De gewone man zei er ’t zijne van
Behandel wol als een troetelkind
Uit de Historie van de Sneker
Schutterij
Kapp’e en het eiland Koeterwaal
en zyn
de Boen
BEDRIJF
ADVERTEERT IN DIT BLAD
Ook zijden stoffen vereisen grote zorg
„SNEEKER NIEUWSBLAD"
TWEEDE BLAD
DINSDAG 13 MEI 1952
Gedachten van een leek over Onderwijsvernieuwing
De wezen als kinderen
Drieling geboren te
Oostermeer
De Voorjaars-Stieren-
keuring te Leeuwarden
Filmmaguaat Fox overleden
INKUILEN MET MELKSUIKER-MELASSE
Blind meisje van spaargeld
beroofd
Wetenschappelijke vinding staat
ons {en dienste.
Met belastinggeld werd
gesmeten
van de rekening
Geen prinzipiënreiterei.
Advertentie
Ingez. Mededeling.
Het zit in de meubels.
De bel en de lesrooster.
R.L.V.D.
Sneek.
XH
H. Halbertsma.
19
een
Een
de taak opgeeft het resultaat naar ver
schillende principes classificeren, maar
het zijn alle verschillen, die in wezen be
rusten op kwalitatieve verschillen tus
sen de kinderen. Door het cijfer wekt
men echter de illusie dat deze verschil
len kwantitatief zijn. Het ergerlijkst
vindt spr. echter de schijn-exactheid,
waarmee de cijfers bejegend worden.
Tien cijfers zijn voor een rechtgeaard
leraar of onderwijzer nog niet voldoende.
Natuurlijk kan geen school zonder
proefwerk, want de leraar moet ten
slotte kunnen zien of hij goed les gege
ven heeft. Maar hiervoor wordt het niet
gebruikt. Het is eenvoudig een testmid-
del geworden om te zien wat het gemid
delde tempo van de klas is en om wat
daaronder blijft uit te zeven.
De conclusie van dit alles mag zijn,
aldus spr., dat de wijze van opleiding op
de lagere school geen enkele invloed
kan hebben op het succes op de middel
bare school en men er verstandig aan
zou doen zich op geen enkele wijze meer
door de eisen van de middelbare school
te laten beïnvloeden.
Natuurlijk staan de scholen onderling
min of meer in een concurrentie-verhou-
ding en één school kan zijn kinderen
niet minder parate kennis voor het toe
latingsexamen bijbrengen dan de andere.
Sprekers voorstel is echter: dat men
meteen afspreekt de kinderen niet meer
feitenkennis bij te brengen dan aange
raden wordt in de leidraad van de in
spectie. Stellig zal de inspecteur daarbij
gaarne als arbiter fungeren.
Het huisgezin van Sj. Plantinga te
Oostermeer is uitgebreid met een drie
ling (jongens). Ze wegen 3 a 4 pond.
Moeder en kinderen maken het goed.
William Fox, eens broekenperser, die
een geweldig filmrijk stichtte, nadat zijn
baas hem een opslag van drie dollars
had geweigerd, is in het ziekenhuis te
New York op 73-jarige leeftijd gestor
ven.
ter ellende is niet mogelijk... oooooh..."
En zo zag de maat niet, dat de Kraak
in een meer terecht kwam, ontsloten
door rotswanden, waaraan fakkels hin
gen, die een luguber licht verspreidden^
„Deze tocht is volbracht!" zei Klef vol
daan tegen zichzelf.
H.
Hugo,
opzien
kennis te kunnen verwerven, om zich in
de wereld te kunnen oriënteren, om zich
te kunnen uitdrukken, om zijn persoon
lijkheid te verrijken. Het gaat niet om
de parate kennis, maar om het vormen
van heldere begrippen. De paedagogi-
sche taak van de school zou spr. willen
noemen de opvoeding tot zelfstandigheid
en de gelegenheid tot het vormen van
een harmonisch ontwikkeld persoon.
Wel ligt verreweg de belangrijkste taak
van de opvoeding in het gezin, maar dat
neemt niet weg, dat de school er be
langrijk toe kan bijdragen, dat de kinde
ren een zekere wellevendheid kunnen
aanleren, voor zover zij die niet van
thuis hebben meegekregen.
Als leek heeft spr. natuurlijk geen ge
fundeerd oordeel over de onderwijsme
thodes, die de school moet toepassen,
die van het streng klassikale stelsel af
wil. Maar voor één ding meende hij in
elk geval te mogen waarschuwen: dat
is voor Prinzipiënreiterei.
Wees dus vóór alles niet consequent.
Opvoeding en didactiek kan men welis
waar geen exacte vakken noemen, maar
zij behoorden wel empirische vakken te
zijn, en men beoordele dus de methode
naar het resultaat dat u kunt krijgen.
Ik zou dus altgd zeggen: ga in andere
scholen kijken en neem over wat bij u
en uw kinderen past. Het essentiële is
echter: als er maar tempoverschillen
mogelijk zijn.
In het slot van zijn betoog gaf spr.
nog zijn zienswijze over het onderwijs
in verschillende vakken, waarna hij ein.
digde met er op te wijzen, dat het voor
de ouders heel moeilijk is een groot deel
van de opvoeding hunner kinderen aan
anderen te moeten overdragen. Be
schouw hen daarom niet als een vreemd
element. Ouders en leerkrachten moeten
het gevoel hebben gemeenschappelijk te
werken aan de ontwikkeling van het
kind. En dat kan alleen als we eerbied
hebben voor het kind.
„Het spijt mij zeer U tot kalmte te
moeten dwingen!” zei Klef tegen
Kappie, die zich van het stuurrad
meester wilde maken. En hij strekte
zijn hand naar Kappie uit.
Kappie deinsde, als door de bliksem ge
troffen, achteruit en wist het volgende
ogenblik niets meer.
Daarna stuurde Klef de Knaak kalm en
zeker door de smalle spleet naar bin
nen. De maat hield van ellende zqn han
den voor z’n ogen, want hij durfde niet
meer kijken. „Ooooohooooooh”,
jammerde hij. „Dit is het go
Wanneer men voldoende nauwkeurig
werkt, zal een hoeveelheid van pl.m.
90 kg. melksuikermelasse per 1000 kg.
gras stellig voldoende zjjn. Voor een silo
van 56 m3 inhoud, zoals die hier veel
vuldig voorkomen, betekent dit dus pl.m.
5000 kg. Men achte de arbeid, die nodig
is om deze hoeveelheid op één dag te
verwerken, niet gering!
Tenslotte vermelden wij nog, dat deze
melasse 5 per 100 kg. kost, vermeer
derd met 0.40 voor vatenhuur.
Ter opfrissing van mijn geheugen, zo
ging dr Schreuder voort, ben ik eens
een school gaan bezoeken. Toen ik daar
binnenkwam vond ik plotseling het ant
woord op veel vragen. Want het ligt
niet aan U! Niet aan de leerstof en ook
niet aan de Minister! Het zit eenvoudig
in de meubels! Lie banken die zó ge
plaatst zijn, dat de kinderen elkaar niet
mogen aanzien, prediken reeds bij de
binnenkomst het hoofdgebod van de
school: „Stil zitten en opletten!” Maar
wat wij geen uur kunnen volhouden,
eisA wij zonder blikken of blozen van
7-jarigen, en dat niet gedurende één
uur, maar gedurende 5 uren per dag.
In de plaatsing van de banken steekt
meteen het gebod om te zwijgen en geen
onderling contact te houden. Aller ogen
moeten gericht zijn op de meester.
Als men personen gedurende langere
tijd bijeenbrengt, kunnen er twee dingen
ontstaan: een gemeenschap of een hor
de. Hetzelfde geschiedt met een klas. En
ook daar zijn twee mogelijkheden: als
de meester een krachtfiguur is zal de
klas hem slaafs gehoorzamen; vertoont
hij tekenen van zwakheid of zelfs maar
van menselijkheid, dan richt de gehele
agressiviteit van de klas zich tegen hem
wat zowel voor het kind als voor de on
derwijzer een belangrijk lijden betekent.
In ons vorig nummer vermeldden we
reeds dat onze stadgenoot Dr. J. Th. R.
Schreuder Donderdagmorgen in de In-
spectievergadering ee" referaat hield
over bovenstaand onderwerp.
Wat als Sneker vertegenwoordiger
van een ander vak Let meeste opvalt,
is de ontzettende hoeveelheid drukte die
er over onderwijsvernieuwing gemaakt
wordt, terwijl toch blijkbaar de veran
deringen die in feite tot stand gekomen
zijn niet erg groot zijn. Er zijn blijkbaar
bij het onderwijs veel conserverende in
vloeden. De oorzaak daarvan is z.i. de
eigenaardige ontwikkelingsgang van de
onderwijzer, terwijl hij tevens de indruk
heeft, dat er van het les geven als zo
danig een invloed op de psyche van de
lesgever uitgaat, die hem conservatief
maakt. Hij moet voqrtdurend trachten
zich te verplaatsen in het ontwikkelings-
en begripsniveau van het kind. Daardoor
treedt bij hem ook een zekere bewust-
zijnverenging op, die maakt, dat
hij het geven van een bepaalde leer
stof op een bepaalde wijze als de enig
mogelijke manier van onderwijs geven
gaat zien.
Voorts is er nog de enorm vertragen
de invloed van het staatsapparaat.
Ik ben tot nu toe erg negatief ge
weest, zo ging spr. voort, en u zult zich
allicht af vragen: geen banken, geen bel,
geen rooster, geen klaarstomen voor
een toelatingsexamen, maar wat dan
wel?
Het klink misschien hopeloos ouder
wets, maar dan zou ik de goede oude
lageronderwijswet willen citeren, die
zegt: dat het lager onderwijs onder het
aanleren van gepaste en nuttige kun
digheden, dienstbaar gemaakt wordt
aan de onwikkeling van de. verstande
lijke vermogens, aan de lichamelijke
oefening en aan de opleiding tot alle
christelijke en maatschappelijke deug
den. In moderner taal overgezet: wat
het kind leert moet bij zijn leeftijd pas
sen. Het moet er iets aan hebben. Het
moet van de kennis in zijn later leven
gebruik kunnen maken om zich andere
Bezorgde de „fijne” was de huisvrouwen
niet iedere keer hoofdbrekens Was er
niet altijd angst voor verkleuren, krim
pen of vervilten als de babykleertjes,
of mooie jumpertjes en zijden japonnen
aan een wasbeurt oe waren De komst
van het alkalivrije Castella Wolwas met
„Kleur Actief” maakte in één slag een
eind aan deze huisvrouwelijke zorgen
en iedere vrouw heeft met blijdschap
kunnen constateren, dat al deze tere
kledingstukken nu viermaal zo lang mee
gaan. Bovendien is Castella Wolwas
ideaal voor speciale wasjes (gordijnen,
etc.). Het nlkalivrije Castella Wolwas
met „Kleur Actief” (rose pak) is voor
een huisvrouw een even grote hulp op
wasdag als de vlekken-verwij derende
Castella voor de Gezinswas met „Actief
Wit” (blauwe pak).
60 cm. bedekt worden. Werkt men er
langer over, dan zullen de resultaten
zeker tegenvallen.
De ervaringen, die met deze inkuil-
methode zijn verkregen, zijn nog niet
talrijk. Het vorige jaar werden in deze
streek twee silo’s gevuld met melksui-
kermelassekuil. De ene silo was 20 m3
groot. Er werd 1450 kg. melksuiker
melasse toegevoegd, hetgeen bij een
suikergehalte van pl.m. 16 overeen
komt met 232 kg. suiker of per m3
ruim 11 kg. Dit betekent dus slechts
1.1 suiker. Desondanks vermeldde de
analyse: verteerb. eitwitachtige stof:
2.9 zetmeelwaarde 15 en pH 4.0.
Op grond van dit laatste cijfer kon
worden aangenomen, dat de kuil prac-
tisch boterzuurvrij was, hetgeen bij een
later onderzoek bevestigd werd.
In een tweede, 80 m3 grote silo, werd
met 3000 kg. melksuikermelasse inge
kuild, zodat hier slechts 6 kg. suiker
per m3 werd aangewend. De analyse
vermeldde: vert. eiwitachtige stoffen
2.5 zetmeelwaarde 11 en pH 4.8. Hier
was blijkbaar te weinig melasse ge
bruikt.
Een blind Haags meisje is enkele da
gen geleden beroofd van de spaarcen
tjes, die zij met hard werken in een blin
deninrichting had vergaard, om te kun
nen trouwen met een eveneens blinde
jongeman. Zij had het geld, ongeveer
vierhonderd gulden, geborgen in een
kistje. Het is gestolen, door een man,
die in het huis kwam, onder voorwend
sel, dat hij de gasmeter moest contro
leren.
Het gebeurde in een huis aan de
Van den Berghstraat in Den Haag,
waar enkele weken geleden een gasfitter
van de gemeente de meter had gerepa
reerd en toen had gezegd, dat er over
een tijdje wel iemand zou komen om het
apparaat na te kijken. Deze boodschap
moet ook iemand anders hebben ge
hoord, want de controleur, die er kwam
was geen echte. Hij zei, dat er te wei
nig gaspenningen in de meter waren. De
vrouw des huizes nam toen wat geld uit
het kistje en ging in de buurt een paar
penningen kopen. In tussentijd ver
dween de man met het kistje. De po
litie heeft hem nog niet gevonden.
Talloze wetenschappelijke wasproeven
zijn genomen met wollen en zijden stof
fen van de meest uiteenlopende kleuren
en samenstelling. Onomstotelijk is daar
door bewezen, dat alleen een alkalivrij
wasmiddel, dat bovendien vermengd is
met „Kleur Actief”, in staat is wol voor
krimpen en vervilten te behoeden, glan
zende zijde van een doffe aanslag te
vrijwaren en de kleuren fris en gloed
nieuw te houden. Dit wasmiddel is het
alkalivrije Castella Wolwas met „Kleur
Actief”, waarvan duizenden en nog eens
duizenden vrouwen reeds enthousiaste
verbruiksters zijn, omdat het prachtige
resultaat hen telkenmale versteld doet
staan en met dankbaarheid vervult.
richten, maar hier zal het wel op de
zelfde wijze zijn toegegaan.
Op 15 Augustus was intussen de ver
jaardag van de Keizer te Leeuwarden
gevierd met het houden van een parade
van „landmagt en burgerwagt”, het
afsteken van de kanonnen op de wallen,
het lulden van de klokken en het uit
steken van de (Franse) vlag, gepaard
met het illumineren van openbare en
bijzondere gebouwen, met behulp van
vetpotjes. Voorts waren er „festijnen”
op het Raadhuis en in de Schutters
Doelen.
Op 2 December was er al weer feest
wegens de herdenking van de pauselijke
zalving van Napoleon tot Keizer.
Ogenschijnlijk dus geen vuiltje aan de
lucht, en aan volksfeesten geen gebrek.
Maar bij scherper toezien ontdekt men
toch ook andere verschijnselen, die dui
delijk wijzen op de opgeschroefde on
werkelijkheid van deze toestand.
Daar was allereerst de financiële na
sleep van al dit krijgshaftig vertoon.
Had het bezoek van koning Lodewijk
Napoleon in het jaar 1808 de stad Leeu
warden niet minder dan 23.700 ge
kost, waarvan 2000 voor een ballustra-
de en een gouden zweep, die de koning
voor zijn rekening, maar op stadskosten,
had laten verharddraven, dit was nog
maar kinderspel bij wat nu volgde. De
stad zat in 1810 al zó diep in de schuld,
dat er elk jaar alleen al 7200 werd ge
vorderd om de renten der stedelijke
schuld te betalen. En daar kwamen met
de inlijving weer allerlei nieuwe on
voorziene uitgaven bij, zodat de schuld
als maar toenam. Zo werd de stad on
ophoudelijk lastig gevallen door keizer
lijke aanmaningen, „vrijwilligers” te
zenden. Vanaf het jaar 1806 had men er
zich elk jaar af kunnen maken door de
Friese weeshuizen leeg te halen. In Juli
1809 had men in Friesland niet minder
dan 179 wezen geprest, op ’s lands kos
ten voor de zeedienst opgeleid te wor
den als „militaire kwekelingen”. Men
scheen van de wezen ook nog te ver
wachten, dat zij dankbaar waren voor
deze eer. Maar in September 1809 vroeg
Napoleon al weer 1000 „vrijwilligers”
uit Friesland, en nu was goede raad
duur. Nederland was in 1809 niet inge-
lijfd, en kende de conscriptie nog niet.
De gevraagde vrijwilligers werden ver
deeld over de Friese gemeenten, die elk
voor zich, desnoods tegen hoge betaling,
„vrijwilligers” zochten aan te werven.
Het gelukte inderdaad ten naaste bij
1000 man op deze wijze bij elkaar te
vegen. Maar het waren meest paupers en
leeglopers, zodat er velen als ongeschikt
werden teruggezonden.
In November 1810 werd er alweer een
aanslag op de weeskinderen gedaan.
Voor de verandering moest Friesland
nu eens 98 jongens of jongelieden leve
ren van 15 tot 20 jaar, ter opleiding tot
„pupil” van de Keizerlijke Garde. De
S.S. van Napoleon. Daar had niemand
bepaald zin in. Maar de wezen waren e”
weer goed voor, en opnieuw werd dé
rondgang gedaan; 15-jarigen waren er
nog wel te vinden, als de keus in oudere
kinderen door de vorige oproepingen
wat klein geworden mocht zijn.
Ook op andere wijze drukten de mi
litaire inspanningen op het budget.
Vooral Leeuwarden had het kwaad te
verduren. Tot nu toe had men de mili
tairen zoveel mogelijk by burgers inge-
kwartierd. Maar Napoleon achtte dit
een verderfelijk stelsel en gelastte hier
aan een einde te maken vóór 1 Septem
ber 1810. En zo kon de stad 10.000
besteden voor het maken van 112 bed-
koetsen, en 100 strozakken met de no
dige lakens en dekens, terwijl al eerder
1542 was uitgegeven voor stallings, en
inkwartieringskosten in dat jaar. Bo
vendien moest de stad alleen al in de
maand October 3674 bijdragen in de
voedingskosten van het 7e regiment in
fanterie en gingen er nog eens 7000
weg voor matrassen en peluwen. On
dertussen groeide ook het leger paupers
onrustbarend aan. Om de eerste behoef
ten van dit leger te dekken, gaf de stad
in 1810 een bedrag uit van 35.448.
Maar nog was het niet genoeg. Na
poleon vreesde een Engelse landing op
elke myi van de Europese kust. Ook in
Nederland. Gelijk later Hitler, gaf hii
opdracht overal onneembare stellingen
aan te leggen, die elke landing vanuit
zee tot mislukking moesten doemen.
Publieke werken van geweldige omvang
werden aanbesteed te den Helder, Nieu
we Diep en op Texel. Daar er geen vol
doende arbeiders ter beschikking waren,
liet hij deze oproepen door de provin
cies. Friesland moest er 515 van de 2000
leveren. Elke man zou per dag 35 40
stuivers verdienen. Al weer een bron van
zorgen voor de verantwoordelijk ge
stelds besturen.
Intussen hing sinds Juli 1810 de con
scriptie de bevolking als een dreigend
zwaard boven het hoofd. Op het platte
land, waar men de Franse soldaten min
der vaak zag, was men driester dan in
de stad. Aan de landdrost werd mede
gedeeld, dat er in de dorpen dreigende
taal werd uitgeslagen over de conscrip
tie, en dat er des nachts in het geheim
in de wapenhandel werd geoefend. Dat
was al in September van het jaar 1810,
het eerste ondergrondse verzet. Het zou
echter tot Februari 1811 duren, eer de
eerste lichtingen werden opgeroepen.
Ook pp andere wijze deed zich echter in
Hier is op een dusdanig onverant-
woordelgke wijze met belastinggeld om
gesprongen, dat de gedachte aan cor
ruptie als vanzelf opdoemt, aldus luidt
een opmerking van de Tweede Kamer
commissie voor de Ryksuitgaven over
de in 1949 gemaakte kosten voor de
politieschool te Hilversum. De commis
sie noemt het verslag van de Alge
mene Rekenkamer hierover ronduit ver
bluffend.
De opleiding van negen leerlingen,
van wie er zeven tenslotte tot adspirant.
officier van politie zijn benoemd, heeft
in twee jaar tijds 160.000 gulden gekost.
Verbouwingskosten, aanvankelijk ge
schat op 7500 gulden, bleken later 55.000
gulden te bedragen en dat bedrag zou
nog met 42.000 gulden moeten worden
verhoogd voor kosten van inrichting en
met 4000 gulden voor een afrastering.
Wanneer hier de minister van Weder
opbouw niet had ingegrepen, aldus zegt
de commissie, zou zijn ambtgenoot van
justitie deze bedragen aan een gehuurd
pand hebben vertimmerd. Een derge
lijk onverantwoord financieel beleid
verdient, zo meent de commissie, scher
pe afkeuring.
Intussen was er al 16.000 gulden aan
de buitenplaats Wisseloord te Hilver
sum, het bewuste pand, vertimmerd. De
commissie noemt het ook onbegrijpelijk,
dat de regering aan de eigenaar van
Wisseloord 55.000 gulden schadevergoe
ding heeft betaald voor het opzeggen
van een huurovereenkomst en het terug
brengen van het huis in de oorspronke
lijke staat.
De minister van justitie zegt in een
brief aan de Tweede Kamercommissie,
dat de verbouwingskosten zo hoog zijn
opgelopen, daar er verborgen gebreken
in het huis werden ontdekt. De andere
bedragen zijn niet uitgegeven, daar men
toen reeds had besloten, de opleiding
over te brengen naar het gebouw Lom
merrijk, te Hilversum. Maar inmiddels
was de opleiding reeds begonnen. Aan
salarissen van leraren en leerlingen is
respectievelijk uitgegeven 49.019 en
38.903 gulden. In feite heeft de verbou
wing van Wisseloord 16,137 gulden ge
kost en de huur voor de beide panden
bedroeg 30.374 gulden.
Naar de mening van de Tweede Ka
mercommissie blijkt uit deze mededelin
gen duïdeiyk, dat in dit geval niet is
gehandeld met de zorg, die men had
mogen verwachten.
Het zyn vooral de dagbladen, die ons
voortaan inlichten over de dagelijkse
gebeurtenissen sinds het tijdperk, dat
Nederland bij Frankrijk was ingelijfd.
Uiteraard vertonen deze bladen, wat
strekking en toon betreft, een zelfde
beeld als de gemuilbande pers tijdens
het bewind van Adolf Hitler, maar dit
vormt geen beletsel om een goede in
druk te krijgen van hetgeen er toenter
tijd alzo omging en voorviel.
Natuurlijk moesten allerlei plechtig
heden en parades het besluit van de in-
Igving, op 9 Juli 1810 afgekondigd,
kracht bezetten. Meteen kreeg Neder
land 6000 Franse soldaten meer te on
derhouden, terwijl op de 15e Juli op de
Dam te Amsterdam met veel spektakel
en geschitter werd duidelijk gemaakt,
dat de Hollandse krijgsmacht met de
Franse was samengevoegd. Uit alle
oorden, des lands kwamen de voornaam
ste ambtenaren samengestroomd om
aan de nieuwe Franse landvoogd, de
Hertog van Plaisance, de eed van ge
hoorzaamheid af te leggen. Het land
lag als versteend, niemand dorst een
blijk van verontwaardiging te geven.
In Leeuwarden werd het in het klein
nog eens overgedaan. Op de 30e Juli
werden alle Friese garnizoenen, ver
spreid over Leeuwarden, Sneek, Harlin
gen en enkele andere havenplaatsen, de
compagnieën van het 7e regiment Hol
landse infanterie uitmakende, ter geza
menlijke sterkte van 1400 man, op het
plein voor het stadhuis te Leeuwarden
samengetrokken om er de komst af te
wachten van de Franse Brigade-gene-
raal, Baion de la Prade Raimond Vi-
vier, door Maarschalk Oudinot, hertog
van Reggio, belast met het afnemen van
de eed van getrouwheid. De Generaal
ontving de officieren van het Regiment
in zijn kwartier, en begaf zich vervol
gens met de Kolonel naar de troep,
waar hij zich yoor het front stelde. Hij
deelde de manschappen mede, dat het
regiment „na de vereniging van Holland
met het Keizerryk, een gedeelte der
Franse armee zou uitmaken, om, na van
adelaren voorzien te zijn, als de solda
ten van de grote Napoleon beschouwd
te worden, aan wie zij op dit ogenblik
getrouwheid en gehoorzaamheid aan de
wetten des keizerrijks hadden te zwe
ren”. De algemene kreet van: „dit
zweer ik!” werd vervangen door een
herhaald geroep van: „leve de Franse
Keizer!”, waaraan de invallende mu
ziek een einde maakte.
Enkele weken later, op de 6e Sep
tember, waren de Leeuwarder schutters
aan beurt, of, zoals zij thans werden ge
noemd, de „gewapende Burgermagt”.
Er bleek ook een „divisie artillerie” aan
te zijn toegevoegd. Het totale aantal
manschappen bedroeg 600. Zowel door
de manschappen als door de officieren
moest, hoofd voor hoofd, de eed van ge
trouwheid worden afgelegd. Een tijdro
vende bezigheid. Tot troost werd aan
elke gewapende burger van stadswege
een drikpenning of „defroyemant” toe
gekend van één gulden. Over Sneek be
schikken wg niet over dergelijke be-
De wenseiykheid om de Friese inkuil-
methode te vervangen door een minder
verliesgevende wordt in de practijk hoe
langer hoe meer gevoeld. Het aantal
kuilen met toevoeging van zuur of sui
kerhoudende stoffen neemt de laatste
jaren geleidelijk toe. Allerlei toevoegings-
middelen worden geprobeerd en telkens
doen zich nieuwe mogelijkheden voor.
Zo bestaat er een vrij grote belangstel
ling voor het inkuilen met melksuiker
melasse. Van deze stof zijn hier en daar
belangrijke hoeveelheden aangekocht.
Melksuikermelasse is een afvalpro
duct van de melksuikerfabrieken. De
grondstof voor deze fabrieken is de wei.
Aan de wei wordt zoveel mogelijk zui
vere melksuiker onttrokken en de rest,
een witte, taaivloeibare massa, wordt als
melksuikermelasse verhandeld. Deze
stof bevat pl.m. 16 suiker, 11
melkzouten en 7 eiwit.
Het valt niet te verwonderen, dat dit
product voor sommigen een bijzondere
aantrekkelijkheid heeft. Het bevat uit
sluitend stoffen, die uit de melk afkom
stig zijn en door deze aan het kuilgras
weer toe te voegen, wordt een kringloop
verkregen van verschillende waardevolle
stoffen. De ervaring leert, dat de dieren
dit soort kuil gretig opnemen.
Daar staat echter tegenover, dat zo
wel het zout- als het eiwitgehalte een
ongunstige invloed kunnen hebben op
het silageproces.-Zoals bekend, gaat het
er om een zodanige zuurgraad in de
kuilhoop te verkrijgen, dat ongewenste
organismen, zoals rottings- en boter-
zuurbacteriën niet, of slechts in geringe
mate kunnen optreden. Deze verhoging
van de zuurgraad wordt evenwel tegen
gehouden door de aanwezigheid van ei
wit en zouten. Bovendien Is het suiker
gehalte van deze melasse niet hoog,
zodat een belangrijke hoeveelheid moet
worden toegevoegd.
Daarmee brengt men een niet onaan
zienlijke hoeveelheid vocht in de kuil en
ook daardoor wordt het proces niet be
vorderd. Men dient daarom de hoeveel
heid melasse zoveel mogeiyk te beper
ken, zonder daarbij beneden de noodza
kelijke hoeveelheid suiker te komen. De
beste kansen verkrijgt men derhalve bij
een zeer goede verdeling van het toe-
voegingsmiddel. Men moet met grote
nauwkeurigheid werken en zorgen voor
een intensieve menging van gras en
melksuikermelasse.
De silo moet zo mogelijk in één dag
gevuld en met een grondlaag van 50 a
1810 het Friese verzet gevoelen. De Fra-
neker hoogleraar Joh. Hendrik Regen
bogen had de moed, by de rectoraats-
overdracht op 6 Juni 1810 een rede te
houden over Philips van Marnix, heer
van St. Aldegonde. Tussen het eerste en
tweede deel van zgn rede verzocht hij
het aanwezige orkest het Wilhelmus te
spelen! Een daad, die over heel Neder
land opzien baarde. Tegen elke ver
wachting in, werd Regenbogen niet ge
arresteerd.
Een andere Friese professor, Elias
Annes Borger, hoogleraar te Leiden,
was niet minder moedig door de Leidse
wezen op Nieuwjaarsdag van het jaar
1811 een gedicht te laten voordragen,
waarin de val van Napoleon, zij het in
bedekte termen, wordt voorspeld.
Maar zover was het in 1810 nog niet,
en het jaar 1811 bracht zorgen en ver
driet als nimmer te voren.
Als een kind een keer tot een bepaal
de concentratie op een bepaald onder
werp is gekomen is het onjuist het te
dwingen ermee op te houden. Mèt de
banken zou spr. daarom ook de bel tot
puin willen slaan en het lesrooster op
vatten als een wandversiering.
Maar, zo wordt gezegd, wat moet er
dan van het programma terechtkomen
en hoe zullen de kinderen dan klaar ko
men voor de middelbare school? Hier
mee zijn wij op het beroemde en be
ruchte aansluitingsprobleem aangeland.
Door als selectiemiddel de hoeveelheid
parate kennis te gebruiken die de kin
deren blijken te bezitten, wordt door de
middelbare school voortdurend invloed
uitgeoefend op de programma’s van de
lagere school en niettemin blijft er
steeds een aansluitingsprobleem be
staan. Een belangrijke beschouwing
hierover is geleverd door Brouyver, die
in zyn brochure „Selectie en schoolsuc
ces” uit verschillende bronnen statistie
ken over het percentage zittenblijvers
op de H.B.S. verzamelde. Hg vond daar,
bg dat dit percentage zich voortdurend
bewoog tussen de 20 en 25 per klas.
De verklaring die hij hiervan geeft is,
dat het klassikale stelsel ertoe dwingt
om alle leerlingen in precies dezelfde
tijd precies hêtzelfde te leren. Natuur
lijk is dat onmogelijk. Ook bg gelijke
intelligentie zijn er zeer vele factoren,
dat de ene leerling in het ene, de an
dere in het andere vak sneller op kan
schieten.
Bovendien moet men zich dan nog
afvragen hoe de selectie, die in iedere
klas plaats vindt, tot stand komt. Het
antwoord daarop is: het cijfer. Maar
voor spr. is het cijfer een van de lach
wekkendste en verfoeilijkste verschgnse-
len uit ons onderwijsstelsel. Natuurlijk
kan men als men leerlingen een bepaal-
We geven hier nog enkele bekronin
gen; in het vorig nr. vermeldden we
reeds een aantal eerste prijzen. Hier vol
gen enige 2e en 3e. Oudere stieren: 2A
Anne’s Caesar, van J. Tj. Bouma, Schar-
negoutum; 3 Prins, van Sije S. Kooistra,
Folsgare en H. S. Wiarda, Ngland. Drie
jarige stieren: 2 Roosje’s Sikkema, van
H. M. Gerbrandy, Ngland. Twenterstie-
ren, geboren na 28 Febr. 1950: 2B Ju-
weeltje’s Rudolf van N. H. Galema,
Blauwhuis; 2C Donia’s Caesar van M.
D. Reitsma, Folsgare. Enterstieren, ge
boren in October en November 1950:
2A Hoarne Tjeerd XX van H. R. Schaap,
Deersum; 2C Skaei Paulus van J. N. El-
gersma, Deersum; geboren in Januari
1951: 2A Jetske’s Piet Eduard, A. G. de
Boer, Heeg; 2B Ingema’s Douwe, S. J.
Wittermans, Jutrijp; 3 Rotterda Smits
36A, J. C. Schaap, Deersum; geboren 15
28 Febr. 1951: 2 Südhoekster Klaas
Eduard, M. S. Jansma, Sybrandaburen;
3 Leida’s Sikkema, H. M. Gerbrandg,
Ngland; geboren 114 Maart 1951: 3
Thijs 16 van S. J. Douma, Goënga; ge
boren 1531 Maart 1951: 2 Raerder
Nero, K. P. Hornstra, Rauwerd; 3 Wil
fried, J. H. Koopmans, Scharnegoutum;
geboren na 1 Mei 1951: 2A Vrgke’s
Paul, S. Lemstra en Zn., Scharnegou
tum; 3 Hoarne Roland 111, H. R.
Schaap, Deersum; Frisia Hugo, fa.
Hoogterp, Deersum.