een Aanwinsten Fries Scheepvaart Museum Leven in het rampgebied Frankrijk op de rand van kabinetscrisis Mg Met „Dagboek van Anne Frank” opent „Kunst aan Allen” het toneelseizoen inr- Uit de Geschiedenis inr- |||3l van Chr. Onderwijs Hg te Sneek i IJLST i h'lT van en Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL 112e jaargang no. 75 Donderdag 19 sept. 1957 Redakteur: L. KIEZEBRINK Internationaal wegverkeer eenvoudiger Redafctie-adres Kleinzand 7 Telefoon 2872. Veertig jaar stoffeerder bij V. D. Technische opleiding aan Rijksuniversiteit te Groningen =-=■■■' Hei Sneeker Nieuwsblad is een gecombineerde uitgave van NIEUWE SNEEKER COURANT. SNEEKER COURANT en DRIJFHOUTS NIEUWSBLAD SNEEKER NIEUWSBLAD we L ook (XCI). (O. N.) op motorrijtuigen af te schaffen. Het bezit van het internatio nale verzekeringsdocument, de groene kaart, zal echter wel vereist blijven. Voor betaald personen- en goederen vervoer, zoals vrachtauto’s en autobus sen, zullen voor Duitsland en Zwitser land de grensdocumenten noodzakelijk blijven. De A.N.W.B. deelt mede, dat zowel Duitsland als Zwitserland het voorne men hebben op 1 januari 1958 de grens- Oude betimmeringen en hun betekenis voor het Museum. Verschijnt MAANDAGS en DONDERDAGS Administratie: Comb. Drijfhout-Kiezebrink Co. Kantoor: GROOTZAND 55 Télefoon 3005 (K. 5150) Opening van de Staten-Generaal door H.M. de Koningin. Op dinsdag 17 sep tember heeft H.M. de Koningin in een gezamenlijke vergadering van de Eerste en Tweede Kamer het nieuwe parlementaire jaar geopend. Foto: H.M. de Koningin tijdens het voorlezen van de troonrede. Plannen van de faculteit der wis- en natuurkunde van de Groningse. Univer- siteit, om te komen tot een meer tech nisch gerichte opleiding, verkeren in een vergevorderd stadium. De opleiding zal volgen op het normale kandidaatsexamen in de wiskunde, de natuurkunde en de scheikunde en zal academici afleveren, die gelijk te stel len zijn met de ingenieurs van Delft en Eindhoven. In overleg met het college van cura toren werd besloten tot instelling van een commissie, welke deze plannen na der zal uitwerken. Daarin hebben, naast de vertegenwoordigers van curatorium en senaat, ook zitting vooraanstaande fi guren uit de industrie. Dit voor het gehele noorden zo belang rijke nieuws werd bekend gemaakt door de scheidende rector magnificus van de Groningse R. U., prof. dr. J. Ariëns Kap pers. De hoogleraar voegde daaraan toe, dat de bedoelde commissie reeds enkele rapporten heeft uitgebracht. Er was deze week weer een jubilaris onder het personeel van Vroom Drees- mann alhier. Nu was het onze bekende stadgenoot de heer W. Poiesz, die dins dag voor veertig jaar als stoffeerder in dienst trad bij de firma Stockmann, wier Zwitserland en Nederland, Genève en Sneek, liggen nogal ’n eind van elkaar, en toch zijn er schakels, die deze landen en plaatsen verbinden. Ik noem er twee: de Reformatie èn het Reveil. De Hervorming in de 16e eeuw wilde het licht van Gods Woord weer helder laten schenen en Calvijn heeft, vanuit Genève, daarvoor zijn uiterste krachten ingespannen. Het Reveil in de 19de eeuw greep ook terug naar het Woord Gods en legde vooral de nadruk op geloof èn belijden, op woord èn daad Het Reveil, de geestelijke opwekking, is vanuit Genève, via Zwitserland met machtige golven gegaan over verschil lende landen in Europa en heeft ook in Nederland, in Friesland, in Sneek grote invloed uitgeoefend. Ons volk kreeg in 1813, na de donkere tijd van de Franse overheersing, zijn vrijheid en men maak te zich gereed tot een nieuwe opbouw voor de toekomst. En bij die opbouw wilde men niet ongodsdienstig zijn. Men sprak van het Opperwezen, men roemde de Chr. deugden; een Christen dom boven de verdeeldheid uit was hier veler ideaal 1 Maar het bleek in de loop der jaren, dat de schérpe kanten werden afgeslepen van het Reformatorisch be lijden. Kerk en School werden zeer sterk door „de geest der eeuw” beïnvloed. ij De Franse nationale vergadering, wel ke aanvankelijk op 24 september zou bijeenkomen, is dinsdag toch voor een buitengewone zitting opgeroepen om de kaderwet voor Algerije te behandelen. In dit wetsontwerp worden voor Alge rije lagere zg. federatieve organen voor gesteld, welke zouden gekozen worden door Algerijnen en Franse kolonisten en boven deze organen zouden een wet gevende vergadering en een uitvoeren de raad staan, maar voor de invoering van dat alles zou nog een tijd van vier jaar worden toegestaan. Het is zeer waarschijnlijk dat zelfs de meest gema tigde Algerijnen niet met deze voorstel len accoord zullen gaan, maar in Frank rijk zelf is er al fel verzet tegen. De kaderwet zal, volgens de rechtse par tijen, Algerije op de weg naar onafhan kelijkheid voeren en dat wensen zij niet. Ook in het kabinet Bourgès Maunou- ry is er wrijving over deze zaak; een belangrijk minister als die van defensie, André Morice en nog twee andere van zijn radicale collega’s, zijn tegen het wetsontwerp gekant en hebben gedreigd te zullen aftreden als het ongewijzigd voor de nationale vergadering werd ge bracht. Nadat er nog aan gedokterd was en zowel president Coty als de pre mier hadden getracht deze ministers te overreden aan te blijven omdat hun heengaan een kabinetscrisis zou veroor zaken, bleek toch dat de radicale mi nisters op hun standpunt bleven staan, terwijl de socialistische ministers de ka derwet onveranderd aan het parlement wilden voorleggen. Zij beschouwen deze als het minimum dat in staat zal zijn We leven snel we vergeten vlug. Wie denkt er nu nog aan het Rampgebied In Zeeland? Het is al weer ruim vier jaar geleden dat de grote overstroming plaats had. Maar de bewoners van de streken, die door het water geteisterd zijn, vergeten die dagen niet. Als er eensklaps een zware storm opsteekt, slaat hun de schrik om het hart. 'Zullen de dijken het nü houden? de Algerijnen te bevredigen. Bourgès Maunoury ziet er niet veel heil in het kabinet te doen aftreden, omdat hij weet dat het uiterst moeilijk zal zijn een nieuwe regering te vormen. Daarom is met de nationale vergadering overeengekomen dat ze zich de eerste dagen met de economische maatrege len, welke het kabinet heeft voorgesteld, zal bezighouden. Ook deze zullen nog al wat deining veroorzaken in verband met de prijsstop waartegen de midden stand zich verzet en de maatregelen welke beogen de boeren zich minder op de tarweteelt en meer op de veeteelt toe te doen leggen. Intussen zullen president Coty en Bourgès Maunoury met de leidende poli tieke figuren in Frankrijk overleggen hoe overeenstemming over de Algerijn se kaderwet te bereiken, opdat het ka binet niet zal bezwijken in een botsing tussen links en rechts. Op 17 oktober a.s. hopen wjj feestelijk met kinderen en ouders het feit te her denken, dat 100 jaar Christelijk Onderwijs is gegeven in onze stad. En nu gaat het hier niet om de bizonderheden van de feestviering, maar om een blik te werpen in de historie. Het karakter van de school staat niet op zich zelf, maar hangt samen met allerlei stromingen op kerkelijk en geestelijk ter rein; het spreekt daarom vanzelf, dat we eerst dit terrein gaan verkennen, waarop het stekje van hei; Chr. Schoolonderwijs alhier is geplant. deeld werd in de kosten van het kerke lijk rechtsgeding. Maar bij dit alles bleef de veer kracht van Ds F. ongebroken. Hij schaamde zich het Evangelie van Chris tus niet en gaf duidelijk te kennen zijn verbondenheid met Réveilmannen als Da Costa, Groen, Capadose. De laatste is meermalen in Sneek geweest. De Gemeente lag Ds F. na aan het hart. Hij leefde met de zijnen mee in lief en leed; hij was een vriend der ar men, een steun voor de zoekers en allen wees hij naar Christus heen. In gezelschappen kwam men dikwijls bij elkaar tot onderlinge stichting. De maandagavond-catechisaties werden met open deuren gehouden. Velen uit de Ge meente kwamen luisteren. Ds F. heeft gewerkt zo lang het dag was. Op 13 juli 1850 werd de trouwe dienaar afgelost, na een ambtsperiode van bijna 43 jaar in Sneek. Zijn werk was gezegend. Het Woord dat hij mocht vertolken, droeg rijke vrucht voor Sneek en omgeving. Dr Wumkes zegt van hem: „Hy wie in godsillich man, fan hwaens persoan- likheid en wurk in greate krèft ütgyng, doe't de Tsjerke yn Fryslan yn ’e dodde lei. Yn ’e Fryske Tsjerkeskiednis mei er neamd wurde as in trou gesant, hwaens wurd west hat as in salt, dat it bidjer- ren keart”. Mede door zijn pastorale en apostolaire arbeid, in gehoorzaamheid aan zijn Zen der, heeft hij de bodem bevrucht, waar in straks het stekje zou worden geplant van het onderwijs, in Christelijke geest. W. N a u t a. beschreven nieuwste aanwinsten op dit gebied, uit Workum en Woudsend, ook nog enige op zichzelf staande onderdelen van uit oudheidkundig of kunstzinnig oogpunt belangrijke interieurs, in hoofd zaak deuren, op hun toepassing in de nieuwe afdeling van het Museum wach ten. Mochten er onder onze lezers zjjn, die andere antieke betimmeringen of fragmenten daarvan bedreigd weten, zo bewijzen zij onze stad en ons Museum bepaald een dienst, ons hiervan tijdig op de hoogte te stellen In dit verband memoreren wij even de fraaie foto, die de heer Jac. N. D. Hoog slag ons deed toekomen. Een documen taire afbeelding van de bovenzaal van Hotel „De Prins”, een etablissement, dat waarlijk verdiende grondig te wor den hersteld en in oude luister hersteld. Dit hotel is namelijk bekend om de 12 tegeltableaux, welke men op de wanden van genoemde zaal kan bewonderen. Ta bleaux, behorende tot de beste werk stukken der 18de eeuwse, Makkumer te gelschilders en ieder weer een verschil lend type zeeschip uitbeeldende, gelijk deze omstreeks het midden van de 18de eeuw door Friese reders of "'hippers werden uitgebracht koffen, galjoten, smakken en jachten. Wij hopen niet, dat al dit schoons ooit bedreigd zal worden, doch mócht Fries land onmachtig blijken dit monument van Friese kunstcultuur van de onder gang te redden, zo zou het de moeite waard zijn, deze hele zaal in het Fries Scheepvaart Museum te reconstrueren H.H. Een voorlopig berichtje maakte reeds melding van de aankoop van een twee tal wandbetimmeringen uit Woudsend. Deze bevinden zich thans nog in een bakkerswoning te Woudsend doch zullen hieruit verwijderd moeten worden wan neer de bewoner-eigenaar van dit pand er, komende herfst, toe overgaat de bei de vertrekken, waarin de twee betim meringen te bewonderen vallen, te ver bouwen. Veel keus was het Museum dus niet gelaten, wilden de betimmeringen voor Friesland behouden blijven. Daar het Museum over te weinig plaatsruimte beschikt, de betimmeringen op passende wijze op te stellen, zullen deze voors hands worden opgeslagen totdat de dag aanbreekt, waarop het belendende pand Kleinzand no. 14 bij het huidige Museum- gebouw getrokken kan worden. Intussen mogen wij ons verheugen, bedoelde aanwinst voor het Sneker Mu seum veilig te hebben kunnen stellen. Beide betimmeringen zullen in de toe komst ten volle de sfeer kunnen oproe pen van het Woudsend uit de tweede helft der 18de eeuw, toen de Friese Zuid westhoek zijn grootste bloeitijd beleefde- en niet alleen paatsen als Makkum, Workum, Hindeloopen, Molkwerum en Lemmer talrijke zeeschepen in de vaart hadden en honderden zeelieden tot hun inwoners mochten rekenen, maar ook verder het binnenland in gelegen dorpen, vlekken en steden, als Koudum, Warns, Heeg, Bolsward, Sneek en Joure verbin dingen overzee onderhielden, dan wel op de grote vaart gerichte scheepsbouw, zeilmakerijen, touwslagerijen en victua- liebedrijven bezaten. De beide Woudsender betimmeringen zijn vervaardigd uit Noors grenenhout, dat, in tegenstelling met de 17de eeuwse, eikenhouten betimmeringen, steeds be schilderd werd. Weliswaar niet zo bont als men het te Workum, Hindeloopen en Molkwerum zag, maar toch op fleurige wijze de 18de eeuw hield, juist zoals ons geslacht, van lichte, vrolijke tinten. Uiteraard zal men bij het restaureren der beide betimmeringen zorgvuldig de oorspronkelijke kleuren trachten terug te vinden onder de vele verflagen, die er in de 19de en 20ste eeuw over heen werden gekwast. De Woudsender betimmeringen zijn niet even oud. De ene vertoont de ken merken van de uitbundige, naar opzet telijke asymetrie strevende Lodewijk XV-stijl en dateert uit omstreeks het jaar 1760. Zij bezit een driedelig front, waarvan de bovenste helft uit sierlijk omrande' ruitjes bestaat, waarachter men de pronkserviezen van de huisvrouw kon zien prijken. De andere staat in het teken van de eenvoudiger, doch bevallige Lodewijk XVI-stijl en vertoont eveneens drie delen, in dit geval bestaande uit drie stel dubbele deuren, welke in het midden een provisiekast, aan de zijkanten bed steden afsluiten. Deze betimmering zal omstreeks het jaar 1785 gereed zijn ge komen. Min of meer gehaast is het bij de aan koop van een 17de eeuwse schoorsteen mantel uit een pand te Workum toege gaan. De liefhebberij voor Friese anti quiteiten is de laatste tijd zozeer toege nomen, het aanbod zo verminderd, dat, wil men dergelijke zaken niet voorgoed uit het gewest zien verdwijnen naar ver zamelaars en musea elders in Nederland, of zelfs in ’t buitenland, snel optreden alleen verdere verarming van ’t Friese cultuurbezit kan voorkomen. Zodoende meende het bestuur van ons Museum niet te moeten aarzelen, een ten verkoop aangeboden schouw van zeld zaam geworden type aan te kopen, ook al ontbreekt op dit moment de gelegen heid, deze in het Museum op te stellen. Het betreft hier een eikenhouten schoor steenomlijsting, rustende op uit zand steen gehouwen, getorste kolommen, kenmerkend voor de Fries-Hollandse, late Renaissance-stijl. Wij mogen er in dit verband wel aan herinneren, dat ons Museum voorheen reeds zo gelukkig was, antieke betim meringen te verwerven. De eerste aan winst op dit gebied was de voorname, uit omstreeks 1840 daterende gangpor- tiek uit het pand Kleinzand no. 22, na dien gevolgd door de vorstelijke, uit lichtblauw marmer gehouwen Lodewijk XV-schouw uit de tuinkamer van het zelfde pand. Het ruime vóór-boven vertrek bleek een zeer geschikte omgeving te zijn voor wandbetimmering en zwart-marmeren, Lodewijk XV-schouw, afkomstig uit het pand Hoogend no. 18. Aan een der an dere wanden werd het merkwaardige, beschilderde behangsel uit het reders- huis te Heeg bevestigd, en toen hier bo vendien de modellen van het Statenjacht uit 1736 benevens de 18e eeuwse Oost- Indiëvaarder „Bos en Hooven” opge steld waren, en de uitermate kostbare collectie oud-Sneker zilver, werd dit ver trek van deskundige zijde een der fraai ste museumruimten in Nederland ge noemd, waar kunst en sfeer uit éénzelf de tijdperk en eenzelfde gebied met el kaar in overeenstemming waren ge bracht. Deze uitspraak is een aansporing te meer, de dubbele betekenis van antieke betimmeringen voor oudheidkundige mu sea goed te onderkennen. Zodoende kocht het Bestuur te Workum enige jaren ge leden de wandbetimmering aan, welke thans in de benedenzaal van het Muse um te vinden is terwijl naast de reeds jonge boompjes te wonen. Zo lang je er niet uitkomt, heb je er niet zo veel last van. Maar als ik dan eens in Bergen op Zoom kom en ik zie dat heerlijke hoog opgaande geboomte, dan veradem ik. Teruggekeerd in Bruinisse is het net of er de eerste dagen een druk op me ligt. Alles is er even kaal. Wonderlijk dat bomen zo belangrijk in je leven zijn; dat bemerk je pas als je ze mist zo als met zoveel trouwens, dat je opeens niet meer hebt. Toch heeft de „Ramp” ook haar goe de zijden gehad. Er is een frisse geest in de Zeeuwse dorpen gekomen; mis schien waren we een beetje ingedom meld. Vóór de „Ramp” waren er nog heel wat inwoners op Duiveland, die het deden zonder het moderne comfort een toilet met stromend water, een stof zuiger, een wasmachine. En ze misten het ook eigenlijk niet. Dat is na de „Ramp” radikaal veranderd. In de nieuw-gebouwde huizen werden de he dendaagse gemakken aangebracht. Daardoor zijn de bewoners van de oude re huizen als het ware wakker gewor den. Ze kunnen er nu niet meer buiten. En het trammetje, dat tot februari 1953 nog op ons eiland reed, heeft plaats ge maakt voor bussen. Ook daarin mani festeert zich het moderne leven op ons eiland. Maar dit alles heeft in zekere zin slechts betrekking op uiterlijkheden. j documenten voor de tijdelijke invoer van Van veel meer belang is de verbonden-1 buitenlandse motorrijtuigen af heid met overig Nederland, die erdoor de „Ramp” is gegroeid. In de nood leer je je vrienden kennen. Wij hebben ver schrikkelijke dagen doorleefd, maar wat zijn we geholpen I De bewijzen van lief de en hartelijkheid uit heel Nederland waren overstelpend. Dat zullen we niet licht vergeten”. de soberheid, de echtheid, de onbarm hartige plastiek. Wie dit dagboek voor het toneel hebben bewerkt, zijn mensen die het toneel door en door kennen, maar die in hun vakbeoefening geluk kig niet het fijne orgaan voor de men selijke toon hebben verloren. De regie van de Nederlandse vertaling kon moei lijk beter. Zozeer het geheel stuk van menselijke wreedheid sprak, zozeer was deze opvoering ook vol van innig-mense- lijke liefde. De volle zaal heeft dat telkens erva ren; zelden is het in de Harmonie zo stil geweest. Het was een weldaad dat alle applaus of huldebetoon achterwege bleef en dat de aanwezigen na het einde nau welijks van hun plaatsen durfden te rijzen. Misschien mag men het ook een weldaad noemen, dat heel wat bezoekers nadien een slapeloze nacht hebben ge had. P. graven een koel, nuchter, zakelijk, maar onder het ver standelijke bruist een sterk gevoelsleven het is de „ynbannige kréft, dy”t it Ijocht siket”, de hunkering naar de ver werving van ideële waarden; de worste ling om een geestelijke basis te vinden, waarop het handelen rusten kan. In de 19de eeuw wordt óok in óns ge west de strijd gestreden om een belij dende Kerk en om een Christelijke School. Het Chr. Schoolonderwijs alhier is mede een vrucht van het Reveil, vooral door de figuur van Ds Fockens (1763 1850) en zijn dochters Titia en Hen- riëtte. Deze laatsten nemen een ereplaats in, als we denken aan het Friese-, aan het Sneker Reveil. Ds Fockens, in Gronin gen geboren en aldaar opgeleid tot pre dikant in de Ned. Herv. Kerk, kwam in 1803 naar Friesland en verbond zich in dat jaar aan de Gemeente te Twijzel. Door zijn bekwaamheden werd hij tot allerlei functies geroepen. Zo was hij o.a. lid van de Provinciale Synode, die in 1805 in Sneek werd gehouden. In 1807 werd hij hier in de Herv. Gemeente beroepen. Hij nam het beroep aan en deed in november van dat jaar zijn in trede in de Grote Kerk, naar aanleiding van de tekst uit Mattheus 16 18 „Op deze petra zal Ik Mijne Gemeente bou wen”. Het was voor Ds Fockens een groot verdriet, dat er zo weinig opgewekt geloofsleven was in de Gemeente; dat de Belijdenis der Kerk hoe langer hoe meer werd tot een museumstuk, dat nog wel historische waarde had, maar van- waaruit men kerkelijk èn persoonlijk zo weinig wilde leven. Met Ds Becking van Heeg (in 1845 daar opgevolgd door Ds Knap), Ds Van Berkum te Oosthem, behoorde Ds F. in de dertiger en veertiger jaren van de vorige eeuw tot de weinigen in de Zuid westhoek van Friesland, die een Schrif tuurlijke prediking brachten. Daardoor is hij ook in moeilijkheden gekomen met voormannen uit Sneek, met de Kerke- raad, met de liberale gezindheid uit die dagen. Hij moest zelfs eens een boete- preek aanhoren in de Herv. Kerk van Ds Visser uit Ysbrechtum, namens het Klassikaal Bestuur, waarbij hij veroor- bedrijf later door V. D. werd overge nomen. Ter gelegenheid van dit jubileum werd hij maandagavond üi het bijzijn van zijn echtgenote en kinderen, het personeel en enkele afgevaardigden uit Leeuwar den, in de zaak gehuldigd. De directeur van Leeuwarden en Sneek, de heer J..K. Girisch, dankte hem namens de directie voor het vele dat hij in de afgelopen veertig jaar voor de zaak gedaan heeft, en roemde daar bij zijn vakmanschap en prettige om gang met de cliëntële, zijn superieuren en de collega’s. Als stoffelijk blijk van deze waardering had de heer Girisch. hem tevoren reeds de gebruikelijke en veloppe met inhoud aangeboden. Ook de bedrijfsleider, de heer A. J. Bary, complimenteerde de jubilaris. Deze spreker vroeg zich af hoeveel meters stof, gordijnen, vloerbedekking enz. de heer Poiesz in al die jaren wel verwerkt heeft en dankte hem voor de prettige samenwerking. Verder wees de heer Bary nog op de grote sympathie welke de jubilaris ook onder zijn collega’s ge niet, wat o.m. tot uitdrukking kwam in zijn regelmatige herbenoeming als voor zitter van de Contact Commissie. Namens het personeel werd het woord gevoerd door de heer A. Roosenstein, die een gangloper aanbood en mevrouw Poiesz met bloemen eerde. De collega’s van de stoffeerderij en de tapijtafdeling boden bij monde van de heer C. Visser een kistje sigaren aan. Tijdens de receptie, welke de jubilaris thuis hield, boden ook zeer velen hun gelukwensen, bloemen en geschenken aan. O.a. zijn vrienden uit de vakbewe ging en de voetbalvereniging „Sneek”, waarvan de heer Poiesz zoals bekend vele jaren voorzitter is geweest. Zijn oude vriend Roel Karsten zond vanuit Canada een schriftelijke gelukwens. Er zijn toen mannen geweest in ons land, die door woord en geschrift hebben teruggeroepen tot Schrift en Belijdenis en die de Herv. Kerk daarop hebben aangesproken. Mannen, die de nadruk hebben gelegd op de waarde en beteke nis van het Chr. karakter der school voor het opgroeiend geslacht. Mannen, die ernst hebben gemaakt met het Apostolaat en die het gebod van de naastenliefde hebben omgezet in de daad Voortgekomen uit de school van Bil- derdijk, denk ik aan mannen als Da Costa, Capadose, Groen van Prinsterer, Heldring. Ik denk ook aan de samen komsten van de Chr. Vrienden. In Friesland vond het Reveil weerklank. In het algemeen gesproken geestelijke stromingen zich hier diepe bedding. De Friezen zijn Op 2 oktober a.s. opent Kunst aan Allen hier het toneelseizoen. En op de best denkbare wjjze Immers dan komt een groepjé van het gezelschap „Thea ter” uit Arnhem hier met „Het dagboek van Anne Frank”. Er zijn voor dit sei zoen, naar wij hoorden, nog enkele plaatsen in Amicitia beschikbaar voor de toneeluitvoeringen van K. en A„ maar zonder twijfel zullen die spoedig weg zijn, nu de rij der voorstellingen met dit stuk wordt geopend. Het lijkt ons haast overbodig, maar mogen hier even vermelden wat P. in de L. C. van de laatste opvoering in Leeuwar den op 9 sept. j.l. schreef? Zo is dan, aldus de Leeuwarder Cou rant, in Leeuwarden voor de tweede maal „Het Dagboek van Anne Frank” door het gezelschap Theater gebracht en het zal zeker niet de laatste maal geweest zijn. De leden van de Har monie hadden deze kans niet laten voor bijgaan; helaas waren er velen die geen plaats meer konden krijgen. Zelden zal een opvoering zo diepe en zo zuivere in drukken hebben nagelaten; daarom kan de beslissende toon van een korte be schouwing ook alleen die van de dank baarheid zijn. Dankbaarheid vooral, omdat het to neel hier plotseling weer iets van zijn wezenlijke functie toonde: het geweten te zijn van de eigen tijd, het appèl op de mens, het requisitoir tegen de zonde, het ontkledingsproces van de huichel achtige grootdoener die wij allemaal op onze tijd zijn. Deze avond was een to neelopvoering van formaat, niet maar amusement of luchtig avontuur, maar beproeving. Genoeglijk en prettig is zulk een „verhoor” niet, maar louterend wel. De kleine groep van Theater, die Anne Frank brengt en het stuk bijna avond aan avond brengt, die telkens weer op dezelfde plaats moet terugkeren en tel kens weer dezelfde oprechtheid moet opbrengen, moet in haar taak ongetwij feld iets van roeping zien. Als zij niet blijvend geïnspireerd zou zjjn, ware het geheel en al onmogelijk zo dikwijls met dit stuk voor de voetlichten te komen. Zoals het voor de rechte prediker tege lijkertijd een kwelling en een heerlijk heid is de boodschap van de andere zij de over te brengen. Zo moet dit gezel schap zijn taak wel als een moeilijke maar kostelijke opdracht beschouwen. De weerklank allerwegen in den lande zal ook niet de geringste, stimulans ge weest zijn om voort te gaan. Het stuk was, ook voor wie het reeds vaker gezien had, ontroerend, ontstellend en overtuigend. Men weet haast niet wat men het meest moet bewonderen: „Het is merkwaardig te zien hoe de angst er al bij heel jonge kinderen in zit”, vertelde ons een fröbelonderwijze res uit Bruinisse. „Hummels van vier jaar speelden op school „watersnoodje”. Van zand bouwden ze dijken, die de huisjes omgaven. En dan opeens begon nen er een paar angstig te roepen: „Het water komt Het water komt!” Het was verbijsterend om de vrees en schrik te zien op de gezichtjes van die kinde ren volkomen verdiept in hun spel. Dat was in 1954’55; de kinderen, die nu op de kleuterschool komen, zijn na de „Ramp” geboren. Zij spelen weer nor male kinderspelletjes”. Bij de volwassenen merkt men er op het eerste gezicht niet veel van. Tenzij men bij hen binnen mag komen. „Ons huis staat al een jaar of twintig”, ver telde de fröbelonderwijzeres. „Na de „Ramp” is het helemaal schoongemaakt en opnieuw geverfd en behangen. Maar de muren „zweten” als het ware het zoute water nog uit. Ziét U de lijn daar op het nieuwe behang? Dat is de wa terlijn; tot zo hoog heeft het gestaan. En die lijn is er pas ingekomen, nadat het water al lang weg was. Degenen, die na de „Ramp” een nieuw huis heb ben gekregen, hebben daar natuurlijk geen last van. Maar in de oudere hui zen treedt overal hetzelfde verschijnsel op. En het is ook moeilijk om levens middelen goed te houden. Het zijn de naweeën van de „Ramp”.” Ze zweeg even. Door het venster keken we uit over het Zeeuwse land. Het was weer groen en vruchtbaar. „Weet U wat we op ons eiland zo missen? De bomen. Er zijn vele jonge bomen aangeplant en op de duur zullen wc daar weer luwte en schaduw van hebben. Natuurlijk raak je eraan ge wend om in een dorp met uitsluitend Advertentieprijs 15 ct per mm. Bij contract (handelsadv.) lager. Abonnementsprijs f 3.per half jaar. Franco per post f 3.75 per half jaar. Giro 8 5 0 7 4 8 ten name van Sneeker Nieuwsblad.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1957 | | pagina 1