een
Aanwinsten Fries Scheepvaart Museum
Leven in het rampgebied
Frankrijk op de rand van
kabinetscrisis
Mg
Met „Dagboek van Anne Frank”
opent „Kunst aan Allen”
het toneelseizoen
inr- Uit de Geschiedenis inr-
|||3l van Chr. Onderwijs Hg
te Sneek
i
IJLST
i
h'lT
van
en
Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK, WYMBRITSERADEEL
112e jaargang no. 75
Donderdag 19 sept. 1957
Redakteur: L. KIEZEBRINK
Internationaal wegverkeer
eenvoudiger
Redafctie-adres
Kleinzand 7 Telefoon 2872.
Veertig jaar stoffeerder bij
V. D.
Technische opleiding aan
Rijksuniversiteit te
Groningen
=-=■■■' Hei Sneeker Nieuwsblad is een gecombineerde uitgave van NIEUWE SNEEKER COURANT. SNEEKER COURANT en DRIJFHOUTS NIEUWSBLAD
SNEEKER NIEUWSBLAD
we
L
ook
(XCI).
(O. N.)
op
motorrijtuigen af te
schaffen. Het bezit van het internatio
nale verzekeringsdocument, de groene
kaart, zal echter wel vereist blijven.
Voor betaald personen- en goederen
vervoer, zoals vrachtauto’s en autobus
sen, zullen voor Duitsland en Zwitser
land de grensdocumenten noodzakelijk
blijven.
De A.N.W.B. deelt mede, dat zowel
Duitsland als Zwitserland het voorne
men hebben op 1 januari 1958 de grens-
Oude betimmeringen en hun betekenis
voor het Museum.
Verschijnt
MAANDAGS en DONDERDAGS
Administratie:
Comb. Drijfhout-Kiezebrink Co.
Kantoor: GROOTZAND 55
Télefoon 3005 (K. 5150)
Opening van de Staten-Generaal door H.M. de Koningin. Op dinsdag 17 sep
tember heeft H.M. de Koningin in een gezamenlijke vergadering van de Eerste
en Tweede Kamer het nieuwe parlementaire jaar geopend.
Foto: H.M. de Koningin tijdens het voorlezen van de troonrede.
Plannen van de faculteit der wis- en
natuurkunde van de Groningse. Univer-
siteit, om te komen tot een meer tech
nisch gerichte opleiding, verkeren in een
vergevorderd stadium.
De opleiding zal volgen op het normale
kandidaatsexamen in de wiskunde, de
natuurkunde en de scheikunde en zal
academici afleveren, die gelijk te stel
len zijn met de ingenieurs van Delft en
Eindhoven.
In overleg met het college van cura
toren werd besloten tot instelling van
een commissie, welke deze plannen na
der zal uitwerken. Daarin hebben, naast
de vertegenwoordigers van curatorium
en senaat, ook zitting vooraanstaande fi
guren uit de industrie.
Dit voor het gehele noorden zo belang
rijke nieuws werd bekend gemaakt door
de scheidende rector magnificus van de
Groningse R. U., prof. dr. J. Ariëns Kap
pers. De hoogleraar voegde daaraan toe,
dat de bedoelde commissie reeds enkele
rapporten heeft uitgebracht.
Er was deze week weer een jubilaris
onder het personeel van Vroom Drees-
mann alhier. Nu was het onze bekende
stadgenoot de heer W. Poiesz, die dins
dag voor veertig jaar als stoffeerder in
dienst trad bij de firma Stockmann, wier
Zwitserland en Nederland, Genève en
Sneek, liggen nogal ’n eind van elkaar,
en toch zijn er schakels, die deze landen
en plaatsen verbinden. Ik noem er twee:
de Reformatie èn het Reveil.
De Hervorming in de 16e eeuw wilde
het licht van Gods Woord weer helder
laten schenen en Calvijn heeft, vanuit
Genève, daarvoor zijn uiterste krachten
ingespannen.
Het Reveil in de 19de eeuw greep ook
terug naar het Woord Gods en legde
vooral de nadruk op geloof èn belijden,
op woord èn daad
Het Reveil, de geestelijke opwekking,
is vanuit Genève, via Zwitserland met
machtige golven gegaan over verschil
lende landen in Europa en heeft ook in
Nederland, in Friesland, in Sneek grote
invloed uitgeoefend. Ons volk kreeg in
1813, na de donkere tijd van de Franse
overheersing, zijn vrijheid en men maak
te zich gereed tot een nieuwe opbouw
voor de toekomst. En bij die opbouw
wilde men niet ongodsdienstig zijn.
Men sprak van het Opperwezen, men
roemde de Chr. deugden; een Christen
dom boven de verdeeldheid uit was hier
veler ideaal 1 Maar het bleek in de loop
der jaren, dat de schérpe kanten werden
afgeslepen van het Reformatorisch be
lijden. Kerk en School werden zeer sterk
door „de geest der eeuw” beïnvloed.
ij
De Franse nationale vergadering, wel
ke aanvankelijk op 24 september zou
bijeenkomen, is dinsdag toch voor een
buitengewone zitting opgeroepen om de
kaderwet voor Algerije te behandelen.
In dit wetsontwerp worden voor Alge
rije lagere zg. federatieve organen voor
gesteld, welke zouden gekozen worden
door Algerijnen en Franse kolonisten en
boven deze organen zouden een wet
gevende vergadering en een uitvoeren
de raad staan, maar voor de invoering
van dat alles zou nog een tijd van vier
jaar worden toegestaan. Het is zeer
waarschijnlijk dat zelfs de meest gema
tigde Algerijnen niet met deze voorstel
len accoord zullen gaan, maar in Frank
rijk zelf is er al fel verzet tegen. De
kaderwet zal, volgens de rechtse par
tijen, Algerije op de weg naar onafhan
kelijkheid voeren en dat wensen zij niet.
Ook in het kabinet Bourgès Maunou-
ry is er wrijving over deze zaak; een
belangrijk minister als die van defensie,
André Morice en nog twee andere van
zijn radicale collega’s, zijn tegen het
wetsontwerp gekant en hebben gedreigd
te zullen aftreden als het ongewijzigd
voor de nationale vergadering werd ge
bracht. Nadat er nog aan gedokterd
was en zowel president Coty als de pre
mier hadden getracht deze ministers te
overreden aan te blijven omdat hun
heengaan een kabinetscrisis zou veroor
zaken, bleek toch dat de radicale mi
nisters op hun standpunt bleven staan,
terwijl de socialistische ministers de ka
derwet onveranderd aan het parlement
wilden voorleggen. Zij beschouwen deze
als het minimum dat in staat zal zijn
We leven snel we vergeten vlug. Wie denkt er nu nog aan het Rampgebied In
Zeeland? Het is al weer ruim vier jaar geleden dat de grote overstroming
plaats had. Maar de bewoners van de streken, die door het water geteisterd
zijn, vergeten die dagen niet. Als er eensklaps een zware storm opsteekt,
slaat hun de schrik om het hart. 'Zullen de dijken het nü houden?
de Algerijnen te bevredigen.
Bourgès Maunoury ziet er niet veel
heil in het kabinet te doen aftreden,
omdat hij weet dat het uiterst moeilijk
zal zijn een nieuwe regering te vormen.
Daarom is met de nationale vergadering
overeengekomen dat ze zich de eerste
dagen met de economische maatrege
len, welke het kabinet heeft voorgesteld,
zal bezighouden. Ook deze zullen nog
al wat deining veroorzaken in verband
met de prijsstop waartegen de midden
stand zich verzet en de maatregelen
welke beogen de boeren zich minder op
de tarweteelt en meer op de veeteelt
toe te doen leggen.
Intussen zullen president Coty en
Bourgès Maunoury met de leidende poli
tieke figuren in Frankrijk overleggen
hoe overeenstemming over de Algerijn
se kaderwet te bereiken, opdat het ka
binet niet zal bezwijken in een botsing
tussen links en rechts.
Op 17 oktober a.s. hopen wjj feestelijk met kinderen en ouders het feit te her
denken, dat 100 jaar Christelijk Onderwijs is gegeven in onze stad. En nu
gaat het hier niet om de bizonderheden van de feestviering, maar om een blik
te werpen in de historie. Het karakter van de school staat niet op zich
zelf, maar hangt samen met allerlei stromingen op kerkelijk en geestelijk ter
rein; het spreekt daarom vanzelf, dat we eerst dit terrein gaan verkennen,
waarop het stekje van hei; Chr. Schoolonderwijs alhier is geplant.
deeld werd in de kosten van het kerke
lijk rechtsgeding.
Maar bij dit alles bleef de veer
kracht van Ds F. ongebroken. Hij
schaamde zich het Evangelie van Chris
tus niet en gaf duidelijk te kennen zijn
verbondenheid met Réveilmannen als
Da Costa, Groen, Capadose. De laatste
is meermalen in Sneek geweest.
De Gemeente lag Ds F. na aan het
hart. Hij leefde met de zijnen mee in
lief en leed; hij was een vriend der ar
men, een steun voor de zoekers en allen
wees hij naar Christus heen.
In gezelschappen kwam men dikwijls
bij elkaar tot onderlinge stichting. De
maandagavond-catechisaties werden met
open deuren gehouden. Velen uit de Ge
meente kwamen luisteren.
Ds F. heeft gewerkt zo lang het dag
was. Op 13 juli 1850 werd de trouwe
dienaar afgelost, na een ambtsperiode
van bijna 43 jaar in Sneek. Zijn werk
was gezegend. Het Woord dat hij mocht
vertolken, droeg rijke vrucht voor Sneek
en omgeving.
Dr Wumkes zegt van hem: „Hy wie
in godsillich man, fan hwaens persoan-
likheid en wurk in greate krèft ütgyng,
doe't de Tsjerke yn Fryslan yn ’e dodde
lei. Yn ’e Fryske Tsjerkeskiednis mei er
neamd wurde as in trou gesant, hwaens
wurd west hat as in salt, dat it bidjer-
ren keart”.
Mede door zijn pastorale en apostolaire
arbeid, in gehoorzaamheid aan zijn Zen
der, heeft hij de bodem bevrucht, waar
in straks het stekje zou worden geplant
van het onderwijs, in Christelijke geest.
W. N a u t a.
beschreven nieuwste aanwinsten op dit
gebied, uit Workum en Woudsend, ook
nog enige op zichzelf staande onderdelen
van uit oudheidkundig of kunstzinnig
oogpunt belangrijke interieurs, in hoofd
zaak deuren, op hun toepassing in de
nieuwe afdeling van het Museum wach
ten. Mochten er onder onze lezers zjjn,
die andere antieke betimmeringen of
fragmenten daarvan bedreigd weten, zo
bewijzen zij onze stad en ons Museum
bepaald een dienst, ons hiervan tijdig op
de hoogte te stellen
In dit verband memoreren wij even de
fraaie foto, die de heer Jac. N. D. Hoog
slag ons deed toekomen. Een documen
taire afbeelding van de bovenzaal van
Hotel „De Prins”, een etablissement,
dat waarlijk verdiende grondig te wor
den hersteld en in oude luister hersteld.
Dit hotel is namelijk bekend om de 12
tegeltableaux, welke men op de wanden
van genoemde zaal kan bewonderen. Ta
bleaux, behorende tot de beste werk
stukken der 18de eeuwse, Makkumer te
gelschilders en ieder weer een verschil
lend type zeeschip uitbeeldende, gelijk
deze omstreeks het midden van de 18de
eeuw door Friese reders of "'hippers
werden uitgebracht koffen, galjoten,
smakken en jachten.
Wij hopen niet, dat al dit schoons ooit
bedreigd zal worden, doch mócht Fries
land onmachtig blijken dit monument
van Friese kunstcultuur van de onder
gang te redden, zo zou het de moeite
waard zijn, deze hele zaal in het Fries
Scheepvaart Museum te reconstrueren
H.H.
Een voorlopig berichtje maakte reeds
melding van de aankoop van een twee
tal wandbetimmeringen uit Woudsend.
Deze bevinden zich thans nog in een
bakkerswoning te Woudsend doch zullen
hieruit verwijderd moeten worden wan
neer de bewoner-eigenaar van dit pand
er, komende herfst, toe overgaat de bei
de vertrekken, waarin de twee betim
meringen te bewonderen vallen, te ver
bouwen.
Veel keus was het Museum dus niet
gelaten, wilden de betimmeringen voor
Friesland behouden blijven. Daar het
Museum over te weinig plaatsruimte
beschikt, de betimmeringen op passende
wijze op te stellen, zullen deze voors
hands worden opgeslagen totdat de dag
aanbreekt, waarop het belendende pand
Kleinzand no. 14 bij het huidige Museum-
gebouw getrokken kan worden.
Intussen mogen wij ons verheugen,
bedoelde aanwinst voor het Sneker Mu
seum veilig te hebben kunnen stellen.
Beide betimmeringen zullen in de toe
komst ten volle de sfeer kunnen oproe
pen van het Woudsend uit de tweede
helft der 18de eeuw, toen de Friese Zuid
westhoek zijn grootste bloeitijd beleefde-
en niet alleen paatsen als Makkum,
Workum, Hindeloopen, Molkwerum en
Lemmer talrijke zeeschepen in de vaart
hadden en honderden zeelieden tot hun
inwoners mochten rekenen, maar ook
verder het binnenland in gelegen dorpen,
vlekken en steden, als Koudum, Warns,
Heeg, Bolsward, Sneek en Joure verbin
dingen overzee onderhielden, dan wel op
de grote vaart gerichte scheepsbouw,
zeilmakerijen, touwslagerijen en victua-
liebedrijven bezaten.
De beide Woudsender betimmeringen
zijn vervaardigd uit Noors grenenhout,
dat, in tegenstelling met de 17de eeuwse,
eikenhouten betimmeringen, steeds be
schilderd werd. Weliswaar niet zo bont
als men het te Workum, Hindeloopen en
Molkwerum zag, maar toch op fleurige
wijze de 18de eeuw hield, juist zoals
ons geslacht, van lichte, vrolijke tinten.
Uiteraard zal men bij het restaureren
der beide betimmeringen zorgvuldig de
oorspronkelijke kleuren trachten terug
te vinden onder de vele verflagen, die er
in de 19de en 20ste eeuw over heen
werden gekwast.
De Woudsender betimmeringen zijn
niet even oud. De ene vertoont de ken
merken van de uitbundige, naar opzet
telijke asymetrie strevende Lodewijk
XV-stijl en dateert uit omstreeks het
jaar 1760. Zij bezit een driedelig front,
waarvan de bovenste helft uit sierlijk
omrande' ruitjes bestaat, waarachter
men de pronkserviezen van de huisvrouw
kon zien prijken.
De andere staat in het teken van de
eenvoudiger, doch bevallige Lodewijk
XVI-stijl en vertoont eveneens drie
delen, in dit geval bestaande uit drie
stel dubbele deuren, welke in het midden
een provisiekast, aan de zijkanten bed
steden afsluiten. Deze betimmering zal
omstreeks het jaar 1785 gereed zijn ge
komen.
Min of meer gehaast is het bij de aan
koop van een 17de eeuwse schoorsteen
mantel uit een pand te Workum toege
gaan. De liefhebberij voor Friese anti
quiteiten is de laatste tijd zozeer toege
nomen, het aanbod zo verminderd, dat,
wil men dergelijke zaken niet voorgoed
uit het gewest zien verdwijnen naar ver
zamelaars en musea elders in Nederland,
of zelfs in ’t buitenland, snel optreden
alleen verdere verarming van ’t Friese
cultuurbezit kan voorkomen.
Zodoende meende het bestuur van ons
Museum niet te moeten aarzelen, een ten
verkoop aangeboden schouw van zeld
zaam geworden type aan te kopen, ook
al ontbreekt op dit moment de gelegen
heid, deze in het Museum op te stellen.
Het betreft hier een eikenhouten schoor
steenomlijsting, rustende op uit zand
steen gehouwen, getorste kolommen,
kenmerkend voor de Fries-Hollandse,
late Renaissance-stijl.
Wij mogen er in dit verband wel aan
herinneren, dat ons Museum voorheen
reeds zo gelukkig was, antieke betim
meringen te verwerven. De eerste aan
winst op dit gebied was de voorname,
uit omstreeks 1840 daterende gangpor-
tiek uit het pand Kleinzand no. 22, na
dien gevolgd door de vorstelijke, uit
lichtblauw marmer gehouwen Lodewijk
XV-schouw uit de tuinkamer van het
zelfde pand.
Het ruime vóór-boven vertrek bleek
een zeer geschikte omgeving te zijn voor
wandbetimmering en zwart-marmeren,
Lodewijk XV-schouw, afkomstig uit het
pand Hoogend no. 18. Aan een der an
dere wanden werd het merkwaardige,
beschilderde behangsel uit het reders-
huis te Heeg bevestigd, en toen hier bo
vendien de modellen van het Statenjacht
uit 1736 benevens de 18e eeuwse Oost-
Indiëvaarder „Bos en Hooven” opge
steld waren, en de uitermate kostbare
collectie oud-Sneker zilver, werd dit ver
trek van deskundige zijde een der fraai
ste museumruimten in Nederland ge
noemd, waar kunst en sfeer uit éénzelf
de tijdperk en eenzelfde gebied met el
kaar in overeenstemming waren ge
bracht.
Deze uitspraak is een aansporing te
meer, de dubbele betekenis van antieke
betimmeringen voor oudheidkundige mu
sea goed te onderkennen. Zodoende kocht
het Bestuur te Workum enige jaren ge
leden de wandbetimmering aan, welke
thans in de benedenzaal van het Muse
um te vinden is terwijl naast de reeds
jonge boompjes te wonen. Zo lang je er
niet uitkomt, heb je er niet zo veel last
van. Maar als ik dan eens in Bergen
op Zoom kom en ik zie dat heerlijke
hoog opgaande geboomte, dan veradem
ik. Teruggekeerd in Bruinisse is het net
of er de eerste dagen een druk op me
ligt. Alles is er even kaal. Wonderlijk
dat bomen zo belangrijk in je leven zijn;
dat bemerk je pas als je ze mist zo
als met zoveel trouwens, dat je opeens
niet meer hebt.
Toch heeft de „Ramp” ook haar goe
de zijden gehad. Er is een frisse geest
in de Zeeuwse dorpen gekomen; mis
schien waren we een beetje ingedom
meld. Vóór de „Ramp” waren er nog
heel wat inwoners op Duiveland, die het
deden zonder het moderne comfort
een toilet met stromend water, een stof
zuiger, een wasmachine. En ze misten
het ook eigenlijk niet. Dat is na de
„Ramp” radikaal veranderd. In de
nieuw-gebouwde huizen werden de he
dendaagse gemakken aangebracht.
Daardoor zijn de bewoners van de oude
re huizen als het ware wakker gewor
den. Ze kunnen er nu niet meer buiten.
En het trammetje, dat tot februari 1953
nog op ons eiland reed, heeft plaats ge
maakt voor bussen. Ook daarin mani
festeert zich het moderne leven op ons
eiland.
Maar dit alles heeft in zekere zin
slechts betrekking op uiterlijkheden. j documenten voor de tijdelijke invoer van
Van veel meer belang is de verbonden-1 buitenlandse motorrijtuigen af
heid met overig Nederland, die erdoor
de „Ramp” is gegroeid. In de nood leer
je je vrienden kennen. Wij hebben ver
schrikkelijke dagen doorleefd, maar wat
zijn we geholpen I De bewijzen van lief
de en hartelijkheid uit heel Nederland
waren overstelpend. Dat zullen we niet
licht vergeten”.
de soberheid, de echtheid, de onbarm
hartige plastiek. Wie dit dagboek voor
het toneel hebben bewerkt, zijn mensen
die het toneel door en door kennen,
maar die in hun vakbeoefening geluk
kig niet het fijne orgaan voor de men
selijke toon hebben verloren. De regie
van de Nederlandse vertaling kon moei
lijk beter. Zozeer het geheel stuk van
menselijke wreedheid sprak, zozeer was
deze opvoering ook vol van innig-mense-
lijke liefde.
De volle zaal heeft dat telkens erva
ren; zelden is het in de Harmonie zo stil
geweest. Het was een weldaad dat alle
applaus of huldebetoon achterwege bleef
en dat de aanwezigen na het einde nau
welijks van hun plaatsen durfden te
rijzen. Misschien mag men het ook een
weldaad noemen, dat heel wat bezoekers
nadien een slapeloze nacht hebben ge
had. P.
graven
een
koel,
nuchter, zakelijk, maar onder het ver
standelijke bruist een sterk gevoelsleven
het is de „ynbannige kréft, dy”t it
Ijocht siket”, de hunkering naar de ver
werving van ideële waarden; de worste
ling om een geestelijke basis te vinden,
waarop het handelen rusten kan.
In de 19de eeuw wordt óok in óns ge
west de strijd gestreden om een belij
dende Kerk en om een Christelijke
School.
Het Chr. Schoolonderwijs alhier is
mede een vrucht van het Reveil, vooral
door de figuur van Ds Fockens (1763
1850) en zijn dochters Titia en Hen-
riëtte.
Deze laatsten nemen een ereplaats in,
als we denken aan het Friese-, aan het
Sneker Reveil. Ds Fockens, in Gronin
gen geboren en aldaar opgeleid tot pre
dikant in de Ned. Herv. Kerk, kwam in
1803 naar Friesland en verbond zich in
dat jaar aan de Gemeente te Twijzel.
Door zijn bekwaamheden werd hij tot
allerlei functies geroepen. Zo was hij
o.a. lid van de Provinciale Synode, die
in 1805 in Sneek werd gehouden. In
1807 werd hij hier in de Herv. Gemeente
beroepen. Hij nam het beroep aan en
deed in november van dat jaar zijn in
trede in de Grote Kerk, naar aanleiding
van de tekst uit Mattheus 16 18 „Op
deze petra zal Ik Mijne Gemeente bou
wen”.
Het was voor Ds Fockens een groot
verdriet, dat er zo weinig opgewekt
geloofsleven was in de Gemeente; dat
de Belijdenis der Kerk hoe langer hoe
meer werd tot een museumstuk, dat nog
wel historische waarde had, maar van-
waaruit men kerkelijk èn persoonlijk zo
weinig wilde leven.
Met Ds Becking van Heeg (in 1845
daar opgevolgd door Ds Knap), Ds Van
Berkum te Oosthem, behoorde Ds F. in
de dertiger en veertiger jaren van de
vorige eeuw tot de weinigen in de Zuid
westhoek van Friesland, die een Schrif
tuurlijke prediking brachten. Daardoor
is hij ook in moeilijkheden gekomen met
voormannen uit Sneek, met de Kerke-
raad, met de liberale gezindheid uit die
dagen. Hij moest zelfs eens een boete-
preek aanhoren in de Herv. Kerk van
Ds Visser uit Ysbrechtum, namens het
Klassikaal Bestuur, waarbij hij veroor-
bedrijf later door V. D. werd overge
nomen.
Ter gelegenheid van dit jubileum werd
hij maandagavond üi het bijzijn van zijn
echtgenote en kinderen, het personeel
en enkele afgevaardigden uit Leeuwar
den, in de zaak gehuldigd.
De directeur van Leeuwarden en
Sneek, de heer J..K. Girisch, dankte
hem namens de directie voor het vele
dat hij in de afgelopen veertig jaar voor
de zaak gedaan heeft, en roemde daar
bij zijn vakmanschap en prettige om
gang met de cliëntële, zijn superieuren
en de collega’s. Als stoffelijk blijk van
deze waardering had de heer Girisch.
hem tevoren reeds de gebruikelijke en
veloppe met inhoud aangeboden.
Ook de bedrijfsleider, de heer A. J.
Bary, complimenteerde de jubilaris. Deze
spreker vroeg zich af hoeveel meters
stof, gordijnen, vloerbedekking enz. de
heer Poiesz in al die jaren wel verwerkt
heeft en dankte hem voor de prettige
samenwerking. Verder wees de heer
Bary nog op de grote sympathie welke
de jubilaris ook onder zijn collega’s ge
niet, wat o.m. tot uitdrukking kwam in
zijn regelmatige herbenoeming als voor
zitter van de Contact Commissie.
Namens het personeel werd het woord
gevoerd door de heer A. Roosenstein,
die een gangloper aanbood en mevrouw
Poiesz met bloemen eerde. De collega’s
van de stoffeerderij en de tapijtafdeling
boden bij monde van de heer C. Visser
een kistje sigaren aan.
Tijdens de receptie, welke de jubilaris
thuis hield, boden ook zeer velen hun
gelukwensen, bloemen en geschenken
aan. O.a. zijn vrienden uit de vakbewe
ging en de voetbalvereniging „Sneek”,
waarvan de heer Poiesz zoals bekend
vele jaren voorzitter is geweest. Zijn
oude vriend Roel Karsten zond vanuit
Canada een schriftelijke gelukwens.
Er zijn toen mannen geweest in ons
land, die door woord en geschrift hebben
teruggeroepen tot Schrift en Belijdenis
en die de Herv. Kerk daarop hebben
aangesproken. Mannen, die de nadruk
hebben gelegd op de waarde en beteke
nis van het Chr. karakter der school
voor het opgroeiend geslacht. Mannen,
die ernst hebben gemaakt met het
Apostolaat en die het gebod van de
naastenliefde hebben omgezet in de
daad
Voortgekomen uit de school van Bil-
derdijk, denk ik aan mannen als Da
Costa, Capadose, Groen van Prinsterer,
Heldring. Ik denk ook aan de samen
komsten van de Chr. Vrienden.
In Friesland vond het Reveil
weerklank.
In het algemeen gesproken
geestelijke stromingen zich hier
diepe bedding. De Friezen zijn
Op 2 oktober a.s. opent Kunst aan
Allen hier het toneelseizoen. En op de
best denkbare wjjze Immers dan komt
een groepjé van het gezelschap „Thea
ter” uit Arnhem hier met „Het dagboek
van Anne Frank”. Er zijn voor dit sei
zoen, naar wij hoorden, nog enkele
plaatsen in Amicitia beschikbaar voor
de toneeluitvoeringen van K. en A„
maar zonder twijfel zullen die spoedig
weg zijn, nu de rij der voorstellingen
met dit stuk wordt geopend. Het lijkt
ons haast overbodig, maar mogen
hier even vermelden wat P. in de L. C.
van de laatste opvoering in Leeuwar
den op 9 sept. j.l. schreef?
Zo is dan, aldus de Leeuwarder Cou
rant, in Leeuwarden voor de tweede
maal „Het Dagboek van Anne Frank”
door het gezelschap Theater gebracht
en het zal zeker niet de laatste maal
geweest zijn. De leden van de Har
monie hadden deze kans niet laten voor
bijgaan; helaas waren er velen die geen
plaats meer konden krijgen. Zelden zal
een opvoering zo diepe en zo zuivere in
drukken hebben nagelaten; daarom kan
de beslissende toon van een korte be
schouwing ook alleen die van de dank
baarheid zijn.
Dankbaarheid vooral, omdat het to
neel hier plotseling weer iets van zijn
wezenlijke functie toonde: het geweten
te zijn van de eigen tijd, het appèl op de
mens, het requisitoir tegen de zonde,
het ontkledingsproces van de huichel
achtige grootdoener die wij allemaal op
onze tijd zijn. Deze avond was een to
neelopvoering van formaat, niet maar
amusement of luchtig avontuur, maar
beproeving. Genoeglijk en prettig is
zulk een „verhoor” niet, maar louterend
wel.
De kleine groep van Theater, die Anne
Frank brengt en het stuk bijna avond
aan avond brengt, die telkens weer op
dezelfde plaats moet terugkeren en tel
kens weer dezelfde oprechtheid moet
opbrengen, moet in haar taak ongetwij
feld iets van roeping zien. Als zij niet
blijvend geïnspireerd zou zjjn, ware het
geheel en al onmogelijk zo dikwijls met
dit stuk voor de voetlichten te komen.
Zoals het voor de rechte prediker tege
lijkertijd een kwelling en een heerlijk
heid is de boodschap van de andere zij
de over te brengen. Zo moet dit gezel
schap zijn taak wel als een moeilijke
maar kostelijke opdracht beschouwen.
De weerklank allerwegen in den lande
zal ook niet de geringste, stimulans ge
weest zijn om voort te gaan.
Het stuk was, ook voor wie het reeds
vaker gezien had, ontroerend, ontstellend
en overtuigend. Men weet haast niet
wat men het meest moet bewonderen:
„Het is merkwaardig te zien hoe de
angst er al bij heel jonge kinderen in
zit”, vertelde ons een fröbelonderwijze
res uit Bruinisse. „Hummels van vier
jaar speelden op school „watersnoodje”.
Van zand bouwden ze dijken, die de
huisjes omgaven. En dan opeens begon
nen er een paar angstig te roepen: „Het
water komt Het water komt!” Het
was verbijsterend om de vrees en schrik
te zien op de gezichtjes van die kinde
ren volkomen verdiept in hun spel.
Dat was in 1954’55; de kinderen, die
nu op de kleuterschool komen, zijn na
de „Ramp” geboren. Zij spelen weer nor
male kinderspelletjes”.
Bij de volwassenen merkt men er op
het eerste gezicht niet veel van. Tenzij
men bij hen binnen mag komen. „Ons
huis staat al een jaar of twintig”, ver
telde de fröbelonderwijzeres. „Na de
„Ramp” is het helemaal schoongemaakt
en opnieuw geverfd en behangen. Maar
de muren „zweten” als het ware het
zoute water nog uit. Ziét U de lijn daar
op het nieuwe behang? Dat is de wa
terlijn; tot zo hoog heeft het gestaan.
En die lijn is er pas ingekomen, nadat
het water al lang weg was. Degenen,
die na de „Ramp” een nieuw huis heb
ben gekregen, hebben daar natuurlijk
geen last van. Maar in de oudere hui
zen treedt overal hetzelfde verschijnsel
op. En het is ook moeilijk om levens
middelen goed te houden. Het zijn de
naweeën van de „Ramp”.”
Ze zweeg even. Door het venster
keken we uit over het Zeeuwse land.
Het was weer groen en vruchtbaar.
„Weet U wat we op ons eiland zo
missen? De bomen. Er zijn vele jonge
bomen aangeplant en op de duur zullen
wc daar weer luwte en schaduw van
hebben. Natuurlijk raak je eraan ge
wend om in een dorp met uitsluitend
Advertentieprijs 15 ct per mm.
Bij contract (handelsadv.) lager.
Abonnementsprijs f 3.per half
jaar. Franco per post f 3.75 per
half jaar.
Giro 8 5 0 7 4 8 ten name van
Sneeker Nieuwsblad.