Het Stedelijk Muziekcorps Sneek in uniform
De doden herdacht
De bevrijding gevierd
Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST
U-
DINSDAG 8 MEI 1951
6e JAAkuAhu No 37
L KIEZEBRINK
HET LEVEND SCHAAKSPEL.
Het Sneeker Nieuwsblad is een gecombineerde uitgave van NIEUWE SNEEKER COURANT, SNEEKER COURANT en DRIJFHOUTS NIEUWSBLAD --
KLEINZAND 7 Telei. 2872
HET CORPS IN ZI]N NIEUWE UNIFORMEN.
Kerkconcert
4
SNEEKER NIEUWSBLAD
Redacteur:
Rede Burgemeester Rasterhoff.
en
Voetbal- en Volleybal-
tournooien der scholen
Ds. E. N. van Loo, predikant
bij de Geref. Kerk
tot de feestvreugde. Ook het carillon
strooide in de loop van de morgen zijn
blijde klanken over de zon-overgoten,
met veel vlaggen versierde stad.
De leerlingen van het voorbereidend
onderwijs van alle scholen genoten die
morgen uitbundig van een poppenkast-
vertoning in het Gebouw voor Christelij
ke Belangen.
Rede voorzitter uniformen
comité.
hun zeer dankbaar is. Spr. verzocht
daarna de burgemeester dit uniformen
geschenk voor de gemeente te aanvaar
den als een pand der gehele burgerij,
dat het mogelijk zal maken dat ons
corps op waardige wijze als ambassa
deur van de tweede stad van Friesland
overal kan verschijnen.
Advertentieprijs 15 ct. per m.m.
Bij contract (handelsadv.) lager.
Abonnementsprijs 1 2.50 per half
jaar. Franco per post f 3.75 per
half jaar
Giro 50748 ten name van Firma
E. J. Drijfhout, Sneek.
Redactie-adres
Ds. M. van der Meulen,
Doopsgezind predikant
herinnerde er aan hoe zes jaar geleden
de vreugde wel uitbundig was over de
herwinning van onze vrijheid, maar diep
in onze harten toch een schaduw over
die blijheid lag, omdat velen, die mede
die vrijheid hadden voorbereid, haar niet
meer hadden mogen begroeten. We deel
den in het leed van hun nabestaanden
omdat we toen zo’, hechte eenheid
vormden, als ’t ware één groot gezin
waren. Eén in het leed ook tijdens de
oorlog, leed dat niet alleen van mate
riële, maar bovenal van geestelijke
aard was; door alle beproevingen werden
we samengesmeed tot een sterk geheel.
Douwe Tamminga droech foar.
De hear Douwe Tamminga droech ge
dichten foar. Hy joech ,,De Rattel-
wacht”, „By de dea fan in Europeër:
Jan Masaryk” en „Deadebitinking” fan
Fedde Schurer, üt eigen wurk: „Welle-
brêge” (yn memoriam Jacob Nagel
hout), „Der Volken Leed” fan Henriëtte
Roland Holst, „De Bésten”, in gedicht
(yn Tamminga’s oersetting) yn 1942
skreaun fan ’e Noarske forsetsman en
dichter Nordahl Grieg, dy’t in jier letter
as piloat by de R.A.F. boppe Berlyn
delsketten waerd, en Bertus Aafjes’
„De Eendracht van het Land”.
In het sportpark aan de Leeuwarder-
weg en op de beide velden van het Black
Boys-terrein vonden de voetbalwedstrij
den plaats voor de lagere scholen en
voor de scholen voor uitgebreid, nijver
heids en middelbaar onderwijs. Er wa
ren aardige wedstrijden bij maar ook
goede. De sportkleding liet hier en daar
wel eens wat te wensen over maar dit
deed aan de kwaliteit van het spel niet
veel afbreuk. Het was voor de scheids
rechters soms wel moeilijk om de par-
de voorzitter van het comité in zijn voorwoord fn het programma immers dat de
ouderen, die zelf de bevrijding hebben meegemaakt, 5 Mei ”45 niet licht zul
len vergeten, maar dat bij de jeugd de herinnering aan de bevrijding levendig
moet worden gehouden.
Dank zij de Commissie voor Lichame
lijke Opvoeding kon een schoolvoetbal
en volleybaltournooi worden gehouden,
en de Sneeker Jeugd Actie heeft zich
wel zeer bijzonder geweerd. Zij was het
die ’s morgens 7 uur de feestelijkheden
met een jeugdappèl voor het stadhuis
opende en verder de gehele dag zorgde
dat er feestelijke bedrijvigheid in de ge
hele stad bleef.
Een herdenking als deze zou echter als
elk vast gebruik een neiging kunnen
gaan vertonen tot verstening. Menig
een vraagt zich thans af of de offers in
de jaren 1940-’45 gebracht eigenlijk niet
tevergeefs zijn geweest. De toestand is
immers zo geheel anders geworden dan
de idealen die hun, die hun leven ga
ven, voor ogen hebben gestaan, zij ver
wachtten een nieuw begin voor ons
volk. Hebben wij wel iets van de nieu
we geest bezeten of zijn we zo materia
listisch ingesteld, dat wij zelfs tot een
klein offer, dat niet vergeleken kan wor
den met dat hetwelk zij brachten, in
staat zijn Spr. meent dat de vraag
echter zo niet gesteld mag worden. Ve
len hebben hun leven geofferd om aan
de roepstem van God gehoor te geven,
zij hebben eenvoudig die stem gevolgd
en zo’n offer is nooit vergeefs gebracht.
Elk offer in Gods dienst gebracht heeft
de hoogste zin. Vele anderen werden
door idealen tot hun verzet gedreven en
dienden door hun daden eeuwige waar
den, waardoor een volk tot een nieuw
leven van gerechtigheid, barmhartigheid
en naastenliefde gewekt kan worden.
Dankbaar gedenkend hen die hun leven
offerden, bidden wij Gods bijstand voor
hun nabestaanden en vragen wij ons af
wat wij kunnen doen om te komen tot
een leven in dezelfde geest: van stand
vastigheid, geloof, bereidwilligheid tot
het offer, liefde tot de gerechtigheid.
Zang.
Gezamenlijk gezongen werden met
begeleiding van het Chr. Muziekcorps
„Harmonie” 2 coupletten van „Wij le
ven vrij”, drie van „Wilt heden nu tre
den”, en, na het inachtnemen van de
twee minuten stilte couplet 1 en 3 van
het Frysk Folksliet, waarna de stoet
zich formeerde voor de kranslegging en
bloemenhulde. Voorafgegaan door de
Drumband van het Chr. Muziekcorps
Harmonie begaf zij zich naar het mo
nument, waar burgemeester Rasterhoff
het voltallig college van B. en W.
ging vooraan in de stoet als eerste
een krans legde namens de gemeente
Sneek. Van het monument ging de stoet
naar de gedenksteen in de muur van de
Kerk voor de in onze omgeving ge
vallen Canadezen, waar eveneens een
kranslegging en bloemenhulde plaats
had.
Het was een goede gedachte van het 5 Mei-comité om vooral ook de jeugd
te doen profiteren van de feestelijkheden op bevrijdingsdag. Terecht schreef
oplaaiend vredeslicht. Met ’t gezamen
lijk zingen van twee coupletten van ’t
Wilhelmus en het strijken der vlaggen
werd dit jeugdfeest besloten.
Voor de ouderen duurde de pret nog
voort, want van 8 tot 10 ’s avonds gaf
het Stedelijk Muziekcorps Sneek in
de nieuwe uniformen natuurlijk! nog
een concert onder leiding van de heer A.
Bouman op de Marktstre-t. En dat con
cert, dat aangeboden werd door het 5
Mei comité, voert ons dan terug tot die
andere belangrijke gebeurtenis van deze
dag, de aanbieding van de uniformen
aan dat StedelJik Muziekcorps.
bool van Sneker burgerzin en dankte
het comité voor wat het gedaan heeft.
Het eigenaardige van dit cadeau is dat
de gemeente, zal het betekenis hebben,
het weer direct moet overdragen, ook
dat is spr. een aangename taak. Zich
richtend tot het corps zegt spr. dat als
het spreekwoord „de kleren maken de
man” opgaat we nu een corps hebben
dat de toets van alle kritiek kan door
staan. Het moet voor u wel een belang
rijke dag zijn nu een wens van lange ja
ren in vervulling gaat. U hebt nu echter
tevens gemerkt dat de burgerij uw werk
op prijs stelt, want hoe zouden we feest
vieren of gedenken als onze plaatselijke
muziekcorpsen niet waren ingeschakeld?
U vervult hier een onmisbare taak en
in dit licht gezien moet het voor u be
langrijk zijn dat de burgerij op zo duide
lijke wijze blijk gaf uw werk te waar
deren. Als tolk van burgerij en ge
meentebestuur is spr. verheugd dit te
mogen zeggen: gij draagt een steentje
bij tot het culturele leven hier, ook het
gemeentebestuur gaf van zjjn waarde
ring daarvoor reeds blijk en hoopt dat
het mogelijk zal zijn dat nog steviger
te doen blijken ook. Spr. draagt alsnu
de uniformen aan het corps over met de
wens dat de leden dit geschenk vooral
zullen zien als een symbool van de ge
negenheid, belangstelling en waardering
welke de burgerij het toedraagt, als een
symbool ook van de burgerzin welke
hier in onze gemeenschap nog leeft. Spr.
hoopt dat dit geschenk het corps zal
aanmoedigen met nog meer animo, lust
en voldoening zijn taak te vervullen en
dat het deze uniformen zal bewaren
smetteloos, gelijk zulk een symbool past.
Slot op pag. 2.
Verschijnt:
DINSDAGS en VRIJDAGS.
Administratie:
Comb. Drijfhout-Kiezebrink Co.
Kantoor: GROOTZAND 55
Telefoon 3005 (K 5150)
Burgemeester Rasterhoff
jzeide: „Laat mij op deze avond, nu wij
voor de zesde maal onze doden uit de
tweede wereldoorlog gedenken, begin
nen met in uw herinnering terug te roe
pen de moeilijke jaren 1940 tot 1945.
Zeker, veel van wat wij in die jaren
hebben moeten doormaken is vervaagd.
Veel is er ook waar wij niet gaarne aan
herinnerd willen worden. Maar een al
gemene indruk is toch bij ons achterge
bleven. Wij beseffen toch nog wel wat
in die jaren zwaar op ons drukte, wat
ons gemoed in opstand bracht en wat
ons verbitterde en tot verzet noopte.
Daar waren allerlei beperkingen, die
ons materieel bestaan bedreigden; er
was gebrek aan grondstoffen en levens
middelen, honger en koude stonden voor
de deur. Maar dit voelden wij niet als
het ergste. Hoe zwaar wij ook door het
gebrek werden getroffen, dit was nog
dragelijk. Zwaarder drukte op ons, dat
wij geknecht waren, dat wij als volk
als Nederlands volk geen eigen wil
meer hadden, dat getracht werd ons eeu
levensbeschouwing op te dringen die wij
verfoeiden, dat de vrij meningsuiting
volledig was te niet gedaan, dat terreur
en willekeur heersten, dat niemand
meer zeker was van zijn vrijheid en
zijn leven. Landgenoten werden als sla
ven behandeld of zuchtten in concen
tratiekampen of gevangenissen. Wij za
gen de toekomst van onze kinderen be
dreigd. En deze beperking van onze
vrijheden, deze aantasting van ons
mens-zijn, deze verkrachting van de
mensenrechten, waren het die voor ons
als volk niet waren te verdragen. Dit on
recht konden wij niet nemen. Uit deze
innerlijke opstand sproot onder meer
voort een gevoel van verbondenheid
tussen alle groepen en schakeringen in
ons volk. Het gezamenlijk te dragen
leed vormde een band, die tot eensge
zindheid met behoud van ieders op
vattingen leidde. Er was een gemeen
schappelijk doel geboren dat een aan
eensluiting bewerkstelligde. In de twee
de plaats nam de verzetswil toe. Er ont
stond een grotere bereidheid om offers
te brengen. Eigen goed en zelfs eigen
leven werd op het spel gezet om het
juk dat ons met geweld was opgelegd
af te schudden. En toen kwam eindelijk
de dag van de bevrijding. Ook die koste
lijke dag zult gij u nog herinneren. Wij
herademden. Een zware druk was van
ons af gevallen, wij zagen weer een toe
komst voor onszelf en onze kinderen.
De oorlog was ten einde en naar wij
meenden voor goed. Een mooie taak lag
voor ons, het herstel en de verdere op
houw van ons vaderland. Wij wilden
een nieuwe maatschappij opbouwen
waar vrede, recht en gerechtigheid zou
den heersen. En wtj vertrouwden dat dit
werk niet zou worden belemmerd door
zorgen over nieuwe agressie en offers
voor oorlogsdoeleinden. Wij waanden
een lange periode van vrede voor ons.
Wat is hiervan terecht gekomen, stad
genoten! Wij leven al weer in een tijd
van oorlog en oorlogsgeruchten. Men
sen verlaten ons land en emigreren,
bevreesd voor hetgeen over West-Euro-
pa zal komen. Er wordt weer over het
oprichten van luchtbeschermingsdien
sten gesproken. Nieuwe wapenen wor
den in grote hoeveelheden geprodu
ceerd. Onze legermacht moet sterk wor
den uitgebreid. Ongekende financiële
offers worden voor dat doel van ons
volk gevraagd; ons volksbestaan wordt
er door aangetast. In het kort, ons
volk onze vrijheden zijn weer in
gevaar. Wij leven op een vulkaan.
Stadgenoten, 6 jaren scheiden ons van
het tijdvak, waarin de doden, die wij
vandaag herdenken, zijn gevallen. De
wereld staat niet stil, zij wentelt door
en geeft ons steeds een ander beeld te
zien. Daarom zal het aspect van onze
dodenherdenking op 4 Mei telkens een
ander zijn. Wij zullen op deze dag niet
alleen uitdrukking aan onze dankbaar
heid jegens de gevallenen willen geven
maar ons ook moeten bezinnen op de
vraag, wat hun strijd, wat het door hen
gebrachte offer ons in de toestand
waarin wij ons thans bevinden, heeft te
zeggen. De alarmklok heeft opnieuw ge
luid, ons hoogste goed wordt bedreigd.
Opnieuw worden van ons offers ge
vraagd. Laten wij trachten in hun voet
spoor te gaan en het gevaar eensgezind
tegemoet treden en gezamenlijk het
offer brengen dat van ons wordt ge
vraagd om zo het gevaar dat dreigt af
te wenden. Laten wij dit als ons aller
gemeenschappelijk doel zien. Dat zijn
wij aan de nagedachtenis van hen die
wij willen herdenken verplicht. Zij heb
ben het kostbaarste gegeven wat zij be
zaten hun leven. Geve God dat wij als
volk deze taak, hoe zwaar zij ons ook
moge vallen, met de handen ineengesla
gen kunnen vervullen”.
betoogde dat wij de doden uit de laatste
wereldoorlog niet mogen vergeten. Niet
om door deze herdenking haat aan te
kweken jegens hen, die ons destijds be
streden, dat zou onchristelijk zijn, ook
niet om bij hen, wie geliefden ontvielen,
oude wonden weer open te rijten. Neen,
deze herdenking moet een andere be
tekenis hebben. Het waj geen blind toe
val, dat een zee van ellende over ons
kwam, spr. ziet daarin de hand van
God, met Wien voor 1940 zo weinig
werd gerekend. God liet toen zien dat
Hij er ook nog was en alle menselijke
berekeningen kon doen falen; om ons
dat te doen inzien kon Hij zelfs de
wreedste dwingeland gebruiken. Onze
dodenlijst uit 1940-’45 had kleiner kun
nen zijn, indien alle geestelijke weer
stand in ons volk gebroken ware ge
weest, gestorven onder de soldatenlaars.
Spr. ziet het echter als een gave van
God dat hier nog werd verstaan dat wat
de bezetter wilde lijnrecht stond tegen
over de bijbel, hier was verzet geboden
en daarom nam in het gehele verzet
het geestelijk verzet van de Kerk zo’n
belangrijke plaats in. Uiteindelijk werd
het een strijd van het Christendom te
gen het heidendom. Dat heeft veel bloed
en tranen gekost en in ons hart moeten
de gebeden zijn voor hen, die geliefden
in deze strijd verloren. Met een geden
ken op 4 Mei alleen zijn wij echter niet
klaar. Het lijkt er al weer op dat al het
toen gebeurde tevergeefs is geweest. De
nood en verwarring is weer groot, maar
wordt er nu wel naar God gevraagd
door ons volk en doo. andere volken?
De Dodenherdenking krijgt zijn grote
betekenis ook nu als we, beseffend de
stimulans welke de strijd destijds uit
het christendom kreeg, het gehele leven
van mens en volk zien in de macht van
Hem, Jezus Christus, die dood is ge
weest, maar leeft.
Het waren ernstige woorden, welke de drie sprekers bij de Dodenherdenking
Vrijdagavond tussen zeven en acht uur op het Martiniplein tot hun gehoor heb
ben gericht. Ze hebben dankbaar hen herdacht die het hoogste offer brachten,
maar ook op het voorbeeld van deze gevallenen gewezen en op de betekenis
van het Christendom als stimulans voor allen om ook in deze tijd, nu we op een
vulkaan leven, eensgezind en offerbereid de moeilijkheden tegemoet te gaan.
De heer P. Been, voorzitter van het
5 Mei comité sprak de schare, die aan
vankelijk niet omvangrijk, later toch ’n
groot deel van het plein vulde, toe en
stelde tegenover de vraag die sommigen
wel eens uiten, nl. of het nu wel nodig is
dat ieder jaar deze herdenking plaats
vindt, als zijn overtuiging dat het rijke
en kostbare geschenk dat we met de
herwinning van onze vrijheid kregen,
niet gedoogt dat wij hen vergeten
Nederlanders en ook zij die ver buiten
onze grenzen het leven lieten die het
hoogste offer brachten in de strijd om
de vrijheid. In het bijzonder de jeugd
drukte hij op het hart: vergeet ze niet,
vergeet ze nooit.
Burgemeester Rasterhoff zeide
dat 5 Mei bij uitstek een dag schijnt
van goede gaven voor onze gemeente:
op die datum kregen we ons carillon,
het verzetsmonument, de verlichting
van de toren en nu weer dit zeer kost
bare en kostelijke cadeau. Spr. aan
vaardt dit gaarne, doch niet alleen om
dat het kostbaar is, maar vooral omdat
achter dit cadeau iets schuilt van nog
veel groter waarde. Als iets gul wordt
aangeboden uit ruim beschikbare mid
delen dan is dat heel aardig, doch achter
dit cadeau zit het medeleven van de
ganse burgerij met een plaatseljjke in
stelling, zit dus burgerzin en als er iets
waarde heeft dan is het dèt. Uiteraard
zijn we grote dank verschuldigd aan
het comité voor zijn initiatief en volhar
ding om het doel te bereiken, maar
vooral danken wij de burgerij die dit
mogelijk maakte. Het is toch een groot
voorrecht:, dat hoewel Sneek stad is,
we toch nog een gemeenschap vormen
bereid offers te brengen voor haai; in
stellingen. Spr. aanvaardde dus namens
de gemeente dit cadeau gaarne als sym-
ouder: 1. R.H.B.S. met wissel lauwer
tak. Deze tak moet driemaal achter
elkaar of vijfmaal in het geheel worden
gewonnen; 2. Chr. Lyceum; 3. Chr.
Kweekschool.
Volleybalwedstrijden voor
meisjes.
In het gymnastieklokaal aan de Wes-
tersingel stonden de wedstrijden onder
leiding van de heer H. Jongkind.
Prijzen: 1. R.H.B.S.; 2. Chr. Lyceum;
3. Huishoudschool.
Volleybaltoernooi NeVoBo
Afd. Sneek.
's Middags hield deze afd. op het Black
Boys-terrein een volleybaltournooi.
Prijzen: Heren groep A: T.G.P. 1 le
prijs prijs voor beste techn. team;
Groep B: Advendo 1, le prijs; Groep C:
D.V.C. 1, le prijs; Groep D: N.O.H. 3,
le prijs; Groep E: S.V.C. 2, le prijs;
Groep F: S.V.C. 3, le prijs.
Dames: Groep I: C.Z.N. 1, prijs mooi
ste geheel; S.V.C. le prijs prijs beste
techn. team; Groep II: U.D. 1, le prijs;
Groep III: T.G.P. 1, le prijs; Groep IV:
Noorderhoek, le prijs.
De voorzitter van de afd. Sneek van
de NeVoBo, de heer J. van Netten,
reikte na afloop der wedstrijden met een
kort woord de prijzen uit.
De S.J.A. ’s middags.
’s Middags traden de jeugdbewegin
gen georganiseerd in de S.J.A. op ver-
schillende punten van de stad met spel,
dans, zang en muziek op en betrokken
ook de kinderen uit de naaste omgeving
zoveel mogelijk bij haar spelen. Voorts
waren er kijkspelen op het Waagplein,
I en twee lekenspelen van Hella Haasse.
I Het eerste „Hoe de Schout zichzelf aan
de schandpaal bracht” werd op het
Waagplein, het andere „Een Amster
damse jongen redt de Beurs”, voor het
stadhuis gegeven. Er was daarvoor veel
belangstelling. Een levend schaakspel
werd gedemonstreerd op het Martini
plein. Dit alles, zo over de stad verdeeld,
schiep een waarlijk feestelijke stem
ming, waartoe ’s middags ook niet wei
nig bijdroeg het concert op de Markt
straat, onder directie van de heer S. de
Boer gegeven door het Chr. Muziekcorps
Harmonie, dat na afloop daarvan een
rondgang door de stad maakte.
Sluiting.
De feestdag werd, wat de medewer
king der jongeren betreft, door de S.J.A.
om half acht voor het stadhuis gesloten.
Nadat de verschillende jeugdgroepen
met brandende fakkels voorbij het mo
nument van de gevallenen waren ge
trokken en zich op de Marktstraat had
den opgesteld, sprak mej. Hoogland een
kernachtig slotwoord, waarin ze wees
op de taak van de jeugd van Nederland
om zich te verenigen tot een machtig
Voor deze overdracht kwam het uni- zich overtuigd houden dat het comité
formencomité ’s nam. 2 uur met ge
nodigden en corpsleden, deze in hun
zeer mooie nieuw? uniformen in
hotel de Gouden Leeuw bijeen.
Sedert de bevrijding verzorgt het Sne
ker Cantatekoor op 4 Mei een concert
ter gelegenheid van de dodenherdenking:
’s morgens en ’s middags voor de leer
lingen der middelbare- en ulos-cholen,
’s avonds voor de „grote mensen”. Ook
dit jaar werd deze traditie voortgezet.
Helaas kon door omstandigheden de spe
ciaal voor de dodenherdenking geschreven
Friese Kantate „Wer binne de fjilden
grien”, niet uitgevoerd worden. Het bij
zondere karakter van dit herdenkings
concert ging daardoor wel enigszins ver
loren en speciaal voor de jeugd was het
nu uitgevoerde programma veel minder
geschikt de herinnering aan de verzets
strijd wakker te houden. De twee jaar
geleden door mij in deze kolommen ge
stelde vraag, of het werk van Folkert-
sma, Douwe Tamminga en Fedde Schu
rer de jaren zou weten te trotseren, is
zo wel heel spoedig en heel onbevredi
gend in negatieve zin beantwoord.
Het concert werd nu geopend met
„Ecce quomodo moritur” van Jacobus
Gallus, dat door de vele aanwezigen
staande werd aangehoord. Verder be
stond het programma uit werken van
Joh. Seb. Each: Cantate 140, „Wachet
auf ruft uns die Stimme”, de Toccata en
Fuga in D moll (voor orgel) en enkele
gedeelten uit de „Hohe Messe”.
Het Cantatekoor verzorgde zijn aan
deel onder de bezielende leiding van Ge-
zinus Schrik op buitengewoon goede
wijze. Vooral in „Ecce quomodo mori
tur” en „Sanctus” bereikte men een
hoog peil. De solisten, behalve Otto Cou
perus, allen uit Sneek afkomstig, kweten
zich uitstekend van hun taak. In 't bij
zonder Dicky de Groot (sopraan) be
wees, dat zij de laatste tijd grote vor
deringen had gemaakt. Haar stem klonk
vol en zuiver en bleek vooral aan muzi
kale uitdrukkingsmogelijkheden veel ge
wonnen te hebben. Mej. Bolta (piano) en
J. W. Boeijenga (orgel) droegen het
hunne tot een goede uitvoering bij, ter
wijl een groep leden van het Frysk Or
kest (L.O.F.) voor een passende bege
leiding zorgde. L. G.
tijen uit elkaar te houden. Misschien dat
in de toekomst elke school haar eigen
sportcostuum kan aanschaffen. In het
gymnastieklokaal aan de Westersingel
vonden volleybalwedstrijden plaats. Alle
wedstrijden werden georganiseerd door
het 5 Mei comité in samenwerking met
de Gemeentelijke commissie voor de li
chamelijke opvoeding te Sneek. De lei
ding van de wedstrijden in het Sport
park aan de Leeuwarderweg was in
handen van de heer H. Blijham, bijge
staan door een leger van scheidsrech
ters. Hier waren vooral de jongeren aan
het werk.
Prijzen lagere scholen: 1. Juliana-
school; 2. R.K. Jongensschool; 3. Open
bare lager® school III; 4. Openbare la
gere school II; 5. Jan van Nassauschool
(na loting met school I).
Prijzen jongens tot en met 14 jaar:
1. Ambachtsschool met de wisselbeker;
2. R.H.B.S.; 3. Rehobothschool.
Op de beide Black Boys-terreinen was
de leiding toevertrouwd aan de heer J.
Kan. Prijzen: Groep C. Jongens van 15
en 16 jaar: 1. Ambachtsschool met wis
selbeker; 2. R.K. U.L.O.; 3. Rehoboth
school.
Groep D. Jongens van 17 jaar en
De voorzitter van het uniformen
comité, de heer G. W. P o i e s z, heette
daar allen welkom, in het bijzonder bur
gemeester Rasterhoff, de wethouders
Boeijenga en v. d. Veen, de gemeente
secretaris de heer K. Koster en de ver
tegenwoordigers van de Friese Bond v.
Harmonie- en Fanfarecorpsen. Hij ging
de geschiedenis van deze korte actie,
welke zo’n klinkend succes werd, nog
even na om dan dank te brengen aan
allen, die tot dit succes hadden bijge
dragen; in de eerste plaats de burgerij
voor haar financiële medewerking,
voorts zijn mede-comité-leden, de h.h.
M. de Vries en K. van Gorkum, Burge
meester en Wethouders, politie-autori-
teiten, de vervaardigers der uniformen
petten (alles in de stad zelf ge
maakt) de leden van het corps en het
bestuur, waarvan in ’t bijzonder de
voorzitter veel heeft gepresteerd, het
damescomité dat het mogelijk maakte
dat ook het tamboercorps van uniforme
kleding is voorzien en de pers; natuur
lijk kleven ook aan ons werk fouten,
aldus spr., mocht hij die ook nu begaan,
hebben, door enkele personen, die hier
wel hadden moeten worden genoemd,
niet te vermelden dan mogen ook zij
Jeugdappèl.
Zoals gezegd, reeds ’s morgens zeven
uur was er een jeugdappèl voor het
stadhuis. De voorzitster van de Sneker
Jeugd Actie mej. Hannie Hoog
land heette daar de jeugd welkom en
na het vlaghijsen, samenzang en het
zeggen van hun wet of beloften door
vertegenwoordigers der verschillende
groepen, hield het bestuurslid van de
S.J.A. Jan Warrink een toespraak.
De jeugd was, aldus spr., deze morgen
uit eigen honk, een ieder achter eigen
vlag, opgetrokken naar het stadhuis om
elkaar op die centrale plaats te ontmoe
ten, ieder met zijn eigen beginselen en
idealen. Men had geen behoefte aan sa
mensmelting, maar wel vroeg deze be
vrijdingsdag van de jeugd eendracht en
samenwerking, en met behoud van eigen
inzichten, waardering en begrip voor de
ander. Slechts een klein deel van ons
heeft de bevrijding bewust meegemaakt,
het grootste deel heeft de benauwenis
van oorlog en terreur niet bewust ge
kend. Wij kennen echter wel allen de
teleurstelling van deze tijd, er bleef
tweedracht tussen mensen en volken,
de werkelijke vrede bleef uit, er is weer
nieuwe oorlogsdreiging. Maar wij weten
ook dat het recht tenslotte over het on
recht zal zegevieren, en waarheid over
de leugen. Niemand onzer weet wat er
in de toekomst zal gebeuren, welke
moeilijkheden ons wellicht wachten,
maar wat ook moge komen, de zeker
heid van de bevrijding daaruit, die wij
ook uit deze herdenkingsdag putten,
veroorlooft ons om vandaag dit feest
met vreugde te vieren. Met het zingen
van de bondsliederen door de verschil-
lende groepen werd het appèl daarna
ontbonden.
En al gauw daarop riep het Tamboer- I
en Pijpercorps van Advendo op een
mars door de stad ook de ouderen op
A
r- - op