lets over oude Sneker binnenhuizen Het meisje met het scheve gezicht KAPPIE en de reis met Troeteltje Ta Betaling Abonnementsgeld ADVERTEERT IN DIT BLAD J. w overleden Ingezonden Kort verhaal door L. v. SCHOO TEN P: I Schutjassen Personeelsver. Lankhorst Le Personeel van Lankhorst collecteerde voor de vluchtelingen Kerstzang op Eerste Kerstdag Adventsavond Doopsgezinde Jongerenkring en Zangkoor Skaekwedstriid De Wijmerts - Aldegea (W.) Filmavond N.C.L.B. in Oudega (W.) Ijsclub IJsbrechtum en Omstreken Bazar to Jutryp-Hommerts I H. fk ver- in 36 de schreeuwde cipier 0—1 4^—6% niet, had integen- „de Anneke niet voor Tussen de L. van Schooien. Adm. „SNEEKER NIEUWSBLAD” Bureau Grootzaud 55, Sneek. Tengevolge van een ongeluk met zijn bromfiets is te Waspik overleden de heer W. Posthuma, gemeente-architect aldaar en tot voor enige maanden werk zaam aan het bureau van Gemeentewer ken te Sneek. De overledene was 38 jaar. zijn. Met een reserve, die een uitdaging op zichzelf was. Toen Lucy als stenotypiste aangeno men werd, was het met Annekes rust gedaan. Rust.. een in V< va m< pl< ini hu be da Sn de Sn Ar o M» pr Vc set VI D/ dit on H gi tx bl co or Vi s. gezamenlijke zang van hij in gebed voorging gedeelte van de 145ste Psalm las. In 0—1 0—1 De einütslacht wie yn it foardiel fan Aldegea (W.) Men schrift ons: De Chr. Koren en de Chr. Muziekver eniging „Harmonie” zullen op le Kerst dag op verschillende plaatsen Kerst zang ten gehore brengen, 's morgens 7 uur te beginnen bij het St. Ant. Zieken huis. Vervolgens zal worden gezongen by het Rusthuis „Thabor”, het Geref. Verpleeghuis, Cruycebroedershof en het Ned. Herv. Ziekenhuisje aan de Maria Louisestraat. Op Donderdagavond 23 Dec. van 8 tot 9 uur wordt hiervoor een Generale repe titie gehouden in de Noorderkerk aan het Bolwerk. Op deze bijeenkomst, wel ke een interkerkelijk karakter zal dra gen, wordt ieder verwacht die wil mee zingen, dus niet alleen koorleden. Een programma wordt aan de kerk strekt. Komt in groten getale spontane collecte van het van het personeel, en één uur i het kantoorpersoneel, bracht 3 van 200 op. De Directie verdubbelde dit bedrag, zo dat een mooi van 400 voor dit goede doel werd Het is een traditie geworden dat de Doopsgezinde Jongerenkring en het Doopsgez. Zangkoor tezamen hun ad ventsavond houden. Ook dit jaar zal dat weer het geval zijn en wel op Donder dag 23 December, aanvang 7.30 uur In de Doopsgez. kerk. Opgevoerd zal wor den het Kerstspel „Waarvan Jesaja sprak”. Het zangkoor verleent haar me dewerking aan dit spel, terwijl ook apart nog enkele Kerstliederen zullen worden gezongen onder leiding van zyn dirigent Flucie van Bergen. Daar de collecte al jarenlang de onkosten niet kon dekken zal een programma, tevens bewjjs van toegang, voor 20 cent verkocht worden. Deze zijn verkrijgbaar by de koster. Tevens zal nog een collecte worden ge houden ter bestriding van de zeer hoge kosten. „Stilte hier!" woedend. „Houd je kalm, klont!” waarschuwde Kappie. „Je hebt alles weer bedorven en ze hebben groot gelyk dat ze je achter de tralies gezet hebben, en zo is het maar net!" zaak, was later een vrouwenhater ge worden sinds zyn mooie, jonge vrouw by een auto-ongeluk was omgekomen. Anneke kon er niet om treuren. Zaterdag 18 Dec. hield de Personeelsver eniging van Lankhorst Touwfabrieken haar Schutjasavond voor de leden, in het Piter Jelles Hüs. De prijzen bestonden uit vlees. Zij die niets wonnen kregen een aardige verrassing. De Voorzitter de heer M. Ring- ma kon met een toepasselijk woord, de prijzen aan de volgende winnaars uitreiken. Hoofdprijzen: 1. Joh. v. d. Meulen, G. v. d. Molen; 2. E. Venema, H. Laskewitsz, af- val-ronde; 1. J. Pereboom, G. Kracht; 2. B. v. d. Werf, Jac. Koornstra. Troostprijzen 1. J. Eekma, H. Riemer- sma 2. R. v. d. Land, H. Huisman, afval- ronde; 1. A. v. d. Horst, A. Brandsma; 2. Tj. Joustra, H .Ferwerda. Poedelprijzen: 1. J. Nieuwenhuis, J. v. Oosten; 2. T. Broodwinder, C. Dijkstra', af- val-ronde; 1. S. de Ree, M. Ringma; 2. W. v. Dijk, L. Dheer. de manier waarop ze Anneke precies liet voelen wat ze dacht: voorbestemd voor ouwe vryster, jaloers op een knap meisje, nooit kans bij een man, uitdro gen op een kantoorAnneke wist het, alsof Lucy het met zoveel woorden had gezegd. En de anderen omzwermden Lucy. De meisjes zowel als de mannen. Ze aan vaardde de hulde als vanzelfsprekend, maar gaf haar reserve niet prys. Ook niet tegenover Steven van Hagen. Maar wanneer Anneke het privé-kantoor bin nenkwam en ze zag Lucy zitten, dan leek het of zy, Anneke, kwam storen en Lucy daar hóórde. In een perverse zelfkwelling moedig de ze die gevoelens nog aan. Toen Steven naar de werkgeversvergadering ging, verontschuldigde Anneke zich dat ze ’t te druk had om mee te gaan en notities te maken. „Dan moet juffrouw Beerninck maar mee!” had Van Hagen vastgesteld. Zie je wel, had Anneke ge dacht, natuurlgk, hij mist me niet eens. Hy is maar al te blij. Juffrouw Beer ninckLucy, ’t Kan niet mooier. Te gelijk wist ze dat ze onbillijk was. Lucy kwam vanzelfsprekend in aanmerking. En toen ze twee dagen later Lucy ele gant in de wagen zag stappen en met een trotse beweging het portier naar zich toe halen, gingen Annekes gedach ten met haar op hol. Mevrouw Van Hagen II, dacht ze. Maar als dat zo was, dan ging zij weg... banen genoeg. Al zou het haar niet meevallen afscheid te nemen van de zaak-van Hagen... en van Steven van Hagen zélf. Want ze mócht deze man, zo rustig en gereser veerd, zo correct en zakelijk, maar toch niet zonder hart en gevoel. Maar de Stevens waren voor de Mariëttes en de Lucys, en scheve” cultuur; overblyfselen van nog vroegere betimmeringen zyn ons in Sneek nooit meer onder ogen gekomen, op één uit zondering na, waar wy het hier even over willen hebben. Ongeveer een eeuw geleden in 1852 vestigde de overgrootvader van on dergetekende, Johannes Halbertsma, zich vanuit Grouw in Sneek. Hy kocht een woonhuis met pakhuis aan de Geeuw, met het onbelemmerde uitzicht op de Kolk en de Waterpoort, en dreef aldaar een handel In boter en kaas, die weldra tot een der belangrykste van Friesland uitgroeide. Het aantal kinderen van koopman Halbertsma die gehuwd was met Hyl- kia Kingma uit Makkum hield met de uitbreiding der zaken gelijke tred, en toen dit gestegen was tot 6 in ’t ge heel waren er 9 geboren, doch 3 daar van stierven spoedig na de geboorte werd het huis aan de Geeuw hem te klein, zodat hy, in 1866, verhuisde naar het pand Marktstraat 18, thans de Boaz- Bank. Maar ook dit beviel op de duur niet, zodat in 1871 het pand Kleinzand 10 werd aangekocht, thans „Aere Peren- nius”. Vóórdien was dit fraaie huis enige generaties lang bewoond geweest door de familie Wouters, vermogende olie slagers en kooplieden, van streng- Doopsgezinde huize. Toen koopman Johannes het pand aanvaardde, had het uiteraard reeds de uiteriyke gedaante, die het nu nog bezit. De voorgevel dateerde van 1783, het achterhuis van 1800, terwyi het daartus sen gelegen gedeelte, voorzover in 1783 niet verbouwd, nog uit de 17de eeuw stamde. Tot dit laatste gedeelte behoor de ook een opkamer, gelegen boven een kelder en oorspronkelijk wel de voor naamste kamer van het huis. Men moet zich de 17de eeuwse Sneker koopmans huizen namelijk zó voorstellen, dat men by het binnentreden niet In een gang kwam, doch in het z.g. voorhuis trad, een betegelde ruimte, waarin hoogstens een bank stond en een stoeltjesklok aan de wit-geschuurde muur hing. Op deze hal gaf een glazen pui uitzicht, en ach ter deze pui bevond zich pas de woon kamer, die men met een trapje bereikte, omdat zich onder de verhoogde vloer de onmisbare provisiekelder bevond. Er is in Sneek geen enkel huis meer over ge bleven waar men een dergelijke situatie nog kan terugvinden, in verschillende Zuiderzeesteden, met inbegrip van Am sterdam daarentegen nog wel. Het mooi ste voorbeeld biedt misschien het pand, waarin thans de Oudheidkamer te Edam is ondergebracht. Deze opkamer had men in 1783 wezen gelaten, doch het voorhuis Gestaag en onverbiddelijk knaagt de tand des tijds aan alles, wat er aan de gewrochten onzer voorouders nog om ons heen bestaan mocht. En waar de molm of roest hun werk, in opdracht van de tijd nog niet voltooid mochten hebben, daar vinden zij wel een bondge noot in de mens, die het oude gaarne vervangt door het eigentydse, niet om dat het versleten of onbruikbaar zou zijn, doch louter uit een gevoel van on behagen, dan wel uit angst, door zyn buurtgenoten voor achterlijk te worden uitgekreten. Zo kan het geschieden, dat wy dan hierheen, dan daarheen geroepen wor den, met de vraag of wy „belang heb ben” by een tegeltableau, een bedschut, een eiken deur, een gangpoortje, etc., die men niet langer waardig gekeurd heeft op zijn oorspronkeiyke plaats te blijven. Heel vaak verdriet het ons, by ■dergelijke gelegenheden te moeten be merken dat de voorgenomen, vaak kost bare verbouwingen niet alleen in het ge heel niet noodzakelijk waren, maar dat hetgeen, wat men daarvoor in de plaats dacht aan te brengen, even banaal is als het opgeofferde kunstzinnig. Men mag dan al tot de eigenaars of bewo ners van een dergelijk te bederven pand beweren, dat wat zij verwerpen, door de meest vooraanstaande en vermogende ingezetenen van „Holland” gaarne wordt gekocht en met grote kosten in hun hui zen weer wordt aangebracht, zodat de verkopers, en niet de kopers, achter de tijd zijn door te menen dat men eerst voor vol wordt aangezien als men achter trlplex-deuren woont en tegen zolderin gen van geperst zaagmeel aanstaart, het baat allemaal niet. En, waarlijk, met een zucht, wordt door ons dan maar ge poogd, het eens te worden over de koop, opdat de uit te breken zaken in elk ge val in Friesland blijven en, hopelijk, een maal in ons Museum of ander geschikt openbaar gebouw kunnen bewijzen, hoe schoon de Friese binnenhuizen eenmaal waren. In Sneek zelf valt er op dit punt fei- teiyk niets meer te redden; de Sneker- patriciërshuizen zijn radicaal schoonge veegd op het punt van betimmeringen, en wij pryzen ons reeds gelukkig, de zo fraaie beschietingen uit de achterkamer van het huis aan het Hoogend, waar eens de familie Gonggryp woonde, in de Oudheidkamer te hebben kunnen opbou wen, terwijl eerstdaags de ryk versierde, marmeren schouw, door het Museum aangekocht uit het pand aan het Klein zand, eertijds bewoond door de familie Hesseling, in de benedenzaal een plaats je zal vinden. Dit zijn dan beide voor beelden van 18de eeuwse Sneker woon- En nuLucy. Mariëtte maar dan in ’t zwart. Grote, donkere ogen, uit dagend en kwasi-hulpeloos tegeiyk Perfect gekleed, zonder uitdagend te lot 1 Januari a.s. geven wij gaarne aan onze postabonné’s de gelegenheid het abonnementsgeld voor het eerste halfjaar 1955 ad t 3.75 op onze girorekening 50748 (ten name van de firma E. DRIJFHOUT) bij te schrijven. Na deze datum wordt door ons gedisponeerd. Voor de abonné’s in Sneek bedraagt het abonnementsgeld f 3. per halfjaar. Desgewenst kunnen ook zij dit bedrag voor het eerste halfjaar 1955 op genoemde girorekening storten. In de dorpen wordt het abonnementsgeld door de agenten geïnd. „Ik vindt ’t niks leuk”, zei Anneke stroef en weerbaar, „zo’n scheef gezicht nogal wat moois aan” en meteen wist ze dat ze nu haar verschansing had opgeruimd. „Móóismaalde Steven, „móói.,, komt dat er iets op aan? Waarom vindt een man een vrouw aardig? Dat kan duizend verschillende redenen hebben... Anneke". „Laten we maar gaan”, zei ze ge smoord, want ze durfde hem niet aan zien. En na het concert belandden ze tóch in zo’n apart restaurant met getemperd licht en zachte muziek. En ze praatten niet eens veel over het Weihnachts-ora- torium. Het was Steven, die praatte, over zyn jeugd, over zyn huwelijk, ter wijl Anneke geboeid, maar soms ook pijniyk getroffen, luisterde. En voortdu* rend hamerde in haar hoofd de vraag: Waarom vertelt hy me dat allemaal? Steven had onder het praten nerveus zitten spelen met zyn glas, met de wyn- kaart en zyn ogen gericht gehouden op het tafelkleed. Nu zag hy haar opeens vol aan. „Je vraagt je natuurlgk af, waarom ik je dat allemaal vertel”, zei hy en haar ogen knipperden, nu hy haar ge dachten zo geraden had. „Het is, om dat ik onder dit alles een streep heb gezet. Maar met die streep, Anneke Merkus, is de som niet compleet. Ik wil er de optelling onder hebben, en dat moet een bevredigend getal zijneen geluksgetal. Annekeik ken je nu al jaren, je bent altijd maar zo stilletjes je gang gegaan, altijd correct, maar nooit koud en zakelijk. Toen jij op die feestavond opeens verdwenen was o, en ik weet waaróm, nü weet ik het... toen merkte ik dat er voor my de aar digheid af was. Daarover heb ik dagen lang nagedacht. En nu ik je zo opeens, toevallig, even eenzaam als ik, ontmoet te op de zaak, die dan uiteindeiyk voor ons allebei dé toevlucht geworden was toen wist ik dat ik het je moest vragen. Zouden wy niet voortaan Alles samen kunnen doen, Anneke? Moet ik nog duidelijker worden?” Anneke wist, en dat gebeurde niet vaak, met haar houding geen raad. Ze voelde tranen branden achter haar oog leden, ze voelde hoe haar mond scheef wegtrok in een malle glimlach. „Weet je”, zei Steven, „hoe leuk je er uitziet als je zo’n gezicht trekt? 't Werd tyd, dat iemand je dat eens vertelde.” „Ja”, zei Anneke, „en gelukkig, dat jij die iemand bent.” Kappie holde op de krantenjongen af en rukte hem een krant uit de handen. Het was net als hy gedacht pie las niet eens verder wat er precies gebeurd was. „De klont!” riep hy, en zette het op een lopen. Hij holde regel recht naar het politiebureau toe en ver telde daar wie hy was en wie de Maat was. Een cipier bracht hem vervolgens Hier op kantoor had ze het allemaal van voren af aan beleefd. Ze had de snelle, even verbaasde blik gezien van Steven van Hagen, de directeur... maai die was te veel heer geweest om ook maar iets van zyn gedachten te laten biyken. Van Hagen, heette het in de dacht trekkend. En ze genoot wanneer ze achter haar rug opmerkingen hoor de fluisteren, haar eigen verblindende schoonheid hoorde vergelijken met wat zij noemde de mismaaktheid van de an der. Anneke had het gevoeld en ge weten, geproefd onder de tactloze op merkingen van het jonge vrouwtje, dal nimmer kon nalaten op een bestudeerd toontje te zingen. „Maar kunt u daar dan niet wat aan laten doen Meermalen had Anneke de vuisten ge bald, de neiging bedwingend om de volle hand midden in dat poppengezichtje te kletsen. Hoe Steven van Hagen... maar daar kwam je nooit achter. Hy was al- tyd hoffelijk en voorkomend tegenover z’n jonge vrouw, had onuitputtelijk ge duld met haar onbenullige praterijtjes. En toen hy die morgen op het kantoor was gekomen, die morgen waarop de radio melding had gemaakt van het auto-ongeluk, waarbij de echtgenote van de bekende industrieel H. was om gekomentoen was zijn gezicht zo volkomen ondoorgrondelijk geweest, dat Anneke hem niet had durven condoleren. En wonderiykze had ’t idéé, dat hy haar dat niet kwalijk nam. deel. Bestuursverkiezing. Het aftredende bestuurslid L. Bles werd herkozen. In de plaats van de heer D. Speelman, die zich niet herkiesbaar stelde, werd benoemd de heer H. Zondervan. In de tweede vacature ontstaan doordat ook de heer C. v. d. Eems niet herkiesbaar was, werd nog niet voorzien, daar de verschil lende stemmingen geen resultaat oplever den. Het bestuur zal nu trachten een vijfde bestuurslid te vinden. Tot keurmeesters werden benoemd de heren K. v. d. Wolf en Tj. Jellema zulks wegens bedanken van F. Doting en vertrek van D. Douma. Voor de te houden rijderijen werd het bestuur vrij mandaat verleend. Bij de verloting waren de gelukkige winnaars: H. Dijkstra een oranjekoek en G. Visser een Weihnachtstol. Tijdens de rondvraag werd op voorstel 'van M. de Vries besloten de contributie te brengen op 1.50 met dien verstande dat als er in dit seizoen veel ijs komt een hef fing van 50 cent per lid zal worden opge legd, of de contributie voor het seizoen 1955-1956 zal worden verhoogd. Na het afhandelen van de agenda sloot de voorzitter de vergadering met een woord van dank voor de medewerking en tot de scheidende bestuursleden voor het vele dat zij voor de Ijsclub hebben gedaan. Hij hoopt dat het nieuwbenoemde bestuurslid een waardig opvolger zal zijn. Yn it lokael to Jutryp kaem de skaek- klub üt Aldegea (W.) foar in freon- skipli. e wedstriid op bisite by de klub üt JutrypHommerts. De ütslach wie: S. v. d. VeldeA. v. Popta J. BoersmaR. Abma KI. MartensSj. Abma Da. G. SiniaK. Elzinga H. VosJ. Bakker H. OsingaW. Abma H. R. Huitema—J. Schoonhoven Anne Osinga Jr.S. de Vries A. HofmanH. Boonstra P. de JagerH. Wolthuizen J. Prins—R.‘de Groot tuïtief begrepen, dat geen sympathie de jonge vrouw dreef. Mariëtte had een achtergrond nodig, waartegen ze zelf des te voordediger uitkwam. Ze was ziekeiyk ydel en had er een kwaadaardig genoegen in, ieder in de gelegenheid te stellen vergelykingen te trekken tussen haar en de jonge vrouw, die op Stevens kantoor werkte. Graag liep ze met haar de afdelingen door, onder een of ander voorwendsel, steeds druk pratend, aan- drukke dagen vóór Kerst mis viel de Kerstavond voor het perso neeleen oud gebruik. Een gezellige avond, een beetje muziek, een Kerstspel opgevoerd door jongelui, een speechje van de baas. Het was om de saamhorig heid te bevorderen, om, zoals Steven het uitdrukte, „de Van Hagen-familie by elkaar te houden”. Reeds tientallen ja ren stond het bedrijf bekend om de uit stekende sociale voorzieningen voor het personeel, om de goede teamgeest die daar heerstelang vóór wettelyke maatregelen kwamen, was Van Hagen reeds een model-bedryf geweest en Adrianus van Hagen, de stichter, een bekende figuur op sociaal gebied. Anne ke was graag weggebleven, maar haar positie liet dit niet toe. En zo was ze dan nu gegaan in een eenvoudig maarbegraven. In haar werk was ze goed, een wagentje, waarop hij veel meer producten kan meenemen ten gerieve van de klanten. Bewaart U daarom Uw bestelling voor hem! Dat komt onze eigen werkplaats ten goede. Het Bestuur. OUDEGA (W.) In Ons Gebouw hield de N.C.L.B. een filmavond, nadat eerst de jeugd van een kindervoorstelling had ge profiteerd. De Voorzitter, de heer D. Rien- stra liet openen met Ps. 68 10, waarna en een het bijzonder heette hij de heer Nieuwen huis van Utrecht welkom, die de film avond verder verzorgde. Als eerste film werd die van de Ramp gedraaid, daarna een Amerikaanse film en een komische en tenslotte de mooie film van het 40-jarig ju bileum van de bond. De voorzitter wekte aan het einde van de avond de jongeren op zich bij de bond aan te sluiten, na gezamen lijke zang van de Avondzang werd met dankgebed gesloten. daarop was niets aan te merken, daar voelde ze zich safe. Ze zat verdiept in een rapport, toen ze zich opeens er van bewust werd, dat er nóg iemand in het gebouw liep. Ze schrok op en hetzelfde moment werd de deur van haar bureau geopend en zag ze het verbaasde gezicht van Steven van Hagen. „Ah... juffrouw Merkus!” zei hij en ze zag dat hy bloosde om zyn vergis sing, werd er zich toen griezelig van bewust dat ze dat zelf óók deed. „Wat zit u hier zo eenzaam?” „O, het nietsdoen begon me te ver velen”, zei ze luchtig, maar ze voelde dat haar toon hem niet overtuigde. Hij kwam de kamer in. „Eigenlyk was dat met mij ook zo”, bekende hy, maar het is niet het niets doen alléén. Het is de... eenzaamheid op zulke dagen. Hebt u ook dat gevoel Ze vertrouwde haar stem niet, en knikte stom. Hij ging vrymoedig op de de punt van haar bureau zitten. „Ik had vanavond naar het Weihnachtsoratorium willen gaan”, zei hy, „maar alléén heb ik daar ook weinig aan. Ik moet met iemand samen luisteren, er later over kunnen praten”. „Wel”, zei Anneke dapper, „dat zal u toch niet veel moeite kosten, om daar voor iemand te vinden. Waarom hebt u Lucy...”, en op hetzelfde ogenblik had ze zichzelf de tong wel willen afbijten. Haar kleur, die langzaam was wegge trokken, kwam onweerstaanbaar terug en Anneke wenste zichzelf op dit ogen blik mijlen ver weg. Maar Steven van Hagen lachte, lachte luid-op. „Lucy”, herhaalde hij, „ja, ze is net een mooie Oosterse bloem. Maar u hebt niet veel mensenkennis, juffrouw Mer kus. Stel u Lucy Beerninck voor bij het Weihnachts-oratoriUm! Nee, die hoort in een duur restaurant, met zachte muziek en gedempt licht en dan dansen. In dat etui past die kostbare parel het best. Maar ehnu u tóch hier bent... waarom zouden wij samen niet gaan? Hebt u zin?” Wij samendie woorden beierden als klokken door de kamer. Ze keek hem aan. Een huivering doorliep haar. Ze moest zich niets in ’t hoofd halen. Maar op dit ogenblik wist ze, dat ze van Steven van Hagen hield, en gehouden had, al die'tyd. Maar daarover moest ze niet denken. „Nu”, zei ze en lachte een beetje, „als er geen bezwaar tegen hebt „Weet u”, zei Steven van Hagen, „dat ik het altyd zo leuk gevonden heb, dat de éne kant van uw gezicht zo ernstig kan kijken, terwijl de andere lacht?” nee, goed beschouwd rust was het nimmer geweest. Veel meer een gewenning. „Scheve”, hadden ze haar vroeger ge noemd. Niet omdat ze niet recht van lijf en leden was. Maar haar gezicht had een wonderlyke afwyking. De ene kant was volstrekt regelmatig, maar haar linkerwenkbrauw liep scheef omhoog, daaronder trok haar oog een ietsje schuin, en als ze lachte trok haar ene mondhoek op. Ze had het al duizendmaal in de spiegel gezien. Ze gruwde ervan. Thuis hadden ze er haar mee geplaagd. Vader goedig, de jongens al naar het zo uitkwam, soms gemeen, wanneer er ruzie was. En dat kwam nogal eens voor, want Anneke was niet op haar mondje gevallen. Alleen moeder haar altyd getroost, maar moeder was al zo lang geleden gestorven Ze had het mevrouwtje Van Hagen gehaat van de eerste dag af. Wat was ze mooi geweestze kon het tegen een film ster opnemen. De pracht van haar zil verblonde haar, dat betoverende gezicht dat volmaakte figuur, en dan altyd tip top gekleed, want geld kwam er by de Van Hagens niet op aan. Mariëtte van Hagen had vaak een praatje gemaakt met Anneke, die als chef-de-bureau op ’t grote industrie- vandaar het bekende lied van de muis die er piepte was vertimmerd tot voorkamer. Zo heeft koopman Johannes het huis nog geruime tijd bewoond, tot hy, in 1884 kwam te overiyden. zyn jongste zoon Herrius bleef het ouderlijk huis getrouw en bewoonde het daarna tot zyn dood, in 1920. Hij stelde echter hogere eisen aan het pand en liet de opkamer uitbreken, teneinde de voor kamer te kunnen verlengen terwijl de zo voorname kleine vensterroeden in de ramen aan de straatzyde vervangen werden door grote spiegel ruiten. Italiaanse stucadoors zorgden voor de versiering der nieuwe plafonds en schoorsteenmantels; de beschilderde behangsels in de uit 1800 daterende tuin kamer, met hun fraaie landschappen, werden echter ontzien. By het uitbreken van de opkamer moesten ook de uit prachtig eiken pane len getimmerde lambriseringen worden weggenomen, die aan één zyde van het vertrek een pronk-bedstede hadden om sloten. Deze lambriseringen werden, ge lukkig niet, zoals men dit in die tyd overal in Friesland deed, tot brandhout geslagen doch voorzichtig losge maakt en vertimmerd tot twee kasten. Ondergetekende is zo gelukkig geweest, deze meubelen te mogen erven, als enige overbiyfselen van een 17de eeuwse, Sne ker betimmering. Men moet het aan één kant betreuren, dat door de verkoop van dit huis aan de Gereformeerde Gemeente het karakter van het pand noodgedwongen geweld is aangedaan. Het beschilderde behang werd al vóór de overdracht aan een an tiquair verkocht en uitgesneden, en wat er nog van de oude sfeer mocht zyn biy- ven hangen, is vooral bij de laatste ver bouwing in 1953 wel geheel verdwenen. Gedane zaken nemen geen keer, maar men kan het wel betreuren, dat het Sneker Museum niet al reeds in 1920 werd ingericht, en dan niet in het pand Kleinzand 12 waar wy overigens óók heel blij mee zijn! doch in het pand Kleinzand 10. Wy vertrouwen echter, dat de fraaie voorgevel steeds ontzien zal worden, en, wie weet, nog weer eens verwend met de oorspronkelijke, zo veel mooiere vensterindeling. Men zou ver steld staan hoezeer het aanzien van de gevel daardoor zou winnen. Een volgende maal maken wy uitstapje naar oude binnenhuizen Makkum en Workum, Nimmer vrijpostig of behaagziek, om dat ze volkomen zeker was van haai succes. Anneke had de gryze ogen van Steven v. Hagen zien oplichten toen ’t meisje voor het eerst binnenkwam. Het had Anneke niet verwonderd dat z succes met haar sollicitatie had gehad. Ze moest toegeven: ze was een prima cuei-ue-uuicau wp v givw o kantoor werkte. Maar Anneke had in- stenotypiste. Je kon een meisje geen baan weigeren omdat ze knap was Anneke was tegen haar taak volko men opgewassen en wist de meisjes van haar afdeling zonder enige moeite te re geren, maar tegen Lucy kon ze niet op. Tegenover Lucy voelde ze zich de min dere en de andere wist dat. In haar ogen lag minachting, maar haar werk liet niets te wensen over en haar hou ding was correct. Maar de manier waar op ze kon zeggen: „Zéker... juffrouw”, IJSBRECHTUM. Zaterdagavond hield de Ijsclub IJsbrechtum en Omstreken haar door 18 leden bezochte Algemene Leden vergadering in Café de Boer. De voorzitter sprak een kort openingswoord waarin hij memoreerde, dat de heer Piso uit Sneek reeds 25 jaar lid van de Ijsclub was. Het jaarverslag van de secretaris werd onveran derd goedgekeurd. Uit dat van de penning meester bleek dat de ontvangsten met inbe grip van het batig saldo van het vorige jaar 305.87 hadden bedragen. De uitgaven waren 241.91, zodat de rekening sloot met een batig saldo van ƒ63.96. De kas commissie, bestaande uit de heren Tj. de Jong en L. Koopman deelde bij monde van eerstgenoemde mede, dat de boeken en be scheiden in orde waren bevonden. Op haar Voorstel werd de penningmeester decharge verleend. Hem en de kascommissie, werd voor'i dank gebracht voor de verrichte werkzaamheden. naar de cel, waar de Maat in opgesloten was. De Maat stond als een wild beest achter de tralies en hij zag Kappie al van verre naderen. „Ik heb niets gedaan!” schreeuwde hy met overslaande stem. „Ik wil hier weg! Het is mijn Troeteltje, maar dat begrijpen ze nietik ben geen dief!” De muzykforiening „Ere zij God”, hat om oan sinten to kommen Sneontomiddei en -joun in bazar halden. De middeis wie it foar de bern, dy’t altyd in pryske hiene en de jouns wie it foar de greaten. Der wie frijhwat guod en der is by de ünderskate attraksjes goed saken dien. It guod dat noch oer wie is forboelguodde. De bruto- opbringst wie om en de by de 700 goune. In moai resultaet foar ien joun. zeer smaakvol donkerblauw japonnetje. Anneke was precies, niets mocht er aan haar uiterlijk mankeren. Als ze dat ging verwaarlozen, wist ze, was ze ver loren. En ’t deed haar innig goed, toen Steven van Hagen haar begroette met een glimlach. „Daar zie je waar zo’n avond goed voor is. Nu zie ik u eens heel anders dan op kantoor.” „Ik hoop dat het een verbetering is”, had ze schuchter gezegd, maar haar stem beefde een beetje. „Niet beter, maar anders” had hij geantwoord en zijn waardering had haar goed gedaan. Toen dreef Lucy binnen haar gezichts veld. Anneke hield een ogenblik de adem in. Haar blik schoot naar Steven, en zijn gezicht zei haar genoeg. Lucy had geen overdreven toilet ge maakt, maar ze was héél apart. Het glanzend zwarte haar in een zware wrong op het achterhoofd gaf haar een betoverend aanzien. Een lijfje van zwart fluweel boven een breedklokkende zwart zijden rok, de slanke benen gestoken in elegante, hooggehakte schoentjes,7 een enkele ring met een diepfonkelende, rode steen aan haar handzo schreed ze door de zaal en het was of hovelingen ruimte maakten voor een koningin. An neke zag hoe ze, vanaf een afstand, een kleine buiging maakte voor Steven. En die liep naar haar toe. Ze zag hem lachen, ze zag de geheimzinnige glim lach op Lucy’s gezicht. Annekes hart was zwaar en bitter in haar. De avond was bedorven. Hoofdpijn was een mooi voorwendsel om vroeg naar huis te gaan. Voor haar kaptafel keek ze in de spie gel. „Scheve”, hoonde ze zichzelf. Haar hand greep de borstel. Een ogenblik was het of ze daarmee haar eigen beeld in de spiegel aan scherven wilde gooien. Toen legde ze de borstel moe en ter neergeslagen weer neer. En de slaap wilde die nacht maar moeizaam komen. De Kerstdagen accentueerden Annekes eenzaamheid. Het leek wel of de gezel ligheid van die dagen haar nog te scher per buitensloot. Op de Tweede Kerst dag ging ze door de straten, zonder het te weten, de gewende gang naar het kantoor en pas toen ze voor de grote blank-eiken deur stond, realiseerde ze zich hoe de sleur haar te pakken had. Opeens nam ze een besluit. Waarom deze dag met nietsdoen door te bren gen? Ze zocht in haar tas naar de sleu tels. Weldra weerkaatsten haar voet stappen door de lege gang. Maar Iets in haar ontspande zich toen ze de zacht groene lamp op haar eigen bureau aan knipte. Werk! Daarin zou ze zich maar Pier de Boer Stichting. De laatste tyd komt ons herhaaldelijk ter ore dat aan de deur gevent wordt door colporteurs van de N.V. Amiva, een verkooporganisatie van verschillende werkplaatsen voor minder-validen in ons land. Hiertoe hebben ze het volste recht, maar dat daarbij gezegd wordt dat ze ook voor of namens de „Pier de Boer Stichting” komen, (U kent toch de nieuwe werkplaats aan de IJlsterkade is niet juist. Door het Bestuur der Pier de Boer Stichting is enige tijd geleden contact opgenomen met het Bestuur der N.V. Amiva om zo mogelyk ingeschakeld te worden in hun organisatie voor de ver koop van door ons gefabriceerde mat ten. Onze voorraad werd te groot om die alleen in Sneek van de hand te kun nen doen. Een klein kwantum is door de N.V. Amiva afgenomen. Een bespreking over inschakeling van onze verkoper, (U kent hem waarschyn- iyk wel!) in hun organisatie liep op niets uit. Wij wilden de verkoop in Sneek, zowel van matten als van borstel werk, in eigen hand houden. Wanneer dus door iemand van de N.V. Amiva, die by U aan de deur komt, ge zegd wordt, dat hij/zij ook voor de Pier de Boer Stichting komt, en bovendien nog zegt dat door de P. de B. Stichting niet meer gevent wordt, dan kunt U dat tegenspreken. Onze verkoper heeft zelfs zijn drie wieler verwisseld met Door een grootste deel overwerk van het een bedrag bedrag bijeengebracht.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1954 | | pagina 6