Vluchtelingen hebben onze hulp nodig
Zakennieuws
Moderne Economie
7
ff
K
Nog witter
stralend wit
zó wast
SMEEK
KfiNTONC"'rCHT
ABDIJSIROOP
Wat zei hij
1
Bk
MAANDAG 2 NOVEMBER 1959
SNEEKER NIEUWSBLAD
Tweede blad
UIT HET REISDAGBOEK
Nieuwe tcekomst voor Letten en Polen?
De greate priis
Schutjassen
Zo’n klein kuchje
Collecte V.H.V. in
W ymbritseradeel
Modernisering en mechani
sering Gorters Bakkerij
Bidriuwsfoarljochting
Bindingsavond V.P.R.O.
Adv. LM.
San Francisco.
Toekomst.
Adv. LM.
Onze hulp.
Adv. LM.
J.E.P.
Nieuw perspectief.
de
in
en
Niet vies van een haas.
Wat is kamperen
is.
gezin in zo’n huisje in
overnachtte. Oe Officier
f53.25;
f48.95;
toaniel-
hat
Groninger vissers op verboden
grond.
De heer van Vucht dankte Prof. Pen
voor zijn boei' rde en interessante inlei
ding en gaf hem voor zijn echtgenote
een grammofoonplaat met de wals van
Chopin mee.
met
broodsnij-
de deur)„Ik laat het er zo
niet bij zitten 1”
de
be-
ge-
nog
Er moesten zeven Groninger sport
vissers terecht staan omdat ze zich op
verboden grond hadden bevonden. Vijf in
de berm van het Prinses Margriet Kanaal
kapitaal-te Tjerkgaast en twee op een stuk land
DRYLTS. De foriening foar Bidriuws
foarljochting fan Wymbritseradiel Süd
e.o. haldde woansdei in byienkomst yn
’e boppeseal fan ’t kafé Jelsma to Drylts.
De hear S. Beetstra, assistent by de
R.L.V.D. bihannele „de problemen roun
de heaspine en foerbak”, as tredde yn
in rige fan fjouwer yn it ressort.
Foarsitter Jansma iepene de gear-
komste mei in koarte bisprekking fan
de molkpriis, hweryn er syn tahearders
warsköge foar in to great optimisme. It
is fan great bilang dat alle boeren yn-
Ijochte wurde oer de kwesje fan it fuor-
jen.
De hear Beetstra sette nou nést elkoar
de „authentic)'e gegevens” fan twa buor-
kerijen. Alle sifers dy op ’t boerd ka
men wer to jaen soe to fier rinne. It
kaem koart sein hjir op del, dat de iene
boer mei forties wurke, wylst de oare
in knappe winst makke. It waerd düd-
lik dat it fuorjen hjiryn in greate rol
spile. Nei oanlieding en yn forban mei
dit foarbyld üt it libben, hwerby de iene
in forties per h.a. hie fan f 74.en de
oare per h.a. in winst makke fan f 654.
üntwikkele him in libben petear; hwer
yn it „leitmotyf” wie: Efteróf prate is
maklik, mar tsjinnet ta neat; foarüt-
sjen is net maklik mar neadsaeklik. In
bigreating meitsje bliuwt in noedlik ge-
fal, mar alle boeren kinne yn augustus
b.g. it spul ris oersjen en har gedach
ten gean litte: hwat is it béste, té öf-
sette of opnimme, foer keapje of net.
En dan de boe’ihaiding. De fiscale boek-
hMding is by de measten wol yn oarder.
Dér soarget de fiscus wol foar. Mar tige
needsaeklik foar elk bidriuw is dernêst
Bierands Kunkis is een oud man. De zorgen van het heden treffen de 82-
jarige Let minder dan vele andere, jongere vluchtelingen, die met hem verblij
ven in het kamp Ohmstede bij de Duitse stad Oldenburg. Hij kan zich terug
trekken in het verleden, denken aan de roem, die hij heeft mogen oogsten in
het oude Letland, toen hij nog dirigent van de Opera in Liebau was. De muziek
is zjjn leven. Als zovele kunstenaars kan hij zich troosten in de zachte klanken,
die komen uit het orgel van de kamp-kapel of de plano, die nauwelijks ruimte
vindt in het vertrek dat Kunkis met zijn vrouw bewoont.
markt niets extra’s meer. De oude op
vatting dat de rentevoet het evenwicht
herstelt gaat dus niet op. Er is een
nieuwe theorie voor in de plaats geko
men. De golvingen in het nationale >n-
Groningen .komen herstellen het.
De Keynesiaanse economie wil daar
om het evenwichtspunt bereiken door
belastingheffing, d.w.z. zoveel be
lasting heffen dat de kringloop
weer in evenwicht is. De belastin
gen moeten dus niet worden afge
stemd op het evenwicht in de be
groting, maar op het evenwicht in
de kringloop.
heeft gekregen. Nederland heeft als ob
ject de opruiming van de beide kampen
bij Oldenburg geaccepteerd. Met behulp
van Nederlandse gelden zullen huizen
worden gebouwd voor de vluchtelingen
uit de barakken.
Dat zal hen helpen weer een wég te
vinden naar een normaal leven. Zij zul
len eindelijk weer eens iets bezitten.
Iets waardevols, dat onderhoud en ver
zorging vraagt. Vele vrouwen, die nu
haar barakken niet meer verzorgen, zul
len weer kracht vinden om voor man en
kinderen een gezellige, huiselijke kring
te vormen in een proper huis. Voor velen
zal werk misschien weer mogelijk zijn.
Voor het kamperen in de gemeente
Gaasterland is een vergunning van B.
en W. nodig. De vraag is echter wat
onder kamperen verstaan wordt. Over
nachten in een tent, tenthuisje of iets
dergelijks leve.t geen juridische moei
lijkheden op. Dat is uitgesproken kam
peren. Maar vallen zomerhuisjes van
steen met of zonder stookgelegenheid,
waterleiding e.d. er ook onder? De poli
tie van Gaasterland meent van wel en
bekeurde daarom de vertegenwoordiger
Harmen S. uit Leeuwarden die met zijn
Oudemirdum
van Justitie
van het Kantongerecht deelt die mening
en eiste daarom een boete van f 12.
of drie dagen, maar de Kantonrechter
mr H. H. Menalda huldigt een tegen
overgesteld standpunt en sprak ver
dachte vrij, wat hij in enkele soortge
lijke gevallen daarvoor ook al gedaan
had. De eigenaar van het huisje, die de
heer S. daarin had laten overnachten,
v’erd eveneens vrijgesproken.
De Officier van Justitie mr A. J. Kolt-
hoff tekende deze uitspraken appèl aan.
IJSBRECHTUM. Donderdag werd in
café de Boer de eerste schutjas-avond
gehouden in dit seizoen om vlees e> ge
bak. Er waren 18 deelnemers. Ie prijs
H. Dijkstra en F. Althuisius; 2e M. de
Vries en E. de Boer; troostprijs F de
Boer en H. de Vries; troostprenue J.
v. d. Meer en O. Hoeksma.
In februari 1957 moderniseerde
heer J. Hobma de winkel van de
kende bakkerij aan de Lemmerweg
heel. Hoewel de winkel dus thans
volkomen aan de eisen voldoet, is toch
gebleken dat er vooral *s zomers een te
kort aan ruimte is. Voor dat evenwel
aan uitbreiding wordt gedacht, heeft de
heer Hobma naar de els des tijds thans
eerst het interieur verrijkt met een
moderne volautomatische
machine. Van heden af worden de brood
soorten dan o >k desgewenst gesneden
en hygiënisch verpakt geleverd. Tevens
werd de bakkerij geheel gemoderniseerd
door de plaatsing van een stalen heet-
wateroven. De familie Hobma heeft
thans dan ook een moderne goed ge
outilleerde bakkerij, welke in het kader
van de stadsuitbreiding aan deze zijde
van de stad zeker in een behoefte zal
voorzien.
maar zijn volksmuziek is voor de erg aan
het vaderland gehechte Letten een licht
puntje in het armzalig bestaan.
Voor ons, een aantal Nederlandse
journalisten, speelde hij in het door de
vrouw keurig onderhouden vertrekje het
Letse volkslied. De oude, gebogen man
toverde de tonen tot een lied van hoop
en verwachting. We waren doodstil,
niet alleen uit eerbied, maar vooral uit
ontroering.
Een lied van berusting ook. Kunkis
wèet, dat gewerkt wordt aan verbete
ring van de erbarmelijke toestanden in
het kamp; hij betreurt het slechts dat
hij niet kan meewerken aan een beter
leven voor de 376 andere vluchtelingen
in dit kamp.
De levensmoed van Bierands Kunkis
en zijn vrouw is zeldzaam in Ohmstede.
De opmerking van de vrouw over de
naam van het Letse volkslied „God
Bescherme Letland” was typerend
voor mensen, die zoveel kracht kunnen
opbrengen, dat zij na vijftien jaren el
lendig kampleven nog altijd zichzelf
blijven. Met zachte stem, zonder enig
verwijt, zei de vrouw: „Hij heeft het niet
gedaan, Hjj heeft ons vergeten”.
Geen werk, geen hoop, geen geld.
Kunkis is een uitzondering in het
kamp Ohmstede. De meeste andere
vluchtelingen, voor het merendeel even
eens Letten, hebben hun weerstand ver
loren. Het zjjn vooral de jongeren, ou
ders die machteloos moeten toezien hoe
hun kinderen opgroeien in ellende en
vuil. Geen van allen is nog in staat om
volwaardig te werken diegenen, die
dat wel konden, zijn geëmigreerd naar
Amerika en Australië. Zij beschouwen
zichzelf als een „restbevolking”. Zij mo
gen niet emigreren en zijn gedoemd ten
onder te gaan in de ellende van de hou
ten barakken. Wanneer niet tijdig wordt
ingegrepen gebeurt dat inderdaad
In een uithoek van het kamp ont
moetten wij een 35-jarige Let. Samen
met zijn 34-jarige vrouw en vijf jonge
kinderen woont hij in een ruimte die
niets menswaardigs meer heeft. In het
kleine vertrek, dat tot woonruimte moet
dienen, staat geen tafel, geen stoel, al
leen een oude kist, een vervallen bed en
een kapotte kinderwagen, waarin de
jongste acht maanden ons met
grote, ronde ogen lag aan te staren. In
het twee meter brede en vier meter lange
„slaapvertrek” daarnaast staan vijf le-
dikantjes, die alle plaats in beslag
nemen.
In tegenstelling met het verblijf van
Kunkis is hier niets schoongemaakt. De
Wolsum
f27.30; IJsbrechtum f54.45; Tirns
f50.75; Loënga f9.95; Scharnegoutum
f65.85; Goënga f 18.95; Gauw f 15.85;
Offingawier f 67.25.
Deze moderne economie is daarom
ook van grote invloed op de praktische
politiek zoals spr. met voorbeelden aan
toonde en naar aanleiding van enige
vragen uit zijn gehoor nog verduidelijk
te. Hij toonde hierbij o.a. aan dat, hoe
vreemd het voor leken ook moge klin
ken, bij overschotten de belastingen uit
conjunctureel oogpunt niet verlaagd
maar verhoogd moeten worden. Over
schotten waarschuwen nl. dat er iets
mis is in de kringloop.
Voor de Letten en andere vluchtelin
gen uit Ohmstede, die op verzoek bij el
kaar zullen bleven, zal in het uitbrei
dingsplan „Rennplatz” van de stad Ol
denburg een wijk van 312 woningen wor
den gebouwd. In enkele van deze huizen
komen Duitse gezinnen te wonen, zodat
een nauwere aansluiting bij het stede
lijke leven mogelijk zal zijn.
De bouwsom van de voor vluchtelin
gen bestemde huizen bedraagt per wo
ning 20.000 mark. Door Nederland zal
via het Hoge Commissariaat van de
V.N. voor vluchtelingen 6000 mark per
woning worden bijgedragen. De rest
wordt verkregen uit Duitse fondsen.
Voor de vluchtelingen uit het kamp
Friedrichsfeld zal in de naburige dor
pen verspreide woongelegenheid worden
gebouwd. In het algemeen zullen deze
woningen vier kamers, een kelder, een
keuken en een badgelegenheid bevatten.
Ook aan dit project zal Nederland per
huis 6000 mark bijdragen. Om de Ne
derlandse bijdrage te financieren is een
grote landelijke collecte georganiseerd.
Men hoopt dat zoveel geld zal wor
den geofferd, dat men boven het be
drag, dat voor de bouw van huizen nodig
is f 1.200.000 uitkom. De meeste
vluchtelingen zullen de huur van de
nieuwe huizen door de lage ondersteu
ning niet kunnen betalen. Uit een even
tuele meeropbrengst zou men een steun
fonds kunnen vormen. Het zal de vluch
telingen helpen een nieuwe toekomst op
te bouwen in het Westen, dat hen, naar
het voor hen schijnt, jarenlang in de
steek heeft gelaten.
kan een nare en langduri
ge griephoest worden. De 23
genezende bestanddelen van
Abdijsiroop (Akker-Siroop)
bestrijden het kwaad snél.
Zij hebben samen in één van de oude,
wrakke barakken van het kamp een
klein keukentje en een kamertje, dat
door de piano in twee gedeelten een
slaap- en een zitruimte is verdeeld.
De piano is de enige „luxe” in het
kamp. Het instrument is voor de voor
malige opera-dirigent, die nog muziek
heeft gestudeerd aan het voormalige
conservatorium van de Tsaar in Peters
burg, een levensbehoefte geworden. Hij
is hartpatiënt en kan niet meer werken,
Dit nieuwe inzicht in de kringloop
heeft een geheel nieuw perspectief ge
opend. Het nationale inkomen wordt be
paald door de consumptieve bestedingen
plus de investeringen. De consumptie
hangt in de eerste plaats af van het na
tionale inkomen, de investeringen van
de af zet (consumptie plus investerin
gen) en dit iaatste weer van het na
tionale inkomen. Weet men dus de con-
sumptiequota plus de investeringen, dan
kan men ook berekenen hoe groot het
nationale inkomen zal zijn. Dit behoeft
dus niet altijd gelijk te zijn aan de pro-
ductie-capaciteit. Maar zijn de bestedin
gen te groot voor het productie-appa-
raat dan is er inflatie, zijn ze te laag
dan is er deflatie. De klassieke economie
meende dat dit van zelf weer in orde
zou komen, maar volgens de Keynesi
aanse moet de overheid in deze gevallen
ingrijpen door de bestedingen op te voe
ren of te beperken.
Van Chicago naar San Francisco is
altijd wel een drieduizend kilometer, dus
zowat 50 uur in de trein en dan vlieg je
maar liever om geen tijd te verliezen.
Gelukkig hadden we helder weer, zoodat
we de uitgestrekte landbouwstreken
van Iowa en Nebraska konden zien.
Overal mais natuurlek en dat is toch
maar een prachtig product, vooral om
varkens en kippen te mesten en de run
deren in de winter. Prachtige machines
om maiskolven te plukken.
Over de bergen de Rocky Moun
tains begonnen we wat te slingeren
en dan zou ik maar het liefste op de
fiets zitten, maar ik ben niet benauwd
genoeg om niet van de besneeuwde ber
gen te genieten.
Dan begint bij Salt Lake City
waar de Mormonen hun grote tempel
hebben de groote woestijn; eerst de
groote zoutpannen en dan langzamer
hand niks meer, tot in Nevada de bo
dem weer vruchtbaar wordt en dan wa
ren we eindelek na zeven uur vliegen
boven Californië. Doordat we met de zon
meevlogen, blijft het lang licht en we
wonnen zoodoende drie uur daglicht. De
bergen rondom San Francisco lijken uit
de lucht vrij kaal en de stad zelf ligt
in de nevel.
Er wordt een geweldige reclame voor
het klimaat van deze stad gemaakt en
men beweert dat de temperatuur altijd
zoowat zestig tot vijfenzestig graden is
(dus negentien C°), maar toen wij land
den was het zoowat tachtig en vochtig.
Je treft het, zei men ons, want er is
geen mist. Eerlijk gezegd viel het ons
tegen maar we spraken er nog maar
niet over.
De volgende dag was het wel warm,
doch helderder en konden we van de
heuvels af, de prachtige baai zien of
liever inham, waaraan San Francisco
ligt... met de ernorme bruggen, waar
groote zeeschepen onder door varen. De
stad is op een stuk of veertig heuvels
gebouwd en dat maakt het verkeer nog
al gecompliceerd. Vooral voor een voet
ganger. Wat we nooit zullen vergeten
van deze beroemde stad zijn de kabel-
trammetjes, die omhoog en omlaag krui
pen. Als ze beneden zijn komen ze op
een groote schijf te staan en dan moe
ten de conducteur en de passagiers sa
men de tram plus de schijf, al duwende,
omdraaien om weer naar boven te kun
nen komen. De stad heeft dit voor
wereldlijke vehikel al eens willen mo-
derniseeren maar de bevolking stond
het niet toe: ze wilden duwen.
In de dalen in de buurt zagen wij voor
het eerst de enorme boomen die hier al
eeuwen groeien, voorzoover ze niet ge
kapt zijn. Er zijn boomen die honderd
meter hoog zijn, vijf meter dik (be
neden) en kaarsrecht. Sjonge jonge,
wat een mooie mast voor een skütsje
Het programma dat het ensemble
Benny Vreden donderdagavond in zaal
Hanenburg bracht, was wel een van de
aardigste die wij van dit gezelschap op
een V.P.R.O.-bindingsavond zagen. Dat
het gezelschap „verjongd en gemo
derniseerd” is, zoals Benny Vreden zelf
zegt, is goed merkbaar. Het jeugdige
zangtrio The Spotlights bracht met
gloed zijn liedjes en dansjes, en het aar
dige revuesterretje Mitzy Thieland was
zeker een grote aanwinst. Geestig in
haar mimiek, wervelend in haar dansen
kon ze ook nog boeien in haar liedjes die
ze met een aardig stemmetje zingt. De
ster van de avond was voor ons echter
Louis Dusée, die zich steeds meer ont
wikkelt tot een van onze beste cabaret-
artisten. Meesterlijk waren zijn paro
dieën, zijn weergave van Wim Kan, de
„grote” Elvis met het hele gamma daar
tussen. Als het programma spreekt van
dwaze invallen, dan waren ze zeker wel
afkomstig van deze geestige, zeer kun
dige acteur met zijn geheel eigen char
me en uitstekende stem, waar hij ont
zaglijk veel mee kan bereiken. Zijn sa
menspel met Mitzy Tieland was voor
treffelijk, met name in de Spaanse Se
renade.
Benny Vreden zelf had in dit pro
gramma een wat meer teruggetrokken
rol, al was hjj als de vader van een
viertal dochters op het eiland Pampus
wel amusant. Dat hij verder maar één
liedje aan de piano ten beste gaf werd
niet als een gemis gevoeld het op
treden van de zangeresjes, het spel van
Louis Dusée bracht werkelijk een wel
kome vernieuwing in dit programma
dat door zeer vele V.P.R.O.-aanhangers
met groot plezier werd gevolgd. Hoeveel
oudere aanwezigen hebben niet ontzag
lijk vee] vreugde beleefd aan de „songs”
uit Opa’s tijd?
Ds te Riet uit Emmen betreurde het
in zijn propagandawoord dat hij nog
steeds het oude verhaal moest vertellen:
de V.P.R.O. heeft nog niet de vereiste
5 van het totale aantal radioluiste
raars bereikt. Vorige jaar heeft men
met voldoening melding kunnen maken
van het feit dat de V.P.R.O. „veilig”
was, maar doordat dagelijks het aantal
radiobezitters stijgt en er tenslotte door
vertrek en overlijden ook bjj de V.P.R.O.
bedankjes binnenkomen, is het aantal
abonnee-leden op Vrije Geluiden weer
bedenkelijk gedaald. Wil het Vrijzinnig
Protestantisme zjjn stem door de radio
laten horen, dan zullen de 100.000 vrij
zinnige gezinnen moeten tonen dat zij
hun plcht beseffen en zich opgeven als
abonnee op Vrije Geluiden. Wij die zo
aan geloof en wereld verbonden zijn, al
dus Ds te Riet, moeten toch tonen dat
wij het machtige medium, dat wij in de
V.P R O. hebben, willen behouden.
De V.P.R.O.-consul, de heer A. J. de
Vries, opende en sloot de avond met een
woord van dank aan het ensemble Benny
Vreden en de aanwezigen onder wie
velen waren uit omliggende plaatsen.
De collecte voor de VJH.V. heeft in
Wymbritseradeel opgebracht f 1129,32.
In de verschillende dorpen was de op
brengst als volgt: Oppenhuizen-Uitwel-
lingerga f 97.Woudsend c.a. f 118.20;
Hommerts-Jutrijp f71.17; Heegf 106.50;
Gaastmeer f53.25; Oudega f71.30;
Blauwhuis f48.95; Abbega f87.
Oosthem f61.Nijezijl f44.50; Fols-
gare f16.—Nijland f44.10;
IJsbrechtum f54.45;
vrouw, die tijdens de vlucht voor de
Russen gewond is geraakt en daardoor
blijvend doof is, ziet geen enkele zin
meer in het leven.
Geen van ons durft normaal adem te
halen vanwege de bedorven lucht. Er
gens binnen in ons komt iets m op
stand. Wij moeten ons bedwingen om
niet weg te vluchten. Wij willen naar
buiten rennen. Deze afschuwelijke ellen
de uitschreeuwen en iets doen. Iets
dóén om hier een eind aan te maken.
In de vijftien jaren dat deze Let nu
in het kamp is hij werd in 1944 als
jongen door de Duitsers gedwongen te
gen de Russen te vechten heeft hij
nog geen nieuwe kleren of schoenen
voor zijn vrouw of kinderen kunnen
kopen. Hij heeft t.b.c. gehad en is daar
door slechts voor 70 arbeidsgeschikt.
Zo nu en dan vindt hij werk als vracht
wagenchauffeur. Wanneer hij werkt,
verdient hij 300 mark per maand. De
rest van de tijd moet zijn gezin rond
komen van de geringe ondersteuning
(nog geen 200 mark per maand).
In de winter is er niet voldoende geld
voor verwarming. De gevolgen hiervan
zijn voor de toch al zo zwaar getroffen
Let nog erger geworden. In de winter
wordt slechts gestookt in het kleine
woonvertrek, waarin ieder dan samen
hokt. Ventilatie is er niet, zodat zo nu
en dan de deur en het raampje tegen
elkaar moeten opengezet om de rook te
verdrijven. Enkele jaren geleden is dit
fataal geworden voor een zes maanden
oud dochtertje. Het kindje vatte kou en
overleed. Sindsdien is de Let nog meer
gebroken. Zelfs nu nog wil hij niet ge
loven dat er eindelijk hulp komt.
De keus was deze keer moeilijk,
er waren zeer veel goede inzen
dingen. Het beste antwoord von
den wij tenslotte dat
Mevrouw A. Douma-Bijlsma,
W. de Zwijgerstraat 63, alhier
instuurde, waarvoor zij een be
drag van f 10.van ons ont
vangt. Zij laat Klaas van Dijk in
antwoord op de toespraak van
zijn patroon zeggen:
„Voor plaatjes van Klassiek tot
Hit,
Kortom voor alles waar muziek in
zit,
Is steeds en met enorm succes
’t Huis met de Notenbalk mijn vast
adres!.'"
Een troostpremie van f 2.50 ken
den wij toe aan:
Dhr. S. Blindeman, Platolaan 30,
Zeist.
Dhr. T. Tuinstra, 2e Nw. Self-
helpstr. 17, alhier.
Mevr. A. de Jong-Boersma, Troel-
strakade 18, alhier.
Dhr. G. de Boer, Scherhemstraat
8, alhier.
Aan alle inzenders onze dank
voor hun moeite en wij hopen
dat zij een volgende keer weer
meedoen, want -wij komen op de
zelfde golflengte terug!
Let maar op de advertenties van
t HUIS MET DE NOTENBALK.
De speciaal muziek- en
grammofoonzaak!
in bidriuws-ekonomyske boekhalding.
De measte accountants wolle dy wol
jaen en oars kin men torjochte by de
centrale landbouwboekhalding to Ljou-
wert. Ek fortsjinnet it omtinken in
foerbalans foar it winterhjeljier oan to
lizzen. Fansels spilet hjirby nést de
„hoeveelheid” de kwaliteit in greate rol.
En sa kaem it praet op it hea-winnen
en küljen, fentilaesje-hea en foardroech-
küle.
In gesellige, mar boppeal in learsume
joun, wie de algemiene miening. Yn
forbab hjïrméi 'wiisdfe de assistent noch
op it greate nut fan famylje- of buorre-
rountsjes, hweryn men dizze dingen bi-
praet.
Foarsitter Jansma sleat de byien
komst mei tank oan de sprekker en tn
oantrün de jierlikse gearkomste yn AI-
degea (W.) op moandei 2 nov. yn „Us
Gebou” net to forsitten. Ir C. Wind sil
dér sprekke oer: „Hoe liggen de kaar
ten op de graslandbedrijven”.
Voor deze vluchtelingen in de kampen
Friedrichsfeld en Ohmstede, wier licha
melijke en geestelijke krachten met de
dag afnemen, is op korte termijn hulp
nodig. De hulp zal komen. Moet komen.
In het kader van het Internationale
Vluchtelingenjaar ’59-’6O wil men zor
gen voor een radicale opruiming van
Friedrichsfeld. Ohmstede en nog acht
andere kampen in Neder-Saksen. Door
de Verenigde Naties, vanwaar het initia
tief voor het Vluchtelingenjaar s uit
gegaan, is daartoe een program opge
steld, waarin ieder zijn eigen plaats
bij Scharsterbrug. Alleen de laatste
twee waren verschenen, die erkenden
over een hek te zijn geklommen dat met
ijzerdraad was gesloten en op de boven
ste plank met prikkeldraad afgezet. Ze
meenden dat echter vrij te mogen doen
omdat er geen bordje „verboden toe
gang” stond.
De verbalisant verklaarde dat het hier
een oude toegangsweg betreft die niet
meer gebruikt wordt, maar dat de eige
naresse van het land beslist niet wil dat
men dit betreedt. Volgens de Kanton
rechter had zij dit door de genoemde
manier van afsluiten ook duidelijk aan
gegeven. Er behoeft niet persé een
bordje bij te staan.
Verdachten meenden dat het voor
sportvissers dan ónmogelijk wordt hun
sport te beoefenen, als ze niet meer over
een hek mogen klimmen.
De Officier was het met mr Menalda
eens, maar wilde er bij het bepalen van
de straf rekening mee houden dat ver
dachten hebben gedwaald. Daarom per
sisteerde hij bij de afkoopsom van i 7.50
of 2 dagen.
De Kantonrechter gaf toe dat men
niet direct in overtreding is als men
over een hek klimt, maar uit de wijze
~~--p dit hek was afgesloten bleek
duidelijk dat dit niet alleen voor het <n hoger beroep te gaan”.
„Dat kan er ook wel van
De veehouder Pieter P. te Irnsum
heeft een hond die zoals vele getuigen
hebben verklaard geregeld in het land
achter het wild aanjaagt. De veehouder
Heida en zijn knecht hebben dat meer
malen gezien en ook dat de hond onder
Poppingawier een haas in zijn leger be
sprong, doodde en hem in z’n bek mee
nam. Voor dit feit moest de eigenaar,
die volgens het proces-verbaal en de ver
klaring van de verbalisant ook al eer
der gewaarschuwd was zijn hond vast te
houden, zich thans verantwoorden.
Verdachte ontkende pertinent. Mijn
hond doet niemand kwaad („dat zeggen
ze allemaal”, interrumpeerde mr Me
nalda) en komt alleen met mij in het
land. Op die bewuste vrijdag was ik
naar Leeuwarden en dus kan hij niet in
het land geweest zijn. Misschien is het
een andere hond uit de omgeving ge
weest. Die lijkt sprekend op die van mij
en heeft ook zo’n dikke staart.
Maar de Officier herhaalde dat alle
getuigen duidelijk hebben gezien dat het
zijn hond was. En zo voegde hij ver
dachte toe U is ook niet vies van een
haas die door uw hond is meegenomen.
Hij requireerde daarna f 100.of 20
dagen waarvan f 50.of 10 dagen voor
waardelijk.
De Kantonrechter maakte er f 50.
of 10 dagen cnvoorwaardelqk van met
de gebruikelijke toevoeging: „U hebt het
waarop dit hek was afgesloten bleek recht binnen 14 dagen van dit vonnis
duidelijk dat dit niet alleen voor het <n hoger beroep te gaan”.
vee bedoeld was maar ook voor mensen I „Dat kan er ook wel van komen”
Hij streek de hand echter over het hart j antwoordde verdachte kwaad. (En reeds
en veroordeelde alle zeven tot vijf gul- halverwege de deur): „Ik laat het er zo
den of een dag. niet bij zitten
Voor de afdeling van het Instituut
voor Arbeiders Ontwikkeling alhier
sprak vrijdagavond in het Piter Jelles-
hüs voor een behoorlijk aantal belang
stellenden Prof. Dr J. Pen, Hoogleraar
aan de R. Universiteit te
over „Moderne Economie” Hij nam
hiervoor als leidraad het door hem ge
schreven boekje onder die titel waarin
de vraag beantwoord wordt wat het
nationale inkomen, de welvaart en
werkgelegenheid bepaalt.
Naar voorzitter van Vucht in zjjn
openingswoord mededeelde, zal dit boek
je behandeld worden in de cursus welke
dit winterhalfjaar onder leiding van de
heer D. Sytsma zal worden gehouden,
voor welke cursus na de inleiding van
Prof. Pen zich reeds een aantal deel
nemers opgaf.
Prof. Ren vertelde in het begin van
zijn betoog, dat de opvattingen welke
thans onder de vak-economen leven,
heel anders zijn dan die van 25 jaar ge
leden. Door de nieuwe economische
theorie van de Engelse econoom Keynes
hebben ze zelfs een revolutionaire wij
ziging ondergaan. Spr. boekje zou ook
beter de economie van Keynes genoemd
kunnen worden. De gehele inhoud toont
aan hoe in het economische leven het
een van het ander afhangt, de zgn.
Economische kringloop. Het nationale
inkomen dat is de som van alle in
komens in het land wordt gevormd
in de productie. Het grootste deel komt
uit het particuliere bedrijfsleven. Dit
inkomen gaat naar de gezinnen die het
uitgeven aan consumptiegoederen
deze geldstroom de consumptieve be
steding genaamd gaat weer naar de
bedrijven, waarmee de cirkel weer ge
sloten is.
Vóór 1930 hebben de economen altijd
beredeneerd, dat de nationale welvaart
afhing van de nationale productie en
de grootte daarvan weer van de pro-
ductie-capaciteit. Zonder twijfel is het
juist, dat deze laatste bepaalt hoe groot
het nationale produkt en dus het natio
nale inkomen zal ziju, maar de econo
men van nu weten ook, dat er een kink
in de kabel kan komen als de productie
lager is dan de productie-capaciteit. In
de afgelopen drie jaren hebben we zo’n
kleine inzinking (recessie) gehad, die
driemaal zoveel heeft gekost als de ge
hele watersnood.
De economen van vóór 25 jaar hebben
altijd ontkend, dat er overproductie, re
cessie, algemene werkloosheid e.d. kon
ontstaan. Zij gingen nl. uit van de wet
van de Franse econoom Say, die zegt,
dat de kringloop steeds gesloten
Maar de critici bestrijden dit. Er kan
een kink in de kabel komen als de ge
zinnen het geld niet uitgeven aan con
sumptiegoederen en er dus een deel van
het nationale inkomen wordt bespaard.
Deze besparingen gaan dan langs een
heel andere weg naar het bedrijfsleven,
nl. in de vorm van leningen en credie-
ten. Het bedrijfsleven krijgt dan alleen
maar het bedrag van de consumptieve
bestedingen binnen.
Volgens de wet van Say echter blijft
de kringloop altijd bestaan, ondanks de
besparingen. Tenzij het geld wordt „op
gepot”. De rentevoet zorgt er volgens
deze klassieke economie wel voor dat
het gespaarde geld geïnvesteerd wordt.
Volgens Keynes is dat echter niet het
geval. Als het bedrijfsleven minder ont
vangt, komt er ook minder uit, m.a.w.
daalt het nationale inkomen. De gezin
nen krijgen dus minder geld in handen,
waardoor de aardigheid van het sparer
er af gaat. De extra besparingen ver
dwijnen en dus is er op de
Blauhtïs. Op in ütforkofte
seal fan bruorren Wybenga hat it
Roomsk Frysk Boun it winterskoft ie
pene mei in fleurige toanieljoun. Spile
waerden twa ienakters fan de han fan
de Blauhüster J. Kuipers, titele „Op Bi-
rie” en „De greate Priis”. Waerd it
earste stik al foar de oarloch spile, it
twadde is in nije oanwinst. De ynhald
fan it stik is sa: Bakker Hoogma hat,
lyk as oars, ek dizze wike wer meidien
oan de fuotbalpool. It is moandei, kofje-
drinkerstiid, it praet komt op de fuot-
balwedstriden fan forroune snein. De
krante leit op tafel. Nou blykt it dat
Hoogma noch al frijhwat „goed" hat.
Hy komt der efter, de Haech wurdt di-
rekt mar efkes opbelle, dat der in
greate priis van f 80.000,op it toto-
buro leit to wachtsjen. De hiele hüshai-
ding, buorfrou, de feint, dochter en Pier
komme yn in echte feestsfear. Allinne
mem, dy’t oars ek net fuotbaleftich is,
fortrout it spul net earlik. Hja hat
nochal flink krityk as televisy, auto en
brommers oanret wurde. Mar de bistel-
lingen greane troch. Ek Pier, de man
dy’t de bakker fannemiddei helpe sil to
suteljen foar dübeld lean en in béste
traktaesje, is danich to sprekken. Dat
de saek goed yn tizen rekket, kin de
lêzer wol bigripe. Gans oanrin, de saek
leit stil, leveransiers oan de doar. Op
de ein forskynt Sipma, „de man fan de
pool”. Hy kin net goed oan *t wurd kom
me, allegearre sitte fierstento fol fan
de „grouwe priis”. Der wurdt him ek al
in glêske ynskonken; nimmen hat earne
euvelmoed yn. Dochs kriget Sipma op
in gaedlik momint it wurd; it blykt
dat Hoogma wol tige hege eagen smi-
ten en dus in „grouwe prils” beet hie,
mar dat er it ynlizjiM foar de pool noch
net bitelie hat. Fan de priis sil dus neat
komme. Pier bliuwt „gewoan Pier” en
baes bliuwt „gewoan baes”. It stik is
flot skreaun, en, als wy üs net forsinne
sil it op gê.ns plakken syn minsken wol
fine. Sportforienings moatte it grif ris
op ’e wurklist sette.
De spylders, meast jonge debutanten,
dy’t it stik ünder lieding fan Johs Be-
kema brochten, diene it mar tige. Ek
it earstneamde stik foei danich vn ’e
smaek. Tusken de bidriuwen waerd de-
klamearre troch fjouwer jongfa n,
wylst de gearkomste bisletten «aerd
mei dounsjen. Al mei al in joun dy’t
nei mear smakket.
<1
töliï’