Don
Pedro bereidt zijn komst voor
Moderne schilderkunst,
kunst... of kolder?
R.K. Toneelgroep Sneek speelde
„De man in de rolstoel"
xj
Tweede abonnementsconcert
G.O.V.
II
HMI
IJLST
WYMBRITS ER A DEEL
van
B
_rI E «Ww
w. ‘X vcy n
en
St. Nicolaas is in aantocht
Officieel Orgaan van de gemeenten SNEEK,
ik-
113e jaargang no. 92
Maandag 17 nov. 1958
DRIJFHOUTS NIEUWSBLAD
Redakteur L. KIEZEBRINK
Ds. J. A. R. Terlet 45 jaar
predikant
Kedaktie-adre»
Klenzand 7 Telefoon 2872,
Prettige avond met de
spelbrekers
iHet Sneeker Nieuwsblad is een gecombineerde uitgave van NIEUWE SNEEKER COURANT, SNEEKER COURANT en
Beroepsvoorlichtingscursus
voor eindexamen-candida-
en H.B.S. en M.S.M.
Groninger avond
Geslaagd
- llllls
SNEEKER NIEUWSBLAD
J. N.
Overgangsexamen voor 4B
I
Kentering.
Lampionoptocht.
hij
Inzicht nodig.
De abstracten.
I
stellen
zullen
weerstand bieden aan blijde kinderen,
wier harten vol verwachting kloppen.
De circulaire bevat tevens de mede,
deling, dat de leerlingen van de 4e klasse
B-afdeling niet langer op rapportcijfers
zullen worden bevorderd, maar op grond
van een overgangsexamen.
Overgangsexamen voor de
4e klasse B
Verschijnt
MAANDAGS en DONDERDAGS
Administratie:
Comb. Driifhout Kiezebrink Co
Kantoor; GROOTZAND 55
Telefoon: 3005 (K 5150)
De Groninger Orkest Vereniging had
donderdag j.l. een drukke en zware dag.
’s Middags werd nl. twee maal achtereen
een concert gegeven voor de leerlingen
van het ULO, Middelbaar- en Nijverheids
onderwijs, waarbij de grote zaal van
„Ons Gebouw” elke keer vol was, en ’s
avonds verzorgde ze het tweede abonne
mentsconcert van „Kunst aan Allen”.
Toen was de zaal echter maar half ge
vuld. Een feit dat wij uitermate betreu
ren want drie factoren staan voor ons
onomstotelijk vast, ten eerste: het onbe
twistbare kunstenaarschap van Haakon
Stotijn, de eerste solo-hoboist van het
concertgebouw-orkest, die als solist me
dewerkte; ten tweede dat de GOV een
orkest van klasse is en ten derde, dat er
aan de klare en heldere akoestiek van
„Ons Gebouw” niets, maar dan ook niets
ontbreekt!
Al deze factoren maakten, dat het con
cert van donderdagavond op ons een on
uitwisbare indruk heeft gemaakt.
Begonnen werd met de Symphonic, no.
8 in b. kl. t., nl. de beroemde „onvol
tooide” van Schubert. Reeds in de eerste
maten bleek de grote homogeniteit van
het orkest en de fijnzinnige opvatting
van de dirigent Jan van Epenhuysen,
die vooral aangaande het eerste deel een
eigen visie heeft. Schubert onder van
Epenhuysen te horen uitvoeren is alzo
een belevenis apart. Niet al te felle de-
centen, een prachtige orkestklank, bizon-
der hecht samenspel en fijne nuancering.
Het was een schoon en boeiend begin.
Daarna werd het concert voor hobo en
orkest in C. grote terts van Mozart ten
gehore gebracht, waarin Haakon Stotijn
solieerde. In Mozarts rijk gevarieerde
opus kon Stotijn zijn uitzonderlijk mees
terschap ten volle demonstreren. Zijn
feilloze techniek, prachtige toon, kortom
dit wonderlijk gave musiceren bracht de
ademloos toeluisterende aanwezigen in
extase. De bescheiden en ragfijne bege
leiding van het orkest, onder van Epen-
huysens enthousiaste leiding, was schier
volmaakt. Daarbij was de gave akoestiek
in de grote zaal ook een belangrijk ele-
i
Onder de vele mannen die donderdag
hun vrouwen vergezelden naar de avond
van de Vrouwenbond van het N.V.V. in I
de toneelzaal van Hanenburg zullen er
waarschijnlijk meerderen geweest zijn
die dit deden „om hun vrouw een ple
zier te doen”. Na afloop echter zijn ze
hun wederhelft stellig dankbaar geweest,
dat ze mee „mochten”, want de Spel
brekers, die het programma verzorgden
maakten er zo’n gezellige en bovenal
pleizlerige avond van, dat beide partijen
en ook de vele jongeren onder de be
zoekers zich kosteljjk hebben geamu
seerd.
Hoewel er op dezelfde avond een goed
concert was, dat velen er om hebben
moeten verzuimen, heeft de Nuts-avond,
donderdag in zaal Piso, toch een bui
tengewoon groot aantal bezoekers ge
trokken. Wel een bewijs dat velen be
lang stellen in het onderwerp „Moderne
Schilderkunst, Kunstof Kolder”,
waarbjj bovendien de naani van de spre
ker, de heer J. J. A. Jongenelen uit
Utrecht, verwachtingen wekte. En deze
verwachtingen zijn niet beschaamd.
HOOG BEZOEK AAN REACTOR-CENTRUM NEDERLAND. De heer H. Kre-
keler, het Duitse lid van de Euratom-commissie, die op het ogenblik in Neder
land vertoeft, heeft vrijdag het in aanbouw zijnde reactor centrum Nederland
te Petten bezocht- Deze foto toont (geheel links met donkere bril) de heer Kreke.
Ier bij het verlaten van het inwendige van de reactor. Geheel rechts op de voor
grond de heer M. Gueron, directeur-generaal van de afdeling research van
de Euratom.
De twee sympathieke radio chanson
niers brachten geestige liedjes en
praatjes maar boekten ook een dave
rend succes met het gezelschapsspelletje
„Kermistijd”, dat door een drietal oude
re dames uit het publiek zichtbaar
met veel pleizier werd meegespeeld, ter
wijl de veelzijdige voordrachtkunstena
res Marijke Jonker en Joop Reynold aan
het Hammond orgel een niet minder be
langrijk aandeel leverden in het succes
van deze avond.
Maar naast al dit aangename ontbrak
ook het nuttige niet. En daarvoor zorg
de vooraf de spreekster mevr. Otten uit
Leeuwarden. Deze toonde aan dat de
vakbeweging ig ontstaan uit een besef
van verantwoordelijkheid. Zij heeft de
arbeiders bggebracht dat zij de wereld
na-.r meer welvaart kunnen leiden. De
invloed van het N,V.V. is dan ook over
al merkbaar. Spreekster wees hierbij
speciaal op de sociale voorzieningen bij
geboorte, ziekte, werkloosheid en de
oude dag. Wij vinden dat nu heel ge
woon, maar deze verzekerdheid moest
door de vakbeweging bevochten worden
en ze vecht nog.
Vakbeweging is echter niet alleen een
taak voor de mannen. Ze gaat ook de
vrouwen aan. Als voorbeelden noemde
mevr. Otten het onderwijs aan de kin
deren en de woningnood. De vakbewe
ging strijdt tegen misstanden en heeft
daarbg aller hulp, ook van de vrouwen,
nodig. Daarom is de Vrouwenbond van
het N.V.V. opgericht, die nu al bijna 240
afdelingen met 16000 leden telt.
waarover de angst, de verwarring hangt
en hg schildert De Waanzin, en als
Willink de Geëvacueerde stad dat is
niet mooi meer, dat is niet prettig om
naar te luisteren maar het is nu een
maal zo, dit is het hedendaagse leven.
De mens uit het atoomtijdperk, ver
schrikkelijk maar gevoeld door de
schilder. Een werk van Charley Toorop,
hard, genadeloos geeft ze een gezin
weer. Maar het is gezien in het genade
loze licht van de hedendaagse wereld.
De man staat met harde ogen klaar om
te vechten voor zijn vrouw en kinderen,
de vrouw waakzaam en zorgelijk de
kinderen, in de kinderogen zien we nog
de droom. Kinderen dromen nog van een
betere wereld, van een wereld waarin
plaats is voor schoonheid en samenwer
king. Als elk mens streeft naar zo’n
wereld, zonder spanningen en verwar
ringen, kan ook de schilderkunst weer
schoonheid brengen. Zolang dit niet het
geval is moeten wij proberen het werk
van de hedendaagse schilders objectief
te bekijken en zullen wg moeten aan
vaarden dat elke schilder maar een klei
ne groep volgelingen kan hebben.
Deze prachtige uiteenzetting van de
heer Jongenelen maakte grote indruk
op zijn toehoorders. Mr. van Bottenburg
was dan ook de tolk van allen toen hg
hem daarvoor dank bracht.
Het doet er niet toe of men het met
de opvattingen van de heer Jongenelen
al of niet eens kan zijn, maar een feit
is dat hij zijn hoorders een buitenge
meen boeiende en zeer interessante
avond bezorgd heeft.
Spreker hield zijn lezing in de donkere
zaal bij lichtbeelden, en toch beheerste
zgn persoonlijkheid, zgn voordracht, de
gehele avond waarbij de lichtbeelden van
schilderijen enkel een illustrerende rol
vervulden. Hg begon met de schilder
kunst van de 15e eeuw toen het nog
voornamelijk de taak van de schilder
was de mens te vertellen over God. Het
was een simpel godsdienstonderwijs aan
mensen die de kunst van lezen en schrij-
Ten behoeve van de leerlingen van
alle eindexamenklassen aan de HBS’en
en Middelbare scholen voor Meisjes wordt
van maandag' 5 tot zaterdag 10 januari
a.s. in samenwerking met de Volkshoge
school te Bakkeveen een beroepsvoorlich-
tingscursus gehouden. Deze cursus wordt
gesubsidieerd door het Ministerie van
O.K. en W. Voorlichting door beroepsin
stanties, die de scholen de laatste jaren
overstromen met verzoeken daartoe, kan
daardoor achterwege blijven.
Dit werd medegedeeld aan de ouders
van de leerlingen van de RKHBS en de
RMSM alhier, waarbij de directeur aan
neemt dat alle eindexaminandi deze cur
sus zullen meemaken.
Advertentieprijs 15 ct per mm
Bij contract (handelsadv.) lager
Abonnementsprijs f 3.— per half
jaar. Franco per post f 3.75 per
half jaar.
Giro 8 5 0 7 4 8 ten name van
Sneeker Nieuwsblad.
druk op de mens. Ruysdael heeft zijn
prachtige landschappen niet naar de na
tuur „nageschilderd”, een schilder com
poneert steeds een schilderij blijft al
tijd een schepping, dit moeten we goed
in het oog houden, willen we de ontwik
keling van de schilderkunst begrijpen.
Een schilder verbeeldt altijd; het is nu
maar de vraag hoe ver mag hij gaan?
Jozef Israëls: de schilder die leefde
in de tgd van het sociale conflict
waarvan een Heijermans fel getuigde.
Israëls geeft dit conflict verdroomd
weer; zgn werk is uit de fantasie opge
komen, maar men had inderdaad de ta
ferelen ergens in een vissersdorp kun
nen zien.
We kunnen gerust zgn, de kwartier-1
meester van Sinterklaas is in de stad
en hij maakt alles gereed voor de komst
van de goede heilige. Zaterdagmiddag I
is hij over de oude Bolswarderweg onze
stad binnengereden; de hoge Spaanse
functionaris Don Pedro.
Intussen heeft Don Pedro het hart
van de jeugd al veroverd door in de
lampion-optocht mee te rijden. Vanaf
het balkon van Onder de Linden heeft ven nog niet verstonden. In de 16e eeuw,
hij de stoet kinderen langs zich zien
trekken en toen kwam er toch op zijn
hooghartig Spaans gelaat een blijde lach
zelfs zo’n hoge edelman kan geen
Zondag 16 november was het vjjf-en«
veertig jaar geeleden dat onze oud-
stadgenoot ds J. A. R. Terlet uit Am
sterdam werd bevestigd als predikant
in de Nederl. Hervormde Kerk.
Ds Terlet werd op 31 juli 1881 ge
boren. Nadat hij in 1913 door het pro
vinciaal kerkbestuur van Friesland was
toegelaten tot de evangeliebediening in
de Ned. Hervormde Kerk werd hg op 16
november van datzelfde jaar (1913) te
Zuid-Scharwoude in het ambt bevestigd.
Daarna stond de jubilaris verder nog
te Koedijk in de classis Alkmaar(1917)
Drempt in de classis Doetinchem 1917
tot 1920 en nog ongeveer zeven jaar te
Sneek, waar hem in verband met zijn
benoeming als predikant bij de Protes
tantse Kerk in het voormalig Nederlands
Oost Indië met ingang van 20 juni 1927
eervol ontslag met de bevoegdheid van
emeritus werd verleend. Ds Terlet was
toen in Indonesië eerst ongeveer twee
jaar werkzaam te Semarang en daarna
nog ongeveer vier jaar te Soerabaja en
na zijn Europees verlof ongeveer twee
jaar te Fort de Koek, waar hem met in
gang van 1 juni 1936 eervol ontslag met
de bevoegdheid van emeritus werd ver
leend. Na zijn terugkeer in Nederland
stelde de jubilaris zich weer beroepbaar
in de Nederl. Herv. Kerk en werd hij
op 5 mei 1940 bevestigd als predikant
van de Herv. gemeente van Hilvaren-
beek in de classis ’s-Hertogenbosch. Op
27 november 1949 verwisselde de jubila
ris deze gemeente met die van Limmen
in de classis Alkmaar, waar hem met
ingang van 1 oktober 1951 op zeventig
jarige leeftijd emeritaat werd verleend.
Bij de opening van deze tweede Nuts-
avond had mr van Bottenburg gespro
ken over de verschillende cursussen
welke het Nut voor deze winter heeft
georganiseerd en met zeer grote spijt
melding gemaakt van het vertrek van
de heer Huese naar Heerenveen. De heer
Huese heeft nl. buitengewoon veel werk
gedaan voor de cursus „eenvoudig tim
meren” voor jongens en het departe
ment Sneek is hem grote dank ver
schuldigd. Het speet het bestuur dat de
heer Huese niet aanwezig was, maar
men wil hem graag gelegenheid geven
een keuze te maken uit ontwerpen van
de jongens waarna ze het gekozen voor
werp voor hem zullen maken, De heer
W. Meindersma heeft zich bereid ver
klaard hem op te volgen.
ment. Geen wonder dat solist, dirigent
en orkest met een ovationeel applaus be
loond werden.
Na de pauze werd „The Young Persons
Guide to the orchestra” van Benjamin
Britten uitgevoerd. Dit interessante werk
dat op een thema van Purcell werd op
gebouwd en instructieve betekenis heeft,
is zeer interessant. Alle groepen krijgen
een beurt, zowel in samen- als in solo
spel. Britten heeft hierin de instrumen-
tatie-mogelijkheden volkomen uitgebuit
en de GOV gaf er een geraffineerde re
productie van. Hetzelfde kan gezegd wor
den over „The flight of the bumble bee”
van Rimsky-Korsakoff, een geestige com
positie, die dienovereenkomstig en boven
dien licht en transparant verklankt werd.
Het orkest besloot met een sprankelende
weergave van de Slavische dansen van
Dvorak.
Wij zijn de GOV zeer dankbaar voor
het gebodene. Terecht moesten van Epen
huysen en de zijnen een langdurig ap
plaus in ontvangst nemen.
Zeer veel kinderen hebben hem inge-
i haald; sommige liepen brutaalweg mee
in de stoet, anderen scholen aan de kant
van de weg wat achter moeders rug,
I toen de altijd weer opwindende muziek
aankondigde dat de hoge gast in aan-
tocht was. Al was hij dan niet Sinter-
klaas zelf, je kunt toch nooit weten...
en het kleine meisje schudde haar
hoofdje toen moeder aanbood haar op te
tillen. Liever maar met beide voeten op
de stevige grond. De muziek trok voor
bij, de zes lopende schildknapen-herau-
ten volgden, en daar was dan, hoog te
paard gezeten, Don Pedro. Hij werd om-
stuwd door 12 Spaanse edellieden te
paard; maar ook zonder dit schitterende
gevolg kon men direct Don Pedro heb
ben herkend als een zeer hoog perso
nage, èeh edelman uit de onmiddellijke
nabijheid van Sinterklaas. Men zag het
aan zijn gouden kuras, gouden helm,
groen fluwelen cape, en bovenal aan
zijn waarlijk vorstelijke houding en
streng gezicht met trots neergeslagen
oogleden. Hij verwachtte geen toejuichin
gen van de kinderen, die zgn volgende
week voor Sinterklaas. Het handje van
het kleine meisje ging dan ook niet om
hoog het was ook niet nodig. Don
Pedro wil alleen de weg effenen voor
Sinterklaas en er voor zorgen dat a.s.
zaterdag alles voor de ontvangst gereed
is. Sinterklaas wordt een dagje ouder
en kan niet alles meer alleen doen met
zijn ook al bejaarde zwarte Piet.
De Vrouwenbond helpt dus mee de
doelstellingen van het N.V.V. te verwe-
zenijken, maar daarvoor is nodig, dat
de vrouwen inzicht krijgen in alle pro
blemen welke zich in de maatschappij
voordoen. Daarom wordt in grote en
kleine bijeenkomsten gesproken over al
les wat voor het gezin van belang is -
onderwijs, prijzen van de levensmidde
len, werkgelegenheid, beroepskeuze,
huishoudelijk werk enz. enz. Wij willen
de arbeidersvrouwen in staat
meer te leren, opdat ze sterk
staan in de samenleving, aldus spreek-
str, maar daarnaast willen wg' uit soli
dariteit hulp en vreugde brengen waar
dat nodig is zoals bij zieken en ouden
van dagen. Ook noemde zij nog de vie
ring van het Meifeest, waarna zij tot
besluit nogmaals beklemtoonde, dat het
van heel veel belang is dat de vrouwen
een woordje mee spreken in de vakbe
weging.
Aan het einde van de avond sprak de
voorzitster mevr. Veensma, die in haar
openingswoord haar vreugde had uitge-
sprok"., over de grote opkomst, woorden
van dank tot de Spelbrekers en mevr.
Otten, waarbij zij de laatste en Marijke
Jonker ieder een bus drabbelkoeken
aanbood. Verder beval zij met klem de
collecte voor de Speelgoedactie van de
V.A.R.A. aan welke bij de uitgang werd
gehouden.
Als inleiding tot het nieuwe seizoen
begon de Groninger Vereniging alhier
met het geven van een toneelopvoering.
Nadat de voorzitter, burgemeester Ras-
terhoff, de avond geopend had met een
welkom toe te roepen aan de, in behoor
lijk aantal opgekomen, leden en met
enige gevoelvolle woorden de overleden
penningmeester Jongkind die ettelijke
jaren zijn gewaardeerde medewerking
aan de vereniging verleende, had her
dacht, werd begonnen met de opvoering
van het toneelstuk in drie bedrijven „de
Familie Wiersum”. Het eenvoudige le
vens- en rasechte Groninger stuk met
de speciale lokale humor, werd door de
toneelgroep goed vertolkt. Alle rollen,
zowel de hoofd- als bijfiguren werden
knap uitgebeeld. De heer Bolhuis als
Oom Meindert en de heer v. Bekkum als
Wiersum waren, als typen van twee
volkomen tegenovergestelde broers, van
karakterisering prima. Hetzelfde gold
voor de dames Abeln, Koelstra en
Meierhof in hun respectieve rollen van
Ebeltje, Gezinoa en Rikoa. Hoewel min
der opvallend, vooral omdat deze rollen
kleiner waren, kan hetzelfde gezegd
worden van de heren Eggens, Wezel en
van Aarle en van Mevr. Sikkens, die
als Thomas, Hayo, Theo en Moeke een
belangrijk aandeel in de goede vertol
king van het geheel hadden. Een woord
van lof voor de hele groep die in dit ta
melijk lange en niet altijd gemakkelijke
stuk weinig steken liet vallen, is o.i.
dan ook welverdiend. Gezien de vrij
korte tijd van voorbereiding en de, door
ziekte enige keren minder goede repeti
ties, kunnen wij spreken van een ge
slaagde opvoering, die, gehoord het ap
plaus na ieder bedrijf en aan het slot,
bij de toeschouwers bizonder in de
smaak is gevallen.
In Arnhem slaagde voor fabrieks-
controleur de heer S. Th. Draisma,
werkzaam bij de K.N.M. alhier.
rechercheur van de centrale recherche
Boersma, die verlangt naar promotie,
omdat hij met Coby wil trouwen. Dat
het einde van het spannende stuk ook
het einde van de misdadigersloopbaan
van Smeling betekent is duidelijk.
De heer A. Flapper speelde de mis-
dadiger-criminoloog, die door kinder
verlamming aan de rolstoel scheen ge
bonden, maar als hij het nodig vond,
even kwiek ter been was als wie dan
ook, en hij deed dat zo overtuigend dat
we er haast wat van zouden gaan den
ken, ware het niet dat we deze speler
ook uit vele „brave” hoofdrollen ken
den, waarin hij het er al even goed af
bracht. Hij had ditmaal een bijzonder
goede tegenspeelster in mej. Cl. Drai
sma (Coby Tasman), terwijl mevr. G.
BootsmaBonte opvallend goed de
secretaresse van dokter Smeling. Aukje
Hoogeveen, speelde. De heer G. Potma
gaf een knappe typering van de huis
knecht van Smeling en de heer Joh.
Hottinga deed hetzelfde met inspecteur
Steenbakkers van de Centrale Re
cherche; trouwens ook de heer F. Poiesz
als rechercheur Boersma schoot niet te
kort. Een moeilijke rol als die van „De
herinnering aan inspecteur Broos”
kwam goed tot zijn recht door de heer
W. Siemonsma, en mevr. A. Ringnalda
Hammersma als de moeder van Sme
ling, de heer S. Siemonsma als haar
broer, mevr. A. Louwmans—Bult als de
pleegzuster, mej. E. Bonte als de vrouw
van de huisknecht droegen in kleinere
rollen het hunne bij tot een vertolking
van een boeiend stuk, welke er bij het
publiek inging als koek.
Er was veel applaus aan het slot, de
actrices kregen bloemen. De heer H. A.
Siemonsma had de regie, het kapwerk
was van de heer D. Hamersma, de to-
neelaankleding van H.B.Z. De opvoe
ring eindigde mooi op tijd, zodat er nog
enige uren gezellig kon worden gedanst
bij muziek van het ensemble Schuil, dat
zich ook tussen de bedrijven had laten
horen.
De kentering komt met van Gogh.
In zijn tijd, einde 19e eeuw, moest een
schilderij het oog strelen. Van Gogh
schildert een paar boerenschoenen, een
gevangenis-binnenplaats met in een
kring lopende gevangenen. Is dat mooi?
Is het dan misschien lelijk het is ka
raktervol. Niet „mooi” als het conter-
feitsel van „Een Tiroolse jager”, maar
het voert wel naar het leven zelf zoals
Chabot naar het leven voert met zijn
polderwerker en zijn angstaanjagend
landschap. Ook deze schilder compo
neerde zijn landschap evenals Ruysdael
dit deed, alleen zal men het landschap
van Chabot niet in de natuur vinden
men kan het wel ondergaan, doorvoelen.
Men schildert hier niet meer voor het
menselgk oog, maar voor de menselgke
geest. Daar zijn de twee schilders die
elk een oorlogstafreel uitbeelden. Het
ene zou een fotografische weergave van
een slagveld uit de oorlog 1870 kunnen
zijn; fraai gecomponeerd, knap geschil
derd maar het hart blijft onberoerd.
Dan de hedendaagse jonge Oostenrijkse
schilder die de oorlog als jong soldaat
meemaakte. Hij blijft aan de grond ge
nageld staan als de vijand op hem aan
stormt. Monsters zgn het ze hebben
niets menselijks meer; de schilder kon
ze niet meer natuurgetrouw zien,
schilderde een „gewaarwording”.
Conflict.
Eeuwenlang zijn schilder en schrijver
hand in hand gegaande schilder heeft
steeds een verhaal uitgebeeld, waarom
mag de abstracte schilder nu niet al
leen maar spelen met vorm en kleur,
een ritmisch spel dat geen verhaal wil
zijn Men moet hier niet meer vragen
Wat stelt het voor, maar: wat onderga'
ik? Daar is de brug die een olifant lijkt j
de schilde:- heeft de gewaarwording
gehad van iets logs en zwaars en het
zo willen uitbeelden. Daar zijn de schil
ders als Willink die hun spel spelen met
lijnen en kleuren; geen verhaaltje en we
kunnen vragen: zijn jullie hier niet te
recht gekomen op decoratief terrein?
Waarom breken jullie met de traditie
dat de schilder hand in hand loopt met
de schrijver? Mag ik me uitdrukken zo
als ik het zelf voel, vraagt de schilder
op zijn beurt. Hij leeft in een wereld
Vorige week woensdagavond bracht,
zoals wg reeds kort in ons vorig num
mer meldden, de R.K. Toneelgroep Sneek
in de zeer goed bezette Amicitia-zaal
„De man in de rolstoel”, van Maarten
van Vught over het voetlicht. Deze ge
schiedenis van misdadig vernuft en ver
nuftig speurwerk is een zeer spannende,
zoals kapelaan Galama in zijn openings
woord bij dit eerste optreden van de
R.K.T.S. in dit seizoen al had aangekon-
digd. Spannend ondanks het feit dat
men niet haastig de laatste bladzijde
van het verhaal hoeft op te slaan om
te weten te komen wie de schurk in het
spel is. Dat wordt in het eerste bedrijf
direct al uit de doeken gedaan: het is
dokter Smeling, een criminoloog die met
de politie samenwerkt en, zich aldus
veilig wanend, zijn misdadig bedrijf, het
smokkelen van verdovende middelen,
zeer geslepen uitoefent. Maar zo veilig
niet of inspecteur Broos heeft ernstige
verdenkingen tegen Smeling en deze
ruimt de politieman dan ook uit de weg.
Maar de misdadige dokter is daarmee
niet van hem af, want hij kan de her
innering aan deze speurder, die hij zijn
vriend noemde, niet kwijt en die herinne
ring leeft ook voort bij velen uit de om
geving van Smeling, die óf betrokken
zijn bij zijn misdaden of hem verdenken
van boze praktijken. De schrijver heeft
daarom kennelijk gemeend deze herin
nering gestalte te moeten geven en zo
laat hij „De herinnering aan inspecteur
Broos” ook een rol spelen zowel in een
proloog als epiloog, terwijl deze ook af
en toe door de rest van het stuk dwaalt.
Bepaald dol op dergelijke verschijningen
zijn we niet, al komen ze meer voor in
thrillers; ze doen iets af aan de reali-
feit, welke de toeschouwer heeft mee
te beleven, maar anderzijds verhogen
ze de mysterieuze sfeer. Overigens is er
geheimzinnigheid en spanning genoeg
bij het dichthalen van het net om de
criminele criminoloog. Daarin heeft
vooral de hand een nicht van de dok
ter, Coby Tasman, bijgestaan door de
Hier begint het conflict. Hoe ver kan
een schilder afwijken van de werkelijk
heid? Picasso in zijn ernstige momen
ten een razend knappe schilder, die de
toeschouwer een gewaarwording kan
geven b.v. van een huilende, redeloze
vrottw, tegelijk van voren en op zij weer
gegeven kan een groepje „ingewijde
mensen” treffen, maar heeft deze schil
derkunst ook iets te betekenen voor
de gemeenschap? Men moet ontkennend
antwoorden, maar zou kunnen vragen:
vormen alle mensen nog wel één ge
meenschap? En ook dan zeggen wij:
nee. Wij leven in een tijd van grote
geestelijke verwarring', en hoe kunnen
wij dan één zijn in onze gevoelens voor
de kunst?
bij de opkomst van het humanisme
schilderde de grote Pieter Breughel
voor het eerst de menselgke samen
leving. Hij legde in zijn werk de na-
V?'
-
'v