Pleidooi
behoud
voor
confessionele partijen
Trouwen kan
altijd nog
Gebroeders Gonggrijp
verzamelden Sneker oudheden
iO
w J
Jetske Gonggrijp (1734-1753) - 11
Bij het portret
van
^YERTENTIES
IJsbrechtum 72
1
Morgenavond finales
noordelijke
bokskampioenschappen
H. JILLINGS,
ADVERTENTIES
BRANDSMA’s
BLOEMENSYMPHONIE
VERKOOPSTER
'ifl
CHU-voorman dr. Tilanus sprak in Scharnegoutum
1
ZAKENMEVWS
Nieuwe jalla 850
II
V
aangenomen door onze agent
Mevr. Douma-Zijlstra
te Oppenhuizen
Zeepost
Voetbalwedstrijden
beginnen vroeger
„Koekoek op it nést"
rum-Rien vergaderde
B
schriftelijk
te
NIET IN CHU
MISKRAMEN
Begrafenisver. Lutkewie-
door
JETSKE TROUWDE
I
FLEURIGE KLEEDIJ
[JSBRECHTUM
den
in
gaarne
H. H.
zak fruit meenemen. En wat chocolade
Feuilleton door Tom Lodewijk
18)
(Wordt vervolgd)
Krite Suits hat tua stikken
op 't program four dit jier
(1772-
Over
voor dit blad worden in
OPPEN HUIZEN
gaarne aangenomen door onze
agente
na. Het was een advertentie van een
scheepvaartmaatschappij, die in teke
ning een oude koopvaarder deed zien,
’in contrast tot de snelheid, de luxe en
het comfort, dat de schepen van de
maatschappij verschaften.
„Hij heeft zo een hele serie gete
kend”, vertelde Roosje, „dat was leuk.
Vader heeft er allerlei voor moeten
opzoeken, scheepsmodellen enzo.”
Els bekeek de advertentie. Ze kende
dit soort tekeningen, ze kwamen er
weer „in”. Gemaakt met grote zin voor
détail. Echt een plaatje voor de lief
hebber om lang naar te kijken. Soms
deed een tekening meer dan een foto.
„Hij kan wel wat,” zei ze goedkeu
rend.
„Ja, maar de laatste tijd niet meer,”
zei Roos.
„Heeft hij er geen zin meer in?”
„Vader kan niet werken zo,” zei het
meisje mismoedig.
„Hoe zo?”
„Nou, zoals het thuis is.”
„Je bedoelt,” zei Els voorzichtig,
„zonder'je moeder.”
„Dat vooral,” knikte Roosje, „moe
der nam altijd alles uit de weg. Ze
viel hem nooit lastig. Weet u, als vader
met iets bezig is, dan weet hjj van
geen hemel of aarde meer. Dan moet
je hem nergens mee aan zijn hoofd ko
men, anders is hij er uit.” Ze glimlach
te. „Hij werkt soms ’s nachts door, als
het hem te pakken heeft. Of hij komt
niet eens eten. Dan keek moeder om
de hoek en dan wist ze het wel. Ze
En nu „on top of it” zat ze nog zon
der Roos. Die was ziek. Een licht
griepje, ze zou misschien volgende
week er weer zijn. Maar ze miste haar.
Niet alleen om het werk dat ze nu
niet deed. Daarvoor kon wel een ander
invallen. Zó belangrijk was dat niet.
Al bleef Roos voor altijd weg, de zaak
zou wel draaien. Maar Roos was méér
voor haar dan een hulpje. Meer dan
eens liet ze zich verleiden tot een
praatje met het meisje, dat haar met
een zo sympathiek geweest was.
„O kijk es”, had Roos gezegd, toen
ze eens in een tijdschrift bladerde dat
ze moest opbergen, „dat heeft mijn
vader getekend.”
Els had kunnen zeggen: je bent hier
niet om plaatjes te kijken, maar om de
boel op te bergen. Ze zei het niet. Ze
boog zich belangstellend over de pagi-
Met de volgende schepen kan zee
post worden verzonden. De data, waar
op de correspondentie uiterlijk ter post
moet zijn bezorgd, staan, tussen haak
jes, achter de naam van het schip ver
meld.
Argentinië: ms „Aldabi” (14-2)
Australië: ms „Zonnekerk” (13-2)
ms „Poona” (15-2)
Brazilië: ms „Aldabi” (14-2)
Canada: ms „Prins Willem V” (15-2)
Chili: ms „Buchenstein” (12-2)
Indonesië: ms „Anchises” (14-2)
Kenya, Oeganda, Tanganjika:
ms „Ferd. de Lesseps” (17-2)
Ned. Antillen:
ms „Prins der Nederlanden” (15-2)
Suriname: ms „Palamedes” (14-2)
Verenigde Staten van Amerika:
ss „American Reliance” (17-2)
Z.-Afrika (Rep.) m.i.v. Z.-W.-Afrika:
ms „S. A. Oranje” (12-2)
Inlichtingen betreffende de verzen-
dingsdata van postpaketten geven de
postkantoren.
mentale instelling heeft en een andere
richting is uitgegaan.
VERKIEZINGSPROGRAM
De t.v.-uitzending van de wereldkam
pioenschappen schaatsen, waarvoor
weer ’n enorme belangstelling bestaat,
noodzaakt de voetbalclubs, evenals bij
de Europese kampioenschappen, het
aanvangsuur van de wedstrijden te
vervroegen. Zo speelt ONS zaterdag
middag om 1 uur tegen Drachtster
Boys en begint de wedstrijd HJSC
Heeg ’s morgens reeds om 11 uur.
de jongedames en vrouwen uit de meer
gegoede Sneker kringen uit het mid
den van de 18de eeuw plachten te fla
neren, de eenvoudiger, dagelijkse klee-
dij was niet minder bont en verleende
het straatbeeld, zowel door de week
als op feestdagen, een bont karakter,
dat sterk afweek van de tamelijk mo
notone, eenvormige dracht onzer da
gen.
Het is ons niet bekend of het brand
schilderen van vensters het hoofdbe
roep van de gebroeders Gonggrijp was,
noch welk bedrijf of ambt door hun
vader, Harmannus Tomas Gonggrijp,
werd uitgeoefend, die zich in 1722 uit
Harlingen te Sneek was komen vesti
gen. Harmannus (1698-1739) werd
reeds op 34-jarige leeftijd lid van de
Sneker vroedschap en was van 1735
tot aan 1738 schepen. Wij vermoeden
dat ook hij, evenals zijn vader, een
leerlooierij bezat.
Hij betreurde het, dat er zoveel on
rust werd geschapen. In de CHU was
volgens hem alles rustig. De CHU
handhaaft de Bijbel als richtsnoer, zo
wel in het persoonlijke als in het
organisatorische vlak. De partij wil zich
aan de confessionele politiek vasthou
den. Hij verklaarde, dat er in de Unie
allerlei soorten mensen zitten, die on
derling hun problemen kunnen bepra
ten. En dat is het beste voor het hele
volk, zei hij.
Aan de val van het kabinet-Cals heb
ben we een erfenis overgehouden, zo
ging hij verder. Die erfenis bestaat
uit drie belangrijke punten. Het staats-
uitgaveniveau was te hoog, de verder
gaande geldontwaarding en de toene
mende werkeloosheid, aldus de heer
Tilanus. Hij was er dankbaar voor,
dat het kabinet-Zijlstra een andere
goudkleurige letters gepenseeld: „To-
mas Gonggrijp fecit Aetat(e) XIX
Anno 1749 No. 1”. Hieruit valt dus af
te leiden, dat Thomas 19 jaar oud was
toen hij het portret van zijn zuster
Jetske schilderde en dat dit tevens zijn
eerste „opus” was.
voor het Sneeker Nieuwsblad wor-
Beschouwen wij nu het portret van
Jetske Gonggrijp eens nader. Het stamt
dus uit 1749, toen Jetske nauwelijks
16 jaar oud in het huwelijk trad
met de in Sneek in garnizoen liggende,
in Staatse dienst getreden vaandrig
Jean Francois de Vassy (1720-1808). In
de rechter-bovenhoek voer de be
schouwer links prijkt een gevieren
deeld geslachtswapen met geparelde
kroon. Daaronder de spreuk „En paine
croissant”. De vier wapenschilden ver
tonen,kruisselings gegroepeerd, twee
paren van blazoenen. Het ene bestaan
de uit een korenschoof, het andere uit
een liggende maansikkel, waaronder
twee zespuntige sterren. Ongetijfeld
was dit het wapen van haar man, want
het wapen der Gonggrijps vertoont een
gedeeld schild, waarvan de rechter
helft wordt ingenomen door een zwarte
adelaar op gouden veld, het linker
door drie gouden eikels in een blauw
veld.
In de linker bovenhoek voor de
beskouwer rechts staat in keurige,
wou dat stel wel es zien.
Die zaterdagmorgen stopte haar
sportwagen voor een groot, enigszins
vervallen herenhuis in een oude stads
wijk, zo’n huis waar allang een kan
toor van gemaakt moest zijn. De ko
zijnen en de deur mochten wel een
verfje hebben, maar de gordijnen voor
de ramen waren schoon, zag ze met
een huishoudelijke blik. Tegen de
muur leunde een vervallen kinder
fietsje, de deur stond op een kier er
hing een touwtje uit de brievenbus.
„Kom maar binnen met je knecht,”
dacht ze, maar ze greep toch maar de
knop van de bel en luidde. Het weer
klonk in een brede, lege gang, die ze
zich kon voorstellen zonder dat ze
hem zag.
Ze wachtte geduldig en keek de
straat af, tot ze zich opeens bewust
werd dat er iemand in de deuropening
stond. Hij behoefde zich niet voor te
stellen, ze wist meteen wie hij was.
Een lange man, met een gezicht dat
veel mensen lelijk zouden genoemd
hebben, met diepe rimpels in het voor
hoofd, een warrige haardos en een be
gin van ’n baard dat alleen ontstaan
kon zijn doordat hij zich enkele dagen
niet geschoren had. Hij droeg een trui
met verfvlekken, een al evenzeer ge
vlekte linnen broek en een paar afge
trapte pantoffels. En hij zag haar aan
als wilde hij zeggen. „Wat zullen we
nü weer hebben... er kan nog méér
Jetske is niet oud geworden en over
leed op 4 februari 1753, na bevallen te
zijn van een levenloos geboren doch
tertje. Voordien schijnt zij ook al één
of meer miskramen te hebben moeten
doorstaan het vóórtbrengen van kin
deren was oudtijds heel wat riskanter
dan in onze dagen en de sterfte onder
de kraamvrouwen zowel als zuigelin
gen was schrikbarend hoog, mede ten
gevolge van onjuiste handgrepen tij
dens de verlossing of besmetting gedu
rende de behandeling. Wat men op dit
gebied tot diep in de vorige eeuw, juist
in ziekenhuizen, nog presteerde was
trouwens hemelschreiend, zodat velen
maar de voorkeur gaven aan het ont
bieden van de baker thuis, in de hoop,
dat er geen „complicaties’ ’zouden op
treden.
In 1749 kon men Jetske’s. tragische
levensloop nog niet bevroeden, al
zullen haafverwanten zich niet al te
verheugd hebben getoond over de wel
zeer jeugdige leeftijd, waarop zij hun
dochter of zuster moesten afstaan.
Jetske draagt een zogenaamde Duit
se muts, uit prachtige kant vervaar
digd, waaronder haar typisch Friese
gezicht met de heldere, blauwe ogen
ons welgemoed aankijkt. Men zou niet
vermoeden, dat de afgebeelde vrouw
amper 16 jaar oud was. Jetske droeg
verder gouden oorhangers en een hals
snoer van gitten. Daaronder nog een
kanten halsdoek, terwijl de muts op
het hoofd wordt geklemd door een smal
gouden oorijzer. Eerst naderhand zou
den deze oorijzers uitgroeien tot de
benauwde gouden helmen, welke tot
in onze dagen nog door zeer oude Frie
zinnen op het platteland gedragen wor
den.
Gebrandschilderd ruitje, voorstellende
een zeeslag en gesigneerd: „Tjalling
Gonggrijp fecit in Sneek 1770”.
Het portret reikt tot juist de middel
zodat wij niet weten welk schoeisel
Jetske droeg. Wel ontvaren wij nog
juist een deel van een helder-rood ge-
ruitte rok of schort, waarboven een
strak geregen, sierlijk lijfje, vervaar
digd uit sits ons welbekend van de
Hindeloper kostuums. Het lijfje is hel
derblauw, doch verrijkt met bonte,
witte en rode bloemmotieven. Onder
het lijfje draagt Jetske een fijn linnen
hemd met opengewerkte, enigszins ge
pofte en juist tot over de ellebogen
reikende mouwen. Het geheel moet
wel buitengewoon fleurig en elegant
hebben gestaan en ook al gold het hier
een zondagse dracht, waarmee alleen
bij.”
..Dag meneer,” zei Els kordaat, „ik
ben juffrouw De Jong, ik kwam eens
zien hoe Roosje het maakt.”
De sombere grijze ogen schenen van
kleur te veranderen. Zijn gezicht
kwam tot leven, en het leek een an
dere man, die voor haar stond.
„Zo,” zei hij, „bent u dat. Kom d’r
in. Dat zal ze leuk vinden. Tuiten uw
oren nooit eens?”
„Van wat?”
„Zo vaak als ze over u praat.”
„Tuiten üw oren nooit eens?”, vroeg
ze terug.
„Waarvan?”
„Zo vaak als ze over u praat.”
Hij lachte weer. Grappig zoals dat
gezicht dan veranderde. Het ene ogen
blik was het loodgrijs meer onder een
zwarte hemel, somber en naargeestig,
en dan opeens brak de zon door, tin
telde het licht op het water. Poeh,
dacht ze, wat ben je poëtisch!
„U moet maar niet naar de rommel
kijken”, zei hij verontschuldigend, „de
eh... dame die onze huishouding ver
zorgt moest nodig naar een zuster of
zo.” Het was weer zo, dacht Els. „En
ik ben niet erg huishoudelijk, en Roos
is ziek.”
Ze stonden in de witmarmeren gang,
beeld van vergane glorie. Aan een
kapstok hingen door elkaar jassen en
mantels en sjaals, op een antieke eiken
bank lag een lappenpop.
„Is Roos een goeie hulp?”
De zon kroop weer weg.
It Krite-toaniel spilet op tiisdei 21
maert en woansdei 22 maert it blijspul
„Koekoek op it nést
Op woansdei 20 en tongersdei 21
septimber 1967 komt it selskip Tetman
de Vries mei syn nijste stik „De Wyl-
depüst” en op tiisdei 14 en woansdei
15 novimber 1967 is der in ütfiering
troch it eigen krite-toaniel.
De kaertcn foar de septimber-ütfie-
ring wurde de leden tidich tastjürd.
lie te hebben. Dan zitten we zonder
moeten wij het met elkaar opknappen, voor de rest van de bloemenwinkel. Ze
nou u snapt wel wat daarvan terecht
komt. Het meeste komt op mij neer.
En vader wordt zo somber. Hij zit
soms uren te zwijgen, er komt geen
werk uit z’n handen. U begrijpt, daar
kan de molen ook niet van draaien.
We gaan steeds dieper de put in zo.”
Het meisje zweeg en Els schrok van de
troosteloze uitdrukking op dat bleke
gezichtje. Dit kind, zo jong, had nu al
haar deel van de zorgen. Maar in ieder
geval was ze hier in veilige haven. Bij
mooi weer liet Els haar dikwijls bood
schappen doen. „Ga maar lopen,” zei
ze, .buitenlucht is goed voor je.”
Maar de baas had de situatie al wel
dóór. Hij schreef het als een echte
Amerikaan, die liefhebbert in psycho
logie, toe aan een verdrongen moeder
complex. Maar het was hém best,
’t Was een lief kind trouwens, dat had
zijn vrouw tegen hem gezegd, die eens
’t kantoor was komen binnenlopen,
toen Roosje daar was. „Een darling,”
zei ze. Nee, Roos zat hier goed. Zolang
Els er was. En Els betrapte er zich op,
dat ze in haar toekomstoverpeinzingen
zich opeens afvroeg, wat er van Roos
je moest worden als zij er eens niet
meer was om een oogje op haar te
houden?
En nu was Roos ziek.
Met haar impulsieve besluitvaardig
heid stelde ze vast, dat ze morgen, za
terdag, Roosje eens ging opzoeken,
’s Kijken hoe het met haar was. Grote
«O’
Naast de Scaldia 1400 kan Hoppe’s
Automobielbedrijf alhier thans ook de
nieuwe Jalta 850 leveren. Het is een
stoere wagen met ’n luchtgekoelde 4
cylinder motor, die achterin is ge
plaatst. De auto kan een top bereiken
van 100 km per uur. Het interieur is
zeef verzorgd en de wagen biedt vier
persofien een ruime zitplaats. De inte-
rieurverwarming geschiedt onafhan
kelijk van de motor, zodat men de auto
kan voorverwarmen.
De heer Tilanus gaf vervolgens een
opsomming van een aantal belangrijke
punten uit het CHU-verkiezingspro-
gram, waarbij hij toegaf, dat ook an
dere partijen deze punten in hun pro
gramma hebben. Hij noemde onder
meer de woningbouw, meer ruimte
voor de jeugd, stabiele werkgelegen
heid, vereenvoudiging van de sociale
wetgeving en een rechtvaardige ver
deling van de belastingdruk.
Na de pauze kregen de aanwezigen ge
legenheid vragen te stellen. Zo werd
o.a. de vraag gesteld naar aanleiding
van een opmerking van de heer Tila
nus, dat het kabinet-Zijlstra een geheel
andere richting was ingeslagen, of de
ministers van het kabinet-Cals nu wel
in het kabinet-Zijlstra passen. De CHU-
leider antwoordde hierop, dat het een
kwestie van beleidsverandering is.
„Premier Zijlstra heeft zijn program
ma aan de ministers voorgelegd, waar
op die hebben geantwoord: we doen
mee”.
In antwoord op een vraag verklaarde
de heer Tilanus, dat het nu maar eens
uit moest zijn met de procentuele
loonsverhoging. „Op deze manier wordt
de kloof tussen laagst- en hoogstbetaal-
den steeds groter”. Verder achtte hij
het van groot belang, dat de overheid
belangstelling heeft voor de sportac
commodaties, met name op het platte
land. Volgens spreker kan de midden
stand uit de malaise worden geholpen
door meer voorlichting te geven aan
die groep.
Nog enkele andere problemen wer
den aan de heer Tilanus voorgelegd.
Hij gaf daarop heldere antwoorden.
Na een woord van dank van voorzitter
R. Schaap sloot de heer Tilanus de
geslaagde avond met gebed.
i
„Er is tegenwoordig geen touw meer
aan vast te knopen”, zo zei de spreker
over de huidige politieke situatie.
„Toch heeft dat ook weer zijn goede
kanten”, zo vervolgde hij. „De mensen
hebben hierdoor stof voor discussie en
op deze manier neemt de belangstel
ling voor de politiek toe. Met name bij
de jeugd, die heel veel interesse heeft.
Dat is verheugend. Deze verkiezingen
zijn er oorzaak van, dat de interesse
voor het politieke leven opbloeide.
Maar niet alleen de interesse, ook de
onrust”.
De heer Tilanus gaf vervolgens een
bloemlezing van voorbeelden van on
rust in andere partijen. Hij wees daar
bij op de „Tien over rood mensen” van
de Partij van de Arbeid. „Er is tegen
woordig geen party, die zo confessio
neel denkt als de „Tien over rood”-
groep in de P.v.d.A. Zij wil terug naai
de dogma’s van het oorspronkelijk so
cialisme”, aldus de heer Tilanus. „Maar
ook in de andere partyen heerst on
rust”, zo ging hij verder. Als voor
beelden noemde hij het uittreden uit
de WD van de heer Gruyters en de
D ’66-mensen. In de KVP een opmer
king van „een jonge bisschop”, welke
opmerking door de voorzitter van de
jongerengroep werd aangevallen. Het
bestuur van de KVP stelde zich weer op
tegenover deze laatste mening. Een
opmerking van de heer Bruins Slot,
dat de AR Partij gelukkig van een be-
ginselpartjj naar een programmapartij
groeide, waartegen weer verzet kwam,
wijst eveneens op onrust, aldus de heer
Tilanus.
artistiek huis-
met een lan-
IIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIHIHHHIIIIHIHHIIIHHH
Een bloemrijke baan bij
BRANDSMA’s
BLOEMENSYMPHONIE
In het kader van de komende verkiezingen hield dr. A. D. W. Tilanus,
voorzitter van de Christelijk-Historische Unie gisteravond in gebouw Elim
te Scharnegoutum een propagandarede voor de CHU-kiesvereniging aldaar.
In zjjn toespraak tot ruim vijftig toehoorders bepleitte de heer Tilanus het
behoud van de confessionele politiek in ons land. „Het is fout als een partij
bij voorbaat al een bepaalde maatschappelijke groepering of een bepaald
sociaal-economisch stelsel als uitgangspunt neemt. Met een confessionele
partij kan men alle kanten uit. En wel naar die kanten, die alle mensen
recht doen”, aldus de heer Tilanus.
NAKOMELINGEN
Zijn oudste zoon, Thomas (l~3O 1814),
maakte van 1775 tot 1794 deel uit van
de Sneker vroedschap en vervulde van
1777-1780, alsmede van 1785-1789 het
ambt van Bouwmeester de- stad Sneek
In een curieuze, door Thomas eigen
handig geschreven en met aardige
schetsen verluchte reisbeschrijving,
aanwezig in het Fries Scheepvaart
Museum, noemt hij zich „Schilder”,
zonder meer. Dit was reeds in 1751.
Thomas is tweemaal gehuwd geweest.
Eerst met Anna Maria Munniks, doch
ter van N. Munniks, secretaris van
Haskerland. Na haar dood met Sietske
van den Berg, een koopmansdochter
uit Heerenveen. Zijn tweede vrouw
schonk hem een dochter, Anna, die
ongetrouwd bleef.
Wij vernamen reeds, dat zuster Jets
ke ook geen nakroost bezat. Evenmin
was dit het geval met broeder Lourens
(1732-1753). Zuster Aagje (1739-1826)
huwde het Sneker vroedschapslid Mar-
tinus Oneidus en schonk haar man een
jongen, Oene geheten. Het kind stierf
echter al enise weken na de geboorte.
Alleen Tjalling was het gegeven om
het voortbestaan van de Sneker tak
der Gonggrijps te verzekeren (1736-
182'3). Hij huwde op 22 december met
Elisabeth Teetses de Haan, dochter van
de Sneker houtkoper Teetse de Haan.
Elisabeth stierf in 1795 en schonk haar
man twee kinderen: Teetse
1838) en Sjoukje (1775-1809).
hen beiden de volgende maal.
Maandagavond vergaderde de be
grafenisvereniging van Lutkewierum-
Rien. Om ruim kwart voor acht opende
voorzitter J. S. Hoekstra deze 60e le
denvergadering met een welkomst
woord en sprak de hoop uit, dat het
een goede avond mocht worden. Hier
na werd door de penn: -gmeester ver
slag uitgebracht van de stand der fi
nanciën. Door de secretaris werden no
tulen en jaarverslag gelezen en werd
verslag uitgebracht Van de in 1966 te
Leeuwarden gehouden federatieverga-
denrig'.
Bij de bestuursverkiezing werd de
heer Th. Jaarsma Fzn. met algemene
stemmen herkozen. Met de rondvraag
werden nog enige vragen door de
voorzitter beantwoord.
Marktstraat 17
BOLS WARD
HHIIHHIIItHIHKIHIHHHUIHHHHIIIIIIHH
was er nooit boos om, ze had altijd
plezier, want als het dan klaar was,
dan was ie een ander mens.
Els knikte.
„En nu hebben we een huishoud
ster,” zei Roos en haar ogen werden
hard, „het is al de derde. Ze houden
het niet uit bij ons. Ze vinden het een
huishouden van Jan Steen. Ze kunnen
het niet hebben als Erica met verf
zit te knoeien, zoals
Sjoerd met klei.”
„Tja,” zei Els, „een
houdster, die moet je
taarntje zoeken.”
„Deze,” ging Roos verder, blij dat
ze eens kon praten, „is van het her
vormende soort. Ik geloof dat ze met
vader wil trouwen,” ze zw-eeg even,
maakte een minachtend geluid, „ze
vindt het wel interessant, een kunste
naar. Zo’n mens is het. Ze heeft wat
geld ook. Ze zou de zaak wel laten
lópen, dan kon vader werken. Maar
dan zou-ie er een beetje gekleder moe
ten uitzien, en met haar uitgaan, en
haar meenemen in kunstenaarskrin
gen, waar ze heel wat van denkt. Va
der komt nooit in kunstenaarskringen.
Hij heeft een paar vrienden. Hij is een
gewone vakman, zegt hij. En op aller
lei manieren weet ze hem het moeilijk
te maken.”
„Hoe zo?”, vroeg Els, haars ondanks
geïnteresseerd. Ze zou wel eens weten
hoe die dame dat aanlegde.
„Nou, dan moet ze opeens weer weg,
ze schijnt een reuze uitgebreide fami-
Voor onze vestiging in Bols-
ward vragen wij een flinke
leeftijd 16 - 20 jaar.
Wij bieden U een prettige
werkkring, uitstekend salaris
en vijfdaagse werkweek.
x Sollicitaties
richten aan
BOKSEN Vrijdagavond worden in
„Ons Gebouw” aan de Westersingel de
finales van de noordelijke bokskam
pioenschappen gehouden. De volgende
partijen staan op het programma:
Junior-C-KL (16 t.m. 17 jaar) ve-
dergew.: D. Riemersma (Frl.)-H. Pop-
ken (Carp.); junior-C-KL (115 t.m. 17
jaar) halfzwaar: B. Stoelwinder (Frl.)-
H. J. Huisman (Carp.); Senior-A-kl:
halfzwaar: J. Roossien (Abelsma)-B.
v. d. Sluis (Vebo); senior-C-kl: welter-
gew.: Joh. Bakker (Frl.)-B. Dodde
(Vebo); senior-C-kl: halfzwaar: P.
Wijnsma (Coryfea)-J. de Vries (Vebo)
senior-C-kl: zwaargew. H. Duursma-
(Frl.)-K. Drenth (Koster); senior-C-
kl: zw.welter: H. Smit (Abelsma)-T.
Bos (Carp.); senior-N-kl.: halfzwaar:
E. v. d. Velde (Frl.)-J. Erich (Frisia);
senior-B-kl.: middengew.: H. Veelen
(Carp.)-B. Olgers (Abelsma); senior-
B-kl.: zw.welter: H. Mekkec (Carp)-
Kl. de Haan (Frisia); senior-A-kl.:
weltergew.: Jac. Roossien (Abelsma) -
B. Mekkes (Carp.); senior-A-kl.: zw.
welter: E. Pruim (Abelsma)-R. Koop-
mans (Frisia).
Deze finalepartijen worden vooraf
gegaan door enige bijpartijen, waarin
ook de nieuwe noordelijke kampioenen
van de Sportclub „Friesland” Radolf
Bax (middengewicht) en Henk v. d.
Velde (junior-weltergewicht) van de
partij zullen zijn. Speciale aandacht
verdient de finalepartij tussen Jac.
Roossien en Bert Mekkes. Roossien,
ex-kampioen van Nederland en Olym
pisch deH nemer in Tokio, werd vorig
jaar bij de noordelijke kampioenschap
pen al ernstig door Mekkes bedreigd.
Zijn grotere routine bezorgde hem toen
een kleine puntenovarwinning. Mekkes
is dit jaar vaker in de ring ”eweest dan
de Groninger en het zou ons niet ver
bazen als de rollen nu eens worden
omgekeerd. De wedstrijden beginnen
om half acht.
Het op paneel ge
schilderde portret
van Jetske Gong
grijp, door haar broe
der Tjalling in 1749
vervaardigd, is bij
zonder kleurryk en
verraadt ogenblikke
lijk de natuur van de
glasschilder. Met de
schilderstukken van
Ype Staak, in onze
vorige bijdrage be
handeld, is dit trou
wens in nog veel
sterkere mate het ge
val. Wij weten in
tussen helemaal niet
of Tjalling en diens
broeder Thomas
(1736-1823, achter
eenvolgens 1730-1814)
zich in 1749 reeds op
de glasschilderkunst
hadden toegelegd. De
enige bewaard geble
ven kerkvensters, ons
bekend bevinden zich
te Akkrum en date
ren uit 1761 en 1762,
dus eerst na de ad
vertentie in de Leeu
warder Courant van
29 juli 1758.
Eén van Tjallings nazaten, de heer
J. Gonggrijp Bungenberg, inmiddels
al verscheidene jaren geleden gestor
ven, bezat indertijd vier fragmenten
van 16de- of 17de-eeuwse gebrand
schilderde vensters, afkomstig uit
Sneek. Deze bevinden zich thans in
het Fries Scheepvaart Museum, door
bemiddeling van wijlen Nanne Ottema.
Het behoud van deze hoogst curieuze
fragmenten is te danken aan Thomas
Gonggrijp, blijkens een inscriptie, door
hem eigenhandig in sommige van de
glaasjes gekrast, zoals nr. 1: „Thomas
Gonggrijp vergaerdert 1760; jaartal
was van 1610 totte Sneek uit een oud
huis op de markstraat”. Het betrof hier
een heraldische voorstelling van een
gouden korenschoof in een blauw veld.
Glas nr. 2 vertoont een arm met
zwaard in natuurlijke kleuren in een
blauw veld. Ingekrast: „Geseeten tot,
1760 in een huis aan de bottermerk
binnen Sneek van Ao 1599 en door
Thomas Gonggrijp, meester glasschil
der tot Sneeck om sijn oudheit be
waard 1785”.
Glas nr. 3 vertoont een gouden lelie,
rode roos en gouden ster, boven elkaar
geplaatst paalsgewijs in een
blauw veld. Ingekrast: „Uit Sneek Ano
1599”.
Glas nr. 4 vertoont een wapenschild,
waarbinnen horizontale banen in zil
ver, goud, rood en zilver. In de bovenste
baan drie boven elkaar geplaatste zwar
te klavers.
Aan deze merkwaardige collectie is
nu dus toegevoegd het door Tjalling
gebrandschilderde ruitje met de voor
stelling van een zeeslag en het onder
schrift „Tjalling Gonggrijp fecit in
Sneek 1770”.
ze zeggen, of