Aan onze Lezers
1809.
ACHTSTE JAAItCJAAd.
No. SS.
«Ilffl
3 Junij.
Donderdag
De Uitgever.
Buitenlandse!! Overzigt.
Of de opheffing der zegelbelasting ook van in
vloed zal zijn op de uitgave der Bolswardsche
Courant? Ja, lezers.
Met 1 Julij a.s. zal, zooveel mogelijk bij elk
No. der Courant een bijvoegsel worden gege
ven inhoudende de bespreking der belangrijk
rijkste- zaken en tijdvragen.
’t Is den Uitgever aangenaam, te kunnen be-
rigtendat hij naast den hoofdredacteureen
bekwaam letterkundige als medewerker aan zijn
blad heeft verbonden.
Met 1 Januanj a. s. zal het formaat der Cou
rant aanmerkelijk worden vergroot.
De verlaging der Advertentieprijzen zal nader
worden berigt.
van
B0LSWA8DSCHE COURANT
De Uitgave dezer Conrint, die eiken Don-
d E R n A g het licht zietgeschiedt door
B. CCPERÜSAz. te Bolswardwien men
slles dit Blad betreffendeniterlijk tot Woens-
dag-morgen 12 urefranco gelieve toe te zen
den. Alle briefporten komen op rekening der
inzenders.
Sinds den dood van haren man had zij in den
Eindelijk had de ellende den
en wanhoop dreef de vrouw tot
l en op-
van kant. Legt
niet de woorden van Willem
De Abonnements-prijs is 0,80 per drie
maanden franco per post f 0,95.
De prijs der Advertentien s van 16
regels 40 Cts., behalve 3b Cts. voor het A d-
vertentiezegel; elke regel meer kost
10 Cts. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend.
Winst en verliestwee woorden, bij niemand onbekend;
twee zaken'waarin men meer of minder belang stelt
naar gelang men het voorwerpdat gewonnen of verloren
wordthooger of lager schat. Weinigen zijn er zeker
die zich niet hoogst gelukkig achtenwanneer hun een
belangrijke geldwinst ten deel valten velen zou het geen
verdriet zijn, wanneer zij in de plaats van den gelukkigen
vinder warendie onlangs in Victoria een klomp goud
vond van 75 pond, ’t welk zoo ongeveer 112,500 zal
kunnen opbrengen. Men weet, nietdat er ooit een zoo
zware klomp is gevonden in 1858 vond men eveneens
in Australië, een klomp van 55 pond, en de vinder achtte
dien vooreerst zwaar genoeg.
«Verspilling of verlies van geld
«Wordt nog van hier of daar hersteld
«Of ’t valt ten minsteals ik het kwiste
«In mijnes evennaasten kiste
«Ja geldverlies doet onze zinnen
«Aan deugd en tucht niet zelden winnen.”
Zoo troostte Jeremias de Decker. Maar Jeremias de Decker
was dichter, en dat is niet ieder. Van de meesten geldt,
wat dezelfde dichter ook zei
«En zietwat kinderen we blijven
«Vermissen we een handvol schijven
»’t Gaat ons wel diep aan vieesch en bloéd.
Een handvol schijven wat zegt dat bij eenc som van
één a anderhalf millioen francsdie met het schip Abba-
tucci te gronde ging' Naar men meent was het de op
brengst van den Pieterspenning en moest door den bij de
schipbreuk omgekomen pauselijken consul-generaal te Mar
seille aan het pauselijk gouvernement worden ter hand ge
steld.
In een dorpje bij Geile in Zweden maakte de vrouw van
een timmerman zich van kant, na eerst haar vijfjarig
dochtertje en haar driejarig zoontje gedood te hebben. Ge
brek kon de oorzaak niet zijn. Maar de vrouw las trak-
traaljes en sprak veel met dweepers. Zij klaagde dikwerf
over hare zonden en den toorn Godsen aan hare zuster
had zij gezegd dat zij een einde aan haar leven wilde
maken. De ongelukkige vader werd ziek bij ’t vernemen
van de vreeselijke daad.
Op Pinkstermaandag vond men te Inzendorf aan een
boom drie lijken hangen. Het waren die eener vrouw en
twee kinderen. Men erkende de weduwe van een dag-
looner, Rosalie Hamer en hare twee kinderenzes en acht
jaar oud. E-
bittersten nood verkeerd.
hoogsten graad bereikt c.. -r -
misdrijf. Na ’s nachts eerst de kinderen verwurgd
gehangen te hebben, maakte zij zich zelve
zoodanige gebeurtenis ons t.L'. -- --
Haren op de lippen
«Heeft de aarde dan geen voedsel voor ons allen
IJinnenlandsch Overzigt.
Is het waar, dat er in den lande eene groote partij is,
die sectescholen verlangt, door het rijk gesubsidieerd? Zoo
ja, dan moet ik de heerén mr. S. Wijbenga en dr. VV. H.
Idzerda kiezen, zelfs al waren ze mijne vijanden. Mij dunkt,
de openbare school biedt uitstekende gelegenheid aan voor
ieder, van welke geloofsbelijdenis ook; want zoowel het on
derwijs in het geloof als in het ongeloof is verboden, en
ik vertrouw, dat het laatste zeker met even veel ernst zal
worden gehandhaafd als het eerste. Wie dus niet tevreden
is, moet maar zijn eigen weg gaan; want geene gemoedsbe
zwaren kunnen opwegen tegen de groote verantwoordelijk
heid, die men op zicii laadt, met te streven naar een toe
stand, die oude tijden van afscheiding en geloofshaat tus-
schen staatsburgers onderling in het leven zou terugroepen.
Gaat het bezwaar tegen de gemengde scholen van bij
zondere personen of geestelijken uitdan zou ik meenen,
dat zij langs anderen weg naar hun doel moesten streven;
want ik beweer, dat de gemengde school ieder moet tevre
den stellen, die het onmogelijke en onwenschelijke niet beoogt.
Ik kan de overtuiging niet onderdrukken dat ouders en
geestelijken, in de kracht hunner overtuiging het middel
moeten bezitten, om te zorgen dat de jeugd niet ontvan
kelijk zij voor verkeerde indrukkenaangenomen dat de
gemengde school die kon aanbrengen. Ik zend er mijne
kinderen heen en zal wel op mijne hoede zijn, of ze iets
kwaads leeren, wat ik streng zou vervolgen.
Het onderwijs in de godsdienst blijft voor mijne rekening,
bijgestaan door mijn geestelijke. Zoo doende maak ik van
mijn kind wat ik wil en zoo hoort het, al is het gemak-
kelijkker het geheel over te laten aan anderen.
Met eene kleine verandering nemen we bovenstaand op
stel over uit de Arnh. Courant, waarin het voorkomt als in
gezonden. We meenen, dat het geen kwaad kan des in
zenders oordeel ook hier te doen kennen. Op zijne vraag,
of er velen in den lande sectenscholen verlangen, is ons
antwoord: eenige bangmakers verlangen zeomdat ze bang
makers willen blijvenvele banggemaakten zeggen dat zij
ze verlangen, maar zij weten niet, wat ze doen. De Ver-
eeniging voor christelijk-nationaal onderwijs hield voor eeni
ge dagen hare algemeene vergadering. Dr. A. Kuyper van
Utrecht hield er de rede. Dr. Kuyper is een knap redenaar
en kan opperbest de woorden vindenom onnoozelen bang
te maken. Een vijftal vragen rigtte de redenaar tot het
geweten des volks. Die vragen waren de volgende
«1°. Of ons volk, in zijn geheel genomen, zijn gods-
dienstigen oorsprong loochenen en zijn regt op den naam
van christcnnatie verbeuren wil