Het derde lustrum van de Sneek-Week Rollende golven kloppende harten n Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST I» I O 1 W VRIJDAG 11 AUGUSTUS 1950 5e JAARGANG No 65 L. KIEZEBRINK Een hoofdnummer SNEEK-WEEK 1950 Het vreemdelingenbezoek Dood-geëxperimenteerd Tluzikale rondgang Ook deze winter zwijgt de radio >c- id, >r. het len len en uur uur uur uur uur A- te >e- Jie len en 1 bij ie- >e- :r- ize KLEINZAND 7 - Telef. 2872 Het Sneeker Nieuwsblad is een gecombineerde uitgave van NIEUWE SNEEKER COURANT, SNEEKER COURANT en DRIJFHOUTS NIEUWSBLAD - DE C' Oud-gedienden in bijna alle klassen Zeilers die opkwamen en bleven, of blonken en verzonken Sterk geslonken f: - Redacteur: I en 1 Hoe het vroeger was. Een prijsuitreiking op Hardzeildag. In de Jachthaven. A, f. S. Hedenavond maakt het Stedelijk Mu ziekcorps Sneek een muzikale rondgang door de stad, ter inluiding van de Sneek- Week. De Sneek-Week wordt dit jaar voor de 15e maal gehouden. Het had zeventien maal kunnen zijn, maar in 1943 en 1944 ging dit grote zeilevenement niet door, omdat het toen geen tijd was voor zulke prettige gebeurtenissen. Dit jaar is dus een lustrum-jaar, en daarom is het wel aardig om eens na te gaan welke zeilers in deze vijftien jaar een rol van beteke nis hebben gespeeld, wie van hen nog steeds aan de wedstrijden deelnemen en wie uit de baan verdwenen zijn. Een klasse die helaas helemaal van de wedstrijdbanen verdwenen is, is die van de Vrijbuiters. Dood-geëxperimenteerd Het aantrekkelijke van dat experimen teren was evenwel dat men ieder jaar Advertentieprijs 1 5 ct. per m.m. Bij contract (handelsadv.) lager. Abonnementsprijs f 2.50 per half jaar. Franco per post f 3.75 per half jaar Giro 50748 ten name van Firma E. J. Drijfhout, Sneek. 1936, maar lang heeft hij „II Tigret- to” niet in zijn bezit gehad, want in 1938 stapte hij over in de Regenboog, waarin zijn ster snel omhoog ging. Geregelde verschijningen waren ook de sierlijke snelle Draken, waarin zeilers als Keegstra, Jan Heinen en Blickmann uit Amsterdam, van Lienden uit Den Haag, Carpentier uit Voorburg en Poor ter uit Alkmaar, grote triomfen op het Sneekermeer hebben gevierd. Hij komt van z’n huis, en heeft het korte eindje van huis naar jachthaven al vier mensen te woord gestaan. „Hospes kan ik even bellen?” „Hospes waar kan ik een stopcontact vinden? Hospes is er ook post? Hospes Maar hij wordt er niet anders van. Hij is goed, vriendelijk en blij. Z’n gasten, z’n kinderen zijn er weer. De „Woelwa ter”, de „Buizer”, de „Windekind”, de „Ignatio”, de „Scottish Maiden”, Nog een enkele dag, dan begint het feest! Dan blinken de zeilen, dan vech ten de groten om de eer, dan trekken duizenden naar onze meer, die iedere morgen weer even fris en nieuw ligt te wacilea. Spoedig staaa de tadep gwart Verschijnt: DINSDAGS en VRIJDAGS- Administratie: Comb. Drijfhout-Kiezebrink Co. Kantoor: GROOTZAND 55 Telefoon 3005 (K 5150) Redactie-adres SNEEKER NIEUWSBLAD wat al dat toe- economische zin Er zijn ook vrij Denen, Noren en om van onze Om te beginnen met de eerste Sneek- Week in 1934 zien we, dat toen voor de Zondag ook de overdekte kieljachten op het programma stonden en dat de wed strijd met handicap die dag gewonnen werd door de Waterrat van de heer A. ten Cate, toentertijd voorzitter van de Kon. Zeilver. „Sneek”. Zoals bekend kan de heer ten Cate de zellsport, waarvan hij een enthousiast liefhebber was, niet meer beoefenen, maar hij leeft nog al tijd mee, en het moet ook hem een grote voldoening zijn dat de meek-Week, die ook met zijn medewerking tot stand kwam, zulk een grote vlucht heeft geno men. K. Vrolijk Hzn. was met zijn Hele na tweede in deze wedstrijd. Deze eer tijds zo bekende figuur in de Sneker zei- lersgemeenschap is reeds lang overleden. In de 7.10 m. klasse, die dat jaar ook nog bestond, gaven voornamelijk de he ren van Gooi, dr. v. d. Meer, Dijkstra uit Akkrum en de Gevekes uit Leeuwarden de toon aan, en toen in 1937 de nieujve 30 m klasse haar intrede deed, beteken de dat alleen maar een. verandering van decor; de hoofdrolspelers bleven dezelf de, waarbij zich in de Sneek-Week een enkele maal ook nog de heer Niemeijer uit Groningen voegde. De heren van Gooi en Dijkstra zijn inmiddels rustend wedstrijdzeiler geworden en dokter heeft zijn 30 kwadrater Li verwisseld voor een kajuitjacht, luisterend naar dezelfde naam. Die zullen we dus ook niet weer in onze zeilweek zien starten, waarmede wederom een van de oude getrouwen van het toneel is verdwenen. In dat jaar ontmoetten we voor de eerste maal ook de naam van L. Rosier. Hij voer toen met zijn „Flora” in de Ge mengde klasse, maar dit was het begin van een succesvolle wedstrijdloopbaan, die later door zijn beide zonen Geert en Jan werd voortgezet die een lange reeks van jaren met hun verschillende Deli’s tot de groten in de 16 m2 klasse hebben' behoord, maar enige jaren geleden de wedstrijdsport hebben vaarwel gezegd. meen, was hij hier al eerder in de Olym- piajollenklasse uitgekomen. Hij woonde toen echter nog in Oegstgeest. Later kwamen in de Pampussen vooral Bak ker, van Foeken, Nieuwenhuis en de Jong en de Rc cerdammer Sieverts naar voren, allen nog steeds actieve wedstrijd- zeilers. Inl940 deden de eerste Valken hun in trede in Sneek, en het jaar daarop begon de succesvolle Valkenloopbaan van Ir. Zuiderbaan die elk jaar weer aan tot de snelsten behoorde, maar meer en meer concurrentie kreeg van Reino Mulder uit Langweer. Hij was nog maar een jongen toen hij de Rirette voor het eerst ter overwinning voerde, maar heeft zich in korte tijd tot een van de grote figuren in deze mooie klasse opgewerkt, waarin ook Corrie van Gooi (thans mevr. Jou- stravan Gooi), H. de Boer, M. C. Breu- ning en J. v. d. Veen grote bekendheid hebben gekregen. De 22 m klasse vonden we ’t eerst vermeld in 1936. In de beginjaren waren het vooral Visser, Lemmer, Bruinsma, Heerenveen, de Jong, Akkrum en Bote v. d. Werf, Sneek, die in deze nieuwe klasse uitkwamen, later kwamen hierin vooral Rijkmans, Meppel, Alberda en de Dood en Molenaar uit Grouw naar voren. Een klasse die steeds groter werd, en daardoor telkens verder enderverdeeld Nog een enkele dag en, los de touwen! Los ook de harten van de Snekers, van de „bütenlju” maar ook van de honder den en duizenden uit binnen- en buiten land voor wie er in hunvacantie, met tientallen meren, plassen en zeeën, toch maar één toverwoord is: Sneek-Week! Ook in de komende wintermaanden zullen de zenders Hilversum I en II in verband met electriciteitSbesparing ge durende de piekuren zwijgen. Volgens besluit van het bestuur van de Neder landse Radio Unie zal van 13 November tot 26 Januari dagelijks, behalve des Zondags, van 7.30 tot 8.30 en van 16.30 tot 18.00 uur niet worden uitgezonden. nieuwe types zag verschijnen al verdwe nen ze vaak ook weer even snel. We herinneren ons bijv, nog zo goed die Wil- gen-boot uit Bergum, waarvan spotten derwijze verteld werd dat de bladeren er nog aangroeiden, zó vers was het hout, waarvan hij gebouwd was. Maar evenals zo vele, mislukte ook dit model en is snel in de vergetelheid verzonken. Rom- ke de Vries, die toen in Leeuwarden woonde, kwam ook herhaaldelijk met wat nieuws voor de dag. Zijn rolfok op de „Störtebeker” bijv, was voor Fries land iets bijzonders, maar succes heeft hij er niet mee behaald, terwijl deze vrij buiter ook overigens niet aan zijn onge twijfeld hoge verwachtingen heeft vol daan. Tot de matadors in deze klasse be hoorden ook onze vroegere stadgenoot Jo Vrolijk en Auke IJkema, terwijl be kende Vrijbuiterzeilers in de eerste jaren ook nog waren de heren A. A. Tromp, v. d. Berg uit Weesp, de gebr. Fontein uit Scheveningen en Stallmann uit Hin- deloopen, terwijl in ’t bijzonder ook nog vermeld moeten worden de opeenvolgen de types „Marodeur” van Olij v. d. Weij, die heel veel proeven hebben geno men, en daarmede ook goede successen behaalden. Dr. v. d. Zijpp heeft het ook een jaar in deze klasse geprobeerd. Dat was in voor Sneek betekent, veel Fransen hier en Zweden ontbreken niet Benelux-partners de Belgen maar te zwijgen. En uit alle hoeken van ons eigen land zijn er thans toeristen naar hier gestroomd. Mogen zij kunnen ge nieten van een schone week. Ondanks het aanvankelijk ongunstige weer, belooft ook het seizoen 1950 voor Sneek als toeristencentrum toch nog een groot succes te worden. Bij infor matie hoorden wij dit van de secretaris van Vreemdelingenverkeer de heer G. v. d. Pijpekamp, die nu aan de voor avond van de Sneekweek handen vol werk heeft met het verstrekken van inlichtingen. Men moet dat niet te licht opvatten. Alleen in de maand Juli wer den niet minder dan 799 inlichtingen verstrekt, dat is ruim 25 per dag. Op allerlei wijzen worden die informaties gegeven cn in velerlei taal. Want er zijn ook weer veel buitenlanders hier. Amerikanen zijn er opvallend veel, En zeer groot is het aantal Engelsen; It. commander Carr Dickson, die dit jaar met een grote tjalk aan het Snee ker meer ligt brengt elke week aan weer een nieuw contingent Britse jon gelui naar hier. En als we horen van bestellingen van 1000 eieren en 40 pond spek tegelijk, dan ruiken we het En gelse ontbijt al, maar beseffen we uit zo’n paar cijfers ook van liefhebbers, dan eten de bootslui van de watersport, de Paviljoenboot, de bruggedraaiers, de schippers even tus sen slapen en wakker worden, dan doet de vrouw het huiswerk met een franse slag. We gaan naar de meer! En ’s avonds in de stad trilt het van de jolijt, de vrolijkheid, dan is het Mar- tiniplein één wentelende, draaiende, zingende bruiloft, schudden oude wijze mannetjes de hoofden, maar in de haast uitgedoofde ogen sprankelt nog een vonkje dat o ver bleef. Sneek-week. Welkom! geest-week. Zet em op! Bozum, Molenaar, Grouw, Hesse, Leeu warden, Vollema, Grouw, R. en H. Kahrel en van Calcar te Groningen, en H. Recourt uit Amsterdam om de meest bekenden uit de beginjaren maar te noemen elkaar altijd zo prachtig partij gaven. Later kwamen nieuwe ster ren naar voren, in ’t bijzonder de Gebr. Reesink uit Enschede, die de snelle Ge- ja en Meteoor II in hun bezit kregen, waarvan vooral D. Reesink schitterende successen op het Sneekermeer heeft be haald, terwijl ook Luut Hof tot de besten behoord heeft voor hij tot de 16 m2 klas se en daarna tot de Regenboogklasse overging. De Schouwenklasse heeft in de loop van deze 17 jaren ook heel wat veran deringen ondergaan. Wel komen de na men van de Toppenhüsters Atsma, de Jong, Douma en v. d. Veen nog altijd in het programma voor, maar helaas ko men o.a. die van dokter Tromp Visser, vroeger te Warns, thans te, Deventer, en Grassoo en Schouwstra te Akkrum, al lang niet meer in deze klasse voor, zodat ook deze mooie Friese klasse sterk ach teruit gegaan is. Toch hebben we alle hoop dat ze niet de weg zal opgaan van de Tjotterklasse, die als wedstrydklasse heeft afgedaan. Wel hebben de organisa toren van de Sneek-Week lang gepro beerd haar in het leven te houden, maar ze moesten hun pogingen in 1946 opge- moest worden, is die van de 16 kwadra- ters. Bij het begin van de Sneek-Week konden de zeilnummers nog met twee cijfers geschreven worden, thans zijn er al een kleine drieduizend nummers uit gegeven. Een schier legendarisch schip in deze klasse was de Gretha van onze stadgenoot P. Sijperda, waarin schipper W. Kortekamp de helmstok hanteerde en een onnoemelijk aantal prijzen heeft ge wonnen. Zeer bekende schepen in de eer ste jaren waren ook de Unrêst van Ane Postma, de Marie van wijlen A. van Dijk te Hommerts, de Foddebosk van Groen hout, de (eerste) Deli van Rosier, de Roekoe van Kampman, de Rosa van Fa ber, de Boukje van Geert de Haan, de Skries van G. Stoelinga, de Analie van Kussendrager z. Later hebben vooral de Mascotte .van Velsink te Leeuwarden, de Tjerk Hiddes van W. Hoekstra, de Dia na van Buisman te Leeuwarden, de Ali van. Jansma te Grouw, de Betty van Kingma, Lemmer een grote rol gespeeld, De Friese 16 m2 zeilers waren in die ja ren zeer sterk, maar toen de Groningers opkwamen verloren ze meer en meer terrein en de laatste Sneek-Weken wa ren de Helders en de Vissers uit Paters- wolde beslist superieur, niet alleen in de vrije, maar ook in de groepswedstrijden. Deze zijn nu in ’t geheel viermaal door de Friezen en viermaal door de Gronin gers gewonnen, zodat de schaal thans in evenwicht is, maar wjj geloven niet dat de Friese groep die de laatste drie jaren steeds verloren heeft, ooit weer zo sterk zal worden dat ze de Groningers in hun snelle race-machines kan weerstaan. Andere vooraanstaande zeilers en ge regelde deelnemers aan de Sneek-Week waren de beide v. d. Sluisen uit Lang weer, de Jousters Ce Boer en v. d. Veen (welke laatste nog geregeld aan wed strijden deelneemt), onze stadgenoten Jan Smith (in 1939 de eerste winnaar van de Zilveren Waterpoort). Bouke de Haan, B. en W. Couperus., Jan en Piet de Dood, IJntema, Roordahuizum, Alber da (die in 1938 in de B-klasse debuteer de, wat het begin was van zijn zeer suc cesvolle zeilerscarrière), Lukkien, Zwol le, Koopmans, Enschede en vooral ook de Groningers Palm, Peerlkamp, J. G. Mulder, Bot en de Zwollenaar W. van Loo, die ook al tot de oude garde be hoort, maar nog altijd present is, ook dit jaar weer. De kleinere zusters en voorlopers van de „vergrote B.M.’ers” zoals deze nog vaak genoemd worden, de B.M.’ers heb ben ook nog geen enkele Sneek-Week ontbroken. Hun aantal is de laatste ja ren echter sterk geslonken, en met wee moed denken we daarom nog vaak terug aan de bloeiperiode van deze eens zo po pulaire klasse, toen Tommy en Jan Pas ma, Buisman, wijlen U. Molenaar, Wier- da, Heerenveen, Wester, Grouw, de Jong en Boomstra, Sijbrandaburen, Sijtstra, En wanneer U goed toekijkt, en luis tert ’s morgens (niet al te vroeg) on der de kraanpomp bij de Jachthaven, ’s middags op „de” meer en ’s avonds op de terrassen van Onder de Linden, Piso, Wijnberg en ja noem ze allemaal maar op, wapt ze zijn overal, en na ’s avonds op weg naar hun boten en bootjes, de pompeuze kathedralen van boten zowel als het verkregen resultaat van kruising tussen schouw en salonboot dan hoor je, dan voel je in de schertsende woor den het geluk dat ze hier weer mogen zijn in onze Sneek-week, zonder zorgen, zonder oorlog, zonder vervelende plich ten. ven, omdat er toen geen enkele inschrij ving meer binnenkwam. De herinnering aan deze mooie Friese boten zal echter nog lang blijven voortleven, evenals de namen van de geb.r. v. d. Laan, Visser en v. d. Meulen uit Langweer, Zwaag- stra uit Grouw en de Wilde uit Sneek, die zo menig maal in de Sneek-Week zijn gestart. Kees Schaap, jaren achtereen naast Ees Hoekstra uit Leeuwarden, de grote man in de 12-voets jollenklasse, is ook al geen wedstrijdzeiler meer, althans niet in de grote wedstrijden. En Feitze Oppenhuizens liefde voor de wedstrijd sport schijnt ook al danig bekoeld te zijn. Wij hebben hen. na zijn Jollentijd nog wel eens in de Olympiajóllen en in de Regenbogen in actie gezien, maar de laatste jaren zochten we zijn naam te vergeefs onder de deelnemers. Een zeer succesvol Jollenzeiler was verder Jan Bier, die ook hier verschillen de malen in de Olympiajóllen startte en daarin eveneens tot de „keien” behoor de. Dat is echter al weer heel wat jaar tjes geleden. Een klasse die indertijd ook snel op gang maakte, maar vrijwel even snel weer verdween, is die van de Larken. Opmerkelijk is echter hoeveel vooraan staande zeilers uit deze platte scheepjes zijn voortgekomen. De meest bekende is wel Herman Geveke, die reeds in 1934 met de „Poask” aan de wedstrijden in de Sneek-Week deelnam. Later vierde hij hier nog vele malen triomfen, voorname lijk in de 30 m2 klasse, waarin hij ver schillende malen 1' .mpioen werd, maar ook in de 16 m2 klasse. Andere bekende zeilers in deze klasse waren o.a. B. Gros, Siep v. d. Meer, R. Bosman, H. G. van Slooten, L. Meek en J. S. Bouman te Leeuwarden, Jan en Tom Zwart, G. en M. v. d. Werf, P. Ab- binga, Sipke Dykstra (toen ook Sneker), J. Hiemstra, Fokke Veen, Drachten en Jan Brons, Groningen. De meesten van hen hebben de wedstrijdbaan vaarwel gezegd; alleen Gros, v. d. Meer, Bouman, Tom Zwart en Veen komen, voorzover ons bekend, nog geregeld uit, zij het in andere klassen. Siep van der Meer bijv, is nu in Holland een van de grote man nen in de Valken. De klasse Jlympiajollen vertoont vrij wel hetzelfde beeld. Dirk Bakker, de Vries, Vlaskamp en Bos hebben het bijl tje er bij neergelegd, Nellie van Gooi is naar Amsterdam vertrokken, haar zus ter is Valkenzeilster geworden en de meeste wedstrijdjollcn zijn uit Sneek weg, zodat we voor de Sneek-Week voor namelijk op de Hollanders en Groningers zijn aangewezen. Van de Hollanders heb ben vooral Jan Bier, Coert Flemming en Bob Markus hier veel opgang gemaakt, maar, zoals gezegd, veel van de oude glorie is voorbij. In de Sharpies tenslotte waren Breu- ning en de Kóningh tot voor een jaar of vijf terug geregelde gasten; daarna kwa men ook mededingers uit Holland en Groningen opzetten, waarvan de over winningen van Miedema te Hoogezand en Kraan uit Oude Wetering nog vers in het geheugen liggen. B. B. LEN nog ..C„ De Regenbogen vormden ieder jaar een van de hoofdnummers. In de eerste Sneek-Week waren er nog enige strub belingen waardoor de Hollanders niet bij de S.Z.C. mochten starten, maar daarna verschenen ze geregeld op het appèl, en het zijn vooral de bekende Holland- Friesland wedstrijden in deze klasse die tot de glanspunten van iedere Sneek week behoren. Vrolijk, Oppenhuizen, Kuipers en Hendriks waren in 1934 di rect al van de partij, later kwamen wij len Piet van Dijk (1935), V. d. Sluis (1936), en dr. v. d. Zijpp (1938), terwijl Alberda in 1948 ook tot het Regenboog- gilde toetrad. Wijlen Oene W. Mulder uit Langweer sloeg ook geen jaar ove Een groot ver lies voor deze klasse was het afscheid van Siebren Kuipers als wedstrijdzeiler. Zijn naam en die var. zijn eerste „Water rot” komt tot 1940 geregeld onder de prijswinnaars voor. In dat jaar kwam de nieuwe „Waterrot II” in de vaart, maar wellicht zou Kuipers er op den duur toch wel weer in geslaagd zijn ook dit schip geregeld in het voorste gelid te brengen, als hij op dokters advies zijn wedstrijdloopbaan niet had moeten be ëindigen. Ook Dirk Oppenhuizen heeft tot nu toe met zijn nieuwe Hendrika niet zulke sprekende resultaten geboekt als met zijn oude Windekind, die in 1945 aan T. Reen verkocht werd en spoedig daarna naar Holland verhuisde. Van de Hollandse zeilers zijn Leen de Wit uit Zaandam, Doedes uit Haarlem, W. Bergsma uit Voorburg en v. d. Velde uit Den Haag wel de meest bekenden en getrouwen. De oud-Sneker Bergsma vooral was hier steeds een geduchte concurrent van dé Friezen, maar hij suk kelt de laatste jaren met zijn beman ning, wat ook de reden is dat hij dit jaar niet komt. Onder de prijswinnaars in 1935 vonden we ook nog het tegenwoordige bestuurs lid van de Koninklijke, de heer J. E. Priester, die toen met de „Kikker” aan de wedstrijden deelnam, welk schip ver leden jaar opnieuw in zijn bezit is geko men. De Pampusklasse verscheen in 1941 voor de eerste maal op het toneel van de Sneek-Week, waarmee burgemeester Reitsma ook als Pampuszeiler op de Friese wateren debuteerde. Hij was hier echter geen onbekende, want naar ik Ook veertig jaar geleden heerste er op de „Folie” een gezellige stemming. Van de dansvloer werd druk ge bruik gemaakt. Zondag met het schone weer kregen we al een voorproefje van wat er deze week al gaat gebeuren. Een invasie, een stormloop naar de meer. Dan is er geen houden meer aan, dan trekt de meer ze naar zich toe, van dichtbij, van veraf, maar zij trekt, naar de pólle, naar het paviljoen, maar bovenal naar het water zelf. Het is toch wel eigenaardig dat in de grote rij van feesten en sportgebeurte nissen enkele er hoog boven uit steken. Nemen we nu de elfsteden razernij, want zo zou men het haast kunnen noe men ,het kan hoogstens nog twee jaar duren of we krijgen een elfstedentocht van ouwe opa’s op driewielers. Maar de echte elfstedentocht is die per schaats. En zo is het met de Sneek-week even eens. Laten we tussen alle scherts door even bij het geval stilstaan. Waarom die drukte? Juist in die week? Er wordt gezeild goed; dat wordt' ristenbezoek ook in er iedere dag! Er is kermis goed, maar het is doorlopend kermis! Maar wat dan? Kijk dat is nu het geheim. Voor het grootste deel der bezoekers is de Sneek-week oneindig veel meer dan zeilwedstrijd en kermis! Het is een traditie en een goede traditie. Mijnheer zus en zo met z’n kruiser laat zich tegen die tijd vanuit Holland of zo „afzakken” naar de jachthaven in Sneek. Geruisloos komen ze aanzeilen en meren hier of daar. Sportieve jonge lui zetten zich „in” voor de Sneek-week en komen bruin verbrand met hun shar pie, hun B.M.er, hun kano eveneens in de jachthaven en meren eveneens. En ze worden allemaal met dezelfde vriendelijkheid ontvangen door baas Hospes. Wat een karakteristieke naam toch, want het is inderdaad een hospes! Tussen twee haakjes, wist U dat baas Hospes dit jaar een kwart eeuw aan de jachthaven is En dat hij nu 77 is Zou je niet zeggen. En hij wil er niets van weten ook. Hij geeft z’n groeten, z’n service, z’n hulp zonder te vragen voor wie noch voor wat! I' i'I.M 77

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1950 | | pagina 1