Iets over de Sneker Munt Ï-- Scheepsramp op de Atlantische Oceaan Waldsein Oerein Wat de raad te behandelen krijg! Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL en IJLST I ■BH tie Jaargang No. 58 Dinsdag 22 Juli 1952 0 Bevorderd Kinderverlamming Abe Brouwer. Friesch Dagblad voor de rechter ..-^= Het Sneeker Nieuwsblad Is een gecombineerde uitgave van NIEUWE SNEEKER COURANT, SNEEKER COURANT en DRIJFHOUTS NIEUWSBLAD Redactie-adres: KLEINZAND 7 Telef. 2872 De sterfte aan t.b.c. Met beurs van O. K. en W. naar Spanje 1*1 I i 1 SNEEKER NIEUWSBLAD Redacteur L. KIEZEBRINK een geringe slagzij van vijf Waldsein. En in het geljjk gesteld. oer deelname Overdracht stroken grond. Verhuur ouue H.B.S.-gebonw. Rekeningen bedryven. In verband met het feit dat de rege ring heeft besloten voor het rijksperso- Onze semius, eens Dr L. Alma te Amsterdam, de zoon van de Sneker Burgemeester Mr D. Al ma. Hoog bejaard, ziet men Dr Alma zijn tachtigerschap niet aan, en met schier jeugdige opgeruimdheid staat hg ons steeds te woord, wanneer wij zijn gastvrije woning komen bezoeken. Dank zij een scherp geheugen, schildert hij ons het Sneek van zijn jongensjaren voor Naar aanleiding van een nieuwe aanwinst in ons museum. Advertentleprij» 15 et per m.m. Bij contract (handelsadv.) lager. Abonnementsprij» I 3. - per half jaar. Franco per poit I 3.75 oer half jaar. Giro 50748 ten name van Firma E. J. Drijfhout, Sneek. Verschijnt: DINSDAGS an VRIJDAGS. Administratie: Comb. Drijfhout-Kiezebrink Co. KantoorGROOTZAND 55 Telefoon 3005 (K 5150) Het sterftecijfer aan tuberculose be droeg in 1951 per honderdduizend in woners 16.1 tegenover 86 nog slechts enkele jaren geleden. Met uitzondering van Denemarken is dit het laagste in de wereld. Verheugend laag noemde de voorzitter van de Nederlandse centrale vereniging tot bestrijding der tubercu lose, dr M. R. Heynsius van den Berg, dit cijfer in zijn toespraak tot de alge mene vergadering dier vereniging. Toch zit er een gevaar in, namelijk dat men de t.b.c. zo’n beetje als afgelopen be schouwt. T’’ins eist de kanker als volks ziekte de eerste plaats op. Doch men vergete niet, dat er nog steeds 15.000 nieuwe tuberculose-gevallen per jaar aan het licht komen. Hij wees daarbij op het grote belang van de nauwkeuri ge maandelijkse registratie. De vereni ging zal in 1953 vijftig jaar bestaan. Oorspronkelijk wilde men dit vieren met een groot congres. De ftaanoK» Mtep dit echter niet to®> Aan de kunstschilder Justus Tjalling Halbertsma, leerling van de Rijksaca- demie voor Beeldende Kunsten te Am sterdam, is door het Ministerie van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen een beurs toegekend om gedurende twee maanden een cursus te volgen aan de Spaanse Academie voor Beeldende Kun sten te Senovia. In de week van 6 tot en met 12 Juli zijn 72 gevallen van kinderverlamming aangegeven. Daarvan 29 in Limburg, twintig in Noord-Brabant, acht in Noord-Holland, zeven in Zuid-Holland, vijf in Gelderland, twee in Utrecht en één in Friesland. De gevallen in Lim burg en Noord-Brabant kwamen ver spreid over de provincies voor. In Noord-Holland werden gevallen aange geven te Haarlem (3), Den Helder (2) en één te Amsterdam, Velsen en 2?waag. In Zuid-Holland in Rotterdam (5) eft één te Ridderkerk eb te Vlaardiogett, zen. Ver- en hoogspringen, 100 en 1500 m. hardlopen voor dames en heren en andere athletieknummers. Om 5 uur een voetbalwedstrijd tussen elftallen van K.N.V.B.- en F.V.B.-spelers. Om 8 uur in de grote tent optreden van De Blauwe Spylders uit Oenkerk, die onder leiding van de schrijfster, mevr Oostra, meer en meer op de voorgrond treden, met een groot blijspel en een één-acter. Dit is heel in het kort het program ma en men vindt er voor elk wat wils. De commissieleden, ja we mogen wel zeggen heel Woudsend, zal met dit pro gramma eer inleggen en de bezoekers van heinde en verre aantrekken, wat Woudsend meer dan verdient. Geen jubi leum, geen gezocht voorwendsel, maar louter en alleen, zoals de heer Wester- hof het zo kernachtig uitdrukte: „Men moat jin nou en dan ris opponearje!” Waldsein stiet Oerein Lit nou de lju mar komme 1 It leit der sa fredich hinne, midden yn it wetterlan, in jewiel tusken twa mar ren. As it moai helder waer is hat men it fuortdaliks yn ’t each fanóf de Lem- ster strjitwei en bliuwt men efkes op 'e Wellebrégge stean dan kin it net oars Hoogstwaarschijnlijk heeft het muntje eenmaal deel uitgemaakt van de be roemde verzameling van Servaas Wiger- sma te Leeuwarde i. Na diens overlij den, in het jaar 1913, werd deze collectie door Frederik Muller te Amsterdam ge veild; in de catalogus van deze veiling vinden vze het mi tje vermeld onder no. 324. Omdat het Koninklijk Kabinet, evenals het Friesch Museum, reeds een dergelijk exemplaar bezat, raakte het in particuliere handen, om, gelijk gezegd, in 1938 onverwachts weer op te duiken op de veiling van Jacques Schulman. Ho pelijk verliezen wij het nu niet meer uit het oog en blijft het voorgoed in Sneek! Het muntje vertoont geen jaartal. Toch is het mogelijk de ouderdom ten naaste bij te bepalen. De bekende ge schiedschrijver Pier Winsemius deelt in zijn kroniek (1622) mede, dat er te Sneek voor het eerst werd gemunt in het jaar 1464. Een bron voor dit bericht geeft Winsemius niet, maar het schijnt ons wel betrouwbaar. Het Sneker Stad boek, in het jaar 1456 opgesteld, geeft althans nog geen bepalingen over de stedelijke muntslag, terwijl wij sinds het jaar 1476 gedateerde Sneker munten kennen. Het zoeven beschreven munttype gaat de gedateerde exemplaren vooraf, zodat het geslagen zal zijn in de periode tussen 1464 en 1476. Ook is er te Sneek in deze jaren nog een stuiver-stuk geslagen, waarvan het enige exemplaar in het Friesch Museum berust. De opschriften B. en W. stellen voor de rekeningen der verschillende bedrijven over 1951 goed te keuren; de rekening van baten en lasten van het openbaar slachthuis- bedrijf sluit met een nadelig saldo van 9932.21, van het gasbedrijf met een voordelig saldo van 27176.91, van het waterleidingbedrijf met 'n voordelig sal do van ƒ14693.27, van het reinigings- bedrijf met een nadelig saldo van 110.924.74. Iedere goede Sneker heeft wel eens gehoord van het „Muntsjehüs”. Ruim vijftig jaar geleden werd het afgebro ken, om plaats te maken voor de Munt straat. Jammer dat dit geschied is, want Sneek verbeurde er een monument mee, dat wel zeer nauw verweven was met de stedelijke historie. Hier is immers eens de stedelijke munt geslagen. De aanleiding tot de afbraak was. ge lijk reeds gezegd, de aanleg van de Muntstraat. Een stedebouwkundig ge zien ongelukkige doorbraak, die al tot ontelbare aanrijdingen aanleiding heeft gegeven en maar beter niet gemaakt kon zijn. De bedoeling was destijds, hierdoor een nieuwe toegang te scheppen naar de Botermarkt, waarbij de boter op lorries door Kleine Kerkstraat en Munt straat naar de schepen in de stads gracht kon worden gereden. Het spijtige was echter, dat deze toegang er kwam, toen de Botermarkt al aan het verlopen was, in verband met de opkomst van de zuivelfabrieken. Oudere Snekers kunnen zich het „Muntsjehüs” nog wel voor de geest ha len; een gebouw, waarvan dc hoge ouderdom uit de bouwtrant sprak. Er zijn er echter ook, die beweren, dat het eigenlijke Mvnthuis daar niet stond, maar schuins er achter. Zekerheid zal er nu wel moeilijk meer te verkrijgen zijn. Onze vraagbaak in zulke zaken is wel lang gedempte grachten en afgegraven bolwerken, geslechte „pijpen” en neer gehaalde gevels. Neltjeshaven en Kleine Palen heeft hij nog als wateren gekend. En hij herinnert zich heel goed, hoe de hoge „pijp” in het bolwerk, daar waar de Kleine Palen in de stadsgracht uitliep, de vaste vergaderplaats was voor oude mannen met schippersbaardjes, die van uit hun hoge stede van het onbelemmer de uitzicht over de velden genoten, en er aan het gedrag van de wolken en de wind het weerbericht voor de volgende dag kwamen opstellen. Ook het „Muntsjehüs”, destgds een stalhouderij, weet hij ons natuurlijk nog te beschrijven, evenals zo menig ander pand, dat nu onze stad tot sieraad had kunnen sti kken maar plaats moest ma ken voor een der karakterloze bouwsels, waarmee Sneek sindsdien werd verrijkt. Maar nu dan de aanleiding tot deze inleiding! Het is een dim, zilveren muntje, een schelling, eenmaal in Sneek geslagen. Hoogst zeldzaam, kocht Dr Alma het op een veiling van Jacques Schulman te Amsterdam, in het jaar 1938. Wij zijn zo gelukkig, het nu in ons Museum te kunnen tonen, waartoe Dr Alma het welwillend in bruikleen heeft willen geven. De voorzijde van het muntje vertoont het Snekef wapen, met het randschrift „MONETA NOVA SNEKENSIS” (Nieu. we Sneker Munt); de keerzijde toont een kruis; in het kruispunt der beide armen de letter S, terwijl het randschrift luidt: „IN HOC SIGNO VI(N)CES”. (In dit teken zult gij overwinnen). Hoe zeld zaam dit muntje is, blijkt wel uit het feit, dat er verder maar drie dergelijke schellingen bekend zijn, waarvan er twee worden bewaard in het Friesch Museum te Leeuwarden, en één op het Koninklijk Kabinet van Munten, Pen ningen en Gesneden Stenen te ’s Graven- hage. Dit kiekje van of men kriget langstme om dér hinne. De moderne forkearswei dy’t wol hwat lang ünderweis west hat is in hiele for- bettering, al moat men tajaen, dat de aide bochtige grintwei mei syn beam- ifiRO -’Hoi oV Vijf-en-zestig mijlen uit de kust van Long Island (New York) drijft het smo kende, roocl-gloeiende wrak van het Noorse vrachtschip Black Gull, dat in de nacht van Vrijdag op Zaterdag het noodsein uitzond en om onmiddellijke assistentie verzocht, daar het voor het grootste deel in brand stond. De lading was naphtaline, een uiterst brandbare vloeistof. Een paar minuten na het eerste alarm stond het hele schip in brand van ver voor de brug tot achter toe. De sloepen wareri meteen onklaar of door het vuur verteerd, behalve een, die men inderdaad heeft kunnen strijken. Vijf- en-twintig mensen vonden daarin plaats, maar niet dan nadat de meesten van hen al enige tijd op hun zwemvesten hadden rondgedreven. De andere opvarenden er waren negen passagiers aan boord en een be manning van veertig' hebben veel langer rondgedreven. Zij zijn later op gepikt door te hulp gesnelde schepen. Op het ogenblik zoekt men nog naar vier leden van de bemanning. Al vrij kort na het eerste noodsein was het Zweedse schip Gripsholm, dat in de oorlog duizenden het leven heeft gered, toen het vo voor het Inter nationale Roode Kruis, dicht genoeg in de buurt om dc eerste schipbreukelin gen op te pikken. Sommigen waren ge wond. Zes van hen moesten in een zie- kenhuis worden opgenomen. Een, de derde officier van de Black Gull, was zo zwaar gewond, dat hij aan boord van de Gripsholm moest blijven om daar verpleegd te worden. De vier mannen die nog steeds vermist worden, waren van de achtersteven v n het brandende schip gesprongen. Hoewel zij waar schijnlijk zwemvesten om hebben, is de kans dat men hen nog vindt, zeer ge ring. De passagiers onder wie zich vgf Nederlanders bevonden zowel als de leden der bemanning, zijn bijzonder te spreken over de moed van de stewar dess, die men alleen maar kent bij de naam Suzanna, een blond Noors meisje, dat tot op het 'aatste ogenblik rustig neel in de interimiegeling ziektekosten voor het jaar 1952 de maxima te ver goeden bedragen voor gehuwden en on gehuwden te verhogen tot resp. 60 er 30 per jaar. stellen B. en W. voor ooa hier het bedrag van 50 (dat zowel voo' gehuwden als ongehuwden geldt) op 60 te brengen. ek dichtte Nei syn dea Onder deze sprekende naam zal Wouds end morgen, Dinsdag, en verder gans de week staan in het teken van feest, van actie ensaamhorigheid Heel dit, uit historisch oogpunt zéér oude dorp, heeft fcich opgemaakt om Friesland te tonen wat men al samen werkend vermag. Het Comité bestaat uitvoor Dorpsbelangen, de Jong en Nijdam; voor de Oranjevereniging, de Jong, Op de Hoek en Finnema; voor de Sportvereniging, Okma en van Brug; voor de Winkeliersver., Nijdam, Wester- hof en Tolsma; voor de Muziekver., Bergstra en Ypinga en voor de Con coursdag, Dijkstra, Oslnga en v. d. Kooi. Dit comité heeft zich natuurlgk uitge breid met de nodige subcomités. Wij hebben even gesproken met de heer Westerhof en uit deze inlichtingen bleek ons dat, wanneer het weer maar even meewerkt, de organisatoren gerust kun nen zyn. Het zeer uitgebreide program ma vangt Dinsdag 22 Juli 's middags één uur, we zouden zeggen, natuurlijk, aan met een concours-hippique, waarvoor goed is ingeschreven en waar de lief hebbers hun hart (en oog) kunnen ophalen. Des avonds een groot muziek festival van zeven der beste corpsen uit de Z.W.hoek. Woensdag 23 Juli, na de grote volksspelen, iets nieuws voor de Z.W.hoek, „De Wielerronde van Woudsend”, georganiseerd door promi nente figuren en waar zeer bekende ren ners voor inschreven, start 6.30 Dan om 8 uur touwtrekken om het kampi oenschap van de Z.W.hoek, van alle bekende trekkers. Donderdag 24 Juli de jaarlijkse ge meentelijke schoolwedstrijden en Vrijdag 25 Juli een optocht van kinderen, groe pen en versierde wagens, ’s morgens om 9 uur, verder kinderspelen en om 4.30 uur poppenkast voor alle kinderen. Gra tis en verzorgd door Jorna van Sneek. 's Avonds om 8 uur een vrolijk pro gramma van eerste klas artisten in de grote feesttent, o.a. Jan Vogel, Hetty Pellen. Charles René en de Zingende Zus jes. Een avond van non-stop vrolijkheid. Zaterdag 26 Juli tot besluit sport wedstrijden met deelname van clubs uit Langweer, Heeg, Ngland en Oppenhui- B. en W. stellen voor, op haar ver zoek, opnieuw aan de Ver. voor Chr. Mid delbaar en Voorbereidend Hoger Onder wijs alhier, nu voor de cursus 1952-’53, te verhuren het pand Westersingel 28 (voorheen R.H.B.S.gebouw), waarin, zo lang nog niet over een eigen gebouw wordt beschikt, haai lyceum is onder gebracht. De jaarlykse huurprijs is 2875. Woudsend werd 40 jaar geleden gemaakt. hat dokter Schepers, ien fan 'e foaroan- mannen dérre üt ’e Snitser Krite al dy stikken opfandele en ütjown. Tige nijs- gjirrich wurk en wy wolle ta bislüt in pear lytse ferskes fan him ófskriuwe. In grêfskrift op Napoleon: Hjir yn dit grêf sliept Bonaparte, Dy’t yn syn tiid de wereld tartte Mar doe't de dea syn libben naem Wie hy sa mak allyk in laem. Nou leit er hjir... wit nearne fan, Hjir leit, hjir reast de grutte man. Rounom makke Sytze gedichten op, lyk as it fordrinken fan in jongfaem yn in wek op ’e Fluessen; op ’e Waldseiner merke, mei syn fleur, mar ek syn mêlle dingen en hjir ta bislüt syn selspetret: Sytze Sytzes is myn namme, De Jong dat is myn van; myn stamme wie boer, mar mei my is ’t sa bislein Dat ik bin fisker to Waldsein Wüldseiners, dér is to min romte, mar fan jimme plak is noch hiel folie to fortellen. Hokker sneuper by jimme set him der ris ta.?, haar plicht b1' doen en alle opvaren den hielp bij het aandoen van de zwem vesten en het strijken van de enige bruikbare boot. Op het ogenblik, 48 uur na het eerste alarm, dryft het 5000 ton metende vrachtschip nog steeds rond. Het is nog zo heet, dat de bergingsvaartuigen niet dicht genoeg in de buurt kunnen komen om een lijn over te brengen. Midscheeps is de Black Gull rood gloeiend. De gehele bovenbouw is een verwrongen massa ijzer. De masten zijn verdwenen. Maar onder de waterlijn schijnt alles in orde te zijn. Het schip ligt niet dieper dan anders en 't maakt slechts graden. oud-stadgenoot mr dr J. Win- thans te Delft, is bij Kon. be sluit van 7 Juli jl. bevorderd van re- serve-kapitein tot reserve-majoor bij de Kon. Landmacht. De Leeuwarder Rechtbank heeft uit spraak gedaan in een zaak, welke ds. C. Eggengraat, Ned. Herv. predikant te Lolwerd, aanhangig heeft gemaakt te gen het te Leeuwarden verschijnend F riesch Dagblad en de hoofdredacteur van dat blad, de heer H. Algra. Ds. Eg gengraat eiste een schadevergoeding van tienduizend gulden tot betering van het nadeel, door hem ia eer en goede mam geleden door hev verschijnen van artikelen in genoemd blad, o.a. onder de titel „Vaandragers van het commu nisme in Friesland”. De predikant en een aantal andere personen hadden hun ncam geleend aan een vredesactie, wel ke door communisten bleek te zijn ge ïnspireerd en het Friesch Dagblad trok daar fel tegen van leer. De rechtbank heeft in haar vonnis eiser niet ontvankelijk verklaard en hem veroordeeld in de kosten van het geding. De rechtbank overwoog, dat er geen sprake is geweest van belediging, smaadschrift of laster; gedaagden heb ben zich tegenover eiser evenmin aan een onrechtmatige daad schuldig ge maakt fan hwat hout de Waldseiners snijt wie- ne. Der kamen greate skipshellingen, koarn- en houtmounen en hjoed de dei noch kin men neiteam oanwize dy’t üt dizze warbre lju fuortkamen. Op it plak hwer 't nou de Griffemear- de tsjerke stiet wie nei in skildery fan Aede Lutzens yn ’e 18e ieu in helling, hwerdat greate skippen boud waerden en dér tsjinoer stie in houtmoune. Op ’e Bumapleats to Ypkolsgea wie (is?) in keamer hwerdat it lewant al- hiel biskildere wie mei foarstellings fan Waldsein. (Kin it wêze dat it hüs yn Drylts dat allyk biskildere is, fan de- selde master dien is?) Dêr hat ek in skilder wenne, Otte de Boer, dat wie in kindich, mar wyld man, fan him wiene ü.o. ek de staesjes yn ’e aide Roomske tsjerke. En hoe is Waldsein net forgroeid mei de Trompen, de stifters fan de assu- ransjesoasjeteit foar reders en skippers, hwerdat letter it machtige „Waldsein” i üt fuortkommen is waldsein, der soe in boek oer to ogen, en doet ons dwalen langs reeds skriuwen wêze, oer it plak en syn mins- ken. Yn ’e 19e ieu wenne der b.g. in fis ker, Sytze Sytzes, dy’t ielfiske, winters op 't iis stie, mar dy’t yn it Südwester Frysk. van dit muntje komen overeen met die van de ongedateerde schellingen, terwijl ook in ander opzicht, afgezien van de verschillende grootte, beide munttypen aan elkaar verwant zijn. Wat de gedateerde munten betreft, wij kennen exemplaren uit de jaren 1476, 1477, 1478, 1492, 1493, l^S en 1500. De laatste twee series zijn geslagen in een tijd, waarin Sneek haar republikeins be stuur had verloren en onder het gezag van Albrecht van Saksen was gekomen. De vóór het jaar 1492 geslagen mun ten vertonen alle eenzelfde type; ook de randschriften komen overeen, behoudens enkele varianten. De voorzijde steeds weer het wapen van Sneek met het randschrift „MONETA NOVA SNE KENSIS”, de keerzijde het kruis met de letter S en het randschrift „ANNO DO MINI MCCCCLXXVI”, „ANNO DOMI NI MCCCCLXXVII”, etc. Ook het stuiver-stuk van 1493 heeft dit type nog behouden; de schelling van 1492 daarentegen wijkt af en vertoont aan elke zijde een dubbel randschrift. De voorzijde heeft het stadswapen, maar kleiner dan op de oudere schellingen; het buitenrandschrift luidt „MONETA NO VA SNEKENSIS”, het binnenrand- schrift „ANNO DNI MCCCCXCn”. Op de keerzijde verschijnt een onversierd kruis, het buitenrandschrift luidt hier „DA PACE(M) DNI DIE(US) N(OST) RIS” (Geef, Heer, vrede in onze dagen); het binnenrandschrift ,,O(UIA) NO(N) E(ST) A(LITTS), Q(UI) PUG(NA)T P(RO) NO(BIS)”. (Omdat er niemand anders is die voor ons strijdt). Een op schrift, dat de grote kommernis ver raadt, die onze stad in het jaar 1492 ter neer drukte. Toen de vrijheid van Sneek werd bedreigd en geen redding mogelijk scheen. Wat de zeldzaamheid der gedateerde Snek-r munten betreft, deze is niet min der groot als bij de oudere, niet van een jaartal voorziene exemplaren. Zij waren dit reeds in het begin der 17de eeuw. Maat hierover de volgende maal. H. HALBL X. men (oanlein yn 1859’59) ek syn aparte bikoring hie. Mar nou leit Wald sein iepen foar it each. Waldsein, hwat bistou al MdDyn forline rikt ta de 14e ieu ta, doe’t de Carmelieten üt it Haer’immer Convent der in kleaster stiften en hwer dizze oarkonde fan opmakke is: „Ann. M.CCC.XXXV.II is earst fon- dearre dat Cleaster toe Wols-eynd”. Dit kleaster moat stien hawwe op it plak fan de koarnmoune, hwant der kaem fansels in tiid doe forfoelen de kleasters. Mar hwat wie it in frjemde tiid, fol fjochterijen. De Doniakriich (tusken de Harinxma’s en de Donia’s), de Skieringers en de Fetkeapers ja, der is hwat ófstellen, roafd, fochten en dien troch de rju eale hearen fan doe. En de boeren en arbeiders moasten mar meidwaenNei dy tiid bliek al rillegau Wijziging tgdelgke ziekte kostenregeling gemeente- personeel. Bij haar bezoek aan Gouda en omstre ken heeft H. M. de Koningin eerst een bezoek gebracht aan Oudewater, waar zij volgens traditie op de Hek- senwaag werd ge wogen. B. en W. adviseren: Mevrouw de we duwe E. S. Lampe, geboren Wolbert, en de heer G. H. Krommendijk, beiden wo nende alhier, hebben verzocht te bevor deren dat aan elk van hen ia eigendom wordt afgestaan een achter hun respec tieve woningen Leeuwarderweg no. 51 en Lindenlaan no. gelegen strook bouwterrein, ter grootte van onderschei denlijk 72 m2, en 46 m2. Mevrouw Lam peWolbert wenst het terrein onder beding van een jaarlijkse ‘grondrente ten behoeve der gemeente in eigendom te verkrijgen, terwijl de heer Krommen dijk de grond onbezwaard wil aanvaar den. Tegen inwilliging van de verzoeken hebben wij geen bezwaar. De verkoops prijs van de grond dient op ƒ7.50 per m2, te worden bepaald, welke som gelijk is aan die welke voor ander ter plaatse gelegen gelijksoortig bouwterrein is vastgesteld. De jaarlijkse grondrente bedraagt bij deze prijs 0.37% per m2. B. en W. stellen de raad voor in deze zin te besluiten.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1952 | | pagina 1