I
I
I
I
1
Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST
Nieuwe oudheidkundige vondsten
uit Sneker bodem
Uitvoering van de soc. verzekeringswetten
in de landbouw vereenvoudigd
I
i
5e JAARGANG Noll
DINSDAG 7 FEBRUARI 1950
10
L KIEZEBRINK
572
Het Nut
Feestavond A.N.G.B.
s.
Wie er uit Indonesië naar
huis komen
Fries als literaire taal
officieel erkend
Boringen naar olie in Friesland
Marva’s naar Indonesië alleen op
eigen verzoek
j
KLEINZAND 7 - Telef. 2872
Tekenen van vroeg voorjaar
De bedrijfsverenigingen ingeschakeld
Os Zaborsky
Gevonden voorwerpen
Wymbritseradeel
Oud stadgenoot gepromoveerd
Benoemd
---= Het Sneeker Nieuwsblad is een gecombineerde uitgave van NIEUWE SNEEKER COURANT, SNEEKER COURANT en DRIJFHOUTS NIEUWSBLAD
Chr. Bond van Transport- en
Fabrieksarbeiders
Redacteur:
f
II
i
i
Maar ditmsal waren ze gebruikt om er
Ook in de Z.W.hoek?
Te Friese Palen, aan de grens tussen
Friesland en Groningen, worden enige
boortorens gebouwd, waarmee de Ne
derlandse Aardoliemaatschappij proef
boringen zal verrichten. Aan de hand
van de resultaten van enige onderzoe
kingen heeft men enkele plaatsen in
Friesland, waarbij men ook de Zuid
westhoek noemt, aangewezen voor een
nauwkeurig onderzoek naar mogelijke
oliebronnen.
Advertentieprijs 15 ct. per m.m.
Bij contract (handelsadv.) lager.
Abonnementsprijs I 2.50 per half
jaar. Franco per post I 3.75 per
half jaar.
Giro 50748 ten name van Firma
E. J. Drijfhout, Sneek.
men
ijet-
•der
rote
i de
de
laar
dds-
aeer
van
laar
we
laar
i de
:heel
^aar
der
Aan Adr. Volkers Maatschappij tot
het uitvoeren van openbare werken n.v.,
gevestigd te Sliedrecht, is opgedragen
het op diepte brengen van de uitmon
ding van de Solent bij Southampton. De
Times schreef dezer dagen, dat het hier
betrof het grootste baggerwerk, dat ooit
in Engeland aan een buitenlandse firma
werd opgedragen. Het is een werk van
ruim ƒ6.500.000 en de tijdsduur wordt
geschat op ruim twee jaar.
be-
feit
dit
het
jen,
lar,
een
lies
Verschijnt:
DINSDAGS en VRIJDAGS.
Administratie
Comb. Drijfhout-Kiezebrink Co.
Kantoor: GROOTZAND 55
Telefoon 3005 (K 5150)
)ben
een
ioen
aar-
iing
af-
ima.
sjes,
der
leu-
jste,
aas.
uit-
djes
van
•aag
ge
was
.om-
urig
het
een
bill
Redactie-adres
ie
k
e
Ka
sten
yer-
vist
aad
zijn
en
tijd
ons
ge-
I is
fde
tei-
ne-
aar
al
ga-
Veg
tel-
>er-
eker
'dag
ring
■am-
alle
d
Ifs,
en-
die
en
rij-
ooi
Men meldt ons dat dezer dagen bij de
secretaris der plaatselijke pluimvee, en
konijnenfokvereniging, de heer M. Bos
ma, de eerste kuikens zijn geboren, wel
ke op natuurlijke wijze zijn uitgebroed.
De moeder met de twaalf kleintjes ma
ken het zeer goed.
OPPENHUIZEN. Bij de heer Hendrik
Oppenhuis alhier zijn Zondag 29 Januari
bij een vorst van 10 graden 8 kuikens
geboren. Kloek en kinderen maken het
best.
De vlagofficier-personeel van de K.M.
heeft beslist dat voor dienst in Indo
nesië alleen in aanmerking zullen komen
Marva’s met een „mobiel contract”, die
de wens om uitgezonden te worden
daartoe kenbaar maken. Men zal dus
niet overgaan, zoals aanvankelijk werd
gemeld en van bevoegde zijde bevestigd,
tot aanwijzing van Marva’s met een
„mobiel contract” zonder dat zij een
verzoek tot uitzending hebben inge
diend.
In overleg met de Provinciale Con-
tact-Commissie, gevormd door de Stich
ting voor de Landbouw, de Bedrijfsver
enigingen en het Bedrijfspensioenfonds,
hielden de Kriten IV en V van de Stich
ting van de Landbouw Donderdagmor
gen een vergadering in de bovenzaal van
Hotel Hanenburg alhier.
In deze druk bezochte bijeenkomst,
waarbij ook aanwezig waren de heren
Ir. IJ. Kooistra, Mr. M. Cuperus en W.
Struiksma, resp. voorz. van de bovenge
noemde commissie en vertegenwoordiger
van de Bedrijfsverenigingen, secretaris
der Stichting voor de Landtbouw en In
specteur van het Pensioenfonds, die in ’t
bijzonder door de voorzitter, de heer G.
M. Gerbrandij te Nijland, werden verwel
komd, hield eerstgenoemde een inleiding
over vereenvoudiging op het terrein der
Soiale Verzekering.
De classis Sneek van de Geref. Ker
ken in Nederland, gesteund door de de-
putaten van de part, synode van Fries-
land-Zuid, heeft in haar vergadering
van 1 Februari 1950 toegelaten tot de
dienst des Woords en der Sacramenten
in de Geref. Kerken in Nederland ds. J.
A. I. Zaborszky, voorheen predikant bij
de Herv. Geref. Kerk te Paks in Hon
garije, thans wonende in Sneek, Groot-
zand 44, aldus meldt het Friesch Dag
blad. Op advies van classis en deputa-
ten voomoemd, zal ds. Zaborszky zich
niet beroepbaar stellen voor 1 Aug. a.s.
opdat hij tijd zal hebben zich in het ker
kelijk leven in ons land te oriënteren en
de moeilijkheden, die er voor hem nog
in onze taal liggen, te overwinnen.
paar nieuwe kinderklompsokken,
Postcommandant te Woudsend; 1 nijp
tang, Lammert de Jong te Woudsend;
1 beurs met inhoud, Henstra, smederij
te Nijezijl; 1 paar donkerblauw gebreide
herenwanten, D. Dijkstra, 88 te Hom-
merts; bl. dameshandschoenen, M. v. d.
Velde, Hommerts 134.
DE VESDRE STUWDAM BIJ. EUPEN IN BELGIE GEREED.
Zaterdagochtend werd de stuwdam, het grootste waterbouwkundig
in België, door de Prins Regent in gebruik gesteld. In noodgevallen
kunnen in de stuwdam de sluizen worden in dienst gesteld en komt
het water in de beek op de voorgrond.
de
een
net
op
aak
de
iwe
Uit wijde omtrek zelfs Drachten
was door een aantal leden vertegenwoor
digd waren de grafische werkers
Donderdagavond naar Sneek gekomen
om met hun Sneker makkers feest te
vieren. Het is er gezellig toegegaan,
trouwens we hadden niet anders ver
wacht, want de faam, die het bekende
Elly Rexon en Charles Aerts’ ensemble
zich reeds door de radio had verworven,
vormde een voldoende waarborg voor
een goed gevulde zaal en een uitstekend
programma. Het was kleinkunst van
prima gehalte, wat dit gezelschap voor
het voetlicht bracht en de vijf mede
werkenden dec’ n in prestatie weinig
voor elkaar onder. Dan blijft alleen de
vraag, waar men het meeste van houdt.
Van de prachtige zang van Elly Rexon
en Charles Aerts, van de grappen en
grollen van de onbetaalbare komiek Syl
vain Poons wat was onze filmartist
weer meesterlijk in zijn creatie als school
meester van de uitstekende conferen
ce van Cees de Lange of van de grote
kwaliteiten die Tonny Schifferstein als
pianist bezit.
Bij de aanvang had voorzitter P. v. d.
Veen alle aanwezigen, maar speciaal de
leden van buiten en de vertegenwoordi
gers van de bevriende organisaties een
hartelijk welkom toegeroepen, terwijl de
Bondsvoorzitter, de heer Staphorsius,
een kort propagandistisch woord sprak
en aan een aantal leden het insigne met
oorkonde voor het 25-jarig lidmaatschap
uitreikte. Daarbij drong hij er bij de
jeugd op aan de voetsporen van
deze ouderen te drukken.
Aan de Gem. Universiteit te Amster
dam is bevorderd tot doctor in de ge
neeskunde op proefschrift, getiteld: „De
betekenis van malaria voor kinderen en
de waarde van het miltonderzoek voor
de malariabestrijding” onze vroegere
stadgenoot de heer H. R. v. Noort. De
heer v. Noort is thans schoolarts te
Zaandam,
Benoemd tot onderwijzeres aan de
Koningin Emmaschool te Sneek, mej.
W. y. Renema, te Scharnegoutum,
thans trjdelijk werkzaam aan de Chr.
Nat. School te Veejiwouden.
Max Croiset in Schnitzlers
„Spel in de Ochtendschemering”.
Het genre dat Max Croiset brengt is
spelen en voordragen tegelijk, een kunst
uiting, welke meer dan de simpele voor
dracht, de hele persoonlijkheid van de
kunstenaar opeist, maar hij krijgt dan
ook de gelegenheid zijn talent ten volle
te ontplooien en zijn publiek van de rijk
dom er van te overtuigen. Dat was
overigens hier te Sneek niet meer no
dig, want dank zij het dept. Sneek van
het Nut, had het publiek al vaker gele
genheid te genieten van Croisets uitzon
derlijk meesterschap, dat Donderdag
avond opnieuw bleek in zijn vertolking
van Arthur Schnitzlers „Spel in de Och
tendschemering”. Een spel dat in Croi
sets weergave ons werkelijk deed mee
beleven de laatste uren van het aardse
bestaan van een schneidige luitenant
van het Oostenrijkse K. und K. leger,
die, meegesleept door de hartstocht
voor het spel, een klein vermogen ver
liest en, niet in staat de ereschuld af te
doen, dus bedreigd met ontslag uit de
dienst, zich tot een vroeger vriendinne
tje, nu de vrouw van zijn oom, wendt
om hulp, en die, als deze raadselachtige
figuur ten slotte niet bereid schijnt die
te verlenen, met een kogel uit zijn re
volver een eind aan zijn leven maakt.
Een paar uur lang heeft Croiset ons
in de ban van zijn machtig talent en in
de waarlijk beklemmende sfeer van het
onafwendbaar lot dat zich over deze of
ficier voltrekt gevangen gehouden, en
ons doen doorleven het gehele gamma
van emoties, dat door deze jonge levens
genieter heengaat, van zijn hartstochte
lijke overgave aan het spel, dat met
wisselende kansen verloopt prachtig
uitgebeeld was dattot het trieste
einde, dat de luitenant verloste uit zijn
kwellingen en ook voor het publiek als
een bevrijding kwam, zo had Croisets
magistrale vertolking, die ook recht
deed aan de bijfiguren, het geboeid.
Het zaaltje van Kingma was bijna te
klein om al de bezoekers te bevatten,
dat leek nu misschien wel aardig voor
het Nut, maar moest een kunstenaar als
Croiset eigenlijk niet kunnen rekenen
op een veel grotere en dan ook geheel
bezette zaal?
De volgende personen komen thuis met
de troepentransportschepen Cheshire
en Tabinta en het passagiersschip Dor-
sethshire, resp. van Tandjong Priok 21
Jan., 23 Jan. en 21 Jan. vertrokken en
vermoedelijk resp. aankomende te Rot
terdam 18 Februari en te Amsterdam
19 Febr. en 25 Februari
Per Cheshire van het le Mitr. Bat.
korporaal F. Abma, Oudega (W!) 166A
soldaat P. Heemstra, le Frittemahoven-
straat 1; sergeant D. Hofman, Lutke-
wierum 39; van 44 R.I., sergeant C.
H. Hoogstra, 2e Frittemahovenstr. 3.
Per Tabinta van 314 R.I., korpo
raal J. Brattinga, Woudsend, Eewal 229;
korporaal J. Stoffelsma, Monnikstr. 8,
Sneek; van 4—4 R.I., korporaal F. J.
Verbeek, Oudega (W.) 114; van 49
R.I., korporaal G. v. d. Wal, Sneek, Zuid-
end 23; van 4—1 R.I., soldaat S. Wier
sma, Oudega Dorpsstraat 95; van
49 R.I., soldaa’ M. Winia, Tirns 18.
Per Dorsetshire geen voor deze om
geving bestemd.
1 Mei 1923
is een datum, die voor de gehele sociale
verzekering van groot belang is, aldus
ving spreker het korte historisch over
zicht aan, waarmee hij zijn inleiding begon.
Op die datum trad nl. de Land- en Tuin
bouw Ongevallenwet in werking, bij de
uitvoering waarvan toen voor het eerst
de bedrijfsvereniging werd betrokken.
De eerste jaren daarna kenmerkten zich
door een periode van strijd tussen de
bedrijfsverenigingen, maar gelukkig
duurde dat niet lang en kwam er samen
werking in de vorm van een commissie
van overleg uit de verschillende orga
nen (acht vertegenwoordigers van de
werknemersorganisaties en acht direc
teuren) voor in de plaats, welke com
missie geregeld bijeen kwam om de be
langen van leden, in ’t bijzonder die van
de boeren en arbeiders, te bespreken.
In 1947 kwam de vraag op of het niet
beter zou zijn inplaats van de acht be
drijfsverenigingen tot één bedrijfsver.
voor de landbouw te komen, vooral in
verband met de op handen zijnde werk
loosheidsverzekering, waarvan de uit
voering voor alle bedrijfstakken in han
den van één bedrijfsvereniging gelegd
zal worden. Een nieuw orgaan, belast
met de uitvoering van de werkloosheids
wet achtte men nl. niet nodig, en boven
dien erg ondoelmatig. In September 1949
was het reeds zo ver dat tot oprichting
van die éne bedrijfsvereniging kon wor
den besloten. De bestaande soc. verze
keringswetten maakten het wel noodza
kelijk dat er twee verenigingen werden
opgericht (bij de landbouw-ongevallen-
wet hebben we nl. te maken met een
werkgeversorganisatie, terwijl de ziek
tewet gebaseerd is op werkgevers- en
werknemersorganisaties) maar in feite
is er maar één bedrijfsver. omdat in bei
de besturen, alsook in de bestuursraad,
dezelfde personen zitting hebben. Deze
besturen bestaan uit de zes standsorga-
nisaties.
In 1947 kwam ook de vereenvoudiging
van de soc. verzekeringswetten naar vo
ren, en daarom wordt thans getracht in
elke krite één apparaat te krijgen, waar
mee de boeren en de arbeiders voortaan
te maken zullen krijgen. Voor dit doel is
samenwerking gezocht en verkregen
met de Stichting van de Landbouw, met
als resultaat dat in iedere provincie een
provinciale contact-commissie gevormd
zal worden, bestaande uit vertegenwoor
digers van de Bedrijfsverenigingen, de
Stichting voor de Landbouw en het Pen
sioenfonds.
Sociale Verzekerlngs-commissies.
De bedoeling is om in zeer korte tijd
(z.m. 15 Febr.) te komen tot de oprich
ting van sociale verzekeringscommis-
sies en daarna tot de benoeming van de
provinciale functionarissen, die een vol
ledige dagtaak krijgen en practisch al
het gewone dagelijkse werk doen.
Hierdoor kan de uitvoering van de so
ciale verzekeringswetten, voorzover dat
door de eigen organen mogelijk is, ver
eenvoudigd worden, al ligt het niet in de
bedoeling dat deze commissies direct
hun taak aanvangen omdat eerst de be
staande plaatselijke organen hun taak
moeten neerleggen.
Verschillende vragen.
Er doen zich echter verschillende vra-
aen voor. Ten eerste of het wenselijk is
GESLAAGD.
Aan de Landbouw Hogeschool te Wa-
geningen is geslaagd voor het prop. ex.
Ned. Landbouw de heer B. Gietema te
Hommerts.
.i
De minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen heeft de Bond van
Friese Kunstenaars officieel bericht
gegeven, dat de Friese schrijvers in hun
eigen taal mee kunnen dingen naar de
reisbeurzen, die door de regering wor
den uitgekeerd. De kopij voor deze wed
strijd zal getypt onder pseudoniem in
gestuurd moeten worden en wel voor 15
Februari aan de afdeling Kunst van het
Ministerie, Prinsessegracht 21, Den
Haag.
of
>e
jz
r
Het zal menige Sneker niet zijn ont
gaan, dat in een pand aan de Zuidzijde
van de Marktstraat, halverwege tussen
Waag en Grote Kerkstraat, ingrijpende
verbouwingen plaats grepen. Aange
kocht door de Boaz-Bank, moest onder
het gebouw een grote en zeer diepe kel
der gegraven worden, een welkome ge
legenheid om profijt uit te trekken voor
de kennis van oud-Sneek! Zowel de heer
Dethmers, namens de Boaz-Bank, als
het personeel der firma Metz, belast
met de uitvoering van het werk, gaven
ons elke gewenste medewerking. In het
bijzonder is een woord van dank op zijn
plaats aan de heer J. Visser, door wiens
toedoen enkele aardige vondsten be
waard bleven voor het Sneker Museum.
Zo voor en na het werk zoekende
Werd het ons duidelijk, dat dit gedeelte
van Sneek vóór het jaar 1200 niet of
spaarzaam bebouwd moet zijn geweest.
Zulks in tegenstelling met de hoogte,
waarop de Sint Maartenskerk is ge
bouwd en de daaraan ten Zuiden gren
zende buurt, en waar wel eens een munt
yan Keizer Augustus is gevonden.
Blijkens de aard van het gevonden
aardewerk heeft men aan deze zijde van
de Marktstraat eerst in de loop der 13e
eeuw huizen gezet. Wij vonden name
lijk scherven van zogenaamde bolpotten,
yan een type, dat in de latere middel
eeuwen eerst in zwang kwam. Boven
dien een enkele scherf van meer zeld
zaam, van elders ingevoerd aardewerk,
zoals een bodemstuk van een kruik, te
dateren op de 13e eeuw; zeldzamer nog
zijn twee aaneenpassende scherven van
een kan-kruik, bedekt met in die tijd,
ook weer de 13de eeuw, nog hoogst zeld
zaam voorkomend glazuur. Groen van
kleur, gemalen uit slecht verpulverd
koper-oxyde, bedekte het, te voren in de
kan gestoken versieringsfiguren. Men
kent tot dusverre alleen uit Zeeland
.(Middelburg) een tegenhanger. Volgens
sommigen werd dit aardewerk inge
voerd uit Engeland, volgens anderen
echter uit Vlaanderen. De geleerden zijn
het nog niet eens. Misschien heb
ben ze beide wel gelijk. Jammer, dat de
Sneker stukjes zo klein zijn, men kan
niet eens met zekerheid zeggen, hoe het
oorspronkelijke vaatwerk er uit moet
hebben gezien.
Het bijzondere van deze vondsten
was, uat men resten van houten huizen
kon ontwaren. Eerst in de loop der löe
eeuw kwamen hier stenen huizen.
Wat de houtresten betreft, zoals ge
zegd zijn deze afkomstig van meerdere
huizen, die elkaar hier in de loop van
twee, drie eeuwen opvolgden. Daarbij
hoogde men het woonvlak steeds iets
op, zodat er nu een bijna twee meter
dikke bouwlaag, bestaande uit door
werkte klei op de vaste kleibodem rust.
De eerste bewoners hebben hun woon
stede gezet op het slechts weinig opge
hoogde maaiveld. Blijkens de richting
van de bouwresten stonden toen de hui
zen ook al in dezelfde lijn als nu nog.
Misschien was het wel de ene oever van
de vaart, waarvan wij vroeger de sporen
meenden te hebben gevonden, midden in
de Marktstraat. Aan de overzijde had
men dan de Hemdijk, het verlengde van
de Peperstraat. Hier was de grond na
tuurlijk hoger, en daar zullen dan ook
wel eerder huizen zijn verrezen, waar
onder de voorgangers van de bekende
stinsen, als Roordahuis, en Gruytersma-
stins. Later vervuilde het water, wegens
de toenemende bebouwing, en door dem
ping verkreeg men de brede straat, nu
bekend onder de naam van Marktstraat.
Vandaar dat men in de Marktstraat zelf
veel dieper moet graven om de vaste
grond te bereiken dan onder de huizen
aan de Zuidzijde daarvan.
Wat nu de aard »an de gevonden huis-
resten betreft, uiteraard kennen wij nu
nog maar een heel klein stukje, dat al
leen een deel van de huisplattegronden
vertoonde. Maar toch leverde dit be
perkte vlak aardige wetenswaardig
heden op. Wij zagen, hoi in deze eeuwen
de Sneker huizen bestonden uit zware
eiken posten, waartegenaan dikke plan
ken bevestigd waren. Ook kwamen er
twee drinkwaterputten aan het licht.
De ene bevatte een beschadigd Ja-
coba-kannetje, nu in het Museum te
zien. Hierdoor staat het vast, dat de put
al vóór het jaar 1400 gebruikt werd.
De put was heel eenvoudig gemaakt van
een eikenhouten boter- of haringvat,
dat, ontdaan van bodem en deksel, diep
genoeg in de grond wae gegraven, om
steeds water te bereiken. Om het kwel
water zuiver te houden, was dt put ge
plaatst in een mantel van schelpen.
Maar of het water altijd even fris heeft
gesmaakt, is de vraag, met de brakkige
venige kleigrond rondom.' Het vaatje
zelf was kennelijk niet nieuw meer, toen
het in de grond belandde; verschillende
duigen vertoonden ingesneden merken,
de welbekende huismerken, waarmee
nog tot in onze eeuw de Friese boter-
kooplieden de door hen gekochte vaten
merkten om ze te kunnen herkennen als
hun eigendommen. Deze merken uit
Sneek zijn nu stellig de oudste merken
mee die wij kennen; immers van vóór
het jaar 1400!
Aardig is het even te vermelden, dat
wij op het eiland Ameland ook zulke
oude merken vonden op eiken duigen.
SNEEKER NIEUWSBLAD
kriten samen te voegen of hun grenzen
te wijzigen. De contact-commissie staat
op het standpunt dat over ’t algemeen
de begrenzing wel ongeveer gelijk kan
blijven. Een ander punt is de grootte
van deze verzekeringscommissles. De
contact-comm. meent dat deze niet te
groot moeten zijn, maar uit praktisch
oogpunt ook weer niet te klein daar het
wenselijk is dat van iedere plaats of
streek een vertegenwoordiger van de
werkgevers en de werknemers er in zit
ting heeft. Een van de taken der com
missie zal nl. de looncontróle zijn.
De derde belangrijke vraag is welke
personen zullen in deze commissie be
noemd worden? Volgens de contact-
comm. zullen deze personen aan hoge
eisen (zowel verstandelijke als morele)
moeten voldoen en bovendien het ver
trouwen van werkgevers en werknemers
hebben. Voorts kan hierbij overwogen
worden of personen benoemd moeten
worden die reeds ervaring in de andere
organen van de landbouw (P.O.C.’s, be
drijfsverenigingen enz.) hebben opge
daan. Volgens de contact-comm. is dat
wel gewenst, zelfs noodzakelijk.
De taak van de sociale verzeke-
rings-commissie.
Deze commissie neemt zonder meer de
taak van de bestaande verenigingen op
dit terrein over, o.a. de looncontróle, ter
wijl men het er verder over eens is dat
ze ook een taak zal krijgen bij de uit
voering van de werkloosheidswet. Bij
deze wet krijgen we een geheel nieuwe
figuur. Ieder landbouwer die een verze-
keringsplichtig bedrijf uitoefent, zal nl.
automatisch bij een bedrijfsvereniging
aangesloten zijn, en daar het de bedoe
ling van de regering is op deze weg
voort te gaan, mag verwacht worden
dat er spoedig een zelfde orgaan zal ko
men voor de ziektewet en de kinderbij
slagwet, waarvan de uitvoering eveneens
in handen van een bedrijfsvereniging
(één per bedrijfstak) gelegd zal worden,
Ook daarvoor zullen de werkgevers ver
plicht bij een bedrijfsvereniging voor de
landbouw aangesloten moeten zijn.
Overigens blijven de bestaande be
drijfsverenigingen op dezelfde voet door
werken, maar als afdelingen van de
nieuwe bedrijfsvereniging.
De functionarissen.
In de benoeming van de nieuwe func
tionarissen zullen ook de soc. verz.com-
missies erkend worden. Een van de
eerste punten die straks aan de orde
komen is de vraag hoe groot deze soc.
verz.commissies moeten zijn, en de be
noeming van de functionarissen. Voor
het laatste zullen de plaatselijke afdelin
gen van de zes standsorganisaties een
voordracht moeten indienen.
Na de pauze werden enige vragen ge
steld, o.a. over de benoeming van de
functionarissen wat, zoals de heer Kooi
stra antwoordde, door de hoofdbesturen
van het Pensioenfonds, de St. v. d. Land
bouw en de nieuwe Bedrijfsver. zal ge
schieden.
Verder gaf mr. Cuperus nog enige in
lichtingen.
Krite 5 achtte het van belang dat de
commissie uit 12 leden zal bestaan, z.m.
uit ieder dorp één lid. Het bestuur, dat
eerst meende dat zes leden voldoende
zouden zijn en reeds zes dubbel-tallen
had opgemaakt, zal zich nu echter nader
over deze zaak moeten beraden en bin
nen 14 dagen candidaten opgeven.
Bij de verdere besprekingen werd ten
slotte besloten dat de commissie voor
beide kriten uit 10 personen zal bestaan,
als volgt aan te wijzen: Krite IV: voor
de werkgevers Friesche Mij. v. Land
bouw 2, C.B.T.B. 2 en A.B.T.B. 1; voor
de werknemers: N.C.L.B. 4 e. Alg. Ned.
Landarb.Bond 1. Krite V: voor de werk
gevers Fr. Mg. v. L. 2, C.B.T.B. 2, A.B.
T.B. 1; voor de werknemers N.C.L.B.
3 en R.K. Landarb.Bond 2. De gewenste
spreiding zal hierbij zoveel mogelijk
worden betracht.
De afd Sneek van bovengenoemde bond
kwam Donderdagavond in jaarvergade
ring bijeen in Aere Perennius. De voorz.,
de heer Rienstra, heette in zgn openings
woord de aanwezige dames en heren
hartelijk welkom, in ’t bijzonder het lid
van het H.B., de heer de Vries uit Zwol
le en de afgevaardigden van de Chr. Be
sturenbond. Spr. herdenkt in enkele ge
voelvolle woorden het op zo tragische
wijze om het leven gekomen lid J. Koop-
mans. Daarop volgden de jaarverslagen
van secretaris en penningmeester. De
heer de Vries sprak over „Dankbaar
heid”, waarbij hij wees op de groei van
de Christelgk Nationale Vakbeweging,
die van 1 Jan. ’46 tot 1 Juli ’49 steeg
met bijna 60.000 leden en op dat tijdstip
ruim 151.000 telde. Wij mogen voor
deze groei dankbaar zijn, want in ver
schillende landen heerst de leuze „Niet
rood geen brood”. Het bestaan van
onze christelijke vakorganisatie legt ver
antwoordelijkheid op. Als straks de Pu
bliekrechtelijke Bedrijfsorganisatie wordt
ingevoerd, zullen we daaraan moeten
meewerken en mogen we niet rustig af
wachten. Vooral de jongeren moeten
zich hun taak en plicht terdege bewust
zijn, opdat het straks niet te laat zij.
Als Vs van de kiezers zich voor een
christelijke regering uitspreekt, moet
ook i/3 van ons volk lid zijn van de
chr. vakbeweging.
Nadat de voorz. van de C.B.B. een
kort woord had gesproken, werd het
gouden insigne voor 25-jarig lidmaat
schap van het C.N.V. met een toepasse
lijke gelukwens aan de heer Hospes uit
gereikt. Het verdere deel van de avond
werd in zeer gezellige sfeer doorge
bracht, terwijl een verloting voor „D.E.
L.” 20.30 opbracht. De voorz. bracht
allen hartelijk dank, waarna de heer
Wielsma in gebed voorging.
dwarse bodemplankjes van te maken in
uiterst eenvoudige doodkisten. Ook hier
weer vondsten van vóór het jaar 1400.
Enkele gemerkte duigen zijn nu be
waard in het Museum, maar het is niet
zeker of deze op den duur bewaard kun
nen blijven in droge toestand. In elk ge
val zijn de tekeningen overgenomen en
zodoende vastgelegd.
De andere put was van heel ander
makelij en bestond uit rechtstandig in
de grond gedreven planken, die een in
doorsnede vierkante koker vormden.
Jammer genoeg hebben we uit deze put
geen vondsten kunnen bemachtigen,
omdat de bodem zo diep was, dat men
er slecht bij kon. Maar het staat vast,
dat deze put dicht bij een houten wand
lag, evenwijdig aan de Marktstraat.
Deze wand was over een hoogte van 40
cm nog blijven staan tot op de lijn van
het grondwater en bestond weer uit zeer
zware eiken planken, bevestigd aan hou
ten posten. Resten van ijzeren nagels
werden niet gevonden. Men zal met hou
ten pennen gewerkt hebben.
Evenwijdig lopende aan de Markt
straat, leek het ons de achtergevel toe
van een houten huis, daar eenmaal ge
staan hebbende. De put zal vlak naast de
achterdeur hebben gelegen, ten gerieve
van de huisvrouw. Rondom en in de put
waren aanwijzingen van mest en stro.
Misschien was het een kleine koemelke-
rij, zoals deze ook later nog in Sneek
veelvuldig te vinden waren. Maar ook
vele burgers hielden er nog wel een en
kele koe, geit of schaap op na, in die
landelijke periode van Sneek, zoals nu
konijnen en postduiven.
Tenslotte werd nog gevonden, naast
een zware ligger, in een richting recht
op de Marktstraat, een zeer lange boom,
kloet of wat het ook maar geweest mag
zijn, met sporen van een breuk, gelast
met behulp van ijzeren bussen. Misschien
was het een afgedankte schippersboom,
die, half vergeten opgeborgen in de
„krimpe” tussen twee huizen in, bij een
afbraak en herbouw onder de grond
raakte, en dank zij de in die tijd hoge
grondwaterstand geconserveerd bleef.
Want dat men in dat gedeelte van
Sneek in die tijden leefde als in Giet
hoorn, dat kan moeilijk bestreden wor
den als men ziet hoe nü het toenmalige
woonvlak er onder de grondwaterspie
gel ligt. Men zal steeds moeten hebben
ophogen om de voeten droog te houden,
wanneer in de herfst het binnenwater
op kwam zetten.
Eindelijk zij nog vermeld een vondst,
gedaan tijdens graafwerkzaamheden in
de garage van de heer Fritsma. Het be
trof hier een plek, waar vroeger de keu
ken af het washuis van het voormalig
i§t. Anthony-Gasthuis heeft gestaan, nu
school voor buitengewoon onderwijs, aan
de Oude Koemarkt. Het betrof hier de
vondst van scherven geglazuurd aarde
werk uit de 16e eeuw, alsmede een bijna
geheel gave handmolensteen van tra
chiet, een vulkanisch gesteente. Laatst
genoemd voorwerp schijnt ons iets ouder
toe dan de aardewerkscherven en werd
gebruikt voor het in huis malen van
graan tot pap of broodmeel, een ge
woonte die tot in de latere middeleeuwen
in zwang bleef. Ook deze vondsten „be
daarden” in het Sneker Museum.
Een en ander moge verduidelijkt heb
ben welke aardige aanwijzingen zulke
schijnbaar onaanzienlijke vondsten voor
de Sneker historie kunnen geven. Want
over Sneek’s oudste historie, en vooral
ook de overgang van Sneek van dorp
tot handelsplaats, weten wij maar bitter
weinig. Misschien illustreren juist de
middeleeuwse vondsten aan de Markt
straat het feit, dat voor het eerst in het
jaar 1191 Sneker kooplieden vermeld
staan, en wel in een Hamburger oor
konde. Veel later dus dan Staveren,
Leeuwarden en Dokkum, waar in de 11e
eeuw al munten geslagen werden, en
waarvan verschillende exemplaren be
waard bleven.
Daarom een voorstel, vroede vaderen
van Sneek Mocht U er toe besluiten
op de lege plek, waar eens het hart van
Sneek’s bedrijvigheid klopte, de boter
markt, een nieuw gebouw te zett"n, dat
Sneek’s zo ontsierde binnenstad een
hart onder de riem kan steken want
wat zou een mooi, voornaam gebouw
juist op deze plaats veel voor Sneek’s
aanzien betekenen geeft dan de oud
heidkundigen de kans tevoren met de
spade de geheimen van Sneek’s geboor
te als stad te doorvorsen. Want hier
ligt het, in de grond
H. Halbertsma.
el
■on'