KAPPIE In de ingewanden der aarde DE BOER a» Fan de JJiSNITSER FEMERK Bonvrij en zyn BEDRIJF r i RHEUMATIEKZZS KLOOSTERBALSEN It I Nare dagen zijn voor de moderne wouw I I geen „verloren" dagen meer. I 1 Zij verdrijft de periodieke INGEZONDEN Wy wiene to gast by „Euphonia” yn Toppenhuzen-lwellegea F' De Laatste Eer Griep?» Mijnhordljc Q FEUILLETON Oitgeverli door JilEK VANDER ZWAAN Hoe kan de kwaliteit van de melk verbeterd worden Noordwijk krijgt compleet reddingstatioa Hoger briefport Ameland leed van de stormen Vlekziekte onder varkens HOEST, GRIEP... „Het Hoogeland” Nieuwe bijbelvertaling I schilfers in de melk. Deze dragen alle aangeboden Het proces Fedde Schurer Overgeplaatst Dam wedstrijd I 41 A. t. S. PHILIA. R.LV.D. Totale uitslag 30—30 Remise. Wordt vervolgd. iOiü'imï L„G££/V GOUD ZO GOED Géén bonnenknippertj, Dè.t is er niet meer by, Die ty'd werd overwonnen. Eén wens heeft Nederland: Voorgoed de kaart aan kant, Geen bommen en geen bonnen 1 I Adieu, bonkaart-restant, De haard neemt je ter hand, Adieu Je mag verbranden We leven bonnen-vrij In onze maatschappij, Tènzy die weer mocht stranden. Thans zijn gasolie, dieselolie, auto- gasolie, huisbrandolie en dunne sto -olie ook vrjj van de rantsoenering gekomen. Alleen bepaalde soorten stookolie blij ven nog gedistribueerd. 0—2 2—0 0—2 2—0 2—0 2—0 0—2 0—2 1—1 2—0 2—0 0—2 0—2 2—0 2—0 0—2 0—2 2—0 0—2 0—2 1—1 1—1 2—0 0—2 1—1 0—2 0—2 2—0 2—0 49 „Neen”, zei hjj nogmaals, „ik wil het niet in huis hebben. Tenminste voorlo pig niet. Ik zou het niet kunnen ver dragen, want iedere keer, als ik het kind zou horen schreien, zou ik moeten denken aan dat verschrikkelijke ogen blik, dat het ter wereld kwam en Tini tegelijkertijd stierf. Telkens zou ik aan dit moment herinnerd worden en dat zou ik niet kunnen verdragen. Alles zal ik goedvinden, onverschillig welk voor stel je doet, maar niet in mijn huis. Eerst moet het sleten, Miep, begry'p het dan toch!” Het was een wanhoopskreet, en Miep verstond die. Ze mocht hierover niet verder spreken. Inderdaad, dit moest eerst slijten. En het zou beter zijn voor vader en kind, als er een andere oplos sing werd gevonden voor dit probleem. Maar wat moet ik er dan mee doen? dacht het meisje, .at nu ook geen uit weg wist. Ze stond ou en knoopte haar mantel dicht „Ik zal eens overleggen, of ik een andere oplossing weet. Maar er moet wat op gevonden worden. We kun nen de kleine meid niet ten eeuwigen dage in het ziekenhuis laten. De stad zou er gauw wat van zeggen”. „Het laat me Siberisch koud, wat de mensen van me denken of zeggen. In dit geval ga ik m’n eigen weg en volg m’n l pijnen direct met een paar I AKKERTJES I ...die helpen direct! I Het ontwerp voor een speciale post zegel, die in Mei wordt uitgegeven ter ere van het 50-jarig jubileum der Staats mijnen, vertoont o.m. een portowaarde van 12 cent. Het is niet uitgesloten, dat de brief port wordt verhoogd, aldus de PTT, naar aanleiding van dit bericht uit Heer len, maar zolang nog geen officiële voorstellen tot verhoging zijn gedaan, moet elke conclusie die hieraan wordt vastgeknoopt een veronderstelling blij ven. De laatste stormen hebben aan de ZuidwestelvJke punt van Ameland, waar de rijkswaterstaat bezig is maatregelen te nemen tegen de voortdurende duin- afslag, een strandval veroorzaakt. Een van de hoofden, die daar ter bescher ming van de bedreigde duinen zijn aan gelegd, werd beschadigd. By de duin- afslag zijn zestien putten bloot geko men, die vermoedelijk afkomstig zijn van het oude dorp Sier, de Westelykste nederzetting van Ameland, die om streeks 1730 door het duinzand werd bedolven. Sinds i945 zjjn nu in totaal 184 putten bloot gekomen op het strand; de duinen zijn dus inmiddels het oude Sier gepasseerd. Op proefboerderjj 200 stuks af gemaakt. Nadat op de proefboerderij van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond te Beesel bij enige varkens vlekziekte was geconstateerd is de leiding van dit be drijf er toe overgegaan om de gehele varkensstapel van rond 200 stuks te laten afslachten. Deze ingrijpende maat regel werd genomen teneinde het selec- tiebedryf met één slag weer geheel te saneren. Indien hiertoe niet was overge gaan, bestond het risico dat de ziekte later toch weer zou kunnen uitbreken. Waar werd oprechter trouw Dan tussen bon en vrouw Ter wereld ooit gevonden? Ze bleven twaalf jaar Hardnekkig bij elkaar Voor mondjesmaatse monden! Teruggekeerd in de nieuwe stad mij ner inwoning uit Gelderland, wilde ik gaarne een mijner ontmoetingen mede delen. Als jarenlange vriend van boven genoemd toevluchtsoord, bracht ik al daar met mijn kleindochter op Oude jaarsdag opnieuw een bezoek aan een oude vriend. Aan ’t einde van zijn ruim 80 jarig leven heeft hij na veel stormen aldaar een veilig en llefdevol verblijf mogen vinden. Beiden waren wij blij te moe elkaar nog eens te mogen ontmoe ten. Bijzonder trof het mij te mogen waarnemen met hoe grote zorg en liefde hij (ook als zieke) Werd verpleegd. Na de koffie drong de directrice er bij ons op aan te blijven eten. Tezamen hebben wij eên heerlijk uur mogen doorbrengen. Voor mij was het een spoorslag meer nog dan voorheen deze zo prachtige in richting in de heerlijke Gelderse bossen te gedenken in de toekomst. Het was myn tweede bezoek aan mijn vriend en bij mijn vertrek heb ik beloofd (zo wij beiden nog mogen leven) mijn bezoek a.s. voorjaar te zullen herhalen. Alsdan hoop ik met de directeur de verschillen de gebouwen in deze uitgestrëkte inrich ting eens in zijn geheel te mogen aan schouwen. Met een dankbaar woord heb ik daarna afscheid van allen genomen, verrijkt als ik was met hetgeen ik had mogen aanschouwen en ondervinden in dit prachtig oord voor zwakke en moede zielen op de levensweg. Sneek. G. VAN DER WOUDE. Anjelierstraat 6. De laatste (koffie) bon verdween. De weldadige warmte van Ther mogene stilt de pijn in keel en borst en verjaagt de aanvaL Nieuwe boot, geschenk van on bekende, zal Kurt Carlsen heten. Onder de indruk van de moed, ge toond by de redding van de opvarenden I van de Flying Enterprise, heeft een Nederlands industrieel, die onbekend wenst te blyven, de Koninklijke Noord en Zuid-Hollandse Reddingmaatschappij verblyd met een gift, bestemd voor de uitrusting van een compleet redding- station te Noordwijk aan Zee, en wel boothuis, motorstrandreddingboot met daarbij behorende wagen en waterdichte tractor. De nieuwe motorreddingboot van Noordwijk a. Zee, die de aldaar thans indienst zijnde roeireddingboot zal ver vangen, krijgt de naam van de kapitein van de Flying Enterprise, Kurt Carlsen. Dank zij deze fraaie schenking is de K.N.Z.H.R.M, thans in staat gesteld haar laatste daarvoor in aanmerking komende reddingstation met modem reddingmaterieel uit te rusten. „Komen naar bulten!” riep Habbe Kratsch. „Die schelp werden ge pakt en weggehesen!” Inderdaad! Toen ze aan dek kwamen hadden enkele mannen de schelp al in een grote kist gepakt en een hijskraan was reeds bezig um hem van boord te hijsen. Op het dek stond een deftig bejaard heer toe te kijken en gaf enige aanwijzingen. I grote aantallen bacteriën, waaronder vooral weer boterzuurbacteriën voorko men. Deze gaan nl. met het voedsel door het dier heen en bevinden zich dus, in gezelschap van vele rottingsbacteriën, in de mest. Houd dus de koeien zo schoon mogelijk. Alleen schone dieren kunnen kwaliteitsmelk leveren. Nu, door de on gekend hoge stroprijzen, de stallen spaarzaam van stro worden voorzien, vraagt dit extra zorg. Scheer daarom de uier en het gehele achterstel enige ma len gedurende de staltijd. Het schoon houden der koeien wordt daardoor veel gemakkelijker. Schuur tijdens het mel ken niet met hoofd of armen langs de koe. Juist tijdens het melken is het ver keerd, het dier te poetsen. 4. Wees niet slordig b(j het opbinden der staarten. Raakt er één los, dan di rect weer aanbinden. Een staart, die in de grup gehangen heeft, is gevaarlijk voor de melk. 5. Neem bij het melken een ruwe, droge doek mee en wrijf daarmede uier en wijde omgeving stevig af, maar houd de emmer op veilige afstand. 6. Handen, waarmee allerlei voor werpen zijn aangepakt, dragen vele bac teriën. Was ze dus grondig, vlak voor het melken, en verricht er eerst geen Waart ge ooit op onze markt vrien-1 de kemphanen toe, claxonneert „Mei ’k den? Hebt ge er Ooit een morgen door- gebracht, slenterende, hier en daar staan blijvend om u te verwonderen over het drukke gedoe Wel dan moet ge hem hebben gekend Sytze Hofstra! Met z’n ietwat zware gang, z’n rustige woorden, maar bovenal met z’n mar tiale snor. Onder de collega’s was hij bekend van hier tot ver in de omtrek. Meer dan een halve eeuw liep hij mee, deed z’n werk, heeft hfl niet onlangs z’n jubileum ge vierd op de Leeuwarder markt? En nu, wij zullen hem niet meer zien, hij is, wel niet jong meer, maar toch nog krachtig, plotseling overleden. Laten we hem even gedenken en een zachte rust toewensen. Sytze Hofstra. I En wier, lézers, jo hoege der neat èfter to sykjen, dümny i s nou ienris lyk in góede pastor wêze moat, hy doar it syn minsken wol sizze, mar hy is sportyf Wie it wünder dat Matóllni troch ien en oar in ofaesje krlg' En hy hié 't fortsjlnne ek dübbel en dwers. Foarsitter de Boer tanke de feestlieder en bea him in oranjekoeke oan en nei de forlotting wie de earste joun dan wer foarby. It wie in echte Fryske joun. Minsken, héld se yn eare, de doarpsjounen en jim- me forienings. Tongersdei kaem it jong- folk. Nou, dy hawwe harren ek for- makke. De kwaliteitsverbetering is in wezen een zeer eenvoudige zaak. In de uier van gezonde koeien komt uitsluitend zuivere melk voor. Het probleem bestaat dus hierin, dat men moet trachten, deze melk in dezelfde conditie aan de zui velfabriek af te leveren. Op de weg van uier naar fabriek heeft de melk echter ieder ogenblik kans, verontreinigd en besmet te worden. Het gaat dus niet zo zeer om kwaliteitsverbetering als wel om kwaliteitsbescherming tussen uier en fabriek. In de volgende punten zullen de voornaamste gevaren, die hierin drei gen, genoemd worden en middelen ter bestrijding worden aangegeven. 1. De tepelkanalen bevatten vaak schadelijke bacteriën. Melk deze er uit en spoel de tepels inwending schoon met een tweede straal melk. Pas daarna de emmer of machine er onder. 2. De lucht is dikwijls drager van vele stofdeeltjes, reukstoffen en bac teriën. Melk dus in zuivere lucht. Goed ventileren, zodat de stal fris ruikt. Geen hooi, gedroogd gras e.d. voeren voor het melken, daar hierdoor stof wordt opge jaagd. Nog minder kuil geven voor het melken. De geur hiervan trekt sterk op de melk. Bovendien brengt ouderwetse kuil (tot schande van veetelend Fries land nog steeds „Friese kuil” genoemd!) de beruchte boterzuurbacteriën in de lucht. Zorg, dat er tijdens het melken geen kuil of kuilresten in de stal aan wezig Zijn. 3. Van de koeienhuid vallen vaak mest- en stofdeeltjes, haren en huid- In het Bijbelhuls aan de Heerengracht te Amsterdam heeft het hoofdbestuur van het Nederlands Bijbelgenootschap de nieuwe Bijbelvertaling officieel aan de Kerken aangeboden, die door haar afgevaardigden waren vertegenwoor digd. De voorzitter van het Bijbelge nootschap, prof, dr F. W. Grosheide, heeft bij deze plechtigheid een rede ge houden, waarin hij een terugblik wijdde aan het grote werk, dat het Bijbelge nootschap thans heeft volbracht. ander werk mee. Het melken is geen middel om mooie, schone handen te krij gen. Wie er nog zo over denkt, is onge schikt als melker. Want waar blijft het vuil van de handen tijdens het melken? In de melk natuurlijk. Het zou veel beter zijn, dat zo iemand zijn handen ging wassen in de eerste bus melk. De ande re zouden dan niet meer zo erg besmet worden. 7. In lauwe melk ontwikkelen zich de bacteriën, die er ondanks alle voorzor gen, vrijwel direct in voorkomen, gewel dig snel. Koel dus de melk zo spoedig en zo diep mogelijk af. Het eenvoudigste middel is wel, de bussen buiten de stal te plaatsen. 8. Zorg, dat voor 1 Maart de „Frie se” kuil op is. Daarna wordt het vaak warmer in de stal, waardoor vooral de vijandelijke boterzuurbacteriën in aantal sterk toenemen. 9. Reinig het melkgerei, dus ook de spanriemen, touwen en melkkrukjes grondig. Dit kan natuurlijk alleen met rein water. Slootwater en water uit een regenbak kunnen wel melkresten e.d. wegspoelen, maar besmetten het gereed schap in ernstige mate. Tenslotte: schaf U het eenvoudige boekje aan, waarin de antwoorden op de prijsvraag over de kwaliteitsverbetering van de melk, uitgeschreven door Gedepu teerde Staten van Friesland, zijn samen gevat. Het bevat vele practlsche, uit voerbare wenken. Sneek. 1 ■.eavB'.vt jwnmavnmBoauanunManBSNBBMMHiMH üw spit, Uw lendenpijn weg metAkker’sKIoosterbalsem,die Y'ê'V onder de huid doordringt en Uw pijn verdrijft. Spoedig zegt gij Mr Abel Herzberg verdediger. Naar wy vernemen zal de heer Fedde Schurer, als zijn zaak straks In hoger beroep voor het Gerechtshof behandeld zal worden, verdedigd worden door mr Abel J. Herzberg uit Amsterdam. Mr Herzberg, die zelf o.a. redacteur van De Groene Amsterdammer is, is een bekend literator, die vooral beroemd werd door zijn publicaties over Bergen- Belsen, het beruchte jodenkamp waarin hij ook zelf opgesloten is geweest. Zijn roman „Amor Fati” werd door de re gering bekroond. Tevens is de heer Herzberg een bekend Zionist. De heer Schurer stelt er pry's op te verklaren, dat deze keuze tot stand ge komen is in vriendschappelijk overleg met zijn verdediger in eerste aanleg, mr D. Okma. eigen zin. Dat kunnen buitenstaanders toch niet begrijpen”, zei hij raadsel achtig. Miep liep naar huis, maar had daar geen rust. Typisch, dacht ze, toen ze weer op straat liep, dat ik het de laat ste dagen in huis niet uit kan houden. Hoe komt dat toch? Word ik ergens heen getrokken? Ze vatte het plan op naar mevrouw De Rooy te gaan. Misschien wist die raad te schaffen. In de gezellige huiskamer aan de Singel zat deze met haar oudste dochter te lezen. Joke was met haar verloofde aan de wandel, terwijl Daan zich op zijn kamer met zijn postzegels zat te verma ken. De oude De Rooy deed gewoonte getrouw zijn middagdutje. Miep werd door de beide vrouwen verwelkomd en het viel haar op, dat Gonnie niet zo teruggetrokken was als gewoonlijk. Misschien begon ze zelf in te zien, dat de houding, die ze tot nu toe aangenomen had tegenover haar mede mensen, toch niet do juiste was. Het kille, afstotende dat haar meestal als een pantserplaat scheen te omhullen, bestond niet meer. Op hartelijke wyze zette ze Miep in een gemakkelijke stoel, waarna ze een kopje thee voor haar in schonk. „Ik kom eigenlyk om raad”, begon Miep, in haar thee roerend. En ze ver telde in het kort, wat ze met Wijnandse besproken had. „Het kind kan daar niet blijven”, besloot ze. „Het was een nood oplossing, toen ik het daarheen bracht, bedoeld voor enkele dagen. Volgens de kinderarts van het ziekenhuis is het meisje zo gezond als maar mogelijk is. Dus wat moet het er nog langer doen? Het ellendige blijft echter, dat Ger zijn dochtertje niet in huis wil hebben". „Jammer", meende mevrouw De Rooy „Voorzichtig! zei hij. „Zorg dat er niets beschadigt! En niets laten stoten! Doe alsof het het kostbaarste porselein is!" „Wat moet dat betekenen?” vroeg Kap. pie verbaasd aan Habbe Kratsch. „Hij zijn die directeur van die grote museum!” fluisterde Habbe Kratsch. De museum-directeur keerde zich op dat moment om en in zijn han l bevond zich een dikke stapel bankbiljetten. ren van zes en zeven jaar kan opvoeden, zal ik het toch zeker wel een baby van enkele dagen kunnen". Miep lachte even. „Hier zal eerder sprake zijn van een verzorging dan van opvoeding, beste Gonnie. Maar inder daad, als jullie het kind voorlopig in is willen nemen, is deze zorg tenmin van de baan. Niemand in de stad zal uet vreemd vinden, want Ger is maan den hier in de kost geweest. En Ger zelf zal er ook wel mee accoord gaan, denk ik. Misschien kunnen jullie er dan ook in slagen bij hem wat meer belang stelling en liefde voor zyn kleine meid aan te kweken want op het ogenblik denkt hy nergens anders over dan aan zijn gestorven vrouw”. Toen De Rooy een hal* uurtje later beneden kwam en Gonnie hem vroeg, of hy het goed vond, dat de baby van Wy- nandse voorlopig zou gaan resideren in huize De Rooy, knipperde hij even met zijn ogen, want aanvankelijk dacht hij, dat het een grap was, maar toen hij de ernstige gezichten der drie vrouwen zag, begreep hij, dat zij het inderdaad meen den. Na enig nadenken zei hij, dat hij het best vond. Hij had immers altijd van kinderen gehouden en was een van de weinige vaders, die het nooit erg had gevonden, als de kinderen huilden. En zo werd de volgende morgen het dochtertje van Wijnandse door mevrouw De Rooy per auto van het ziekenhuis gehaald. Jo was enthousiast en zat aldra met de baby op haar scho't. 's Middags wipte Miep even aan en constateerde, dat het kind al rustig boven in haar wieg lag te slapen. Na de middag ver telde ze aan Wijnandse, dat de kleine Tini naar de Singel verhuisd was en deze vond het best. efkes passearje?” En voor dat iemand er erg in heeft is ie tussen de geladen knapen met z’n koe! „Hou mar”, zegt Japik en dan houdt ie een rede, armen op de koeie- kop, de pet schuin en een olijke blik in z’n ogen. „Dit is nou, hwat de lju by de for- ienigde naesjes nedich hawwe! As de boel waerm rint, efkes in kou der tusken yn en in swiet praetsje der oerhinne. Né hou Jan, ik bin noch net klear en (naar de achtersteven van het beest kij kend) de kou wol ek noch hwat sizze, tink om 't spatten minsken Aan de koffietafel onze vriend Jo hannes een rede houdend over de wed strijd SneekAjax. „Ik bin oars net sa’n fuotbalman, mar doe’t Ik lies, der komme hünderten Am sterdammers, sei ik tsjin Gees, de aid Ford yn’t wurk en der hlnne, hwant dit sil wer in kwesje HollénFrysian wur- de. En tink om myn sizzen it fait dy lju raer tsjin! Dy blnne hjlr kommen mei opsetsin, sille wy dy Snitsers efkes in tsien goals yn ’e mage triuwe „Mar su blnne raer op u kofje kom men!" (Benardus). „Krekt, en as ik foar de wedstriid twa menuten tsjin dy Snitsers praet hie, dan hiene se’t woun ek noch!” „Mien Alburt speult oek met”, sprak Tine en pinkte een traan weg. „Ja, er waren zwakke plekken”, sprak A. f. S. „Ik hoop dat dit genoeg geld is voor dat zéér buitengewone, buitengemene exemplaar!” zei hij. „Dit zal het meest bijzondere stuk van myn museum wor den en Ui weet, dat het eigenlijk niet met geld te betalen is......” „Wij zijn tevreden!” riep Habbe Kratsch, terwijl hij de directeur op zijn schouder sloeg. SCHARNEGOUTUM. De begrafenis vereniging „De Laatste Eer” kwam in café Ozinga in algemene ledenvergade ring onder leiding van voorzitter J. Re- nema bijeen. Na een kort openingswoord en gebed van de voorzitter, las secreta ris D. Boorsma notulen en jaarverslag. Tien maal werd dienst verricht voor leden en éénmaal voor een niet-lid. De ver. telt thans 400 leden. In de vaca- ture-D. Boorsma (verplicht aftredend) werd gekozen G. Boorsma. Als eerste bode werd gekozen J. Feenstra, thans tweede; tot tweede bode H. Zeilstra. Het bestuursvoorstel om de tydelijke verhoging der contributie met 25 als vaste contributie met afronding tot 50 cent en een gulden naar boven, in te voe ren, werd aangenomen. Uit het verslag van penningmeester M. Sandstra, bleek dat de ontvangsten hadden bedragen J 076.61, de uitgaven 857.93, batig sal do ƒ118.68. totaal was ƒ123.46 in kas. Een begraaftoestel of een rijdende baar wordt niet aangeschaft. De Kerkvoogdij der Ned. Herv. Kerk zal het pad rond om de begraafplaats verbeteren en van een beter dek voorzien. De voorzitter bedankte de aftredende secretaris voor zijn nauwkeurig werk en de eerste bode F. Dijkstra voor de toewijding waarmede hij de vereniging heeft gediend. Het be stuur zal niet tevergeefs bij nood een beroep op hem doen, antwoordde Dijk stra, want hjj heeft het werk met liefde verricht en de verhouding tussen hem en het bestuur was best. Het personeel werd ook dank gezegd voor hun goed werk in het belang der ver. verricht. Na dat M. Sandstra voorgegaan was in dankgebed, sloot de voorzitter de ver gadering. SCHARNEGOUTUM. Overgeplaatst met Ingang van nader te bepalen da tum de rijkskantonnier L. Beeksma alhier naar Laag Soeren (Gld.). IJLST, 14 Jan. De hedenavond alhier gehouden wedstrijd in het dammen tus- j sen IJlst en Woudeend had tot uitslag: Ijlst Woudsend J. de JongC. v. d. Brug A. FeenstraD. v. d. Berg M. DijkstraS. Couperus U. BergstraO. Pebesma H. van TuinenTh. Glashouwer H. Kooistra—A. Reekers F. de LeeuwV'. Bakker O. Stienstm J. Faber M. Nop R. Akkerman H. van Brug A. Bruinsma P. Zwaa-man—-J. Pocpjes J. v. d. ZeeL. Glashouwer H. WalingaJ. Langeraap Sr H. ten Kate—G. Huitema G. Kloostra—M. an Berkum J. BorstelaarW. Atsma H. BootsmaK. Ypenga J. NooitgedagtR. Oppedijk D. NooitgedagtL. v. d. Kooy H. BlesP. de Jong J. v. d. ZeeJ. Langeraap Jr. W. DijkstraTj. Glashouwer P. SpeerstraJ. Bijlsma E. de VriesR. de Jong H. HofstraB. v. d. Zee P. CnossenK. Busscher A. de BoerS. Reekers J. AlthusiusJ. Dykstra J. ZyslingJ. de Hoop IJ. de JongT. v. d. Bosch Het leven gaat verder. Daar komen ze weer, ondanks regen en kou, ondanks alles, de kooplui, de veewagens, de spekdragers en de kalveren. Kalveren vaak nog maar enige dagen oud, daar komen ze en worden van de auto’s in de hokken gedreven, gedragen ge né, dat dacht ge maar, gesmeten! Dat was éénmaal zo! Nu onder het alziend oog van meneer Veenstra worden ze netjes behandeld, het mag dan zijn dat dit hun laatste gang is goed, maar tot zolang, netjes! „Lytse Wibe” heeft een knaap van een „bollekeal” in z’n armen en brengt het naar een hok, tenminste dat was de bedoelingmaar hij kon er met geen mogelijkheid bij, het wemelde van auto’s. En daar stond-iehoor: „Nou dêr stean ik mei dy bolle! Hwat moat ik nou!?” „As it nou mar in jongfaem wie Wibe hen!” Dit wordt gezegd door een hupse jonge kerel, maar dat had ie niet moeten zeggen, want Wibe posteert zich met de bolle, vlak voor hem en zegt: „Dan wist ik der noch wol wei mei, der binne guon, dy geane der foar op ’e rin!” De omstanders applaudiseren en „skuorre har de büsen üt”, het is een publiek geheim dat de jongkerel, hoe scherp en gewiekst ook, als de dood is voor vrouwen. „Nou hastou hjoed wer genöch”, zegt Wibe en gaat, mèt de bolle, een blokje om. Onderweg spreekt ie het beest liefderijk toe. „Kring, hwat bist swier! Koest wol lead yn ’e khawwe. Hwat in 11b- ben ek, men skrept jin ütinoar en Forhlp der hawwe wy him ek!” Deze „him” vrienden is Benardus, on ze Benardus, met eveneens een kalf, maar geen bolle, en aanmerkelijk lich ter. Hy neemt de situatie op, Benardus, komt naast Wibe lopen en: „Binne wy eefkus de pineut dou en ikke? 't Lykt wel buurtfeest. Hadlopen met hindernissen. Waar must hene met die hoop bonken?” En Benardus komt naast hem in de baan. „Nei greate Piter”. „En ik naar Omke Piter. Nou los mar weer, su lagge oek teugen mukar he, he. Der hest de dierebuskerming oek. Sèg eefkus daag teugen ome, kynder- kus „Nou woe ik dochs wol datstou dyn toet ticht haldste, Benardus, ik biswyk hast fan dy bolleI” „Biswike? Dat noait jonge, suden se lache dy beide dêrre, de stukjeskriever en omke. Eefkus de broek spanne en 't sal waarachtug wel gann!” Op de koemarkt staan twee mannen druk en heftig te debatteren. Het gaat er ouderwets van langs. Ze hebben el kander van alles verweten en de om standers verwachten zo meteen een uit barsting. Dicht tegen elkander aan ge drukt, er is bijna geer ruimte voor de woorden, zullen ze elkaar het „Nijjier öfwinne!” De menigte wacht ademloos. Vergeten is het slechte weer, vergeten de dalende pryzen van spek, vergeten de hele wereld, alleen vlak voor hen, de heftigheid, de woede, de haat, de zijn de agenten in de buurt? Hebben we de noodfluit in de mond? Wantai, daar heft de ene z’n vuist Op dat moment,- psychologisch juist uitgerekend komt Japik met een koe beest, „treddekeals”. Hij loopt recht op „Aagje zou anders best in staat zijn om het kleintje te verzorgen, daarvan ben ik overtuigd. Ik weet, dat ze dol Is op kinderen. Maar ja, als Ger dat niet wil Gonnie, die tot nu toe aan het ge sprek geen deel had genomen eh eigen lijk een beetje verveeld zat te bladeren in de tijdschriften van een leesporte feuille, sloeg de map dicht en keek Miep peinzend aan. „Ik geloof, dat ik wel een oplossing weet”, zei ze langzaam. Miep zette haar kopje op tafel en keek de ander in gespannen verwach ting aan. „Vertel op, Gon, ik ben werkelijk nieuwsgierig, wat ik ben ten einde raad”. „Och, het is eigenlijk betrekkelijk eenvoudig. We halen de kleine Tini mor gen uit het ziekenhuis en houden haar hier. Dat is alles”. Mevrouw De Rooy schoof haar bril omhoog en keek haar oudste dochter verwonderd aan. „Hier? In huis? Maar lieve help, wie moet er dan voor de baby zorgen?" „Wie? Nou, wy drieën. Overdag zijn Joke en U immers thuis. Voor Joke is het een goede leerschool; ze wil im mers binnenkort gaan trouwen? En U hebt wel eerder met baby’s omgegaan, niet moeke? Als ik me niet vergis zelfs viermaal”. Mevrouw De Rooy glimlachte even om de originele wijze, waarop haar dochter haar er aan herinnerde, dat ze toch ook moeder was. „Wel, en 's avonds, als ik thuis kom”, vervolgde Gonnie, „kan ik ook myn aandeel in dit werk verrichten. Wie weet, trouw ik nog eens ’n keer. De prac- tische verzorging van een baby kan me ook wel van pas komen. Als ik kinde- Wy hawwe it earder sein mar ’t mei jltris sein wurde, dy doarpkes der blnne hja mar klear mei de dümné’s. Twa jou- nen en plezierich nimme se der beide ien fan. Ds. Stap dé earste joun en o, der is lake, dat it lekael skodde der by tiden fan, blnammen doe’t dümny „ünt- maskere” waerd troch de güchelder Ma- tolinl. De hear Kaspersma llede it korps lyk as men dat wend is fan dizze „ridder”, dêr wie net safolle nijs mar it stle alle- gear op in goed peil, blnammen „Harre meine Seele” waerd tige mei oerjefte spile. Der wiene inkele nlje damesleden bykommen en dy diene it mar bést. Midden tusken de minsken siet Mijn- tsje Landman, in Aid Toppenhüster, nou yn it Forsoargingshüs to Heech. En dêr wie it Wer dat frjemde en dochs sa eigene fan üs Fryske mentaliteit, dizze Mljntsje Wie troch de dirigent meinom- men yn ’e auto. Och it is net om fan to sprekken, mar hwer büten Fryslan soe men soks fine? Dit wie moai en goed en mei de forlotting Myntsje woun in pakje tabak en Visser woun in krüns. En Visser sei: „Jow him Mijntsjé mar mei nei Heech. üt. Wier lju soks Is I djür! Hald dat fêst! En dan dy Matoliniü Noch nea sa sjoen. In fakman yn ieren en sinen en doe’t er op ’t lést ek noch Frysk bigoun to praten, wie 't alhielendal klear! Kostelik, hoe’t dizze jongkeardel mei syn humor, syn bihearst arbeidzjen de minsken pakt! Frou v. d. Werf, Frou v. d. Werf, hwat wie ’t moai net ju? Jo hiene da- liks nei hüs gean moatten mei jou pre- sintsje. En dy dümny mar doekjes yn 'e büsen triuwe en it folk mar laitsje. As Matolini wer hwat kwyt wie, dan röppen se al „dümny!”

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1952 | | pagina 6