Democratie, cabaret en ideologie
Halve eeuw dienst
aan de watersport
T
Een vergeten Sneker klokkenmaker:
Matthijs Ankringa (1748-1822)
IJLST
WYMBRITSERADEEL
en
van
N.V. Sneeker Jachthaven in ’tgoud
Officieel Orgaan
de gemeenten SNEEK,
116e jaargang no. 1
Maandag 2 jan. 1961
DRIJFHOUTS NIEUWSBLAD
Brieven uit Berlijn
I
Benoeming directeur
N.V. Ver. Stofzuiger-
fabrieken
Hei Sneeker Nieuwsblad is een
1960, druk jaar voor
consultatiebureau
gecombineerde uitgave ven NIEUWE SNEEKER COURANT, SNEEKER COURANT en
Harlingen-Terschelling race
i
r
Commissarissen
Nieuw geloof.
Probleem.
De oorlogsjaren
J. Hofstra, de eerste voorzitter
Vrijheid.
ren’1.
maar alleen opbouwend; de pijnbank is
of
Niet volledig
Een welkome attractie
H. H.
Kantooi vooi admini
stratie en redaktie;
GEDEMPTE PUL 6
l'eleloon 31)05 (05150)
O.gg 4091
genomen, de laatsten pas in 1941 en in
1959 zijn ze alle vier afgebroken en door
nieuwe vervangen.
Het consultatiebureau voor zuigelin
gen heeft weer een druk jaar achter de
rug.
Het werd bezocht door 4680 zuigelin
gen, meer dan ooit te voren.
De 4500ste was dit jaar Peter Ligthart,
Parkbuurt 20. Hij kreeg volgens traditie
enkele cadeautjes.
De traditionele Harlingen-Terschelling
race, die georganiseerd wordt door de
Harlinger Watersport Vereniging, zal dit
jaar gehouden worden op 11 en 12 juli.
huwd met Bauck Watsedochter)Hen
drik Veltman (genoemd 1821); Folkert
Wijngaarden (genoemd einde 18e eeuw,
aanvankelijk te Franeker)Sjouke W.
IJlstra (genoemd 1815); W. Sjoukes
IJlstra (genoemd 1830).
Ambtenaren op het Sneker Gemeente.
Archief waren zo vriendelijk de verge,
te» Sneker klokkenmaker in de papie.
ren terug te zoeken en smaakten het ge
noegen de heer De Jonge te kunnen me.
dedelen dat Matthys Ankringa wel de
gezochte zal zjjn. Dit was de zoon van
Bernardus Ankringa en Dieuwkje Tuln.
stra, op 23 augustus 1822 op 74-jarige
leeftijd te Sneek overleden.
Verichiint
MAANDAGS en DON
DERDAGS
Al met al nog heel wat namen - meer
dan Ottema uit Harlingen of Dokkum
weet op te geven doch minder dan uit
Leeuwarden of Franeker. Daarnaast
waren er ook klokkenmakers in Makkum
Balk, Heerenveen en Kollum woonachtig
doch bepaald middelpunten van klok
kenmakerijen waren alleen Grouw en
Joure. Men werktte er evenwel uitslui
tend voor de burgerij en de boerenstand,
niet voor de paleizen van de stadhou.
ders, de landhuizen van de adel of de
patriciërshuizen der grote kooplieden.
De N.V. Philips Gloeilampenfabrieken
Eindhoven en Van der Heem N.V., Den
Haag, delen mede dat jhr. ir. R. E. La
man Trip, te Wassenaar, met ingang van
gisteren is benoemd tot directeur van de
N.V. Verenigde Stofzuigerfabrieken.
Zoals eerder werd bericht zal deze
vennootschap, waarin Van der Heem en
Philips voor een gelijk bedrag deelne
men, in een te Leeuwarden te vestigen
bedrijf stofzuigers en vloerwrijvers gaan
fabriceren.
4dvertentiepri]« 15 ct per
mm.
Bi) contract (handeliade.)
ager
\bonnementtprij» t S,
oer halt jaar. Franco per
oost f 3.75 per halt ta*r.
Giro 8 5 07 4 8 ten name
ran Sneeker Nieuwablad.
Er wordt weer een nieuwe generatie
met een. nieuw geloof bezield, het ge
loof in de uiteindelijke overwinning
van het communisme; een geloof, dat
sterker is dan vaderlandsliefde, groot
ser dan het Christelijke; een geloof
waarvoor het waard is te vechten, en
eventueel te sterven. Zoals er al zo
vaak voor een geloof, een ideaal ge
vochten is; voor een „ideologie” zoals
het tegenwoordig heet. Het is nog niet
zolang geleden dat in Duitsland de kin
deren hun ouders aanbrachten als die
niét in de Eührer en de eindoverwin
ning geloofden.
„Het Mohammedanisme van de twin
tigste eeuw” heeft een socioloog het
communisme genoemd. En de vraag
dringt zich op wat het Westen daar
tegenover stelt, naast atoomraketten
en waterstofbommen.
Stalin vroeg: „Hoeveel divisies heeft
de Paus?” Het antwoord is voor het
Oosten nog steeds belangrijk. De Nato-
divisies zijn te tellen, ook de Ameri
kaanse raketten en A-bommen. Maar
over de kracht van het Christelijk ge
loof bestaan geen officiële, zelfs geen
geheime cijfers. T.
De Sneker klok is van het bekende
„Jouster” type, doch in een veel fijnere
uitvoering dan de geijkte. Niettemin is
de kast toch grover gevormd dan de
klassieke Amsterdamse of Utrechtse
pronk-klokken, hetgeen de betrekkelijke
achterstand der Friese klokkenmakers-
kunst, bij die der gelijktijdige Hollands-
Stichtse vergeleken, onderstreept. Hec
onderscheid schuilt nochtans meer in het
„omschot” dan in de „inhouten” want
de Friezen hebben steeds de reputatie
gehad geboren wiskundigen en instru
mentmakers te zijn geweest. Het waren
alleen de ongunstige maatschappelijke
toestanden binnen het sinds het midden
der 18e eeuw bij Holland steeds verder
achterblijvende Friesland die de Friese
klokkenmakers beletten hun vleugels
uit te slaan zodat zij de keus hadden
in eigen gewest voort te blijven vegete
ren dan het land te verlaten teneinde
elders beter aan hun trekken te kunnen
komen.
Uiteraard hoopt bet Sneker Museum
bestuur ooit nog eens een in Sneek ver.
vaardigde, antieke klok te kunnen be.
machtigen. Zij, die geloven haasten niet,
doch het geloof moet dan ook wel bij
zonder groot zijn!
Dit geschiedde op initiatief van het
bestuur der Sneeker Zeilclub, dat na
vele voorbereidende werkzaamheden
een voorlopig bestuur uit zijn midden
benoemde, bestaande uit de heren H. v.
de Zee, voorzitter; J. Hofstra, secreta
ris; A. ten Catc, F. de Jong Izn. en P.
J. Olij. Dit vijftal schreef de oprichtings
vergadering uit op 13 december 1910 in
de bovenzaal van „Onder de Linden”
waar zij definitief tot leden van de eer
ste Raad van Beheer werden benoemd.
Tot besluit geven wij hier nog een
opsomming van de commissarissen die
de n.v. in deze halve eeuw hebben ge
diend:
J. Hofstra 1910—1920; F. de Jong 1910-
1919; A. ten Cate 1910—1913; H v. d.
Zee 1910—1944; P. J. Olij 1910—1914.
J. Volkers 19131939; J. Heeringa 1914
1919; M. Oppenhuizen 19191938; S.
J. Olij 1919—1947; T. Ferwerda 1920—
1951; E. Hazelhoff 1939—1951; Tj. Vis
ser 1940—1953; A. Goodijk 1944—1952;
H A. Tromp 1927—1957.
Voorzitters waren achtereenvolgens
de heren Hofstra, V. d. Zee, Volkers,
Olij en Tromp, secretarissen de heren
de Jong, M. Oppenhuizen, E. Hazelhoff
en H. S. Groenhout; penningmeester de
heren Ten Cate, v. d. Zee, Ferwerda en
J. v. d. Horst.
Thans zijn 223 aandeelhouders (het
aandelenkapitaal werd enige jaren gele
den uitgebreid) en bestaat de Raad van
Beheer uit de heren J. Lassche, voor
zitter, benoemd in 1957; H. 3. Groen
hout, secretaris (1951); J. D. v. d. Mo
len (1953) commissaris. Er zijn twee
vacatures.
Feestelijkheden zullen ter gelegenheid
van dit gouden jubileum niet worden
gehouden.
Het is niet altijd gezond geweest om
over politieke onderwerpen een afwij
kende mening te hebben, en nog ge
vaarlijker is het die openlijk te ver
kondigen. Nu is men in een zg. demo
cratie naar Westelijk model tenminste
van één ding zeker-, het leven wordt
niet onmiddellijk bedreigd. In de Oos
telijke democratie bestaan er helemaal
geen afwijkende meningen. Dat is een
vreemde zaak.
Uitbreidingen
Wegens het voortdurend gebrek aan
ruimte en ligplaatsen heeft de haven
meerdere malen uitbreiding ondergaan.
De voornaamsten hiervan waren wel
het graven van een tweede kolk in 1924
waarin 24 schiphuizen werden gebouwd,
waardoor het totaal aantal tot 50 steeg,
en het verlengen van deze zgn. tweede
kolk met een nieuwe in 1938, waartoe
de dijk aan het einde van de oudste
schiphuizen langs het Burgemeester
de Hooppark naar ’t pad langs de Oud-
vaart werd doorgegraven en de uitvaart
in de kolk naar de Oudvaart gedempt.
In deze nieuwe uitbreiding onder lei
ding van wijlen architect A. Gqodjjk
werden direct 12 schiphuizen gebouwd, v
SNEEKER NIEUWSBLAD
Het was bovendien een klok met een
historie, een tragi-komische historie
zelfs. Maar misschien is de tijd nog niet
ryp, deze nu al uit de doeken te doen.
Wie weet leidt het vervolg van deze
historie er eens toe, dat wij deze toch
nog mogen vertellen.
door welke (laatste) vermeerdering het
totaal aantal 90 werd, plaats biedende
aan plm. 225 schepen. Tevens werden
toen naast schiphuis 78 een bergplaats
en een urinoir gebouwd. Het gebouwtje
met kantoor en w.c.’s aan de ingang
van de haven was reeds in 1932 tot
tot stand gekomen. De haven werd toen
tevens aangesloten op de waterleiding.
Nadien zijn er geen schiphuizen meel’
gebouwd, hoewel de behoefte hieraan
zich nog steeds ernstig doet gevoelen.
De financiën laten het echter niét toe.
Alleen werden zoals reeds genoemd
de vier oudsten vernieuwd.
De Raad van Beheer bij het 25-jarig jubileum in 1936. Zittend v.l.n.r. de heren M.
Oppenhuizen, secretaris; J. Volkers, voorzitter; T. Ferwerda, penningmeester.
Staande v.l.n.r. de heren S. J. Olij en H. van der Zee.
Op 13 juni 1944 moesten 22 leden van I
de S.Z.C. hun schip in de Kolk beschik,
baar stellen, maar slechts vier gaven
hieraaft gehoor. De volgende dag even
wel werden 12 schepen gevorderd waar
van drie weggevoerd, die, ondanks alle
nasporingen na de oorlog, niet zijn te
ruggekomen. De motorboot van de heer
H Vrolijk kwam echter weer bij hem
terecht. Evenzo vele van de in ’t eerste
oorlogsjaar gevorderde aanhangmotoren.
Zondag 1 oktober van dat jaar moest
het lokaaltje in de haven ontruimd wor
den om dienst te doen als verblijf voor
de Duitse militairen die dienst deden
bij de V 2's welke in het Burgemeester
de Hoqppark stonden opgeslagen.
Tevens werden de terreinen tot sper
gebied verklaard, maar dit heeft maar
een dag geduurd. Alleen het gedeelte
langs het De Hooppark bleef nog vier
weken verboden terrein.
„Wij hebben geen nieuwe ideologie
nodig; de vrijheid op zich is voldoen
de” zei onlangs Willy Brandt, burge
meester van Berlijn en socialistisch
candidaat voor de opvolging van Ade
nauer. Met dergelijke vereenvoudigin
gen wordt de zaak afgedaan. Hoe staat
het met ’t Christelijk geloof van de
Westelijke beschaving? Er wordt be
weerd dat de grootste bolwerken tegen
het communisme het Mohammedanis
me en het Hindoeïsme zijn, en dat
daarom Nehroe zijn neutraliteit kan
handhaven, zónder millioenenlegers en
atoomwapens. En er duikt een vage
herinnering op: waren het de tot de
tanden gewapende legioenen van de
eerste Christenen, die het Romeinse
Keizerrijk versloegen? Waren het de
legers van de Paus, die Attilla voor
Rome tegenhielden, of die de Duitse
Keizer Hendrik op zijn knieën in Ca
nossa brachten
Zoals wij reeds opmerkten, Ottema’s
lijst kan niet op volledigheid bogen. Dit
bleek weer toen ons een brief bereikte
van de heer M. de Jonge uit Enschedé.
Deze deelde mede in het bezit te zijn
van een fraaie hangklok, voorzien van
een gebeeldhouwd bovenstuk, een prach.
tig bewerkte wijzerplaat en kunstig
speelwerk, zodat de klok op het hele
en half uur vier verschillende deuntjes
te horen kon geven waarbij enige fi
guurtjes boven de wijzerplaat de maat
sloegen. Op de wijzerplaat stond voorts
le lezen „M. ANKERENGA, SNEEK,
1806. De vraag was nu maat of er van
deze, blijkbaar zeer kundige, Sneker
klokkenmaker meer werkstukken be
kend waren.
Helaas moesten wij het antwoord
schuldig blijven, hetgeen de heer De
Jonge niet weerhield ons nog een dui
delijke foto van de klok te zenden, ter
bewaring in het museum.archief.
Onafscheidelijk
aan de jachthaven verbonden is de naam
van de eerste havenmeester K. Hospes,
die in 1926 zijn alom gewaardeerde werk
zaamheden in de haven begon en pas
28 maart 1953, op 80-jarige leeftijd het
It je er bij neer legde. Hij heeft daarna
nog tot zijn overlijden op 2 oktober 1959
van zijn in alle opzichten zeer verdiend
pensioen genoten.
Ook de regering erkende zijn verdien.
ten door hem de eremedaille in zilver,
verbonden aan de Orde van Oranje Nas
sau toe te kennen, welke onderscheiding
hem in de vergadering van 15 maart
1948 door burgemeester Rasterhoff op
de borst werd gespeld.
Zijn opvolger de heer D. Douma trad
op 1 april 1953 in dienst en ook hij
blijkt uit het goede hout te zijn gesne
den.
Het probleem is niet zo gemakkelijk
op te lossen. En wie het Oost-Berlijnse
politieke cabaret „De Distel” bezocht
heeft, komt snel verder op de weg naar
een totale politieke verstandsverbijste
ring. Want het bloedeigen volksdemo-
cratischedees; communistische) regiem
wordt er doorlopend over de hekel ge
haald, aan de kaak gesteld en op de
pijnbank gelegd. Zó te zien is in het
Oosten weer alles mogelijk.
Maar.... er is een maar. Er is een
verschil tussen sarcasme en ironie, tus
sen een bijtende en totale afkeer, en
een liefde, die niet blind is. En bij de
Distel is het ’t laatste; het is zelfspot,
die scherper is naarmate het zelfver
trouwen stijgt. De zelfcritiek is scherp.
De functieverdeling werd echter ge
wijzigd. De heer Hofstra werd voorzit-
tery de heer de Jong secretaris, dé heer
ten Cate penningmeester en de beide
anderen commissaris.
Zij werden gemachtigd de Koninklijke
goedkeuring aan te vragen op de statu
ten welke waren opgemaakt door nota
ris Heeringa en van het Old Burger
Weeshuis aan te kopen een terrein aan
de Oudvaart ter grootte van plm. 1%.
pondemaat tegen 1100,— per pm,
totaal 1832,Het doel was aan de
Noordzijde van de daar te graven kolk
acht grote en twaalf kleine schiphuizen
te bouwen, waarvoor een kapitaal werd
gevormd van 10.000,—, verdeeld in
honderd aandelen a 100,waarvan I
direct zeventig waren geplaatst.
Op 2 januari 1911 werd de Kon. goed
keuring op de statuten verkregen, wel
ke datum toen als de officiële oprich
tingsdatum werd aangenomen.
Het gestelde ♦doel - 20 jachthuizen
kon niet direct worden verwezenlijkt.
Het werden er eerst zestien en op 21
januari 1911 werd het graven van de
kolk en het bouwen van de schiphuizen
volgens de plannen van architect F. de
Jong aanbesteed. Volgens de Raad van
Beheer zaten de vijf inschrijvers echter
te hoog in de boom en daarom werd
op 8 februari een nieuwe aanbesteding
gehouden. De firma de Graaf en de Wolf
was toen met 7700,het laagst en
haar werd het werk ook gegund. Zelf
belastte zij zich met het grondwerk, maar
ze droeg het bouwen van de schiphuizen
op aan de heer P. J. Olij.
Het werk werd met grote voort va.
jendheid uitgevoerd want reeds op 1 ju
ni 1911 kon de haven in gebruik worden
genomen. Men had ook gaarne gezien,
dat de Oudvaart van het Zomerrak tot
de nieuwe haven van gemeentewege was
uitgebaggerd, maar het gemeentebe
stuur gaf nul op het request.
De nieuwe haven voorzag in een be.
hoefte, maar slechts ten dele. Reeds in
de vierde algemene vergadering op 21
maart 1912 kwam de Raad van Beheer
met het voorstel acht kleinere schiphui-
zen te bouwen en het daarvoor benodig
de kapitaal te lenen. Maar na bestrij.
ding werd dit voorstel ingetrokken en
op voorstel van de heer R. Sevensma
besloten het nog onbebouwde water aan
de noordzijde te verhuren als ligplaats
met de verplichting aan de huurder
daarop voor eigen rekening een schip
huis te bouwen.
Zo kwamen er vier particuliere schip
huizen tot stand. Eerst twee voor de
heren R. Sevensma en A. Kuperus, daar,
na nog twee voor de heren F. Pijtter.
sen en H. v. d. Zee. De eerste twee wer
den reeds in april 1915 door de n.v. over
een operatietafel. En wat afgebroken
wordt, is het decadente Westen.
En dat is belangrijk. Het bevestigt
wat enkele politieke commentatoren al
enkele jaren beweren: het Oosten
wordt niet langer geregeerd door een
kleine communistische minderheid, té
gen de wensen van de meerderheid.
Het regiem kan critiek dulden, omdat
het sterk genoeg staat: het steunt op de
meerderheid. De meerderheid gelóóft
in wat de partij wil bereiken. Hoe, op
welke wijze en met welke middelen,
en door wie dat tot stand is gebracht,
is een studie op zich. De oorlog ver
enigde het Russische volk tegen Hitler,
en daardoor achter Stalin; dat is één
mogelijke verklaring. Maar de grootste
lof heeft het regiem zelf verdiend, en
weer duikt de term „pseudo-religie”
op. Een katholiek geestelijke zei hier
eens tamelijk openhartig, en mis
schien schokkend „men werkt in het
Oosten met methoden, die tot nu toe
alleen door óns gebruikt werden” (ons:
het katholicisme, of het Christendom).
Wanneer kinderen van drie, vier jaar
met blokjes mogen spelen, hebben de
blokjes twee kleuren: de rode blokjes
zijn de goede blokjes, de zwarte zijn
slecht. Rood is de kleur van het com
munisme, zwart vafi de kerk. Er zijn
talloze voorbeelden.
brachten ook voor de haven en de aan
deelhouders vele moeilijkheden mee.
Dat begon al op 14 juli 1942 toen bij
de bezetters een lijst van aandeelhouders
moest worden ingeleverd met van ieder
het aantal schepen en de motorboot van
de heer J. de Wilde in beslag werd ge
nomen. Dinsdag 13 oktober kwam er or
der, dat de jachthuizen 1, 2 en 3 moes
ten worden ontruimd. De daarop volgen
de vrijdag werden ze echter al weer vrij,
gegeven. Een week later kregen de ei.
genaars van motorboten bericht dat zij
op maandag 26 oktober des namiddags
2 uur hun boten ter monstering door de
weermacht in de kolk moesten aanbieden
De kleine scheepjes werden echter
geen blik waardig gekeurd, alleen de
zes grootsten werden genoteerd, waar
van later een is weggevoerd. Op 14 mei
van het volgende jaar werden de groot
ste motorboten opnieuw gemonsterd,
maar vordering bleef achterwege.
daarna echter waren de roiïen omge
keerd. Toen achtten vele aandeelhouders
een verhoging van 10% onvoldoende en
werd er zelfs gepleit voor 50%.
Het werd echter 30, wat een meerdere
opbrengst van 2100,betekende. In
verband met een herstelplan op lange
termijn van de schiphuizen en de wallen,
dat op 50 mille begroot is en reeds voor
I een groot deel uitgevoerd is, kwam er
j in 1951 nog eens 40% bij. terwijl tevens
besloten werd voortaan van de vreem.
i delingen havengeld te heffen en in 1954
volgde nogmaals 'n verhoging met 10%.
In deze vergadering werd tevens het
iting.systeem voor toewijzing van
jachthuizen afgeschaft en vervangen
door een rooster.
De Westelijke democratie is in Ne
derland uit eigen ervaring voldoende
bekend. Men heeft een mening en
brengt die regelmatig tot uitdrukking
in de keuze van Ds. Zandt of Romme,
Stoetwegen.
Maar hoe is het met die meningsvrij
heid gesteld in de zogenaamde Volks
democratie? Berlijn ligt middenin de
Oost-Duitse, en Oost-Berlijn is daar
zelfs de hoofdstad van. Allicht is er
een stiekeme blik achter de coulissen
mogelijk. En de vraag is tenminste
voor mij nogal belangrijk: kan men
met evenveel kans op lijfsbehoud de
fiolen van zijn toorn over staat, rege
ring of de prijs van de tomaten laten
gaan
Na enig nadenken is het antwoord
niet nee. Het is ook niet ja; ik weet het
niet. De toekomst kan het leren. Wan
neer ik op deze plaats eens over de
Oost-Duitse schreef ben gegaan,
en als dan na enige tijd blijkt dat ik
verdwenen ben, is de kwestie opgelost:
het was dan neen. En er zijn intéres
sante cijfers bekend over ontvoeringen
en geheimzinnige verdwijningen naar
achter het Ijzeren Gordijn. Aan de an
dere kant is mijn ongehinderd voort
bestaan ook niet beslissend voor een
jubelend ja.
En dan te weten dat in de gang van
hec Museum jaren lang wérkelijk een
prachtige, staande klok heeft geprijkt,
die ieder kwartier het huis met vrolijk
getingel vulde! Maar dat was ook in
de jaren, dat Sneek nog geen Museum
kende en niemand er van droomde dat
een dergelijke instelling in het stille
huis aan het Kleinzand gevestigd zou
worden.
Onze stad beleeft in deze dagen een hausse van jubilea. Het departement van
Nijverheid en Handel sloot de eerste honderd jaar van zijn bestaan af, de Ijs
club „Friso” bereikte de ook al respectabele leeftijd van negentig jaar en als
derde in de rij is daar de N.V. Sneeker Jachthaven, die een halve eeuw geleden
werd opgericht.
voor de aandeelhouders was in die
vrijwel vleesloze jaren het leegvissen
met netten van de oude kolk op twee
zaterdagmiddagen in november 1942 en
van beide kolken in oktober 1943, wat
enorme hoeveelheden vis opleverde die
onder de aandeelhouders werden ver
deeld.
Minder prettig was, dat wegens de
schaarste aan brandstof vele bomen in
de haven gerooid moesten worden om
bij de aandeelhouders de kachel bran,
dende te houden. Na de oorlog echter
werden direct nieuwe aangeplant.
De n.v. verleende in deze bange jaren
waarin ook vele diefstallen in de haven
voorkwamen, zodat er zelfs wacht ge
lopen is, gastvrijheid aan de eigenaren
van schepen uit het spergebied. Hun
Ditmaal nu eens niet over de luidklokken, welke Sneek eenmaal rjjk was
thans nog bezit - hoe dierbaar zij ons ook zijn - doch over uurwerken, eenmaal
door Sneker klokkenmakers vervaardigd.
Genoten de Friese uurwerkmakers in vroeger eeuwen een uitstekende naam
en zijn zelfs de meest eenvoudige „Jousters” en „skipperkes”, waarvoor men in
de vorige eeuw’ nauwelijks oog had, zeer gezochte en duur betaalde zaken ge
worden, Sneek stond bij het heir der Friese klokkenmakers niet bijzonder in
in de gunst.
Zeker, er zijn en waren in Sneek steeds uiterst kundige klokkenmakers woon
achtig, waarvan het geslacht Napjus wel de grootste faam genoot, doch In
de antiekhandel treft men hoogst zelden, vrijwel nimmer eigenlyk een uurwerk
aan, dat in Sneek vervaardigd is. Men zal zich hier dus meer op het herstellen
- dan op het maken van klokken hebben toegelegd.
Leerzaam is in dit opzicht het met
veel liefde geschreven boekje van wij.
len notaris Nanne Ottema, getiteld „Ge
schiedenis van de uurwerkmakerskunst
in Friesland” en in 1948 door Van Gor.
cum Comp. te Assen uitgegeven. Men
vindt er talloze gegevens en medede
lingen over antieke Friese klokken ter
wijl het werkje wordt afgesloten met
een alfabetische lijst van Nederlandse
klokkenmakers.
Gaat men deze lijst eens na, dan blijkt
de oogst aan Sneker klokkenmakers
toch niet tegen te vallen, al dient men
hierbij wel te bedenken dat Leeuwarden
de enige stad in Friesland geweest schijnt
te zijn waar klokken werden gemaakt
die te vergelijken waren met de pronk
stukken in steden als Amsterdam en
Utrecht vervaardigd. Toen ’t Stadhouder
lijk Hof in 1748 uit L’warden verdween
en de Friese adel eveneens naar Den
Haag verhuisde kwam ook aan deze glo
rie een einde - Grote kunstenaars kun
nen nu eenmaal niet buiten rijke op.
drachtgevers en daaraan begon het na
1748 in Friesland steeds meer te ont.
breken!
Ottema’s lijst kan natuurlijk niet op
volledigheid bogen en is slechts te be.
schouwen als de oogst van een min of
meer willekeurig verzamelde reeks noti
ties, in de loop van een lang verzame.
laars-leven bijeengebracht.
Systematisch onderzoek in de Friese
archieven zou dus ongetwijfeld nog veel
meer opleveren. Zolang dit echter nog
niet is geschied mogen we Ottema voor
zijn overzicht dankbaar zijn. Hij noemt
dan de volgende Sneker klokkenmakers:
Ruurd van Akkeren (genoemd 1815);
Claes Bauckes (overleden vóór 1762);
Oege Cnaap (genoemd 1768); Klaas
Durks (genoemd omstreeks 1722); Pie
ter Fokkes Fijlstra (genoemd 1823)
Teede Siedses Haanstra (zich noemende
„klokschilder”, overleden 1825); A. KaL
lenkoot (genoemd 18e eeuw’); Gerlof
Leensma (overleden 1839); H. Napjus
(genoemd einde 18e eeuw); Klaas
Noordman (genoemd omstreeks 1735);
Jan Radsma (een toepasselijke naam,
overleden 1845); Hans Reinders (ge.
noemd omstreeks 1762); S. Rodenburg
(genoemd midden 19e eeuw’); Y. Scho-
L tanus (genoemd omstreeks 1825); Fraas
Sioerdts (genoemd omstreeks 1648, ge.
Toegang veranderd
In 1940 werd de toegang tot de ha
ven ingrijpend veranderd. Na een over
eenkomst met de gemeente werd het be-
tonbrugje over de langs de haven lopen
de sloot verwijderd, de sloot gedempt en
een nieuwe afscheiding langs de weg
naar ’t Burgemeester eé Hooppark ge
plaatst waarin een hek waarmee öe in
gang van de haven kan worden afge
sloten.
Voor al deze en andere uitgaven wer
den obligatieleningen onder de aandeel
houders geplaatst.
De tegenwoordige voorzitter
werd een ligplaats in de haven toegewe
zen, waarvan 17 personen gebruik heb
ben gemaakt.
Uit de lucht beschoten
Beangstigend was de toestand op 28
februari 1945 toen ’s avonds om half elf
de haven door een Duits vliegtuig werd
gemitrailleerd, waarschijnlijk omdat een
der in de Oudvaart liggende woonsche
pen niet voldoende verduisterd was. De
daken van de jachthuizen 61-69 werden
met kogels doorzeefd en de daarin lig
gende schepen vrij wat beschadigd. Een
kajuitjacht zonk zelfs.
Een maand later kwam voor de
laatste maal een paar van onze be.
schermheren met hoge borst opzetten,
om een 4.tal grote motorboten te vorde
ren, nl. dio van de heren Doeksen, van
Andringa, v. d. Sluis en Bergsma, zo
schreef de toenmalige secretaris „mees,
ter” Hazelhoff in zijn jaarverslag. Veel
indruk maakte dat .echter niet, zo ver
volgde hij laconiek, „want de heren
hadden ge*n benzine om ze te veryog.
ren’1.
Strijd om de huren
Voor de oorlog werd in de vergade.
ringen herhaaldelijk aangedrongen op
huurverlaging waarvoor de Raad van
Beheer in 1934 tenslotte zwichtte. De
verlaging bedroeg 10%. Na de oorlog
wilde de R. v. B. dit alweer ongedaan
maken, maar op 22 april 1949 werd een
voorstel daartoe verworpen. Vier jaai-