De gewone man zei er ’t zijne van Behandel wol als een troetelkind Uit de Historie van de Sneker Schutterij Kapp’e en het eiland Koeterwaal en zyn de Boen BEDRIJF ADVERTEERT IN DIT BLAD Ook zijden stoffen vereisen grote zorg „SNEEKER NIEUWSBLAD" TWEEDE BLAD DINSDAG 13 MEI 1952 Gedachten van een leek over Onderwijsvernieuwing De wezen als kinderen Drieling geboren te Oostermeer De Voorjaars-Stieren- keuring te Leeuwarden Filmmaguaat Fox overleden INKUILEN MET MELKSUIKER-MELASSE Blind meisje van spaargeld beroofd Wetenschappelijke vinding staat ons {en dienste. Met belastinggeld werd gesmeten van de rekening Geen prinzipiënreiterei. Advertentie Ingez. Mededeling. Het zit in de meubels. De bel en de lesrooster. R.L.V.D. Sneek. XH H. Halbertsma. 19 een Een de taak opgeeft het resultaat naar ver schillende principes classificeren, maar het zijn alle verschillen, die in wezen be rusten op kwalitatieve verschillen tus sen de kinderen. Door het cijfer wekt men echter de illusie dat deze verschil len kwantitatief zijn. Het ergerlijkst vindt spr. echter de schijn-exactheid, waarmee de cijfers bejegend worden. Tien cijfers zijn voor een rechtgeaard leraar of onderwijzer nog niet voldoende. Natuurlijk kan geen school zonder proefwerk, want de leraar moet ten slotte kunnen zien of hij goed les gege ven heeft. Maar hiervoor wordt het niet gebruikt. Het is eenvoudig een testmid- del geworden om te zien wat het gemid delde tempo van de klas is en om wat daaronder blijft uit te zeven. De conclusie van dit alles mag zijn, aldus spr., dat de wijze van opleiding op de lagere school geen enkele invloed kan hebben op het succes op de middel bare school en men er verstandig aan zou doen zich op geen enkele wijze meer door de eisen van de middelbare school te laten beïnvloeden. Natuurlijk staan de scholen onderling min of meer in een concurrentie-verhou- ding en één school kan zijn kinderen niet minder parate kennis voor het toe latingsexamen bijbrengen dan de andere. Sprekers voorstel is echter: dat men meteen afspreekt de kinderen niet meer feitenkennis bij te brengen dan aange raden wordt in de leidraad van de in spectie. Stellig zal de inspecteur daarbij gaarne als arbiter fungeren. Het huisgezin van Sj. Plantinga te Oostermeer is uitgebreid met een drie ling (jongens). Ze wegen 3 a 4 pond. Moeder en kinderen maken het goed. William Fox, eens broekenperser, die een geweldig filmrijk stichtte, nadat zijn baas hem een opslag van drie dollars had geweigerd, is in het ziekenhuis te New York op 73-jarige leeftijd gestor ven. ter ellende is niet mogelijk... oooooh..." En zo zag de maat niet, dat de Kraak in een meer terecht kwam, ontsloten door rotswanden, waaraan fakkels hin gen, die een luguber licht verspreidden^ „Deze tocht is volbracht!" zei Klef vol daan tegen zichzelf. H. Hugo, opzien kennis te kunnen verwerven, om zich in de wereld te kunnen oriënteren, om zich te kunnen uitdrukken, om zijn persoon lijkheid te verrijken. Het gaat niet om de parate kennis, maar om het vormen van heldere begrippen. De paedagogi- sche taak van de school zou spr. willen noemen de opvoeding tot zelfstandigheid en de gelegenheid tot het vormen van een harmonisch ontwikkeld persoon. Wel ligt verreweg de belangrijkste taak van de opvoeding in het gezin, maar dat neemt niet weg, dat de school er be langrijk toe kan bijdragen, dat de kinde ren een zekere wellevendheid kunnen aanleren, voor zover zij die niet van thuis hebben meegekregen. Als leek heeft spr. natuurlijk geen ge fundeerd oordeel over de onderwijsme thodes, die de school moet toepassen, die van het streng klassikale stelsel af wil. Maar voor één ding meende hij in elk geval te mogen waarschuwen: dat is voor Prinzipiënreiterei. Wees dus vóór alles niet consequent. Opvoeding en didactiek kan men welis waar geen exacte vakken noemen, maar zij behoorden wel empirische vakken te zijn, en men beoordele dus de methode naar het resultaat dat u kunt krijgen. Ik zou dus altgd zeggen: ga in andere scholen kijken en neem over wat bij u en uw kinderen past. Het essentiële is echter: als er maar tempoverschillen mogelijk zijn. In het slot van zijn betoog gaf spr. nog zijn zienswijze over het onderwijs in verschillende vakken, waarna hij ein. digde met er op te wijzen, dat het voor de ouders heel moeilijk is een groot deel van de opvoeding hunner kinderen aan anderen te moeten overdragen. Be schouw hen daarom niet als een vreemd element. Ouders en leerkrachten moeten het gevoel hebben gemeenschappelijk te werken aan de ontwikkeling van het kind. En dat kan alleen als we eerbied hebben voor het kind. „Het spijt mij zeer U tot kalmte te moeten dwingen!” zei Klef tegen Kappie, die zich van het stuurrad meester wilde maken. En hij strekte zijn hand naar Kappie uit. Kappie deinsde, als door de bliksem ge troffen, achteruit en wist het volgende ogenblik niets meer. Daarna stuurde Klef de Knaak kalm en zeker door de smalle spleet naar bin nen. De maat hield van ellende zqn han den voor z’n ogen, want hij durfde niet meer kijken. „Ooooohooooooh”, jammerde hij. „Dit is het go Wanneer men voldoende nauwkeurig werkt, zal een hoeveelheid van pl.m. 90 kg. melksuikermelasse per 1000 kg. gras stellig voldoende zjjn. Voor een silo van 56 m3 inhoud, zoals die hier veel vuldig voorkomen, betekent dit dus pl.m. 5000 kg. Men achte de arbeid, die nodig is om deze hoeveelheid op één dag te verwerken, niet gering! Tenslotte vermelden wij nog, dat deze melasse 5 per 100 kg. kost, vermeer derd met 0.40 voor vatenhuur. Ter opfrissing van mijn geheugen, zo ging dr Schreuder voort, ben ik eens een school gaan bezoeken. Toen ik daar binnenkwam vond ik plotseling het ant woord op veel vragen. Want het ligt niet aan U! Niet aan de leerstof en ook niet aan de Minister! Het zit eenvoudig in de meubels! Lie banken die zó ge plaatst zijn, dat de kinderen elkaar niet mogen aanzien, prediken reeds bij de binnenkomst het hoofdgebod van de school: „Stil zitten en opletten!” Maar wat wij geen uur kunnen volhouden, eisA wij zonder blikken of blozen van 7-jarigen, en dat niet gedurende één uur, maar gedurende 5 uren per dag. In de plaatsing van de banken steekt meteen het gebod om te zwijgen en geen onderling contact te houden. Aller ogen moeten gericht zijn op de meester. Als men personen gedurende langere tijd bijeenbrengt, kunnen er twee dingen ontstaan: een gemeenschap of een hor de. Hetzelfde geschiedt met een klas. En ook daar zijn twee mogelijkheden: als de meester een krachtfiguur is zal de klas hem slaafs gehoorzamen; vertoont hij tekenen van zwakheid of zelfs maar van menselijkheid, dan richt de gehele agressiviteit van de klas zich tegen hem wat zowel voor het kind als voor de on derwijzer een belangrijk lijden betekent. In ons vorig nummer vermeldden we reeds dat onze stadgenoot Dr. J. Th. R. Schreuder Donderdagmorgen in de In- spectievergadering ee" referaat hield over bovenstaand onderwerp. Wat als Sneker vertegenwoordiger van een ander vak Let meeste opvalt, is de ontzettende hoeveelheid drukte die er over onderwijsvernieuwing gemaakt wordt, terwijl toch blijkbaar de veran deringen die in feite tot stand gekomen zijn niet erg groot zijn. Er zijn blijkbaar bij het onderwijs veel conserverende in vloeden. De oorzaak daarvan is z.i. de eigenaardige ontwikkelingsgang van de onderwijzer, terwijl hij tevens de indruk heeft, dat er van het les geven als zo danig een invloed op de psyche van de lesgever uitgaat, die hem conservatief maakt. Hij moet voqrtdurend trachten zich te verplaatsen in het ontwikkelings- en begripsniveau van het kind. Daardoor treedt bij hem ook een zekere bewust- zijnverenging op, die maakt, dat hij het geven van een bepaalde leer stof op een bepaalde wijze als de enig mogelijke manier van onderwijs geven gaat zien. Voorts is er nog de enorm vertragen de invloed van het staatsapparaat. Ik ben tot nu toe erg negatief ge weest, zo ging spr. voort, en u zult zich allicht af vragen: geen banken, geen bel, geen rooster, geen klaarstomen voor een toelatingsexamen, maar wat dan wel? Het klink misschien hopeloos ouder wets, maar dan zou ik de goede oude lageronderwijswet willen citeren, die zegt: dat het lager onderwijs onder het aanleren van gepaste en nuttige kun digheden, dienstbaar gemaakt wordt aan de onwikkeling van de. verstande lijke vermogens, aan de lichamelijke oefening en aan de opleiding tot alle christelijke en maatschappelijke deug den. In moderner taal overgezet: wat het kind leert moet bij zijn leeftijd pas sen. Het moet er iets aan hebben. Het moet van de kennis in zijn later leven gebruik kunnen maken om zich andere Bezorgde de „fijne” was de huisvrouwen niet iedere keer hoofdbrekens Was er niet altijd angst voor verkleuren, krim pen of vervilten als de babykleertjes, of mooie jumpertjes en zijden japonnen aan een wasbeurt oe waren De komst van het alkalivrije Castella Wolwas met „Kleur Actief” maakte in één slag een eind aan deze huisvrouwelijke zorgen en iedere vrouw heeft met blijdschap kunnen constateren, dat al deze tere kledingstukken nu viermaal zo lang mee gaan. Bovendien is Castella Wolwas ideaal voor speciale wasjes (gordijnen, etc.). Het nlkalivrije Castella Wolwas met „Kleur Actief” (rose pak) is voor een huisvrouw een even grote hulp op wasdag als de vlekken-verwij derende Castella voor de Gezinswas met „Actief Wit” (blauwe pak). 60 cm. bedekt worden. Werkt men er langer over, dan zullen de resultaten zeker tegenvallen. De ervaringen, die met deze inkuil- methode zijn verkregen, zijn nog niet talrijk. Het vorige jaar werden in deze streek twee silo’s gevuld met melksui- kermelassekuil. De ene silo was 20 m3 groot. Er werd 1450 kg. melksuiker melasse toegevoegd, hetgeen bij een suikergehalte van pl.m. 16 overeen komt met 232 kg. suiker of per m3 ruim 11 kg. Dit betekent dus slechts 1.1 suiker. Desondanks vermeldde de analyse: verteerb. eitwitachtige stof: 2.9 zetmeelwaarde 15 en pH 4.0. Op grond van dit laatste cijfer kon worden aangenomen, dat de kuil prac- tisch boterzuurvrij was, hetgeen bij een later onderzoek bevestigd werd. In een tweede, 80 m3 grote silo, werd met 3000 kg. melksuikermelasse inge kuild, zodat hier slechts 6 kg. suiker per m3 werd aangewend. De analyse vermeldde: vert. eiwitachtige stoffen 2.5 zetmeelwaarde 11 en pH 4.8. Hier was blijkbaar te weinig melasse ge bruikt. Een blind Haags meisje is enkele da gen geleden beroofd van de spaarcen tjes, die zij met hard werken in een blin deninrichting had vergaard, om te kun nen trouwen met een eveneens blinde jongeman. Zij had het geld, ongeveer vierhonderd gulden, geborgen in een kistje. Het is gestolen, door een man, die in het huis kwam, onder voorwend sel, dat hij de gasmeter moest contro leren. Het gebeurde in een huis aan de Van den Berghstraat in Den Haag, waar enkele weken geleden een gasfitter van de gemeente de meter had gerepa reerd en toen had gezegd, dat er over een tijdje wel iemand zou komen om het apparaat na te kijken. Deze boodschap moet ook iemand anders hebben ge hoord, want de controleur, die er kwam was geen echte. Hij zei, dat er te wei nig gaspenningen in de meter waren. De vrouw des huizes nam toen wat geld uit het kistje en ging in de buurt een paar penningen kopen. In tussentijd ver dween de man met het kistje. De po litie heeft hem nog niet gevonden. Talloze wetenschappelijke wasproeven zijn genomen met wollen en zijden stof fen van de meest uiteenlopende kleuren en samenstelling. Onomstotelijk is daar door bewezen, dat alleen een alkalivrij wasmiddel, dat bovendien vermengd is met „Kleur Actief”, in staat is wol voor krimpen en vervilten te behoeden, glan zende zijde van een doffe aanslag te vrijwaren en de kleuren fris en gloed nieuw te houden. Dit wasmiddel is het alkalivrije Castella Wolwas met „Kleur Actief”, waarvan duizenden en nog eens duizenden vrouwen reeds enthousiaste verbruiksters zijn, omdat het prachtige resultaat hen telkenmale versteld doet staan en met dankbaarheid vervult. richten, maar hier zal het wel op de zelfde wijze zijn toegegaan. Op 15 Augustus was intussen de ver jaardag van de Keizer te Leeuwarden gevierd met het houden van een parade van „landmagt en burgerwagt”, het afsteken van de kanonnen op de wallen, het lulden van de klokken en het uit steken van de (Franse) vlag, gepaard met het illumineren van openbare en bijzondere gebouwen, met behulp van vetpotjes. Voorts waren er „festijnen” op het Raadhuis en in de Schutters Doelen. Op 2 December was er al weer feest wegens de herdenking van de pauselijke zalving van Napoleon tot Keizer. Ogenschijnlijk dus geen vuiltje aan de lucht, en aan volksfeesten geen gebrek. Maar bij scherper toezien ontdekt men toch ook andere verschijnselen, die dui delijk wijzen op de opgeschroefde on werkelijkheid van deze toestand. Daar was allereerst de financiële na sleep van al dit krijgshaftig vertoon. Had het bezoek van koning Lodewijk Napoleon in het jaar 1808 de stad Leeu warden niet minder dan 23.700 ge kost, waarvan 2000 voor een ballustra- de en een gouden zweep, die de koning voor zijn rekening, maar op stadskosten, had laten verharddraven, dit was nog maar kinderspel bij wat nu volgde. De stad zat in 1810 al zó diep in de schuld, dat er elk jaar alleen al 7200 werd ge vorderd om de renten der stedelijke schuld te betalen. En daar kwamen met de inlijving weer allerlei nieuwe on voorziene uitgaven bij, zodat de schuld als maar toenam. Zo werd de stad on ophoudelijk lastig gevallen door keizer lijke aanmaningen, „vrijwilligers” te zenden. Vanaf het jaar 1806 had men er zich elk jaar af kunnen maken door de Friese weeshuizen leeg te halen. In Juli 1809 had men in Friesland niet minder dan 179 wezen geprest, op ’s lands kos ten voor de zeedienst opgeleid te wor den als „militaire kwekelingen”. Men scheen van de wezen ook nog te ver wachten, dat zij dankbaar waren voor deze eer. Maar in September 1809 vroeg Napoleon al weer 1000 „vrijwilligers” uit Friesland, en nu was goede raad duur. Nederland was in 1809 niet inge- lijfd, en kende de conscriptie nog niet. De gevraagde vrijwilligers werden ver deeld over de Friese gemeenten, die elk voor zich, desnoods tegen hoge betaling, „vrijwilligers” zochten aan te werven. Het gelukte inderdaad ten naaste bij 1000 man op deze wijze bij elkaar te vegen. Maar het waren meest paupers en leeglopers, zodat er velen als ongeschikt werden teruggezonden. In November 1810 werd er alweer een aanslag op de weeskinderen gedaan. Voor de verandering moest Friesland nu eens 98 jongens of jongelieden leve ren van 15 tot 20 jaar, ter opleiding tot „pupil” van de Keizerlijke Garde. De S.S. van Napoleon. Daar had niemand bepaald zin in. Maar de wezen waren e” weer goed voor, en opnieuw werd dé rondgang gedaan; 15-jarigen waren er nog wel te vinden, als de keus in oudere kinderen door de vorige oproepingen wat klein geworden mocht zijn. Ook op andere wijze drukten de mi litaire inspanningen op het budget. Vooral Leeuwarden had het kwaad te verduren. Tot nu toe had men de mili tairen zoveel mogelijk by burgers inge- kwartierd. Maar Napoleon achtte dit een verderfelijk stelsel en gelastte hier aan een einde te maken vóór 1 Septem ber 1810. En zo kon de stad 10.000 besteden voor het maken van 112 bed- koetsen, en 100 strozakken met de no dige lakens en dekens, terwijl al eerder 1542 was uitgegeven voor stallings, en inkwartieringskosten in dat jaar. Bo vendien moest de stad alleen al in de maand October 3674 bijdragen in de voedingskosten van het 7e regiment in fanterie en gingen er nog eens 7000 weg voor matrassen en peluwen. On dertussen groeide ook het leger paupers onrustbarend aan. Om de eerste behoef ten van dit leger te dekken, gaf de stad in 1810 een bedrag uit van 35.448. Maar nog was het niet genoeg. Na poleon vreesde een Engelse landing op elke myi van de Europese kust. Ook in Nederland. Gelijk later Hitler, gaf hii opdracht overal onneembare stellingen aan te leggen, die elke landing vanuit zee tot mislukking moesten doemen. Publieke werken van geweldige omvang werden aanbesteed te den Helder, Nieu we Diep en op Texel. Daar er geen vol doende arbeiders ter beschikking waren, liet hij deze oproepen door de provin cies. Friesland moest er 515 van de 2000 leveren. Elke man zou per dag 35 40 stuivers verdienen. Al weer een bron van zorgen voor de verantwoordelijk ge stelds besturen. Intussen hing sinds Juli 1810 de con scriptie de bevolking als een dreigend zwaard boven het hoofd. Op het platte land, waar men de Franse soldaten min der vaak zag, was men driester dan in de stad. Aan de landdrost werd mede gedeeld, dat er in de dorpen dreigende taal werd uitgeslagen over de conscrip tie, en dat er des nachts in het geheim in de wapenhandel werd geoefend. Dat was al in September van het jaar 1810, het eerste ondergrondse verzet. Het zou echter tot Februari 1811 duren, eer de eerste lichtingen werden opgeroepen. Ook pp andere wijze deed zich echter in Hier is op een dusdanig onverant- woordelgke wijze met belastinggeld om gesprongen, dat de gedachte aan cor ruptie als vanzelf opdoemt, aldus luidt een opmerking van de Tweede Kamer commissie voor de Ryksuitgaven over de in 1949 gemaakte kosten voor de politieschool te Hilversum. De commis sie noemt het verslag van de Alge mene Rekenkamer hierover ronduit ver bluffend. De opleiding van negen leerlingen, van wie er zeven tenslotte tot adspirant. officier van politie zijn benoemd, heeft in twee jaar tijds 160.000 gulden gekost. Verbouwingskosten, aanvankelijk ge schat op 7500 gulden, bleken later 55.000 gulden te bedragen en dat bedrag zou nog met 42.000 gulden moeten worden verhoogd voor kosten van inrichting en met 4000 gulden voor een afrastering. Wanneer hier de minister van Weder opbouw niet had ingegrepen, aldus zegt de commissie, zou zijn ambtgenoot van justitie deze bedragen aan een gehuurd pand hebben vertimmerd. Een derge lijk onverantwoord financieel beleid verdient, zo meent de commissie, scher pe afkeuring. Intussen was er al 16.000 gulden aan de buitenplaats Wisseloord te Hilver sum, het bewuste pand, vertimmerd. De commissie noemt het ook onbegrijpelijk, dat de regering aan de eigenaar van Wisseloord 55.000 gulden schadevergoe ding heeft betaald voor het opzeggen van een huurovereenkomst en het terug brengen van het huis in de oorspronke lijke staat. De minister van justitie zegt in een brief aan de Tweede Kamercommissie, dat de verbouwingskosten zo hoog zijn opgelopen, daar er verborgen gebreken in het huis werden ontdekt. De andere bedragen zijn niet uitgegeven, daar men toen reeds had besloten, de opleiding over te brengen naar het gebouw Lom merrijk, te Hilversum. Maar inmiddels was de opleiding reeds begonnen. Aan salarissen van leraren en leerlingen is respectievelijk uitgegeven 49.019 en 38.903 gulden. In feite heeft de verbou wing van Wisseloord 16,137 gulden ge kost en de huur voor de beide panden bedroeg 30.374 gulden. Naar de mening van de Tweede Ka mercommissie blijkt uit deze mededelin gen duïdeiyk, dat in dit geval niet is gehandeld met de zorg, die men had mogen verwachten. Het zyn vooral de dagbladen, die ons voortaan inlichten over de dagelijkse gebeurtenissen sinds het tijdperk, dat Nederland bij Frankrijk was ingelijfd. Uiteraard vertonen deze bladen, wat strekking en toon betreft, een zelfde beeld als de gemuilbande pers tijdens het bewind van Adolf Hitler, maar dit vormt geen beletsel om een goede in druk te krijgen van hetgeen er toenter tijd alzo omging en voorviel. Natuurlijk moesten allerlei plechtig heden en parades het besluit van de in- Igving, op 9 Juli 1810 afgekondigd, kracht bezetten. Meteen kreeg Neder land 6000 Franse soldaten meer te on derhouden, terwijl op de 15e Juli op de Dam te Amsterdam met veel spektakel en geschitter werd duidelijk gemaakt, dat de Hollandse krijgsmacht met de Franse was samengevoegd. Uit alle oorden, des lands kwamen de voornaam ste ambtenaren samengestroomd om aan de nieuwe Franse landvoogd, de Hertog van Plaisance, de eed van ge hoorzaamheid af te leggen. Het land lag als versteend, niemand dorst een blijk van verontwaardiging te geven. In Leeuwarden werd het in het klein nog eens overgedaan. Op de 30e Juli werden alle Friese garnizoenen, ver spreid over Leeuwarden, Sneek, Harlin gen en enkele andere havenplaatsen, de compagnieën van het 7e regiment Hol landse infanterie uitmakende, ter geza menlijke sterkte van 1400 man, op het plein voor het stadhuis te Leeuwarden samengetrokken om er de komst af te wachten van de Franse Brigade-gene- raal, Baion de la Prade Raimond Vi- vier, door Maarschalk Oudinot, hertog van Reggio, belast met het afnemen van de eed van getrouwheid. De Generaal ontving de officieren van het Regiment in zijn kwartier, en begaf zich vervol gens met de Kolonel naar de troep, waar hij zich yoor het front stelde. Hij deelde de manschappen mede, dat het regiment „na de vereniging van Holland met het Keizerryk, een gedeelte der Franse armee zou uitmaken, om, na van adelaren voorzien te zijn, als de solda ten van de grote Napoleon beschouwd te worden, aan wie zij op dit ogenblik getrouwheid en gehoorzaamheid aan de wetten des keizerrijks hadden te zwe ren”. De algemene kreet van: „dit zweer ik!” werd vervangen door een herhaald geroep van: „leve de Franse Keizer!”, waaraan de invallende mu ziek een einde maakte. Enkele weken later, op de 6e Sep tember, waren de Leeuwarder schutters aan beurt, of, zoals zij thans werden ge noemd, de „gewapende Burgermagt”. Er bleek ook een „divisie artillerie” aan te zijn toegevoegd. Het totale aantal manschappen bedroeg 600. Zowel door de manschappen als door de officieren moest, hoofd voor hoofd, de eed van ge trouwheid worden afgelegd. Een tijdro vende bezigheid. Tot troost werd aan elke gewapende burger van stadswege een drikpenning of „defroyemant” toe gekend van één gulden. Over Sneek be schikken wg niet over dergelijke be- De wenseiykheid om de Friese inkuil- methode te vervangen door een minder verliesgevende wordt in de practijk hoe langer hoe meer gevoeld. Het aantal kuilen met toevoeging van zuur of sui kerhoudende stoffen neemt de laatste jaren geleidelijk toe. Allerlei toevoegings- middelen worden geprobeerd en telkens doen zich nieuwe mogelijkheden voor. Zo bestaat er een vrij grote belangstel ling voor het inkuilen met melksuiker melasse. Van deze stof zijn hier en daar belangrijke hoeveelheden aangekocht. Melksuikermelasse is een afvalpro duct van de melksuikerfabrieken. De grondstof voor deze fabrieken is de wei. Aan de wei wordt zoveel mogelijk zui vere melksuiker onttrokken en de rest, een witte, taaivloeibare massa, wordt als melksuikermelasse verhandeld. Deze stof bevat pl.m. 16 suiker, 11 melkzouten en 7 eiwit. Het valt niet te verwonderen, dat dit product voor sommigen een bijzondere aantrekkelijkheid heeft. Het bevat uit sluitend stoffen, die uit de melk afkom stig zijn en door deze aan het kuilgras weer toe te voegen, wordt een kringloop verkregen van verschillende waardevolle stoffen. De ervaring leert, dat de dieren dit soort kuil gretig opnemen. Daar staat echter tegenover, dat zo wel het zout- als het eiwitgehalte een ongunstige invloed kunnen hebben op het silageproces.-Zoals bekend, gaat het er om een zodanige zuurgraad in de kuilhoop te verkrijgen, dat ongewenste organismen, zoals rottings- en boter- zuurbacteriën niet, of slechts in geringe mate kunnen optreden. Deze verhoging van de zuurgraad wordt evenwel tegen gehouden door de aanwezigheid van ei wit en zouten. Bovendien Is het suiker gehalte van deze melasse niet hoog, zodat een belangrijke hoeveelheid moet worden toegevoegd. Daarmee brengt men een niet onaan zienlijke hoeveelheid vocht in de kuil en ook daardoor wordt het proces niet be vorderd. Men dient daarom de hoeveel heid melasse zoveel mogeiyk te beper ken, zonder daarbij beneden de noodza kelijke hoeveelheid suiker te komen. De beste kansen verkrijgt men derhalve bij een zeer goede verdeling van het toe- voegingsmiddel. Men moet met grote nauwkeurigheid werken en zorgen voor een intensieve menging van gras en melksuikermelasse. De silo moet zo mogelijk in één dag gevuld en met een grondlaag van 50 a 1810 het Friese verzet gevoelen. De Fra- neker hoogleraar Joh. Hendrik Regen bogen had de moed, by de rectoraats- overdracht op 6 Juni 1810 een rede te houden over Philips van Marnix, heer van St. Aldegonde. Tussen het eerste en tweede deel van zgn rede verzocht hij het aanwezige orkest het Wilhelmus te spelen! Een daad, die over heel Neder land opzien baarde. Tegen elke ver wachting in, werd Regenbogen niet ge arresteerd. Een andere Friese professor, Elias Annes Borger, hoogleraar te Leiden, was niet minder moedig door de Leidse wezen op Nieuwjaarsdag van het jaar 1811 een gedicht te laten voordragen, waarin de val van Napoleon, zij het in bedekte termen, wordt voorspeld. Maar zover was het in 1810 nog niet, en het jaar 1811 bracht zorgen en ver driet als nimmer te voren. Als een kind een keer tot een bepaal de concentratie op een bepaald onder werp is gekomen is het onjuist het te dwingen ermee op te houden. Mèt de banken zou spr. daarom ook de bel tot puin willen slaan en het lesrooster op vatten als een wandversiering. Maar, zo wordt gezegd, wat moet er dan van het programma terechtkomen en hoe zullen de kinderen dan klaar ko men voor de middelbare school? Hier mee zijn wij op het beroemde en be ruchte aansluitingsprobleem aangeland. Door als selectiemiddel de hoeveelheid parate kennis te gebruiken die de kin deren blijken te bezitten, wordt door de middelbare school voortdurend invloed uitgeoefend op de programma’s van de lagere school en niettemin blijft er steeds een aansluitingsprobleem be staan. Een belangrijke beschouwing hierover is geleverd door Brouyver, die in zyn brochure „Selectie en schoolsuc ces” uit verschillende bronnen statistie ken over het percentage zittenblijvers op de H.B.S. verzamelde. Hg vond daar, bg dat dit percentage zich voortdurend bewoog tussen de 20 en 25 per klas. De verklaring die hij hiervan geeft is, dat het klassikale stelsel ertoe dwingt om alle leerlingen in precies dezelfde tijd precies hêtzelfde te leren. Natuur lijk is dat onmogelijk. Ook bg gelijke intelligentie zijn er zeer vele factoren, dat de ene leerling in het ene, de an dere in het andere vak sneller op kan schieten. Bovendien moet men zich dan nog afvragen hoe de selectie, die in iedere klas plaats vindt, tot stand komt. Het antwoord daarop is: het cijfer. Maar voor spr. is het cijfer een van de lach wekkendste en verfoeilijkste verschgnse- len uit ons onderwijsstelsel. Natuurlijk kan men als men leerlingen een bepaal- We geven hier nog enkele bekronin gen; in het vorig nr. vermeldden we reeds een aantal eerste prijzen. Hier vol gen enige 2e en 3e. Oudere stieren: 2A Anne’s Caesar, van J. Tj. Bouma, Schar- negoutum; 3 Prins, van Sije S. Kooistra, Folsgare en H. S. Wiarda, Ngland. Drie jarige stieren: 2 Roosje’s Sikkema, van H. M. Gerbrandy, Ngland. Twenterstie- ren, geboren na 28 Febr. 1950: 2B Ju- weeltje’s Rudolf van N. H. Galema, Blauwhuis; 2C Donia’s Caesar van M. D. Reitsma, Folsgare. Enterstieren, ge boren in October en November 1950: 2A Hoarne Tjeerd XX van H. R. Schaap, Deersum; 2C Skaei Paulus van J. N. El- gersma, Deersum; geboren in Januari 1951: 2A Jetske’s Piet Eduard, A. G. de Boer, Heeg; 2B Ingema’s Douwe, S. J. Wittermans, Jutrijp; 3 Rotterda Smits 36A, J. C. Schaap, Deersum; geboren 15 28 Febr. 1951: 2 Südhoekster Klaas Eduard, M. S. Jansma, Sybrandaburen; 3 Leida’s Sikkema, H. M. Gerbrandg, Ngland; geboren 114 Maart 1951: 3 Thijs 16 van S. J. Douma, Goënga; ge boren 1531 Maart 1951: 2 Raerder Nero, K. P. Hornstra, Rauwerd; 3 Wil fried, J. H. Koopmans, Scharnegoutum; geboren na 1 Mei 1951: 2A Vrgke’s Paul, S. Lemstra en Zn., Scharnegou tum; 3 Hoarne Roland 111, H. R. Schaap, Deersum; Frisia Hugo, fa. Hoogterp, Deersum.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1952 | | pagina 5