Het derde lustrum van de Sneek-Week
Rollende golven kloppende harten
n
Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST
I»
I
O
1
W
VRIJDAG 11 AUGUSTUS 1950
5e JAARGANG No 65
L. KIEZEBRINK
Een hoofdnummer
SNEEK-WEEK 1950
Het vreemdelingenbezoek
Dood-geëxperimenteerd
Tluzikale rondgang
Ook deze winter zwijgt de radio
>c-
id,
>r.
het
len
len
en
uur
uur
uur
uur
uur
A-
te
>e-
Jie
len
en
1
bij
ie-
>e-
:r-
ize
KLEINZAND 7 - Telef. 2872
Het Sneeker Nieuwsblad is een gecombineerde uitgave van NIEUWE SNEEKER COURANT, SNEEKER COURANT en DRIJFHOUTS NIEUWSBLAD -
DE
C'
Oud-gedienden in bijna alle klassen
Zeilers die opkwamen en bleven, of blonken en verzonken
Sterk geslonken
f: -
Redacteur:
I
en
1
Hoe het vroeger was. Een prijsuitreiking op Hardzeildag.
In de Jachthaven.
A, f. S.
Hedenavond maakt het Stedelijk Mu
ziekcorps Sneek een muzikale rondgang
door de stad, ter inluiding van de Sneek-
Week.
De Sneek-Week wordt dit jaar voor de
15e maal gehouden. Het had zeventien
maal kunnen zijn, maar in 1943 en 1944
ging dit grote zeilevenement niet door,
omdat het toen geen tijd was voor zulke
prettige gebeurtenissen. Dit jaar is dus
een lustrum-jaar, en daarom is het wel
aardig om eens na te gaan welke zeilers
in deze vijftien jaar een rol van beteke
nis hebben gespeeld, wie van hen nog
steeds aan de wedstrijden deelnemen en
wie uit de baan verdwenen zijn.
Een klasse die helaas helemaal van de
wedstrijdbanen verdwenen is, is die van
de Vrijbuiters. Dood-geëxperimenteerd
Het aantrekkelijke van dat experimen
teren was evenwel dat men ieder jaar
Advertentieprijs 1 5 ct. per m.m.
Bij contract (handelsadv.) lager.
Abonnementsprijs f 2.50 per half
jaar. Franco per post f 3.75 per
half jaar
Giro 50748 ten name van Firma
E. J. Drijfhout, Sneek.
1936, maar lang heeft hij „II Tigret-
to” niet in zijn bezit gehad, want in 1938
stapte hij over in de Regenboog, waarin
zijn ster snel omhoog ging.
Geregelde verschijningen waren ook
de sierlijke snelle Draken, waarin zeilers
als Keegstra, Jan Heinen en Blickmann
uit Amsterdam, van Lienden uit Den
Haag, Carpentier uit Voorburg en Poor
ter uit Alkmaar, grote triomfen op het
Sneekermeer hebben gevierd.
Hij komt van z’n huis, en heeft het
korte eindje van huis naar jachthaven
al vier mensen te woord gestaan.
„Hospes kan ik even bellen?” „Hospes
waar kan ik een stopcontact vinden?
Hospes is er ook post? Hospes
Maar hij wordt er niet anders van. Hij
is goed, vriendelijk en blij. Z’n gasten,
z’n kinderen zijn er weer. De „Woelwa
ter”, de „Buizer”, de „Windekind”, de
„Ignatio”, de „Scottish Maiden”,
Nog een enkele dag, dan begint het
feest! Dan blinken de zeilen, dan vech
ten de groten om de eer, dan trekken
duizenden naar onze meer, die iedere
morgen weer even fris en nieuw ligt te
wacilea. Spoedig staaa de tadep gwart
Verschijnt:
DINSDAGS en VRIJDAGS-
Administratie:
Comb. Drijfhout-Kiezebrink Co.
Kantoor: GROOTZAND 55
Telefoon 3005 (K 5150)
Redactie-adres
SNEEKER NIEUWSBLAD
wat al dat toe-
economische zin
Er zijn ook vrij
Denen, Noren en
om van onze
Om te beginnen met de eerste Sneek-
Week in 1934 zien we, dat toen voor de
Zondag ook de overdekte kieljachten op
het programma stonden en dat de wed
strijd met handicap die dag gewonnen
werd door de Waterrat van de heer A.
ten Cate, toentertijd voorzitter van de
Kon. Zeilver. „Sneek”. Zoals bekend kan
de heer ten Cate de zellsport, waarvan
hij een enthousiast liefhebber was, niet
meer beoefenen, maar hij leeft nog al
tijd mee, en het moet ook hem een grote
voldoening zijn dat de meek-Week, die
ook met zijn medewerking tot stand
kwam, zulk een grote vlucht heeft geno
men. K. Vrolijk Hzn. was met zijn Hele
na tweede in deze wedstrijd. Deze eer
tijds zo bekende figuur in de Sneker zei-
lersgemeenschap is reeds lang overleden.
In de 7.10 m. klasse, die dat jaar ook
nog bestond, gaven voornamelijk de he
ren van Gooi, dr. v. d. Meer, Dijkstra uit
Akkrum en de Gevekes uit Leeuwarden
de toon aan, en toen in 1937 de nieujve
30 m klasse haar intrede deed, beteken
de dat alleen maar een. verandering van
decor; de hoofdrolspelers bleven dezelf
de, waarbij zich in de Sneek-Week een
enkele maal ook nog de heer Niemeijer
uit Groningen voegde. De heren van
Gooi en Dijkstra zijn inmiddels rustend
wedstrijdzeiler geworden en dokter heeft
zijn 30 kwadrater Li verwisseld voor een
kajuitjacht, luisterend naar dezelfde
naam. Die zullen we dus ook niet weer
in onze zeilweek zien starten, waarmede
wederom een van de oude getrouwen
van het toneel is verdwenen.
In dat jaar ontmoetten we voor de
eerste maal ook de naam van L. Rosier.
Hij voer toen met zijn „Flora” in de Ge
mengde klasse, maar dit was het begin
van een succesvolle wedstrijdloopbaan,
die later door zijn beide zonen Geert en
Jan werd voortgezet die een lange reeks
van jaren met hun verschillende Deli’s
tot de groten in de 16 m2 klasse hebben'
behoord, maar enige jaren geleden de
wedstrijdsport hebben vaarwel gezegd.
meen, was hij hier al eerder in de Olym-
piajollenklasse uitgekomen. Hij woonde
toen echter nog in Oegstgeest. Later
kwamen in de Pampussen vooral Bak
ker, van Foeken, Nieuwenhuis en de
Jong en de Rc cerdammer Sieverts naar
voren, allen nog steeds actieve wedstrijd-
zeilers.
Inl940 deden de eerste Valken hun in
trede in Sneek, en het jaar daarop begon
de succesvolle Valkenloopbaan van Ir.
Zuiderbaan die elk jaar weer aan tot de
snelsten behoorde, maar meer en meer
concurrentie kreeg van Reino Mulder uit
Langweer. Hij was nog maar een jongen
toen hij de Rirette voor het eerst ter
overwinning voerde, maar heeft zich in
korte tijd tot een van de grote figuren
in deze mooie klasse opgewerkt, waarin
ook Corrie van Gooi (thans mevr. Jou-
stravan Gooi), H. de Boer, M. C. Breu-
ning en J. v. d. Veen grote bekendheid
hebben gekregen.
De 22 m klasse vonden we ’t eerst
vermeld in 1936. In de beginjaren waren
het vooral Visser, Lemmer, Bruinsma,
Heerenveen, de Jong, Akkrum en Bote
v. d. Werf, Sneek, die in deze nieuwe
klasse uitkwamen, later kwamen hierin
vooral Rijkmans, Meppel, Alberda en de
Dood en Molenaar uit Grouw naar voren.
Een klasse die steeds groter werd, en
daardoor telkens verder enderverdeeld
Nog een enkele dag en, los de touwen!
Los ook de harten van de Snekers, van
de „bütenlju” maar ook van de honder
den en duizenden uit binnen- en buiten
land voor wie er in hunvacantie, met
tientallen meren, plassen en zeeën, toch
maar één toverwoord is: Sneek-Week!
Ook in de komende wintermaanden
zullen de zenders Hilversum I en II in
verband met electriciteitSbesparing ge
durende de piekuren zwijgen. Volgens
besluit van het bestuur van de Neder
landse Radio Unie zal van 13 November
tot 26 Januari dagelijks, behalve des
Zondags, van 7.30 tot 8.30 en van 16.30
tot 18.00 uur niet worden uitgezonden.
nieuwe types zag verschijnen al verdwe
nen ze vaak ook weer even snel. We
herinneren ons bijv, nog zo goed die Wil-
gen-boot uit Bergum, waarvan spotten
derwijze verteld werd dat de bladeren er
nog aangroeiden, zó vers was het hout,
waarvan hij gebouwd was. Maar evenals
zo vele, mislukte ook dit model en is
snel in de vergetelheid verzonken. Rom-
ke de Vries, die toen in Leeuwarden
woonde, kwam ook herhaaldelijk met
wat nieuws voor de dag. Zijn rolfok op
de „Störtebeker” bijv, was voor Fries
land iets bijzonders, maar succes heeft
hij er niet mee behaald, terwijl deze vrij
buiter ook overigens niet aan zijn onge
twijfeld hoge verwachtingen heeft vol
daan.
Tot de matadors in deze klasse be
hoorden ook onze vroegere stadgenoot
Jo Vrolijk en Auke IJkema, terwijl be
kende Vrijbuiterzeilers in de eerste jaren
ook nog waren de heren A. A. Tromp,
v. d. Berg uit Weesp, de gebr. Fontein
uit Scheveningen en Stallmann uit Hin-
deloopen, terwijl in ’t bijzonder ook nog
vermeld moeten worden de opeenvolgen
de types „Marodeur” van Olij v. d.
Weij, die heel veel proeven hebben geno
men, en daarmede ook goede successen
behaalden.
Dr. v. d. Zijpp heeft het ook een jaar
in deze klasse geprobeerd. Dat was in
voor Sneek betekent,
veel Fransen hier en
Zweden ontbreken niet
Benelux-partners de Belgen maar te
zwijgen. En uit alle hoeken van ons
eigen land zijn er thans toeristen naar
hier gestroomd. Mogen zij kunnen ge
nieten van een schone week.
Ondanks het aanvankelijk ongunstige
weer, belooft ook het seizoen 1950 voor
Sneek als toeristencentrum toch nog
een groot succes te worden. Bij infor
matie hoorden wij dit van de secretaris
van Vreemdelingenverkeer de heer G.
v. d. Pijpekamp, die nu aan de voor
avond van de Sneekweek handen vol
werk heeft met het verstrekken van
inlichtingen. Men moet dat niet te licht
opvatten. Alleen in de maand Juli wer
den niet minder dan 799 inlichtingen
verstrekt, dat is ruim 25 per dag. Op
allerlei wijzen worden die informaties
gegeven cn in velerlei taal. Want er
zijn ook weer veel buitenlanders
hier. Amerikanen zijn er opvallend veel,
En zeer groot is het aantal Engelsen;
It. commander Carr Dickson, die dit
jaar met een grote tjalk aan het Snee
ker meer ligt brengt elke week aan
weer een nieuw contingent Britse jon
gelui naar hier. En als we horen van
bestellingen van 1000 eieren en 40 pond
spek tegelijk, dan ruiken we het En
gelse ontbijt al, maar beseffen we uit
zo’n paar cijfers ook
van liefhebbers, dan eten de bootslui
van de watersport, de Paviljoenboot, de
bruggedraaiers, de schippers even tus
sen slapen en wakker worden, dan doet
de vrouw het huiswerk met een franse
slag.
We gaan naar de meer!
En ’s avonds in de stad trilt het van
de jolijt, de vrolijkheid, dan is het Mar-
tiniplein één wentelende, draaiende,
zingende bruiloft, schudden oude wijze
mannetjes de hoofden, maar in de haast
uitgedoofde ogen sprankelt nog een
vonkje dat o ver bleef.
Sneek-week. Welkom!
geest-week. Zet em op!
Bozum, Molenaar, Grouw, Hesse, Leeu
warden, Vollema, Grouw, R. en H.
Kahrel en van Calcar te Groningen, en
H. Recourt uit Amsterdam om de
meest bekenden uit de beginjaren maar
te noemen elkaar altijd zo prachtig
partij gaven. Later kwamen nieuwe ster
ren naar voren, in ’t bijzonder de Gebr.
Reesink uit Enschede, die de snelle Ge-
ja en Meteoor II in hun bezit kregen,
waarvan vooral D. Reesink schitterende
successen op het Sneekermeer heeft be
haald, terwijl ook Luut Hof tot de besten
behoord heeft voor hij tot de 16 m2 klas
se en daarna tot de Regenboogklasse
overging.
De Schouwenklasse heeft in de loop
van deze 17 jaren ook heel wat veran
deringen ondergaan. Wel komen de na
men van de Toppenhüsters Atsma, de
Jong, Douma en v. d. Veen nog altijd in
het programma voor, maar helaas ko
men o.a. die van dokter Tromp Visser,
vroeger te Warns, thans te, Deventer, en
Grassoo en Schouwstra te Akkrum, al
lang niet meer in deze klasse voor, zodat
ook deze mooie Friese klasse sterk ach
teruit gegaan is. Toch hebben we alle
hoop dat ze niet de weg zal opgaan van
de Tjotterklasse, die als wedstrydklasse
heeft afgedaan. Wel hebben de organisa
toren van de Sneek-Week lang gepro
beerd haar in het leven te houden, maar
ze moesten hun pogingen in 1946 opge-
moest worden, is die van de 16 kwadra-
ters. Bij het begin van de Sneek-Week
konden de zeilnummers nog met twee
cijfers geschreven worden, thans zijn er
al een kleine drieduizend nummers uit
gegeven. Een schier legendarisch schip
in deze klasse was de Gretha van onze
stadgenoot P. Sijperda, waarin schipper
W. Kortekamp de helmstok hanteerde en
een onnoemelijk aantal prijzen heeft ge
wonnen. Zeer bekende schepen in de eer
ste jaren waren ook de Unrêst van Ane
Postma, de Marie van wijlen A. van Dijk
te Hommerts, de Foddebosk van Groen
hout, de (eerste) Deli van Rosier, de
Roekoe van Kampman, de Rosa van Fa
ber, de Boukje van Geert de Haan, de
Skries van G. Stoelinga, de Analie van
Kussendrager z. Later hebben vooral de
Mascotte .van Velsink te Leeuwarden, de
Tjerk Hiddes van W. Hoekstra, de Dia
na van Buisman te Leeuwarden, de Ali
van. Jansma te Grouw, de Betty van
Kingma, Lemmer een grote rol gespeeld,
De Friese 16 m2 zeilers waren in die ja
ren zeer sterk, maar toen de Groningers
opkwamen verloren ze meer en meer
terrein en de laatste Sneek-Weken wa
ren de Helders en de Vissers uit Paters-
wolde beslist superieur, niet alleen in de
vrije, maar ook in de groepswedstrijden.
Deze zijn nu in ’t geheel viermaal door
de Friezen en viermaal door de Gronin
gers gewonnen, zodat de schaal thans in
evenwicht is, maar wjj geloven niet dat
de Friese groep die de laatste drie jaren
steeds verloren heeft, ooit weer zo sterk
zal worden dat ze de Groningers in hun
snelle race-machines kan weerstaan.
Andere vooraanstaande zeilers en ge
regelde deelnemers aan de Sneek-Week
waren de beide v. d. Sluisen uit Lang
weer, de Jousters Ce Boer en v. d. Veen
(welke laatste nog geregeld aan wed
strijden deelneemt), onze stadgenoten
Jan Smith (in 1939 de eerste winnaar
van de Zilveren Waterpoort). Bouke de
Haan, B. en W. Couperus., Jan en Piet
de Dood, IJntema, Roordahuizum, Alber
da (die in 1938 in de B-klasse debuteer
de, wat het begin was van zijn zeer suc
cesvolle zeilerscarrière), Lukkien, Zwol
le, Koopmans, Enschede en vooral ook
de Groningers Palm, Peerlkamp, J. G.
Mulder, Bot en de Zwollenaar W. van
Loo, die ook al tot de oude garde be
hoort, maar nog altijd present is, ook dit
jaar weer.
De kleinere zusters en voorlopers van
de „vergrote B.M.’ers” zoals deze nog
vaak genoemd worden, de B.M.’ers heb
ben ook nog geen enkele Sneek-Week
ontbroken. Hun aantal is de laatste ja
ren echter sterk geslonken, en met wee
moed denken we daarom nog vaak terug
aan de bloeiperiode van deze eens zo po
pulaire klasse, toen Tommy en Jan Pas
ma, Buisman, wijlen U. Molenaar, Wier-
da, Heerenveen, Wester, Grouw, de Jong
en Boomstra, Sijbrandaburen, Sijtstra,
En wanneer U goed toekijkt, en luis
tert ’s morgens (niet al te vroeg) on
der de kraanpomp bij de Jachthaven,
’s middags op „de” meer en ’s avonds op
de terrassen van Onder de Linden, Piso,
Wijnberg en ja noem ze allemaal maar
op, wapt ze zijn overal, en na ’s avonds
op weg naar hun boten en bootjes, de
pompeuze kathedralen van boten zowel
als het verkregen resultaat van kruising
tussen schouw en salonboot dan hoor
je, dan voel je in de schertsende woor
den het geluk dat ze hier weer mogen
zijn in onze Sneek-week, zonder zorgen,
zonder oorlog, zonder vervelende plich
ten.
ven, omdat er toen geen enkele inschrij
ving meer binnenkwam. De herinnering
aan deze mooie Friese boten zal echter
nog lang blijven voortleven, evenals de
namen van de geb.r. v. d. Laan, Visser
en v. d. Meulen uit Langweer, Zwaag-
stra uit Grouw en de Wilde uit Sneek,
die zo menig maal in de Sneek-Week
zijn gestart.
Kees Schaap, jaren achtereen naast
Ees Hoekstra uit Leeuwarden, de grote
man in de 12-voets jollenklasse, is ook
al geen wedstrijdzeiler meer, althans
niet in de grote wedstrijden. En Feitze
Oppenhuizens liefde voor de wedstrijd
sport schijnt ook al danig bekoeld te
zijn. Wij hebben hen. na zijn Jollentijd
nog wel eens in de Olympiajóllen en in
de Regenbogen in actie gezien, maar de
laatste jaren zochten we zijn naam te
vergeefs onder de deelnemers.
Een zeer succesvol Jollenzeiler was
verder Jan Bier, die ook hier verschillen
de malen in de Olympiajóllen startte en
daarin eveneens tot de „keien” behoor
de. Dat is echter al weer heel wat jaar
tjes geleden.
Een klasse die indertijd ook snel op
gang maakte, maar vrijwel even snel
weer verdween, is die van de Larken.
Opmerkelijk is echter hoeveel vooraan
staande zeilers uit deze platte scheepjes
zijn voortgekomen. De meest bekende is
wel Herman Geveke, die reeds in 1934
met de „Poask” aan de wedstrijden in de
Sneek-Week deelnam. Later vierde hij
hier nog vele malen triomfen, voorname
lijk in de 30 m2 klasse, waarin hij ver
schillende malen 1' .mpioen werd, maar
ook in de 16 m2 klasse.
Andere bekende zeilers in deze klasse
waren o.a. B. Gros, Siep v. d. Meer, R.
Bosman, H. G. van Slooten, L. Meek en
J. S. Bouman te Leeuwarden, Jan en
Tom Zwart, G. en M. v. d. Werf, P. Ab-
binga, Sipke Dykstra (toen ook Sneker),
J. Hiemstra, Fokke Veen, Drachten en
Jan Brons, Groningen. De meesten van
hen hebben de wedstrijdbaan vaarwel
gezegd; alleen Gros, v. d. Meer, Bouman,
Tom Zwart en Veen komen, voorzover
ons bekend, nog geregeld uit, zij het in
andere klassen. Siep van der Meer bijv,
is nu in Holland een van de grote man
nen in de Valken.
De klasse Jlympiajollen vertoont vrij
wel hetzelfde beeld. Dirk Bakker, de
Vries, Vlaskamp en Bos hebben het bijl
tje er bij neergelegd, Nellie van Gooi is
naar Amsterdam vertrokken, haar zus
ter is Valkenzeilster geworden en de
meeste wedstrijdjollcn zijn uit Sneek
weg, zodat we voor de Sneek-Week voor
namelijk op de Hollanders en Groningers
zijn aangewezen. Van de Hollanders heb
ben vooral Jan Bier, Coert Flemming en
Bob Markus hier veel opgang gemaakt,
maar, zoals gezegd, veel van de oude
glorie is voorbij.
In de Sharpies tenslotte waren Breu-
ning en de Kóningh tot voor een jaar of
vijf terug geregelde gasten; daarna kwa
men ook mededingers uit Holland en
Groningen opzetten, waarvan de over
winningen van Miedema te Hoogezand
en Kraan uit Oude Wetering nog vers in
het geheugen liggen. B. B.
LEN
nog
..C„
De Regenbogen vormden ieder jaar
een van de hoofdnummers. In de eerste
Sneek-Week waren er nog enige strub
belingen waardoor de Hollanders niet bij
de S.Z.C. mochten starten, maar daarna
verschenen ze geregeld op het appèl, en
het zijn vooral de bekende Holland-
Friesland wedstrijden in deze klasse die
tot de glanspunten van iedere Sneek
week behoren. Vrolijk, Oppenhuizen,
Kuipers en Hendriks waren in 1934 di
rect al van de partij, later kwamen wij
len Piet van Dijk (1935), V. d. Sluis
(1936), en dr. v. d. Zijpp (1938), terwijl
Alberda in 1948 ook tot het Regenboog-
gilde toetrad.
Wijlen Oene W. Mulder uit Langweer
sloeg ook geen jaar ove Een groot ver
lies voor deze klasse was het afscheid
van Siebren Kuipers als wedstrijdzeiler.
Zijn naam en die var. zijn eerste „Water
rot” komt tot 1940 geregeld onder de
prijswinnaars voor. In dat jaar kwam
de nieuwe „Waterrot II” in de vaart,
maar wellicht zou Kuipers er op den
duur toch wel weer in geslaagd zijn ook
dit schip geregeld in het voorste gelid te
brengen, als hij op dokters advies zijn
wedstrijdloopbaan niet had moeten be
ëindigen.
Ook Dirk Oppenhuizen heeft tot nu
toe met zijn nieuwe Hendrika niet zulke
sprekende resultaten geboekt als met
zijn oude Windekind, die in 1945 aan T.
Reen verkocht werd en spoedig daarna
naar Holland verhuisde.
Van de Hollandse zeilers zijn Leen de
Wit uit Zaandam, Doedes uit Haarlem,
W. Bergsma uit Voorburg en v. d. Velde
uit Den Haag wel de meest bekenden en
getrouwen. De oud-Sneker Bergsma
vooral was hier steeds een geduchte
concurrent van dé Friezen, maar hij suk
kelt de laatste jaren met zijn beman
ning, wat ook de reden is dat hij dit jaar
niet komt.
Onder de prijswinnaars in 1935 vonden
we ook nog het tegenwoordige bestuurs
lid van de Koninklijke, de heer J. E.
Priester, die toen met de „Kikker” aan
de wedstrijden deelnam, welk schip ver
leden jaar opnieuw in zijn bezit is geko
men.
De Pampusklasse verscheen in 1941
voor de eerste maal op het toneel van de
Sneek-Week, waarmee burgemeester
Reitsma ook als Pampuszeiler op de
Friese wateren debuteerde. Hij was hier
echter geen onbekende, want naar ik
Ook veertig jaar geleden heerste er op de „Folie” een gezellige stemming. Van de dansvloer werd druk ge
bruik gemaakt.
Zondag met het schone weer kregen
we al een voorproefje van wat er deze
week al gaat gebeuren. Een invasie,
een stormloop naar de meer. Dan is er
geen houden meer aan, dan trekt de
meer ze naar zich toe, van dichtbij, van
veraf, maar zij trekt, naar de pólle, naar
het paviljoen, maar bovenal naar het
water zelf.
Het is toch wel eigenaardig dat in de
grote rij van feesten en sportgebeurte
nissen enkele er hoog boven uit steken.
Nemen we nu de elfsteden razernij,
want zo zou men het haast kunnen noe
men ,het kan hoogstens nog twee jaar
duren of we krijgen een elfstedentocht
van ouwe opa’s op driewielers. Maar de
echte elfstedentocht is die per schaats.
En zo is het met de Sneek-week even
eens.
Laten we tussen alle scherts door
even bij het geval stilstaan.
Waarom die drukte? Juist in die
week?
Er wordt gezeild goed; dat wordt' ristenbezoek ook in
er iedere dag!
Er is kermis goed, maar het is
doorlopend kermis!
Maar wat dan? Kijk dat is nu het
geheim.
Voor het grootste deel der bezoekers
is de Sneek-week oneindig veel meer
dan zeilwedstrijd en kermis! Het is een
traditie en een goede traditie.
Mijnheer zus en zo met z’n kruiser
laat zich tegen die tijd vanuit Holland
of zo „afzakken” naar de jachthaven in
Sneek. Geruisloos komen ze aanzeilen
en meren hier of daar. Sportieve jonge
lui zetten zich „in” voor de Sneek-week
en komen bruin verbrand met hun shar
pie, hun B.M.er, hun kano eveneens in
de jachthaven en meren eveneens.
En ze worden allemaal met dezelfde
vriendelijkheid ontvangen door baas
Hospes. Wat een karakteristieke naam
toch, want het is inderdaad een hospes!
Tussen twee haakjes, wist U dat baas
Hospes dit jaar een kwart eeuw aan de
jachthaven is En dat hij nu 77 is Zou
je niet zeggen. En hij wil er niets van
weten ook. Hij geeft z’n groeten,
z’n service, z’n hulp zonder te vragen
voor wie noch voor wat!
I'
i'I.M
77