ACHTSTE JAARGAAXE
TSo. 8.
1869,
Donderdag
122» February.
Duiten 1 andsoli Overzigt.
I
BOLSWABBSCHE COURANT
plaats-
vervolgt dan
we-
leger
ernstig
te gaan,
van prins
De Abonnements-prijs is f 0,80 per drie
maandenfranco per post f 0,95.
De prijs der A d v <e r t e n t i e n s van 16
regels 40 Cts.behalve 35 Cts. voor het Ad
vertentie-zegel; elke regel meer kost
10 Cts. Groote letters worden naar
ruimte berekend.
De Uitgave dezer Conrint, die eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
B. C (J I’ E BUS Az. te Bolswardwien men
alles dit Blad betreffendeuiterljjk tot Woens
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te zen
den. Alle briefporten komen op rekening der
inzenders.
Gortschakoffis thans te Parijs en zoekt in de parijsche
salons het verbond met Rusland te bevorderen. Hij laat
zich over Pruissen en Duitschland uit, zoo als men dat
anders van de Russen niet gewoon is”.
Bij dit alles komt nog eene spoorweg-kwestie. Door de
belgische kamer van afgevaardigden werd aangenomen een
voorstel van de regering, om den belgisch luxemburgschen
spoorweg niet af te staan aan de fransche ooster-spoorweg-
maatschappij. Dat noemen de fransche bladen een bewijs
van achterdocht en kwaadwilligheid jegens Frankrijk. De
Belgen zeggen, dat zij t zoo niet gemeend hebbenmaar -
dan hebt ge u door Pruissen laten leiden, voegt de France
hun toe, en vervolgt dan: «Het is noodig dat het bui
tenland wete, dat Frankrijk den onzekeren en wankelbaren
toestand van onze betrekkingen met de naburige mogend
heden moede is. Dat is een toestand noch van oorlo"
noch van vrede. Niemand is opregter vredelievend dan
wij maar die staat van onzekerheid waardoor voortdu
rend onze dierbaarste belangen in de waagschaal gesteld
en benadeeld en overal de gemoederen in onrust gebrast
worden is langer niet te dulden. Het is tijd dat daar
aan een einde gemaakt worde".
Oorlog dusdan worden geene belangen in de waag
schaal gesteld en benadeelddan komen de gemoederen
tot rust. Wij zijn opregt vredelievend, maar «Alexis
heeft zijn zusje lief” en wat daar verder volgt.
De Pruissen noemen de bewering als zouden zij België
tegen Frankrijk opzetten, laster, en beroepen er zich op,
dat die bewering door de fransche bladen niet door het
geringste feit wordt gestaafd.
De koningin van Engeland heeft in hare troonrede laten
zeggen dat zij verlangt den vrede te handhaven en ge
looftdat alle andere mogendheden dat met haar verlan
gen. Als ’t nu maar waar iswat H. M. gelooftdan zal
’t nog wel goed gaan, ’t Zijn toch de vorsten, die het
regt hebben den oorlog te verklaren de volksstem en de
volkswil hebben geen kracht, om op het gebruik van dat
regt invloed uit te oefenen. Oorlog! schreeuwden de Grie
ken maar koning George schreef: ’t zal vrede zijn; en
al kostte het moeiteom ministers te vindendie daar
onder hun naam wilden zetten ze kwamen er toch wel
want de koning wilde het zoo. De koningen en keizers
hebben in dit opzigt het lot hunner volken nog in handen
al zeggen zij ook later met Wilhelm van Pruissen, dat de
loop der gebeurtenissen dat lot heeft bepaald.
Evenmin als de Russen van czaar Peter, zijn ook de
Spanjaarden van Alva uitgestorven. Gedurende de voor
stelling in den schouwburg Villanueva te Havana op Cuba,
den 21 January geraakten de toeschouwers door het zin
gen van nationale liederen zeer in geestdrift en riepen uit
volle borstLeve de onafhankelijkheid 1 leve de vrijheid
Dat vernamen de spaansche vry willigers en die begrepen
dat zulk schreeuwen in den schouwburg niet paste, üp
den volgenden avond toen er weer eene voorstelling werd
gegeven, gingen de toeschouwers gedurende de pauze naar
een naburig koffijhuis. Meer dan 1500 menschen waren
daar te zamen, en een jong rnensch vond het goed, op eene
tafel te gaan staan, en tot de menigte te spreken over de
vrijheden waarop ieder rnensch regt heeft. Een agent van
politie kwam te voorschijn en gelastte de menigteweer
naar den schouwburg te gaan.Niemand toonde zich ge
hoorzaam en de agent schoot eene pistool af. Dit was het
sein voor een SOOlal in de nabijheid zijnde gewapende vry-
De conferentie te Parijs heeft de voorlezing aangehoord
van het antwoord, waarin het kabinet van Athene zijne in
stemming uitspreekt met de verklaring der conferentieen
zegt dat de betrekkingen tusschen Turkije en Griekenland
weer hersteld zijn.
Dat onweer is dus weer uit de lucht. Evenwel, er broeit
nog wat. Ver af en digt bij loopen geruchten van oorlog;
ver af en digt bij is het eene eerste zorg voor het voe
ren van oorlog gereed te zijn.
Drie jaar geleden was Namyk Pacha gouverneur-generaal
wan Bagdad in turksche dienst. De Perzen zijne naburen,
klaagden hem bij den sultan aan dat hij arabische stam
men en nomadische horden toeliet, van uit zijne provincie
invallen in Perzië te doen, en bovendien, dat hij perzische
kooplieden in Bagdad woonachtigonregtvaardig behan
delde en vele grensdorpen door Perzen bewoond ver
woestte en de bewoners verdreef. De sultan riep hem naar
Konstantinopelbeloofde beter toezigt op de volkstammen
■aan de grenzen en schadevergoeding aan hen die er regt
op hadden. De engelsche gezant te Teheran beduidde toen
den Perzen dat ze maar liever met Turkije in vrede moes
ten leven want zei hij «waar twee honden vechten om
een been loopt er een derde mede heen”. Met dien der
den hond meende hij Rnslands keizer. Rhiza-Rey kwam
nu uit Turkije naar Bagdad over om onderzoek te doen naar
een en ander, en T scheen, alsof dat regt goed naar ’t ver
langen der Perzen zou uitvallen. Intusschen werd Namyk
Pacha minister van oorlogen of deze nu onderhands het
goede werk wat heeft gestoord of wat het geweest zy, maar
in ’t vorige jaar kregen de Perzen weer lustom zich vij
andig tegenover de Turken te stellen en nu berigt een te
legram dat de schach van Perzië met een leger naar Bag
dad oprukte en dat de Porte 10.000 man naar de perzische
grenzen heeft gezonden om de posten daar te versterken.
Misschien hoort men nu weldra van eene Europisch-Aziatische
conferentieen zullen chinesche en japansche tartaarsche
en kalmuksche heeren zamen komen met diplomaten van
Frankrijk, Engeland enz. enz., om de Turken en Perzen
aan ’t verstand te brengen dat het verstandiger en mensche-
lijker is, (christelijker geldt bij Turken noch Perzen), den
twist door eene conferentie dan door een veldslag te beslechten.
Wanneer dan die heeren den Perzen herinneren aan hun
klein en slecht georganiseerd legerdan bestaat er veel
kans dat van den oorlog niets koint.
De weerprofeten die ons een siberischen winter hebben
voorspeld hebben misgeraden. Zouden de profetendie
den politieken dampkring waarnemenmeer te gelooven
zijn? Een hunner profeteert op stelligen toon»Als Frank
rijk zich niet met de grootste geestkracht en op de ondub-
belzinnigste wijzenaar aanleiding van de aanstaande ver
kiezingen tegen den oorlog verklaartzal de zomer van
dit jaar nog getuige zijn van bloedige dagen in Midden-
Europa. Het besluit, om den strijd met Pruissen aan te
vangen, staat zoo vast, dat men ook zonder Oostenrijk
daartoe wil overgaan”. Ën welke verschijnselen zijn het
die den profeet regt geven om zoo te spreken Hij zegt:
»De geheele houding van het hof en van de officiële
reld wijst er op, dat Napoleon niet voor niet een
heeft van wonderdadige chassepots. Rusland is er
op uit om met Frankrijk een bondgenootschap aan
De heer van Jomini, de diplomatieke penvoerder