lets over oude Sneker binnenhuizen
Het meisje met het scheve gezicht
KAPPIE en
de reis met Troeteltje
Ta
Betaling Abonnementsgeld
ADVERTEERT IN DIT BLAD
J.
w
overleden
Ingezonden
Kort verhaal door L. v. SCHOO TEN
P:
I
Schutjassen
Personeelsver. Lankhorst
Le
Personeel van Lankhorst
collecteerde voor de
vluchtelingen
Kerstzang
op Eerste Kerstdag
Adventsavond Doopsgezinde
Jongerenkring en Zangkoor
Skaekwedstriid
De Wijmerts - Aldegea (W.)
Filmavond N.C.L.B. in
Oudega (W.)
Ijsclub IJsbrechtum en
Omstreken
Bazar to Jutryp-Hommerts
I
H. fk
ver-
in
36
de
schreeuwde
cipier
0—1
4^—6%
niet,
had
integen-
„de
Anneke
niet
voor
Tussen de
L. van Schooien.
Adm. „SNEEKER NIEUWSBLAD”
Bureau Grootzaud 55, Sneek.
Tengevolge van een ongeluk met zijn
bromfiets is te Waspik overleden de
heer W. Posthuma, gemeente-architect
aldaar en tot voor enige maanden werk
zaam aan het bureau van Gemeentewer
ken te Sneek. De overledene was 38 jaar.
zijn. Met een reserve, die een uitdaging
op zichzelf was.
Toen Lucy als stenotypiste aangeno
men werd, was het met Annekes rust
gedaan.
Rust..
een
in
V<
va
m<
pl<
ini
hu
be
da
Sn
de
Sn
Ar
o
M»
pr
Vc
set
VI
D/
dit
on
H
gi
tx
bl
co
or
Vi
s.
gezamenlijke zang van
hij in gebed voorging
gedeelte van de 145ste Psalm las. In
0—1
0—1
De einütslacht wie
yn it foardiel fan Aldegea (W.)
Men schrift ons:
De Chr. Koren en de Chr. Muziekver
eniging „Harmonie” zullen op le Kerst
dag op verschillende plaatsen Kerst
zang ten gehore brengen, 's morgens 7
uur te beginnen bij het St. Ant. Zieken
huis. Vervolgens zal worden gezongen
by het Rusthuis „Thabor”, het Geref.
Verpleeghuis, Cruycebroedershof en het
Ned. Herv. Ziekenhuisje aan de Maria
Louisestraat.
Op Donderdagavond 23 Dec. van 8 tot
9 uur wordt hiervoor een Generale repe
titie gehouden in de Noorderkerk aan
het Bolwerk. Op deze bijeenkomst, wel
ke een interkerkelijk karakter zal dra
gen, wordt ieder verwacht die wil mee
zingen, dus niet alleen koorleden. Een
programma wordt aan de kerk
strekt. Komt in groten getale
spontane collecte van het
van het personeel, en één uur
i het kantoorpersoneel, bracht
3 van 200 op. De Directie
verdubbelde dit bedrag, zo dat een mooi
van 400 voor dit goede doel werd
Het is een traditie geworden dat de
Doopsgezinde Jongerenkring en het
Doopsgez. Zangkoor tezamen hun ad
ventsavond houden. Ook dit jaar zal dat
weer het geval zijn en wel op Donder
dag 23 December, aanvang 7.30 uur In
de Doopsgez. kerk. Opgevoerd zal wor
den het Kerstspel „Waarvan Jesaja
sprak”. Het zangkoor verleent haar me
dewerking aan dit spel, terwijl ook apart
nog enkele Kerstliederen zullen worden
gezongen onder leiding van zyn dirigent
Flucie van Bergen. Daar de collecte al
jarenlang de onkosten niet kon dekken
zal een programma, tevens bewjjs van
toegang, voor 20 cent verkocht worden.
Deze zijn verkrijgbaar by de koster.
Tevens zal nog een collecte worden ge
houden ter bestriding van de zeer hoge
kosten.
„Stilte hier!"
woedend.
„Houd je kalm, klont!” waarschuwde
Kappie. „Je hebt alles weer bedorven en
ze hebben groot gelyk dat ze je achter
de tralies gezet hebben, en zo is het
maar net!"
zaak, was later een vrouwenhater ge
worden sinds zyn mooie, jonge vrouw by
een auto-ongeluk was omgekomen.
Anneke kon er niet om treuren.
Zaterdag 18 Dec. hield de Personeelsver
eniging van Lankhorst Touwfabrieken haar
Schutjasavond voor de leden, in het Piter
Jelles Hüs. De prijzen bestonden uit vlees.
Zij die niets wonnen kregen een aardige
verrassing. De Voorzitter de heer M. Ring-
ma kon met een toepasselijk woord, de
prijzen aan de volgende winnaars uitreiken.
Hoofdprijzen: 1. Joh. v. d. Meulen, G. v.
d. Molen; 2. E. Venema, H. Laskewitsz, af-
val-ronde; 1. J. Pereboom, G. Kracht; 2.
B. v. d. Werf, Jac. Koornstra.
Troostprijzen 1. J. Eekma, H. Riemer-
sma 2. R. v. d. Land, H. Huisman, afval-
ronde; 1. A. v. d. Horst, A. Brandsma; 2.
Tj. Joustra, H .Ferwerda.
Poedelprijzen: 1. J. Nieuwenhuis, J. v.
Oosten; 2. T. Broodwinder, C. Dijkstra', af-
val-ronde; 1. S. de Ree, M. Ringma; 2. W.
v. Dijk, L. Dheer.
de manier waarop ze Anneke precies
liet voelen wat ze dacht: voorbestemd
voor ouwe vryster, jaloers op een knap
meisje, nooit kans bij een man, uitdro
gen op een kantoorAnneke wist
het, alsof Lucy het met zoveel woorden
had gezegd.
En de anderen omzwermden Lucy. De
meisjes zowel als de mannen. Ze aan
vaardde de hulde als vanzelfsprekend,
maar gaf haar reserve niet prys. Ook
niet tegenover Steven van Hagen. Maar
wanneer Anneke het privé-kantoor bin
nenkwam en ze zag Lucy zitten, dan
leek het of zy, Anneke, kwam storen en
Lucy daar hóórde.
In een perverse zelfkwelling moedig
de ze die gevoelens nog aan. Toen
Steven naar de werkgeversvergadering
ging, verontschuldigde Anneke zich dat
ze ’t te druk had om mee te gaan en
notities te maken. „Dan moet juffrouw
Beerninck maar mee!” had Van Hagen
vastgesteld. Zie je wel, had Anneke ge
dacht, natuurlgk, hij mist me niet eens.
Hy is maar al te blij. Juffrouw Beer
ninckLucy, ’t Kan niet mooier. Te
gelijk wist ze dat ze onbillijk was. Lucy
kwam vanzelfsprekend in aanmerking.
En toen ze twee dagen later Lucy ele
gant in de wagen zag stappen en met
een trotse beweging het portier naar
zich toe halen, gingen Annekes gedach
ten met haar op hol. Mevrouw Van
Hagen II, dacht ze. Maar als dat zo
was, dan ging zij weg... banen genoeg.
Al zou het haar niet meevallen afscheid
te nemen van de zaak-van Hagen... en
van Steven van Hagen zélf. Want ze
mócht deze man, zo rustig en gereser
veerd, zo correct en zakelijk, maar toch
niet zonder hart en gevoel. Maar de
Stevens waren voor de Mariëttes en de
Lucys, en
scheve”
cultuur; overblyfselen van nog vroegere
betimmeringen zyn ons in Sneek nooit
meer onder ogen gekomen, op één uit
zondering na, waar wy het hier even
over willen hebben.
Ongeveer een eeuw geleden in 1852
vestigde de overgrootvader van on
dergetekende, Johannes Halbertsma, zich
vanuit Grouw in Sneek. Hy kocht een
woonhuis met pakhuis aan de Geeuw,
met het onbelemmerde uitzicht op de
Kolk en de Waterpoort, en dreef aldaar
een handel In boter en kaas, die weldra
tot een der belangrykste van Friesland
uitgroeide.
Het aantal kinderen van koopman
Halbertsma die gehuwd was met Hyl-
kia Kingma uit Makkum hield met
de uitbreiding der zaken gelijke tred, en
toen dit gestegen was tot 6 in ’t ge
heel waren er 9 geboren, doch 3 daar
van stierven spoedig na de geboorte
werd het huis aan de Geeuw hem te
klein, zodat hy, in 1866, verhuisde naar
het pand Marktstraat 18, thans de Boaz-
Bank. Maar ook dit beviel op de duur
niet, zodat in 1871 het pand Kleinzand
10 werd aangekocht, thans „Aere Peren-
nius”. Vóórdien was dit fraaie huis enige
generaties lang bewoond geweest door
de familie Wouters, vermogende olie
slagers en kooplieden, van streng-
Doopsgezinde huize.
Toen koopman Johannes het pand
aanvaardde, had het uiteraard reeds de
uiteriyke gedaante, die het nu nog bezit.
De voorgevel dateerde van 1783, het
achterhuis van 1800, terwyi het daartus
sen gelegen gedeelte, voorzover in 1783
niet verbouwd, nog uit de 17de eeuw
stamde. Tot dit laatste gedeelte behoor
de ook een opkamer, gelegen boven een
kelder en oorspronkelijk wel de voor
naamste kamer van het huis. Men moet
zich de 17de eeuwse Sneker koopmans
huizen namelijk zó voorstellen, dat men
by het binnentreden niet In een gang
kwam, doch in het z.g. voorhuis trad,
een betegelde ruimte, waarin hoogstens
een bank stond en een stoeltjesklok aan
de wit-geschuurde muur hing. Op deze
hal gaf een glazen pui uitzicht, en ach
ter deze pui bevond zich pas de woon
kamer, die men met een trapje bereikte,
omdat zich onder de verhoogde vloer de
onmisbare provisiekelder bevond. Er is
in Sneek geen enkel huis meer over ge
bleven waar men een dergelijke situatie
nog kan terugvinden, in verschillende
Zuiderzeesteden, met inbegrip van Am
sterdam daarentegen nog wel. Het mooi
ste voorbeeld biedt misschien het pand,
waarin thans de Oudheidkamer te Edam
is ondergebracht.
Deze opkamer had men in 1783
wezen gelaten, doch het voorhuis
Gestaag en onverbiddelijk knaagt de
tand des tijds aan alles, wat er aan de
gewrochten onzer voorouders nog om
ons heen bestaan mocht. En waar de
molm of roest hun werk, in opdracht
van de tijd nog niet voltooid mochten
hebben, daar vinden zij wel een bondge
noot in de mens, die het oude gaarne
vervangt door het eigentydse, niet om
dat het versleten of onbruikbaar zou
zijn, doch louter uit een gevoel van on
behagen, dan wel uit angst, door zyn
buurtgenoten voor achterlijk te worden
uitgekreten.
Zo kan het geschieden, dat wy dan
hierheen, dan daarheen geroepen wor
den, met de vraag of wy „belang heb
ben” by een tegeltableau, een bedschut,
een eiken deur, een gangpoortje, etc.,
die men niet langer waardig gekeurd
heeft op zijn oorspronkeiyke plaats te
blijven. Heel vaak verdriet het ons, by
■dergelijke gelegenheden te moeten be
merken dat de voorgenomen, vaak kost
bare verbouwingen niet alleen in het ge
heel niet noodzakelijk waren, maar dat
hetgeen, wat men daarvoor in de plaats
dacht aan te brengen, even banaal is
als het opgeofferde kunstzinnig. Men
mag dan al tot de eigenaars of bewo
ners van een dergelijk te bederven pand
beweren, dat wat zij verwerpen, door de
meest vooraanstaande en vermogende
ingezetenen van „Holland” gaarne wordt
gekocht en met grote kosten in hun hui
zen weer wordt aangebracht, zodat de
verkopers, en niet de kopers, achter de
tijd zijn door te menen dat men eerst
voor vol wordt aangezien als men achter
trlplex-deuren woont en tegen zolderin
gen van geperst zaagmeel aanstaart, het
baat allemaal niet. En, waarlijk, met
een zucht, wordt door ons dan maar ge
poogd, het eens te worden over de koop,
opdat de uit te breken zaken in elk ge
val in Friesland blijven en, hopelijk, een
maal in ons Museum of ander geschikt
openbaar gebouw kunnen bewijzen, hoe
schoon de Friese binnenhuizen eenmaal
waren.
In Sneek zelf valt er op dit punt fei-
teiyk niets meer te redden; de Sneker-
patriciërshuizen zijn radicaal schoonge
veegd op het punt van betimmeringen,
en wij pryzen ons reeds gelukkig, de zo
fraaie beschietingen uit de achterkamer
van het huis aan het Hoogend, waar
eens de familie Gonggryp woonde, in de
Oudheidkamer te hebben kunnen opbou
wen, terwijl eerstdaags de ryk versierde,
marmeren schouw, door het Museum
aangekocht uit het pand aan het Klein
zand, eertijds bewoond door de familie
Hesseling, in de benedenzaal een plaats
je zal vinden. Dit zijn dan beide voor
beelden van 18de eeuwse Sneker woon-
En nuLucy. Mariëtte maar dan
in ’t zwart. Grote, donkere ogen, uit
dagend en kwasi-hulpeloos tegeiyk
Perfect gekleed, zonder uitdagend te
lot 1 Januari a.s. geven wij gaarne aan onze postabonné’s
de gelegenheid het abonnementsgeld voor het eerste halfjaar
1955 ad t 3.75 op onze girorekening 50748 (ten name van de
firma E. DRIJFHOUT) bij te schrijven. Na deze datum wordt
door ons gedisponeerd.
Voor de abonné’s in Sneek bedraagt het abonnementsgeld f 3.
per halfjaar. Desgewenst kunnen ook zij dit bedrag voor het
eerste halfjaar 1955 op genoemde girorekening storten.
In de dorpen wordt het abonnementsgeld door de agenten geïnd.
„Ik vindt ’t niks leuk”, zei Anneke
stroef en weerbaar, „zo’n scheef gezicht
nogal wat moois aan” en meteen
wist ze dat ze nu haar verschansing
had opgeruimd.
„Móóismaalde Steven, „móói.,,
komt dat er iets op aan? Waarom vindt
een man een vrouw aardig? Dat kan
duizend verschillende redenen hebben...
Anneke".
„Laten we maar gaan”, zei ze ge
smoord, want ze durfde hem niet aan
zien.
En na het concert belandden ze tóch
in zo’n apart restaurant met getemperd
licht en zachte muziek. En ze praatten
niet eens veel over het Weihnachts-ora-
torium. Het was Steven, die praatte,
over zyn jeugd, over zyn huwelijk, ter
wijl Anneke geboeid, maar soms ook
pijniyk getroffen, luisterde. En voortdu*
rend hamerde in haar hoofd de vraag:
Waarom vertelt hy me dat allemaal?
Steven had onder het praten nerveus
zitten spelen met zyn glas, met de wyn-
kaart en zyn ogen gericht gehouden op
het tafelkleed. Nu zag hy haar opeens
vol aan.
„Je vraagt je natuurlgk af, waarom
ik je dat allemaal vertel”, zei hy en
haar ogen knipperden, nu hy haar ge
dachten zo geraden had. „Het is, om
dat ik onder dit alles een streep heb
gezet. Maar met die streep, Anneke
Merkus, is de som niet compleet. Ik wil
er de optelling onder hebben, en dat
moet een bevredigend getal zijneen
geluksgetal. Annekeik ken je nu al
jaren, je bent altijd maar zo stilletjes
je gang gegaan, altijd correct, maar
nooit koud en zakelijk. Toen jij op die
feestavond opeens verdwenen was
o, en ik weet waaróm, nü weet ik het...
toen merkte ik dat er voor my de aar
digheid af was. Daarover heb ik dagen
lang nagedacht. En nu ik je zo opeens,
toevallig, even eenzaam als ik, ontmoet
te op de zaak, die dan uiteindeiyk voor
ons allebei dé toevlucht geworden was
toen wist ik dat ik het je moest
vragen. Zouden wy niet voortaan Alles
samen kunnen doen, Anneke? Moet ik
nog duidelijker worden?”
Anneke wist, en dat gebeurde niet
vaak, met haar houding geen raad. Ze
voelde tranen branden achter haar oog
leden, ze voelde hoe haar mond scheef
wegtrok in een malle glimlach.
„Weet je”, zei Steven, „hoe leuk je
er uitziet als je zo’n gezicht trekt?
't Werd tyd, dat iemand je dat eens
vertelde.”
„Ja”, zei Anneke, „en gelukkig, dat
jij die iemand bent.”
Kappie holde op de krantenjongen
af en rukte hem een krant uit de
handen. Het was net als hy gedacht
pie las niet eens verder wat er precies
gebeurd was. „De klont!” riep hy, en
zette het op een lopen. Hij holde regel
recht naar het politiebureau toe en ver
telde daar wie hy was en wie de Maat
was. Een cipier bracht hem vervolgens
Hier op kantoor had ze het allemaal
van voren af aan beleefd. Ze had de
snelle, even verbaasde blik gezien van
Steven van Hagen, de directeur... maai
die was te veel heer geweest om ook
maar iets van zyn gedachten te laten
biyken. Van Hagen, heette het in de
dacht trekkend. En ze genoot wanneer
ze achter haar rug opmerkingen hoor
de fluisteren, haar eigen verblindende
schoonheid hoorde vergelijken met wat
zij noemde de mismaaktheid van de an
der. Anneke had het gevoeld en ge
weten, geproefd onder de tactloze op
merkingen van het jonge vrouwtje, dal
nimmer kon nalaten op een bestudeerd
toontje te zingen. „Maar kunt u daar
dan niet wat aan laten doen
Meermalen had Anneke de vuisten ge
bald, de neiging bedwingend om de volle
hand midden in dat poppengezichtje te
kletsen. Hoe Steven van Hagen... maar
daar kwam je nooit achter. Hy was al-
tyd hoffelijk en voorkomend tegenover
z’n jonge vrouw, had onuitputtelijk ge
duld met haar onbenullige praterijtjes.
En toen hy die morgen op het kantoor
was gekomen, die morgen waarop de
radio melding had gemaakt van het
auto-ongeluk, waarbij de echtgenote
van de bekende industrieel H. was om
gekomentoen was zijn gezicht zo
volkomen ondoorgrondelijk geweest, dat
Anneke hem niet had durven condoleren.
En wonderiykze had ’t idéé, dat hy
haar dat niet kwalijk nam.
deel.
Bestuursverkiezing.
Het aftredende bestuurslid L. Bles werd
herkozen. In de plaats van de heer D.
Speelman, die zich niet herkiesbaar stelde,
werd benoemd de heer H. Zondervan. In
de tweede vacature ontstaan doordat ook
de heer C. v. d. Eems niet herkiesbaar was,
werd nog niet voorzien, daar de verschil
lende stemmingen geen resultaat oplever
den. Het bestuur zal nu trachten een vijfde
bestuurslid te vinden. Tot keurmeesters
werden benoemd de heren K. v. d. Wolf en
Tj. Jellema zulks wegens bedanken van F.
Doting en vertrek van D. Douma. Voor de
te houden rijderijen werd het bestuur vrij
mandaat verleend. Bij de verloting waren
de gelukkige winnaars: H. Dijkstra een
oranjekoek en G. Visser een Weihnachtstol.
Tijdens de rondvraag werd op voorstel
'van M. de Vries besloten de contributie
te brengen op 1.50 met dien verstande dat
als er in dit seizoen veel ijs komt een hef
fing van 50 cent per lid zal worden opge
legd, of de contributie voor het seizoen
1955-1956 zal worden verhoogd.
Na het afhandelen van de agenda sloot
de voorzitter de vergadering met een woord
van dank voor de medewerking en tot de
scheidende bestuursleden voor het vele dat
zij voor de Ijsclub hebben gedaan. Hij
hoopt dat het nieuwbenoemde bestuurslid
een waardig opvolger zal zijn.
Yn it lokael to Jutryp kaem de skaek-
klub üt Aldegea (W.) foar in freon-
skipli. e wedstriid op bisite by de klub
üt JutrypHommerts. De ütslach wie:
S. v. d. VeldeA. v. Popta
J. BoersmaR. Abma
KI. MartensSj. Abma
Da. G. SiniaK. Elzinga
H. VosJ. Bakker
H. OsingaW. Abma
H. R. Huitema—J. Schoonhoven
Anne Osinga Jr.S. de Vries
A. HofmanH. Boonstra
P. de JagerH. Wolthuizen
J. Prins—R.‘de Groot
tuïtief begrepen, dat geen sympathie
de jonge vrouw dreef. Mariëtte had een
achtergrond nodig, waartegen ze zelf
des te voordediger uitkwam. Ze was
ziekeiyk ydel en had er een kwaadaardig
genoegen in, ieder in de gelegenheid te
stellen vergelykingen te trekken tussen
haar en de jonge vrouw, die op Stevens
kantoor werkte. Graag liep ze met haar
de afdelingen door, onder een of ander
voorwendsel, steeds druk pratend, aan-
drukke dagen vóór Kerst
mis viel de Kerstavond voor het perso
neeleen oud gebruik. Een gezellige
avond, een beetje muziek, een Kerstspel
opgevoerd door jongelui, een speechje
van de baas. Het was om de saamhorig
heid te bevorderen, om, zoals Steven het
uitdrukte, „de Van Hagen-familie by
elkaar te houden”. Reeds tientallen ja
ren stond het bedrijf bekend om de uit
stekende sociale voorzieningen voor het
personeel, om de goede teamgeest die
daar heerstelang vóór wettelyke
maatregelen kwamen, was Van Hagen
reeds een model-bedryf geweest en
Adrianus van Hagen, de stichter, een
bekende figuur op sociaal gebied. Anne
ke was graag weggebleven, maar haar
positie liet dit niet toe. En zo was ze
dan nu gegaan in een eenvoudig maarbegraven. In haar werk was ze goed,
een wagentje,
waarop hij veel meer producten kan
meenemen ten gerieve van de klanten.
Bewaart U daarom Uw bestelling voor
hem! Dat komt onze eigen werkplaats
ten goede. Het Bestuur.
OUDEGA (W.) In Ons Gebouw hield de
N.C.L.B. een filmavond, nadat eerst de
jeugd van een kindervoorstelling had ge
profiteerd. De Voorzitter, de heer D. Rien-
stra liet openen met
Ps. 68 10, waarna
en een
het bijzonder heette hij de heer Nieuwen
huis van Utrecht welkom, die de film
avond verder verzorgde. Als eerste film
werd die van de Ramp gedraaid, daarna
een Amerikaanse film en een komische en
tenslotte de mooie film van het 40-jarig ju
bileum van de bond. De voorzitter wekte
aan het einde van de avond de jongeren op
zich bij de bond aan te sluiten, na gezamen
lijke zang van de Avondzang werd met
dankgebed gesloten.
daarop was niets aan te merken, daar
voelde ze zich safe.
Ze zat verdiept in een rapport, toen
ze zich opeens er van bewust werd, dat
er nóg iemand in het gebouw liep. Ze
schrok op en hetzelfde moment werd de
deur van haar bureau geopend en zag
ze het verbaasde gezicht van Steven
van Hagen.
„Ah... juffrouw Merkus!” zei hij en
ze zag dat hy bloosde om zyn vergis
sing, werd er zich toen griezelig van
bewust dat ze dat zelf óók deed. „Wat
zit u hier zo eenzaam?”
„O, het nietsdoen begon me te ver
velen”, zei ze luchtig, maar ze voelde
dat haar toon hem niet overtuigde.
Hij kwam de kamer in.
„Eigenlyk was dat met mij ook zo”,
bekende hy, maar het is niet het niets
doen alléén. Het is de... eenzaamheid
op zulke dagen. Hebt u ook dat gevoel
Ze vertrouwde haar stem niet, en
knikte stom.
Hij ging vrymoedig op de de punt van
haar bureau zitten. „Ik had vanavond
naar het Weihnachtsoratorium willen
gaan”, zei hy, „maar alléén heb ik daar
ook weinig aan. Ik moet met iemand
samen luisteren, er later over kunnen
praten”.
„Wel”, zei Anneke dapper, „dat zal u
toch niet veel moeite kosten, om daar
voor iemand te vinden. Waarom hebt u
Lucy...”, en op hetzelfde ogenblik had
ze zichzelf de tong wel willen afbijten.
Haar kleur, die langzaam was wegge
trokken, kwam onweerstaanbaar terug
en Anneke wenste zichzelf op dit ogen
blik mijlen ver weg. Maar Steven van
Hagen lachte, lachte luid-op.
„Lucy”, herhaalde hij, „ja, ze is net
een mooie Oosterse bloem. Maar u hebt
niet veel mensenkennis, juffrouw Mer
kus. Stel u Lucy Beerninck voor bij het
Weihnachts-oratoriUm! Nee, die hoort in
een duur restaurant, met zachte muziek
en gedempt licht en dan dansen. In dat
etui past die kostbare parel het best.
Maar ehnu u tóch hier bent...
waarom zouden wij samen niet gaan?
Hebt u zin?”
Wij samendie woorden beierden
als klokken door de kamer. Ze keek hem
aan. Een huivering doorliep haar. Ze
moest zich niets in ’t hoofd halen. Maar
op dit ogenblik wist ze, dat ze van
Steven van Hagen hield, en gehouden
had, al die'tyd. Maar daarover moest
ze niet denken.
„Nu”, zei ze en lachte een beetje, „als
er geen bezwaar tegen hebt
„Weet u”, zei Steven van Hagen, „dat
ik het altyd zo leuk gevonden heb, dat
de éne kant van uw gezicht zo ernstig
kan kijken, terwijl de andere lacht?”
nee, goed beschouwd rust
was het nimmer geweest. Veel meer een
gewenning.
„Scheve”, hadden ze haar vroeger ge
noemd. Niet omdat ze niet recht van lijf
en leden was. Maar haar gezicht had
een wonderlyke afwyking. De ene kant
was volstrekt regelmatig, maar haar
linkerwenkbrauw liep scheef omhoog,
daaronder trok haar oog een ietsje
schuin, en als ze lachte trok haar ene
mondhoek op. Ze had het al duizendmaal
in de spiegel gezien. Ze gruwde ervan.
Thuis hadden ze er haar mee geplaagd.
Vader goedig, de jongens al naar het
zo uitkwam, soms gemeen, wanneer er
ruzie was. En dat kwam nogal eens
voor, want Anneke was niet op haar
mondje gevallen. Alleen moeder
haar altyd getroost, maar moeder was
al zo lang geleden gestorven
Ze
had het mevrouwtje Van Hagen gehaat
van de eerste dag af. Wat was ze mooi
geweestze kon het tegen een film
ster opnemen. De pracht van haar zil
verblonde haar, dat betoverende gezicht
dat volmaakte figuur, en dan altyd tip
top gekleed, want geld kwam er by de
Van Hagens niet op aan.
Mariëtte van Hagen had vaak een
praatje gemaakt met Anneke, die als
chef-de-bureau op ’t grote industrie-
vandaar het bekende lied van de muis
die er piepte was vertimmerd tot
voorkamer. Zo heeft koopman Johannes
het huis nog geruime tijd bewoond, tot
hy, in 1884 kwam te overiyden.
zyn jongste zoon Herrius bleef het
ouderlijk huis getrouw en bewoonde het
daarna tot zyn dood, in 1920. Hij stelde
echter hogere eisen aan het pand en liet
de opkamer uitbreken, teneinde de voor
kamer te kunnen verlengen terwijl de
zo voorname kleine vensterroeden
in de ramen aan de straatzyde
vervangen werden door grote spiegel
ruiten. Italiaanse stucadoors zorgden
voor de versiering der nieuwe plafonds
en schoorsteenmantels; de beschilderde
behangsels in de uit 1800 daterende tuin
kamer, met hun fraaie landschappen,
werden echter ontzien.
By het uitbreken van de opkamer
moesten ook de uit prachtig eiken pane
len getimmerde lambriseringen worden
weggenomen, die aan één zyde van het
vertrek een pronk-bedstede hadden om
sloten. Deze lambriseringen werden, ge
lukkig niet, zoals men dit in die tyd
overal in Friesland deed, tot brandhout
geslagen doch voorzichtig losge
maakt en vertimmerd tot twee kasten.
Ondergetekende is zo gelukkig geweest,
deze meubelen te mogen erven, als enige
overbiyfselen van een 17de eeuwse, Sne
ker betimmering.
Men moet het aan één kant betreuren,
dat door de verkoop van dit huis aan de
Gereformeerde Gemeente het karakter
van het pand noodgedwongen geweld is
aangedaan. Het beschilderde behang
werd al vóór de overdracht aan een an
tiquair verkocht en uitgesneden, en wat
er nog van de oude sfeer mocht zyn biy-
ven hangen, is vooral bij de laatste ver
bouwing in 1953 wel geheel verdwenen.
Gedane zaken nemen geen keer, maar
men kan het wel betreuren, dat het
Sneker Museum niet al reeds in 1920
werd ingericht, en dan niet in het pand
Kleinzand 12 waar wy overigens óók
heel blij mee zijn! doch in het pand
Kleinzand 10. Wy vertrouwen echter,
dat de fraaie voorgevel steeds ontzien
zal worden, en, wie weet, nog weer eens
verwend met de oorspronkelijke, zo veel
mooiere vensterindeling. Men zou ver
steld staan hoezeer het aanzien van de
gevel daardoor zou winnen.
Een volgende maal maken wy
uitstapje naar oude binnenhuizen
Makkum en Workum,
Nimmer vrijpostig of behaagziek, om
dat ze volkomen zeker was van haai
succes. Anneke had de gryze ogen van
Steven v. Hagen zien oplichten toen ’t
meisje voor het eerst binnenkwam. Het
had Anneke niet verwonderd dat z
succes met haar sollicitatie had gehad.
Ze moest toegeven: ze was een prima
cuei-ue-uuicau wp v givw o
kantoor werkte. Maar Anneke had in- stenotypiste. Je kon een meisje geen
baan weigeren omdat ze knap was
Anneke was tegen haar taak volko
men opgewassen en wist de meisjes van
haar afdeling zonder enige moeite te re
geren, maar tegen Lucy kon ze niet op.
Tegenover Lucy voelde ze zich de min
dere en de andere wist dat. In haar
ogen lag minachting, maar haar werk
liet niets te wensen over en haar hou
ding was correct. Maar de manier waar
op ze kon zeggen: „Zéker... juffrouw”,
IJSBRECHTUM. Zaterdagavond hield de
Ijsclub IJsbrechtum en Omstreken haar
door 18 leden bezochte Algemene Leden
vergadering in Café de Boer. De voorzitter
sprak een kort openingswoord waarin hij
memoreerde, dat de heer Piso uit Sneek
reeds 25 jaar lid van de Ijsclub was. Het
jaarverslag van de secretaris werd onveran
derd goedgekeurd. Uit dat van de penning
meester bleek dat de ontvangsten met inbe
grip van het batig saldo van het vorige
jaar 305.87 hadden bedragen. De uitgaven
waren 241.91, zodat de rekening sloot
met een batig saldo van ƒ63.96. De kas
commissie, bestaande uit de heren Tj. de
Jong en L. Koopman deelde bij monde van
eerstgenoemde mede, dat de boeken en be
scheiden in orde waren bevonden. Op haar
Voorstel werd de penningmeester decharge
verleend. Hem en de kascommissie, werd
voor'i dank gebracht voor de verrichte
werkzaamheden.
naar de cel, waar de Maat in opgesloten
was.
De Maat stond als een wild beest achter
de tralies en hij zag Kappie al van verre
naderen. „Ik heb niets gedaan!”
schreeuwde hy met overslaande stem.
„Ik wil hier weg! Het is mijn Troeteltje,
maar dat begrijpen ze nietik ben
geen dief!”
De muzykforiening „Ere zij God”, hat
om oan sinten to kommen Sneontomiddei
en -joun in bazar halden. De middeis wie
it foar de bern, dy’t altyd in pryske hiene
en de jouns wie it foar de greaten. Der wie
frijhwat guod en der is by de ünderskate
attraksjes goed saken dien. It guod dat
noch oer wie is forboelguodde. De bruto-
opbringst wie om en de by de 700 goune.
In moai resultaet foar ien joun.
zeer smaakvol donkerblauw japonnetje.
Anneke was precies, niets mocht er aan
haar uiterlijk mankeren. Als ze dat
ging verwaarlozen, wist ze, was ze ver
loren. En ’t deed haar innig goed, toen
Steven van Hagen haar begroette met
een glimlach. „Daar zie je waar zo’n
avond goed voor is. Nu zie ik u eens
heel anders dan op kantoor.”
„Ik hoop dat het een verbetering is”,
had ze schuchter gezegd, maar haar
stem beefde een beetje. „Niet beter,
maar anders” had hij geantwoord en
zijn waardering had haar goed gedaan.
Toen dreef Lucy binnen haar gezichts
veld. Anneke hield een ogenblik de
adem in. Haar blik schoot naar Steven,
en zijn gezicht zei haar genoeg.
Lucy had geen overdreven toilet ge
maakt, maar ze was héél apart. Het
glanzend zwarte haar in een zware
wrong op het achterhoofd gaf haar een
betoverend aanzien. Een lijfje van zwart
fluweel boven een breedklokkende zwart
zijden rok, de slanke benen gestoken
in elegante, hooggehakte schoentjes,7 een
enkele ring met een diepfonkelende, rode
steen aan haar handzo schreed ze
door de zaal en het was of hovelingen
ruimte maakten voor een koningin. An
neke zag hoe ze, vanaf een afstand, een
kleine buiging maakte voor Steven. En
die liep naar haar toe. Ze zag hem
lachen, ze zag de geheimzinnige glim
lach op Lucy’s gezicht. Annekes hart
was zwaar en bitter in haar. De avond
was bedorven. Hoofdpijn was een mooi
voorwendsel om vroeg naar huis te
gaan.
Voor haar kaptafel keek ze in de spie
gel.
„Scheve”, hoonde ze zichzelf. Haar
hand greep de borstel. Een ogenblik
was het of ze daarmee haar eigen beeld
in de spiegel aan scherven wilde gooien.
Toen legde ze de borstel moe en ter
neergeslagen weer neer. En de slaap
wilde die nacht maar moeizaam komen.
De Kerstdagen accentueerden Annekes
eenzaamheid. Het leek wel of de gezel
ligheid van die dagen haar nog te scher
per buitensloot. Op de Tweede Kerst
dag ging ze door de straten, zonder het
te weten, de gewende gang naar het
kantoor en pas toen ze voor de grote
blank-eiken deur stond, realiseerde ze
zich hoe de sleur haar te pakken had.
Opeens nam ze een besluit. Waarom
deze dag met nietsdoen door te bren
gen? Ze zocht in haar tas naar de sleu
tels. Weldra weerkaatsten haar voet
stappen door de lege gang. Maar Iets in
haar ontspande zich toen ze de zacht
groene lamp op haar eigen bureau aan
knipte. Werk! Daarin zou ze zich maar
Pier de Boer Stichting.
De laatste tyd komt ons herhaaldelijk
ter ore dat aan de deur gevent wordt
door colporteurs van de N.V. Amiva, een
verkooporganisatie van verschillende
werkplaatsen voor minder-validen in
ons land. Hiertoe hebben ze het volste
recht, maar dat daarbij gezegd wordt
dat ze ook voor of namens de „Pier de
Boer Stichting” komen, (U kent toch de
nieuwe werkplaats aan de IJlsterkade
is niet juist.
Door het Bestuur der Pier de Boer
Stichting is enige tijd geleden contact
opgenomen met het Bestuur der N.V.
Amiva om zo mogelyk ingeschakeld te
worden in hun organisatie voor de ver
koop van door ons gefabriceerde mat
ten. Onze voorraad werd te groot om
die alleen in Sneek van de hand te kun
nen doen. Een klein kwantum is door
de N.V. Amiva afgenomen.
Een bespreking over inschakeling van
onze verkoper, (U kent hem waarschyn-
iyk wel!) in hun organisatie liep op
niets uit. Wij wilden de verkoop in
Sneek, zowel van matten als van borstel
werk, in eigen hand houden.
Wanneer dus door iemand van de N.V.
Amiva, die by U aan de deur komt, ge
zegd wordt, dat hij/zij ook voor de Pier
de Boer Stichting komt, en bovendien
nog zegt dat door de P. de B. Stichting
niet meer gevent wordt, dan kunt U dat
tegenspreken.
Onze verkoper heeft zelfs zijn drie
wieler verwisseld met
Door een
grootste deel
overwerk van
het een bedrag
bedrag
bijeengebracht.