. Commissaris der Koningin mr. A. W. Haan, Gedeputeerde Gerbrandy en dr. v. d. Eist, die de rijkscommissie van ad vies voor oude en nieuwe luid- en slag- klokken en klokkenspelen vertegen woordigde. Spr. constateerde dat 5 Mei 1949 vóór Sneek een belangrijke en vreugdevolle dag is, nu de oude St. Martinitoren weer zal zingen, wat Sneek haar oude karakter tot vreugde van de ingezetenen zal hergeven. Nadat het gezelschap eerst had geluisterd naar een gramofoonopname van de klanken van het oude carillon, gaf de burgemeester het woord aan de Voorzitter van het college van regenten van het O. B. W. de heer B. Engelsma. Deze zeide o.m. dat de jaren die ons scheiden van de 29 Maart 1581, toen de klokken van de St. Martinikerk beier den om de Sneker burgerij kond te doen van de opening van het Burger Wees huis na 1675 Old Burger Weeshuis genoemd op allerlei terrein enorme veranderingen hebben gebracht, waar van het O. B. W. de grote invloed en zijn werkingssfeer zodanige uitbrei ding onderging, dat het tot een levend bestanddeel van de plaatselijke gemeen schap in zijn geheel groeide. De verzor ging der wezen bleef de voornaamste taak van regenten, veel later gevolgd door steun aan halfwezen, maar sedert tientallen jaren strekken de bemoeiin gen zich uit tot alle mogelijke zaken, het algemeen belang betreffend, als: stichting Wilhelminapark (1898), mede werking totstandkoming Sneker Water leiding (1907), hulp stichting pavil joen Sneker meer, Sportpark, Scheep vaartmuseum, subsidies Hulp in Nood, T.B.C.Ver., Groene Kruis enz. Dit mag niet leiden tot de conclusie dat het Weeshuis over onbeperkte middelen be schikt, het college van regenten be heert wel een vrij groot vermogen maar laat ter wille van het nageslacht dit on aangetast. De normale middelen bieden dan ook weinig ruimte, het blijkt uit de post onvoorziene uitgaven over 1948 be groot op 8.86! Het Weeshuis is in de loop der tijden meermalen in zijn be staan bedreigd of tot grote voorzichtig heid genoopt, de voltrekking van de scheiding tussen Kerk en Staat, gevolg van de Franse revolutie, plaatste de stichting voor grote moeilijkheden en in de jaren 1940’45 werd het Weeshuis zowel in geestelijk als materieel opzicht weer bedreigd. Het mag een wonder he ten dat het Weeshuis deze oorlog zo goed doorkwam en, God daarvoor dan kend, besloten Regenten bij de bevrij ding iets te doen waaruit die dankbaar heid sprak tot heel de burgerij, waar bij tenslotte de keus viel op het schen ken van een nieuw carillon aan de ge meente, daar het verlies van het oude door bijna ieder als een groot gemis werd aangevoeld. Daarom besloten re genten bij wijze van grote uitzondering, met goedkeuring van Ged. Staten, tot het aanspreken van het reservekapitaal der Stichting. Op hoge prijs stelden re genten dat de Ver. v. Vreemdelingenver keer, die al een actie tot het inzamelen van gelden voor een nieuw carillon be gonnen was, bereid was van haar initia tief af te zien nu regenten dit carillon als bevrijdingsgeschenk wilden aanbie den. Lof bracht spr. aan de h.h. Cas parie en Rasterhoff, uit het regenten college tot carilloncommissie benoemd, en aan de h.h. Jac. N. D. Hoogslag, muziekleraar te Epse, Henk Pijlman beiaardier te Meppel en Flucie van Ber gen beiaardier te Sneek, die een com missie van deskundigen vormden. Spr. herinnerde aan de uitslag van de prijs vraag voor opschriften op enige der klokken, waarbij dr. E. B. J. Postma en de heer R. J. Sipkens deskundig advies gaven, feliciteert de aanwezige win naars en prees de fa. A. H. v. Bergen te Heiligerlee, die de 32 klokken goot, en de deskundigheid van de N.V. Eys- boutsLips te Asten die de klokken in de toren aanbracht. Hij bracht dank aan allen die op enigerlei wijze tot de tot standkoming van het nieuwe carillon hadden meegewerkt en overhandigde tenslotte de burgemeester de door de heer Stoffel v. d. Zee op perkament ge- calligrafeerde oorkonde waarin van de aanbieding van dit carillon als bevrij dingsgeschenk op 5 Mei 1949 gewag wordt gemaakt. Burgemeester Rasterhoff aanvaardt het geschenk namens de gemeente. Burgemeester Rasterhoff herinnert aan de overlevering dat de Snekers eens de klokken van Terkaple fende wijze declameerde: Net Forjitte, Om ’e Nocht, Leafde, Takomst en een Friese vertaling van het Wilhelmus, Ge zamenlijk werden nu gezongen 2 cou pletten van „Wij leven vrij”, waarna Ds. J. Broertids, predikant bij de Baptisten gemeente, het woord voerde, die o.m. zeide dat de kerkhoven van Nederland en geheel Europa wel bewijzen dat kruis en be vrijding bij elkaar horen, er is geen be vrijding mogelijk zonder kruisen en menigeen vraagt zich dan af of al die offers niet tevergeefs waren. Dat zijn menselijke offers, maar Gode zij dank heeft Hij in de wereld een kruis opge richt en dat Goddelijke kruis van Jezus Christus brengt alleen maar de ware vrijheid, Zijn offer was en is niet tever geefs, door het geloof in Christus ont vangt men die vrijheid, welke ook ’s we- reis Avondstond en -nacht zal door staan. Na de 2 minuten stilte en samenzang van de coupletten 7 en 9 van „Het Wil helmus” gevolgd door het Fries Volks lied, volgde de kranslegging en bloe menhulde, geopend door de burgemees ter namens de gemeente Sneek, ge volgd door de nabestaanden der logsslachtoffers en deputaties van enigingen, en vele particulieren, stoet begaf zich vervolgens naar de ge denksteen in de muur van dp Grote Kerk aangebracht voor de in de om geving van Sneek gevallen Canadezen, waar het 5 Mei-comité een krans legde. Op het nieuwe carillon zette Beiaardier Flucie van Bergen direct daarop „Ases Tod” in, het lied dat het laatst ge speeld werd op het door de overweldi gers geroofde carillon. Rede burgemeester Rasterhoff. Burgemeester Rasterhoff zeide o.m. dat wij opnieuw willen rouwen om de militairen van de Ned. strijdkrachten, de zeelieden, de verzetsstrijders, de ge allieerde militairen, die voor de bevrij ding van het Koninkrijk der Nederlan den zijn gevallen. Waar de herinne ring aan de gruwelijke oorlogsjaren ver vaagt, het opgroeiende geslacht er zelfs geen juist beeld van heeft, is het van grote waarde hier eenmaal per jaar sa men te komen, om eerbiedig te herden ken de trouw, de plichtsbetrachting, de moed, de offervaardigheid en het door zettingsvermogen van hen die vielen. Ook om van daaruit kracht te putten voor het bepalen van onze houding in de moeilijke tijden, die wij beleven en in de misschien nog moeilijker tijden, die ons wachten. Op deze dag moeten wij, he laas, ook in onze herdenking betrekken, hen, die in Indonesië de laatste jaren hun jonge leven hebben gegeven bij de vervulling van hun vaderlandse plicht en die wij, na volbrachte diensttijd te land, ter zee of in de lucht, zo gaarne weer in ons midden hadden opgenomen. Moge het feit dat wij de gevallenen thans eerbiedig en dankbaar herdenken, de nabestaanden enige troost schenken in de allicht moeilijke dagen, die zij thans weer doorleven. Hun, die diep zijn teleurgesteld omdat de wereld ook na de bevrijding er een is gebleven van ver deeldheid en verwarring, vol haat en on verdraagzaamheid, met geruchten over oorlogsdreiging en nieuwe vernietigings- middelen houdt spr. voor dat een nieu we tijd niet op een bepaalde dag aan breekt en 5 Mei 1945 geen plotselinge ver lossing uit een verdwaasde en misdadige wereld kon brengen. De wederopbouw, ook de geestelijke is een moeilijk werk dat vele jaren onze krachten en toewij ding zal vragen. Zo gezien is het niet al te ontmoedigend dat wij thans nog niet leven in een rustige wereld,' die zijn evenwicht enigszins heeft hervonden. Maar als Nederlanders zijn wij toch een beetje trots op de wijze, waarop wij tal van na-oorlogse moeilijkheden hebben overwonnen, al is er nog veel te wensen spr. denkt aan de nijpende woning nood er is al veel bereikt, niet het minst op economisch gebied. Nieuwe ge dachten over samenwerking ook op in ternationaal gebied, breken zich baan of zijn al in ontwikkeling. De sociale toestanden zijn beter dan voor de oor log, de grote massa der mensen is be zield door een verlangen naar vrede en gerechtigheid. Laten wij, dit alles be seffende, niet moedeloos zijn; bereid om offers te brengen en eendrachtig samen te werken voor een verheven doel. Onze doden brachten het hoogste offer en arbeidden tezamen voor een schoon doel: voor het zegevieren van recht bo ven geweld. Laten wij, als gedurende de oorlog, ook nu moed en vertrouwen tot ons 'devies maken, moed om de moei lijkheden te over vinnen, vertrouwen in de Almachtige en in het goede in de mens en zo met nieuwe kracht vervuld het werk van hen, die wij herdenken, voortzetten. Nadat het Chr. Muziekkorps „Har monie”, onder leiding van de heer de Boer „Ases Tod” had gespeeld sprak Ds. W. Ruiter, predikant van de Chr. Geref. Kerk aan de hand van 2 gedachten nl. bloed en offer. De herwonnen vrijheid is duur be taald, er heeft veel bloed gevloeid. Zij die vielen gaven vrijwillig hun bloed. Offers brengen elke dag weer de nabe staanden, ook van hen die in Indonesië vielen. God trooste de geslagen wonden in veler hart. Jezus Christus is in deze wereld gekomen om het grote offer voor alle zondaren te brengen, Hq gaf Zijn bloed om ons te redden, niet om de na tionale vrijheid, doch om de vrijheid van het Koninkrijk Gods. Laat ons dan met onze smart tot God vluchten, Die een toevlucht is te allen tijde. Alle toehoorders zongen te zamen met begeleiding van het muziekkorps 3 coupletten van „Kent gij het land?” waarna Fedde Schurer s op

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1949 | | pagina 1