KERST ORATORIUM
HET MEISJE
JOS VRANKEN
(Aan
u
FEUILLETON
fl
I °l
I
KUBYM AYtCdS
Uil onze raadzaal
1
de
t
j dachtengang,
28
te
Wordt vervolgd.
„U moest liever naar binnen gaan”,
viel zij plotseling uit. „Uren geleden in
dat afschuwelöke theater, zag u er al
doodmoe uit. Ga naar huis alsjeblieff”.
tegen 7 st. verworpen en het voorstel
van B. en W. z. h. s. aangenomen.
heer
deze
Extra Nieuwjaars-uitkering
gesteunden.
ta
H
2(
b(
V€
dc
de
he
B.
de
de
Ei
rit
to
al
Di
he
O(
ge
ni«
tn
to,
on
de
he
ge
Zr
zu
Ei
m
ee
kc
m:
ch
Ni
re
in
W(
ni;
wing wegen wel erg zwaar. Hebben B.
en W. ook plan om Iets voor deze jeugd
te doen. Spr. is anders enigszins hui
verig zijn stem aan dit voorstel te ge
ven. De V o o r z. antwoordt dat als men
een belangrijk bedrag voor deze verbou
wing beschikbaar stelt, dat de conse-
kwentle meebrengt dat men dit kapitaal
niet in korte tijd afschrijft en dus er
niet direct weer uittrekt. Maar het is
de vraag of als men niet verbouwde,
men spoedig op een geheel nieuwe
school kon rekenen. B. en W. betreuren
dat het met het A.J.C.-gebouwtje nu
zo moet gaan. Die zaak is zeer ernstig
„Onze Marine”.
Bij het ingekomen adres van de Stich
ting Alg. Ned. Comité Onze Marine om
een financiële bijdrage voor éénmaal,
pleit de heer Lindeman voor dit ver
zoek en wil 50 geven, mede ofndat dit
comité zich ook met de binnenvaart en
de watersport bemoeit. De V o o r z.
zegt dat B. en W. het nut der stichting
niet ontkennen, doch haar taak ligt ver
van die der gemeentebesturen. Van ge
meentewege gezien zouden veel eerder
andere instellingen, welker taak dichter
bij de onze ligt, voor subsidie in aan
merking komen. Het voorstel van de
heer Lindeman wordt met 4 tegen 13 st.
verworpen en het adres op voorstel van
B. en W. voor kennisgeving aangeno
men.
moet dat aanvoelen. Spr. verschilt van
mening met de heer Blok over steun door
de overheid te verlenen, maar is het
met hem eens dat de staat niet de op
voeding aan zich mag trekken, dat is
de taak der ouders. De overheid hebbe
een stimulerende taak en spr. hoopt dat
B. en W. zullen willen overwegen hoe de
Sneker jeugd aan een jeugdgebouw te
helpen. Het voorstel van B. en W. wordt
alsnu z. h. s. aangenomen.
Bij het voorstel van B en W om mede
te werken aan de opheffing van het
gemeenschappelijk beheer over de Mac-
Adamweg Sneek—Bolsward (voor de
regeling daaromtrent verwijzen wij naar
ons nr. van 19 December waarin het
voorstel der commissie van beheer over
deze weg is opgenomen in het raads-
verslag van Wymbritseradeel, Sneek
moet een bedrag van 16242.25 in het
likwidatiefonds storten), zegt de heer
Groeneveld dat hij B. en W. dank
baar is dat zij aan deze opheffing willen
meewerken, wel kost dat nu een bedrag
doch het zal op de duur de goedkoopste
oplossing blijken. Het voorstel wordt
z. h. s. aangenomen.
Verbouwen van de bijgebouwen
van het voormalig armhuis aan
de Havenstraat tot 2 afzonder
lijke leslokalen voor de open-
bare school voor zwakzinnige
kinderen.
men, waardoor zij geschikt gemaakt
kunnen worden voor het vervullen van
een maatschappelijke functie. Bij de
imbecillen staan de onderwijzers voor
veel grotere moeilijkheden. Deze leer
lingen komen practisch nooit tot be
grip van elementaire vakken. Het leer
plan is voor hen aanzienlijk meer be
perkt. Een voorname plaats hierin be
kleedt het gewennen aan eenvoudige
handenarbeid. De practijk heeft uitge
wezen, dat de aanwezigheid van debie
len en imbecillen in hetzelfde gebouw
moeilijkheden oplevert. Herhaaldelijk is
gebleken, dat deze omstandigheid voor
de ouders van debielen een overwegend
bezwaar vormt om hun kinderen naar
de school voor buitengewoon lager on
derwijs te zenden. Deze leerlingen, wel
ke in tegenstelling tot de imbecillen
meestal eerst op een school voor ge
woon lager onderwijs worden geplaatst,
blijven dan deze school bezoeken met
alle gevolgen van dien, zowel voor het
onderwijs, als voor de leerlingen zelf.
Er zijn evenwel nog andere bezwaren
aan de huidige situatie verbonden. De
debielen nemen gemakkelijk minder goe
de gewoonten van de imbecillen over,
terwijl zij zich anderzijds gauw de meer
deren van hun geestelijk minder vol
waardige medeleerlingen gevoelen en
daar misbruik van maken. Deze weder
zijdse beïnvloeding heeft eveneens na
delige gevolgen bij de nazorg, welke
zich over de leerlingen uitstrekt, als zij
de school hebben verlaten. Daarom stel
len B. en W. voor de aan de gemeente
toebehorende achter de school voor
zwakzinnige kinderen gelegen bijgebou
wen van het voormalig armhuis tot 2
afzonderlijke leslokalen te verbouwen
waarin dan de imbecillenafdeling kan
worden ondergebracht, welke een af
zonderlijke toegang aan de Havenstraat
zullen krijgen. De totale kosten worden
geraamd op f 17630. De hoofdinspecteur
van het buitengewoon l.o. heeft de in
gevolge de L.O.wet 1920 vereiste goed
keuring verleend en B. en W. stellen
voor in bovengenoemde zin te besluiten.
De heer F fl 1 s t r a zegt dat zijn
fractie voor een verbetering van de
B.L.O.school te allen tijde te vinden is,
maar wel rijzen hier enige bezwaren. In
de eerste plaats zou spr. willen vragen
of als deze verbetering tot stand komt,
dit het verkrijgen van een geheel nieu
we school in de naaste toekomst ook in
de weg staat. En dan is er de A.J.C. die
het gebouwtje dat haar nu wordt ont
nomen geheel met eigen krachten heeft
opgeknapt en ingericht en daaraan
500 besteedde. Het is een hele teleur
stelling voor die jeugdbeweging dat haar
het lokaal nu binnen het jaar wordt af
genomen, ook voor de Sneker Jeugd
Actie, die 1000 jongeren omvat, is dit
een tegenvaller. De concessies die we
Vi
e
i
Jan. 1950.
zegt dat
nog wel een meisje, dat zijn eigen doch
ter was te slaan, zou ik nooit geloofd
hebben.
Ik keek naar de gevel van het huis,
maar alle gordijnen waren neergelaten,
en ik wilde weer teruggaan, toen de
deur van de Lamberts openging, en
Rags naar bulten vloog. Natuurlijk ont
dekte hjj mij dadelijk en begon hij te
blaffen, alsof hg de hele buurt wakker
wilde maken; het volgende ogenblik
kwam het meisje zelf in de deur staan
en keek angstig naar buiten.
Ik hield mijn adem in en wachtte; ik
wilde niet, dat zij merkte waar ik was;
en toch moest zij door het aanslaan van
de hond weten, dat er iemand in de tuin
was, want zij riep met een fluisterend,
angstig stemmetje:
„Wie is daar?” Een kleine pauze en
dan twijfelend: „Ben jij het, Don?”
Er klonk een aandoenlijke verwach
ting in haar stem en ik kwam vlug naar
voren, zodat het licht uit de open deur
op mij viel.
„Neen, het is Don niet”, zei ik.
En dan keken we elkaar zonder te
spreken aan, en Rags, die zag, dat ik
en zijn „vrouw” elkaar kenden, hield op
met zjjn idioot blaffen en ging op het
tuinpad liggen.
„Het spijt me, dat ik u heb laten
schrikken”, zei ik enigszins verlegen.
„Maar ik dacht ik bedoel, ik vroeg
mij af En ik hield op, daar ik niet
wist hoe ik verder moest gaan. „Ik
dacht, dat ik u misschien van dienst
zou kunnen zijn of ik iets voor u I
zou kunnen doen”.
(17) raadsleden.
Verwijzende naar het verslag in ons
vorig nr. laten wij hier nog een en ander
uit de discussie bij verschillende pun
ten volgen.
De openbare school voor buitenge
woon lager onderwijs aan de Oude Koe
markt alhier is beste nd zowel voor leer
lingen, die als .debiel” worden aange
duid als voor imbecillen. Debiele leerlin
gen kunnen niet met vrucht het gewoon
lager onderwijs volgen, maar toch zijn
zij in staat de leerstof van verschillende
elementaire vakken door een bijzondere
methode van onderwijs in zich op te ne-
Het is de laatste jaren gewoonte ge
worden, dat de zangvereniging „Sursum
Corda” ter gelegenheid van Kerstmis en
Pasen een uitvoering geeft. Het doel van
een dergelijke uitvoering is, op gepaste
wijze door middel van zang en muziek
bij te dragen tot een zinvolle en diepe
beleving van de Christelijke hoogtij
dagen. Tot nu toe heeft het koor zich, in
overeenstemming met de bescheiden
middelen waarover het beschikt, beperkt
tot het brengen van eenvoudige liederen
en koralen en daarmee goede resultaten
bereikt. Het is begrijpelijk dat na kor
tere of langere tijd de behoefte ontstaat
de opgedane kennis en routine te toet
sen aan een wat groter en muzikaal be
langijker werk. Dit houdt natuurlijk het
gevaar in, dat men te hoog grijpt, te
meer daar ieder vocaal of instrumentaal
ensemble de neiging heeft, zich wat be
treft de muzikale prestaties, in eigen
kring op te sluiten, waardoor de nodige
vergelijking met het werk van anderen
ontbreekt. Aan dit gevaar is „Sursum
Corda” bij de uitvoering op Eerste Kerst
dag in de Zuiderkerk niet geheel ont
komen. De sprong van de vroeger uit
gevoerde koorwerken naar het omvang
rijke met lastige intervallen en modula
ties in moeilijk grijpbare melodieën ge
schreven Kerstoratorium van Jos Vran-
ken, bleek in sommige opzichten te
groot. Niet dat het koor in techniek zo
veel te kort schoot. Integendeel, we
kunnen alle bewondering hebben voor de
ernst, waarmee de heer Tuinstra te werk
is gegaan bij het instuderen. De meeste
koorgedeelten klonken goed, zuiver en
beschaafd. We noemen speciaal het in-
leidingskoor, koraal no. 15 „Oorsprong
van genade” en no. 30 „Laet ons gaen
naar Betleëm”. Een enkele maal deed
zich het te kort aan mannenstemmen
gelden. Zo b.v. in no. 17 „Koor der Her
ders” en in no. 35 „Geleid ons Heer, de
weg is ver”, terwijl in enkele fugatische
koren (no. 14 en no. 23) de afzonderlijke
inzetten van bassen en tenoren zwak
waren. Maar over ’t geheel vlotte alles
uitstekend. Toch misten dirigent en
koorleden voldoende begrip van de die-
zeer duidelijk aan het licht treden. Laat
het bestuur deze zaak zelf onderling be
spreken. De heer Schaper kan zich
wel verenigen met het voorstel Linde
man: er wordt nu uitgekeerd naar om
standigheden, spr. heeft zelf die eer al
eens genoten; hij kreeg 2.50 voor 2
personen. Nu de nood zo hoog is geste
gen, kan Sociale Zorg met een dubbele
uitkering goed werk doen. De heer
Lindeman vindt dat als de uitkerin
gen van geval tot geval bekeken worden
er toch niets tegen is te besluiten dat al
die persoonlijke uitkeringen voor één
keer worden verdubbeld. De heer Groe
neveld zegt dat de heer Lindeman te
veel generaliseert. De heer Schaper
vindt dat er niets tegen is dat iemand
die b.v. 2.50 krijgt, op zo’n feestdag
2 X 2.50 zou krijgen, maar spr. is
daar juist wel op tegen. Er worden ge
steund gezinnen, die er iets bij moeten
hebben, anderen moeten een volle uit
kering hebben omdat ze niets hebben,
en waar de zaak zo ligt is het duidelijk
dat de gevallen stuk voor stuk moeten
bekeken, een dubbele uitkering zonder
meer is werken met het domme potlood.
Maar is het nu nodig dat wij adviseren
een extra uitkering te geven, terwijl het
al vast staat dat Sociale Zorg het zal
doen, omdat dat steeds de gewoonte is
geweest, ook toen het nog Burgerlijk
Armbestuur was. Móeten wij nu voor de
weldadige heren spelen Weth. van
der Veen zegt dat als de heer Scha
per zegt dat hij eens 2.50 ontving, hij
vergat er bij te zeggen wanneer dat was.
De heer Schaper: in 1937. Weth.
van der Veen: de uitkeringen zijn
steeds aangepast, ze zijn herhaalde ma
len herzien, er wordt daarover in Fries
land steeds overleg gepleegd. De
Voorzitter zegt dat naar zijn ge
voel voorstellen als het gedane, onjuist
zijn. De raad heeft deze zorg overge
dragen aan Sociale Zorg. Heeft de raad
aanmerkingen op de geste van dat be
stuur, dan kan hij dat doen bij de be
noeming der bestuursleden, zowel als bij
de behandeling der begroting van de in
stelling, dan kan men ook wensen naar
voren brengen. Doch het is volkomen
fout staande een vergadering zo maar
met een voorstel te komen de uitkerin
gen te verdubbelen, zonder dat men met
de bijzondere gevallen rekening kan
houden. De heer Lindeman zegt dat
ook elders zulke voorstellen zijn aan
genomen, hij is in goed gezelschap. Het
geldt hier een extra uitkering. De
V o o r z. maar het bestuur verstrekt
die ook, echter elk geval op zich zelf
beziende. Een algemene dubbele uitke
ring zou zeer onrechtvaardig kunnen
werken, dat zou u in de practijk ont
dekken. De heer de Boer vraagt of het
voorstel niet zodanig gewijzigd kan als
de heer v. d .Veen zelf zeide, nl. dat het
een extra uitkering adviseert. Weth.
van der Veen: Maar dat advies is
totaal overbodig. De Voorzitter:
We hebben hier de mondelinge toezeg
ging van de voorzitter der instelling
(weth. v. d. Veen, verslagg.), dat deze
zaak besproken zal worden. De heer d e
Boer zegt dat in de vorige vergadering
gezegd is dat men Sociale Zorg kon ad
viseren. Spr. wist echter helemaal niet
dat Sociale Zorg in dezen al voorzienin
gen treft en dat steeds heeft gedaan,
zoals de heer Groeneveld uiteenzette.
Eigenlijk is dit voorstel dus overbodig.
Weth. van der Veen: Elk jaar wor
den extra uitkeringen gegeven. De heer
de Boer betreurt dat hij dat niet
wist. De V o o r z. Dan heeft uw frac
tievoorzitter u niet ingelicht, want hg
heeft geïnformeerd. Weth. van der
Veen betreurt dat er raadsleden zjjn
die zo slecht zijn ingelicht, voor hen is
het toch ’n klein kunstje informaties in
te winnen aan ’t bureau of desnoods bg
spr. zelf. De heer Lindeman trekt
zijn voorstol in.
pere betekenis der muziek, zodat alles
wat vlak en uitdrukkingloos bleef. Ook
verhinderde het gemis aan inzicht in de
structuur van het werk een goede voor
dracht. Zo kwam b.v. in koraal 32 de
Cantus firmus te weinig naar voren en
bleven ook enkele andere koren ondoor
zichtig. De grootste moeilijkheid bg een
oratorium is echter, dat de dirigent be
halve met het koor ook nog te maken
heeft met het begeleidende orkest. Men
moet wel terdege de partituur beheersen
om èn koor, èn orkest èn solisten te kun
nen leiden en dan nog in staat te zgn de
uitvoerenden te inspireren tot de juiste
sfeer. Er zijn grotere dirigenten dan de
heer Tuinstra, die dan bovendien nog de
beschikking hadden over beter materi
aal, over deze moeilijkheden gestruikeld.
Jos Vranken schreef zgn partituur voor
vol bezet symphonie-orkest en hoewel de
meeste partijen niet al te ingewikkeld
zijn, het blg'ft altijd moeilijk ook het
eenvoudigste werkelijk mooi te spelen.
Dit werk uit te voeren met een weinig
geroutineerd en technisch onvoldoende
geschoold ensemble, waarin bas, fagot,
trombone en 2e fluit, hobo en clarinet
ingevuld moesten worden door harmo
nium en piano, was niet minder dan een
waagstuk. Al deze moeilijkheden in aan
merking genomen, kan men bewonde
ring hebben voor de wijze waarop Sym-
phonia zich van zijn taak kweet. In de
inleiding tot het eerste koor, het Voor
spel no. 26 en in no. 33 „Instrumentale
Mystiek” kwam het orkest tot bevredi
gende resultaten, terwijl de obligaat
viool-, clarinet- en hobo-partijen in de
sopraan-aria „Sion ontwaakt” zeer goed
klonken. Ook de begeleiding der koren
liep over 't geheel vlot. Moeilijker werd
het btf de begeleiding der solisten. Hier
kwam het zozeer aan op eenheid, zuiver
heid en mooie klank, dat het geen won
der was, dat men te kort schoot. Dit
viel ernstig te betreuren, want het goe
de werk van mej. Annie Pot en Kees
Deenik kwam nu in de toch al niet ster
ke aria’s en recitatieven niet geheel tot
zijn recht. Dit alles neemt echter niet
weg, dat de talrijke aanwezigen, die ge
komen waren om nog eens in andere
vorm dan de gewone kerkdienst de be
koring van het Kerstevangelie te onder
gaan, bevredigd huiswaarts keerden,
dankbaar gestemd jegens koor en diri
gent, die in zovele uren van moeizame
studie, deze uitvoering hadden voorbe
reid.
Vermelden wjj nog, dat de avond op de
gebruikelijke wijze met gebed geopend
en gesloten werd, terwijl na het slotkoor
alle aanwezigen staande Gezang 10 vers
6 zongen. L. G.
zwaar tegen enig uitstel van hun voor
stel, opdat deze jeugdbeweging eerst
met het college in contact kan treden.
Wethouder Boejjenga zegt dat de
gemeente alle verenigingen zoveel mo
gelijk helpt. De heer Brinksma loopt
echter te hard van stapel, want de za
ken die hij noemt zjjn niet gelgkwaar-
dlg. We hebben hier een gebouw, eigen
dom van de gemeente, dat zij nu zelf
voor uitbreiding van de B.L.O.-school
nodig heeft. Het is duidelijk dat de ver.
die dat gedeelte, zolang de gemeente het
niet nodig had, mocht gebruiken, nu
moet wijken. De A.J.C. heeft haar best
gedaan, spr. geeft dat gaarne toe, en
het is jammer, .naar vooral voor de
A.J.C. Want het is wat overdreven om
het voor te stellen alsof de 1000 leden
van de S.J.A. nu zonder lokaliteit zouden
staan. Immers de meeste groeperingen
daarin hebben eigen lokaliteiten. Maar
bovendien, al kon de gemeente helpen
en steunen, zij is het niet in de eerste
plaats die een taak ten opzichte van de
jeugdbeweging heeft, deze vatte zelf
aan en daarnevens is er het particulier
initiatief. De heer Blok juicht het
voorstel van B. en W. zeer toe, deze
scheiding in het B.L.O. is volstrekt
noodzakelijk, in het belang van de leer
lingen en de school, want zolang de
twee afdelingen ongescheiden zijn, blij
ven tal van ouders, die bezwaar tegen
de vermenging hebben, hun kinderen
van deze school weg houden. We hadden
zo’n voorstel eigenlijk al eerder moeten
hebben. Spr. gelooft niet dat de jeugd
al haar idealisme heeft uitgeput met de
inrichting van dit gebouw, er is nog wel
wat over; de overheid moge dergelgke
bewegingen steunen, maar de jeugd
dient zo opgevoed dat zg zo weinig mo
gelijk op anderen wil steunen en niet op
de krukken van de overheid wil ver
trouwen, doch zich zelf tracht te red
den. De Voorzitter zegt dat het bg
deze splitsing van de B.L.O.-school
eigenlijk niet om de imbecillen, maar om
de school zelf gaat. Om deze zo volledig
mogelgk haar taak te doen vervullen,
dus zoveel mogelijk de leerlingen, die
er behoren, naar zich toe te trekken is
de splitsing nodig. Ook B. en W. hadden
over hun teleurstellingen klaagliederen
kunnen aanheffen, maar men moet zich
niet aan dergelijke teleurstellingen over
geven, doch doorwerken. B. en W. kun
nen voor de A.J.C. geen oplossing aan
de hand doen, als ze overleg met het
college wil plegen is ze van harte wel
kom, maar laat men, in het belang van
de school, dit voorstel niet aanhouden',
hier moet doorgepakt, wil men mis
schien zelfs de mogelijkheid om dit plan
uit te voeren nog behouden, onze vol
ledige bereidheid om het vraagstuk van
de huisvesting der jeugdbeweging met
haar onder het oog te zien, blijft. De
heer Martens vraagt of het gehele
gebouw van de oude H.B.S. al in beslag
is genomen. De Voorzittter ant
woordt dat dit op het ogenblik wel het
geval is, de plannen inzake de ge-
meentereiniging zijn nog niet ver ge
noeg gevorderd om te beoordelen of
straks misschien een bovenverdieping
met afzonderlijke toegang kan worden
gemaakt. Dan zou die misschien ter be
schikking van de jeugd kunnen worden
gesteld, maar nu is daarover nog niets
te zeggen. De heer Schaper voelt
voor het voorstel van B. en W., maar de
jeugd, en dan bedoelt spr. de jeugd in 't
algemeen, ook bijv, ’t Alg. Jeügd Verb.,
moet ook geholpen. Spr. dringt er bij B.
en W. op aan te trachten tot een alge
meen jeugdgebouw te komen, de jeugd
is een probleem, ze kan niet alleen
staan, we moeten haar opvoeden en
daarbij heeft de gemeente ook een taak.
De heer Lindeman vraagt of de
klas imbecillen niet elders kan worden
ondergebracht. De V o o r z. vraagt:
waar? Alle eigen lokaliteiten hebben we
meer dan nodig, we weten geen andere
oplossing. De heer Blok komt
Na afhandeling der agenda kwam
een door de heer Lindeman inge
diend voorstel van de c.h. fractie aan
de orde om de gemeentelijke instelling
voor Sociale Zorg te adviseren de on
dersteunden met Nieuwjaar een dubbele
uitkering te verstrekken. De voorsteller
zeide, dat de vorige raadsvergadering
een dergelijk voorstel aan de orde is ge
weest, dat echter niet goed ingekleed
bleek. Maar een advies aan Sociale Zorg
is mogelijk en waar spr. zich niet be
vredigd voelde door de afloop van het
debat over het toenmalig voorstel, dient
hij thans dit nieuwe in. Wethouder van
d e r V e e n zegt dat er op zichzelf geen
bezwaar is dat de raad adviezen geeft
aan Sociale Zorg, maar wat deze zaak
betreft, heeft de instelling geen advie
zen nodig. Het is steeds de gewoonte
geweest dat op feestdagen iets extra’s
gegeven werd. Spr. weet nog niet wat
oplossing. De heer Blok komt op ditmaal geschieden zal, het bestuur
tegen het betoog van de heer Schaper moet nog vergaderen, hij wil dus niet op
dat de overheid een taak zou hebben bg de beslissing vooruit lopen doch spr.
de opvoeding van de jeugd. Ze heeft daar kan wel verzekeren dat er iets zal ge-
geen taak. Spr. is niet tegen steun, beuren, maar hij moet ontraden een ad-
maar de taak van de opvoeding der kin- vies te geven als thans hier wordt voor
deren rust van Godswege op de ouders,
op dat terrein heeft de overheid geen
Bij het voorstel van B. en W. tot wij
ziging der „Bezoldiglngsregeling ge
meentelijk personeel 1947” verklaart de
heer d e J o n g dat zijn fractie verheugd
is dat nu de nieuwe ranglndellng tot
stand komt, maar ernstig heeft over
wogen of deze niet moet worden door
gevoerd met terugwerkende kracht tot
1 Januari 1948, terwijl B. en W„ omdat
ze deze regeling los van de invoering der
normen van de commlssie-Ubbink zien,
haar met ingang van 1 Jan. 1950 willen
invoeren. Tal van gemeenten echter ook
Leeuwarden, Groningen, Franeker en
Wymbritseradeel, nemen eerstgenoemd
standpunt In, spr. stelt voor de rege- ruwe kerel gevonden, maar dat hij zo’n
ling met Ingang van 1 Jan. 1948 te bruut zou zijn om een meisje en dan
Vergadering van de raad der ge- doen gelden. De V o o r z. zegt dat
meente Sneek op Donderdag 21 Decern- I en W. daartegen bezwaar hebben,
ber, 's avonds 7% uur. Voorzitter bur- aanpassing ingevolge de normen der
gemeester L. Rasterhoff, secretaris commlssie-Ubbink heeft zeer bewust in
de heer K. Koster. Aanwezig alle
Zij keek mij lachend aan.
I „Zelfs u! Ik had nooit gedacht, dat u
dat voelen zoudt”, zei zij met een spoor
van haar oud sarcasme.
Zij rilde en voor het eerst zag ik, dat
zij haar dun avondjaponnetje aan had
het japonnetje, dat ik haar gestuurd
had.
„U zult nog koude vatten”, zei ik. „U
moet dadelijk naar binnen gaan”.
„Koude!” echode zij. „Met zo’n gloei
ende nacht als nu. Ik wil niet meer naar
binnen gaan. Ik haat het huis. Ik haat
alles”.
Arm kind! Zg keek en sprak precies
als een kind, zoals zij daar mgn beste
zgden zakdoek tot een bal stond te ver
frommelen.
Er volgde een kleine stilte.
„Don heeft u zeker wel verteld, dat
ons engagement af is", vroeg zij op uit
dagende toon. „En daar bent u zeker
erg blij om?”
„Ik ben helemaal niet big”, antwoord
de ik vlug. „En Don is werkelijk heel
ongelukkig”. Maar schuldbewust dacht
ik aan zijn ongestoorde slaap, waaruit
ik hem niet wakker had kunnen krij
gen, en ik vroeg me af, of hjj, wanneer
het hem werkelijk zo aan zijn hart ging,
1949 plaats gevonden en slechts door
een toeval kwam dat deel der verorde
ning bij gelegenheid van deze ranginde-
llng weer in het georganiseerd overleg.
Die indeling vindt geenszins haar basis
in het rapport Ubbink, doch vormt een
verbetering welke de praktijk hier nodig
maakte. Zou' men de indeling toch met
ingang van 1 Jan. 1948 invoeren dan
zou dat alleen voor enkelen, die in een
hogere klasse kwamen effect sorteren,
want over ’t algemeen geschiedt de nieu
we indeling individueel op een door B.
en W. te bepalen tijdstip. Spr. ontraadt
de aanneming van het voorstel-de Jong.
B. en W. hebben de datum al zo gunstig
mogeUjk gekozen. De heer D i s s e de
functie-indeling zal dus toch terugwer
kende kracht tot 1 Jan. 1950 krggen?
De Voorzitter: Inderdaad, maar
dat neemt niet weg dat voor bepaalde
functies andere data zullen worden ge
nomen. De heer Terpstra verklaart
dat zgn fractie op het standpunt staat
dat deze functie-indeling los staat van
de invoering van de normen der com-
missie-Ubbink en het meest voelt voor
invoering op 1 Jan. 1950. De
Groeneveld zegt dat aan
functie-indeling de gedachte ten grond
slag ligt, dat men bepaalde mensen, die
vrij verantwoordelijk en zwaar werk
doen, voor deze prestatie wat extra wil
de belonen en daarom een andere titel
gaf. Maar dergelflke mensen deden zulk
werk 1 Jan. 1948 ook al en daarom
meent spr. dat men naar die datum te
rug moet, zoals ook met de loonklassen
voor het administratief personeel is ge
schied. Spr. betreurt dat men- voor de
laagste loonklassen niets kan doen, om
dat het toch een raadsel is hoe ze met
die lonen kunnen rondkomen. De Voor
zitter zegt dat het hier een techni
sche herziening van een regeling be
treft omdat men bepaalde mensen we
gens hun prestaties iets boven de voor
hen tot nog toe geldende normen wil
brengen, dat is een geheel nieuw ele
ment, automatisch komt deze verbete
ring niet tot allen. De heer D i s s e zegt
dat de commlssie-Ubbink uitging van
bepaalde schalen waaraan de functies
onverbrekelijk verbonden waren, heeft
men zich toen niet gerealiseerd dat de
functie-indeling hier heel anders was, dus nu moeten doen voor deze verbou-
i dan zou er een motief zgn verder dan
1 Jan. 1950 terug te grijpen. De Voor
zit t e r de zuivere aanpassing aan de
normen van het rapport-Ubbink heeft in
1949 plaats gehad, waarbij de functie-
indeling ook aan de orde was. De heer
D i s s e er zgn dus geen billijkheids-
overwegingen die een vroeger invoeren
van de regeling gewenst maken De
V o o r z. Neen. De heer de Vries
stond aanvankelijk op het standpunt,
dat men vroeger moest teruggrijpen,
doch na .de uiteenzetting van de Voorz.,
waaruit ook bleek, dat dit weinig ef
fect zou sorteren, niet meer. Het
gesteld. Men zou kunnen adviseren te
handelen als gebruikelijk is op feestda-
recht; en er blijft het gevaar dat als de gen, maar practisch is zo’n advies over-
- „-heid steunt, dat geleidelijk zal voe- bodig. De heer Lindeman weet wel
tot de opvatting dat ze op dit ter- dat er altijd iets extra’s wordt gegeven,
- Wet
houder van der Veen: dan is u niet
op de hoogte! De heer Lindeman
weet dat er ook wel ƒ4 en iets meer
wordt gegeven, maar dat heeft niets
met dit voorstel te maken, en het
strookt er niet mee, concreet wordt nu
een dubbele uitkering te
verstrekken. Weth. Boeijenga kan
wel merken dat de heer Lindeman op
het terrein van de zorg voor behoefti-
gen geen specialist is. Want op dat ge
bied vooral moet men generaliseren ver
mijden en juist geval voor geval bezien,
er dient gegeven naar behoefte en le
vensomstandigheden, zo doet Sociale
Zorg het ook. Dit is een moeilijk ter-
rein, waar de menselgke zwakheden wel
Maar het was onmogelijk niets
doen, dus ging ik naar Dons kamer en
riep hem een lang gerekt gesnurk
was het enige antwoord, dat ik kreeg;
blijkbaar was hij niet al te erg yan
streek door het verbreken van zgn
engagement, en ik voelde me enigszins
boos, toen ik naar zgn bed ging en hem
bg zgn schouders pakte.
Hij lag op zijn rug met zijn armen ge
kruist onder zijn hoofd, en hoewel ik
hem door elkaar schudde en verschei
dene malen bij zgn naam riep, was het
zonder enig effect, en tenslotte gaf ik
het op.
Ik ging weer naar beneden en liep het
voortuintje in, het licht brandde nog
steeds in het huis naast ons, maar nu
leek alles weer rustig.
Ik opende het hek en ging het tuintje
van de Lamberts in; ik voelde me rus
teloos en ongelukkig. Hoe dikwijls
moest het meisje zoiets verduren, vroeg
ik me af. Lambert had ik altgd een
spijt hem alleen om de jeugd. De A.J.C.
wil helemaal niet leunen op de over
heid, ze heeft zelf het -gebouwtje opge
knapt en dus bewezen wel over initiatief
te beschikken. Maar het is een hele toer voorgesteld
een nieuwe lokaliteit te krijgen en spr.
meent dat de A.J.C. wel een beetje recht
op voorrang nu heeft. De Voorz.: B.
en W. voelen wel, dat als het mogelgk
is, ze iets ten opzichte van de A.J.C.
hebben goed te maken. De heer
ren en daarom is men over dit bezwaar
heengestapt. Het is zeer moeilgk in deze
iets voor de jeugdverenigingen te doen,
Macadamweg SneekBolsward. we hebben nu eenmaal groot gebrek aan
I lokaliteiten, en zijn niet in staat er nu
een aan te wgzen. Aanvankelijk is ge
dacht aan een plaats in hetzelfde ge
bouw, doch dat ontmoette ernstige be
zwaren bg de jeugdver. De heer
Brinksma zegt dat we hier met 2
belangrijke zaken te doen hebben, aan
de ene zijde het B.L.O. met de zorg voor
debielen en imbecillen, aan de andere
kant staan de belangen van 1000 jonge
ren. Er wordt veel geklaagd over de
jeugd, maar het is toch verheugend dat
een deel der jeugd belangstelling heeft
voor allerlei vraagstukken en opvoe
ding zoekt tot een behoorlijk staatsbur
gerschap. Spr., zelf uit de jeugdbewe
ging voortgekomen, heeft ervaren van
hoe groot belang voor het gehele leven
de deelneming aan de jeugdbeweging is.
Daarom is het een ernstig feit dat zij
nu uit dit gebouw gestoten wordt, dat
I zg zelf met zoveel ijver tot stand bracht
en dat B. en V’. geen oplossing voor dit
probleem weten. Herinnerend aan de
aandrang destijds door mevr. Spaander
geoefend om een jeugdgebouw tot stand
te brengen, hoopt spr. dat B. en W. dit
idee eens willen overwegen. Zou deze
oude B.L.O.school in zijn geheel niet
uiterst geschikt zijn voor zo’n doel, dan I hébben goed t‘e maken. De heer
kon men naar een ander gebouw voor >grinksnla zegt nog dat de jeugd
deze school omzien. De jeugdbeweging een e j g e n gebouw wil, dat
zou er in ieder geval prijs op stellen nog voort uit haar mentaliteit en ge-
eens door B. en W. over dit probleem te dachtengang, ze wil iets eigens, men
worden gehoord, hebben B. en W. be-
DOOR
Ik verwachtte beslist, dat ik een
snauw zou krijgen; ik was er zó zeker
van, dat zij haar hoofd in haar nek zou
werpen en mij vragen zou wat het mij
aanging, dat ik stom verbaasd was, toen
zij haar gezicht met haar handen be
dekte en in hullen uitbarstte.
Het was een zó wanhopig, aandoénlijk
en volstrekt niet heftig schreien, dat ik
een brok in mijn keel voelde komen en
niet dadelijk wist wat ik zeggen moest.
Toen keerde zg zich half om, zocht
naar een zakdoek, maar vond er geen,
waarna zij als een jongen met de rug
van haar hand haar tranen afveegde.
Ik had een zijden, nog niet gebruikte
zakdoek in een van mijn zakken, nog
precies zoals Castle mij die ’s avonds
vroeg, toen we onze ongelukstocht aan
vaardden, gegeven had; ik gaf haar die.
Zjj bette er haar ogen mede en keek
mij met een soort boze schaamte aan.
„Ik stel me niet dikwijls zo idioot
aan”, zei zij met een bevende stem. „Ik
huil niet dikwtfls!”
„Dat weet ik ook wel”, zei ik. „Ik
vind het alleen zo jammer, dat u zo van
streek bent. Als er iets is, dat ik doen
kan
De tranen begonnen nu te stromen, helemaal wel geslapen kon hebben,
hoewel ik wist, dat zg al haar best
deed die te bedwingen.
„O, ik wou, dat ik dood was”, zei zij
wanhopig.
„Zo moet u niet praten", zei ik vlug.
„Het is dwaas en bovendien meent u
het niet. We hebben allemaal soms zo’n
gevoel, dat weet ik
Flnsterwolde en nog wat.
De heer Schaper pleit voor een ad-
haesiebetuiging aan het adres van de
Bond van Land- en Zuivelarbeiders B.
L.Z. te Groningen om de loonnorm voor
landarbeiders opgenomen in de over-
bruggingsregeling te verhogen. De
Voorz. antwoordt dat deze zaak via
de organisaties met de regering moet
behandeld. Bovendien al wordt van 40
tot 48 uur verhoogd, dan zal dat nog
niet zoveel geven, omdat als de uitke
ring lager ligt dan die van de bijstands-
regeling ze daartoe wordt opgetrokken.
Ongeschoolden zouden er niets meer om
krijgen, geschoolden hoogstens 90 ct.
per week. De heer S c h ap e r ontkent
dit niet, maar ieder dubbeltje in een ar
beidersgezin is er één en ook als de or
ganisaties actie voeren voor deze ver
betering is de steun der gemeenten daar
bij van betekenis. Het stuk wordt voor
kennisgeving aangenomen, met aanteke
ning dat de heer Schaper tegen is.
Bij het adres van de Bond van Ne
derlands Overheidspersoneel B.N.O.P.
om het gemeentepersoneel een kerst
gratificatie te verlenen, wijst de Voor
zit t e r er op dat een dergelijk punt in
de vorige vergadering aan de orde
kwam,, de raad achtte het niet nodig,
zodat we bij dit adres niet lang behoe
ven stil te staan, het kan voor kennis
geving worden aangenomen, hogere in
stanties zouden een raadsbesluit in deze
zin toch niet goedkeuren. De heer
Schaper zou, al weet hij dat de mi
nister het verzoek in de Kamer al heeft
afgewezen, toch voor inwilliging van
het verzoek zijn omdat het nodig is, wil
mefl de arbeiders vooruit helpen. De
heer Groeneveld heeft geen be
hoefte over het adres zelf te spreken, ----
de raad heeft zijn mening de vorige keer voorstel-de Jong wordt alsnu met 10 overwogen, doch er moest ^cts^ gebeu-
over dit onderwerp gezegd, maar spr.
constateert, dat de heer Schaper dit
adres toch wil inwilligen, terwijl de re
gering het reeds afwees; het is dan
toch geen reëel doel meer, als men na
jaagt wat al onbereikbaar is gebleken;
het riekt naar Flnsterwolde. Het adres
wordt voor kennisgeving aangenomen,
de heer Schaper krijgt aantekening dat
hij daar tegen is.
Bij een schrijven van B. en W. van
Flnsterwolde inzake een door de raad
dier gemeente aangenomen motie, waar
aan adhaesie wordt verzocht, zegt de
heer Schaper dat de raadsmeerder-
heid van Flnsterwolde op volkomen de
mocratische wijze tot stand is gekomen
en dat de poging der regering om haar
uit te schakelen en deze gemeente on
mondig te verklaren, een aanslag op de
democratie is, die men moet afwijzen.
De Voorz. zegt dat de heer Schaper
blijkbaar uit ’t oog verliest dat de demo
cratie wel rechten meebrengt maar in
de eerste plaats plichten oplegt. Finster-
wolde is vrij in de keuze van zijn ver
tegenwoordigers, maar dan hebben die
zich ook te houden aan de wettige re
gelingen, als ze daarvan afwijken, gaan
ze de weg van chaos en terreur, verza
ken de democratische plichten. Als dan
de regering ingrijpt, zal de raad van
Finsterwolde de hand in eigen boezem
moeten steken. De heer Schaper
antwoordt dat het raadsbeleid in Fin
sterwolde goed is geweest, er is veel
goeds tot stand gebracht. Maar wat er
nu gebeurt is een uitvloeisel van de we
reldpolitiek, hier ontneemt men het Fin-
sterwoldse gemeentebestuur zijn rechten
en stuurt men een rjjkscommissaris, in
Frankrijk en Italië zet men tal van com
munistische raden af, spr. ziet daar
achter angst en de aandrang van Was
hington, maar Rusland blijft rustig, is
niet zenuwachtig, het weet zich ge
steund door 800 millioen mensen, en da
gelijks komen er nog bij. Het stuk wordt
voor kennisgeving aangenomen, met
aantekening dat de heer Schaper te
gen is.
Bg de eerv. ontslagen verleend aan mevr.
Velstra—v. d. Meulen en de heer v. d.
Meulen als moeder en vader van het
gemeentelgk verzorgingshuis vraagt de
heer Martens of B. en W. niet wil
len overwegen de betiteling vader en
moeder voor de nieuwe functionarissen
te wgzigen en of er ook over is gedacht
aan het hoofd van dit verzorgingshuis
een directrice te plaatsen. De Voor
zitter zegt dat een en ander nog niet
is overwogen, de zaak zal in B. en W.
worden besproken.
1 Januari ’48 of 1 Januari ’50?
overheid steunt, dat geleidelijk zal voe- bodig. De heer Lindeman weet wel
ren tot de opvatting dat ze op dit ter- dat er altijd iets extra s wo
rein ook een taak heeft. De heer F ij 1- 2 gulden of iets dergelgks,
s t r a wil geenszins de indruk hebben
gewekt dat hjj tegen dit voorstel is, het