No. 29.
ACHTSTE JAATlCiAAG.
1869
Donderdag-
S2S July.
Buitenlandsch Overzigt.
Bij deze Courant wordt een bijvoegsel
uitgegeven.
werd bij een der
Egyptedie zijn reistoer door Eu-
BOLSWABDSCHE COURANT
De Uitgave dezer Cour int, die eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
B. C P E II U S Az. te Bols wardwien men
alles dit B’ad betreffendeuiterlijk tot Woens-
dag-morgen 12 urefranco gelieve toe te zen
den. Alle briefporten komen op rekening der
inzenders.
De Abonnements-pr(js is f 0,80 per drie
maanden; franco per post f 0,95.
Do prijs der Ad v erten tien is van 17
regels 50 Ctselke regel meer kost 10 Cts.
Groote letters worden naar plaatsruimte
berekend.
De spits van den afleider smolt weg en
laatste slagen geheel atgerukt.
De onderkoning van E u
ropa welhaast ten tijde zal gebragt hebbenweet te too-
nen dat hij vorst is. Te Parijs bestelde hij 50,000 Rem-
mingtongeweren een echt koninklijke daad. Waar hij
kwam zag hij niet op een handvol geld alleen zijn ver
blijf in Engeland kostte hem 72,000; den armen van
Brussel schonk hij 25,000 francs en wat de kroon zet
op al zijne echt koninklijke handelingen; eene tooneelspeel-
sterdie hij op de planken gezien had, ontving van hem
een armband ter waarde van 20,000 francs.
Keizer Napoleon heeft beterschap beloofd. Nietdat hij
zelf nog beter zal worden; welk Franschman zou dat kun
nen verwachten 1 liet fransche volk weet welen de kei
zer zegt het zelf, dat »hij reeds meermalen getoond heeft,
hoezeer bij geneigd is om in het publiek belang afstand
te doen van enkele zijner prerogatieven dat zijn van die
dingen, die een keizer of koning regt geven te doen wat
ieder ander niet doen mag. De keizer blijft dus wie en
wat hij is en de beterschap die komen zal is alleen in
zoo verre aan hem te danken, als zij is »eenc natuurlijke
ontwikkeling van de wijzigingen die langzamerhand in de
instellingen van het keizerrijk zijn aangebragt. De «preroga
tieven die het volk den keizer uitdrukkelijk heeft toever-
trouwd, moeten ongeschonden blijven; die toch zijn eene
levensvoorwaarde voor elke regeringdie de orde en de
maatschappij bewaakt.”
Maarwat heeft de keizer dan beloofd wat zal beter
worden? Dat heeft hij gezegd met heel veel woorden,
maar regt duidelijk is’t niet ’t Hangt er nog te veel van
af, hoe die woorden moeten uitgelegd worden, en dat
uitleggen wordt wel wat lastig door de prerogatieven, die de
keizer niet missen wil. De keizerlijke boodschap zegt:
»1°. Het Wetgevend Ligcliaam zal zelf zijn reglement van
orde mogen maken en zijn bureau benoemen.
«2°. De manier, waarop amendementen worden ingediend
en onderzocht, zal vereenvoudigd worden.
«3°. Het gouvernement zal verpligt zijn alle wijzigingen
van tarieven die in ’t vervolg door internationale verdra
gen mogten worden bedongenaan de goedkeuring der
wetgevende vergadering te onderwerpen.
«4°. Over de begrooting zal hoofdstuksgewijze gestemd
worden.
»5°. Sommige openbare ambten, als ook dat van minis
terzullen vereenigbaar zijn met het mandaat van volks
vertegenwoordiger.
«6° Het regt van interpellatie zal worden uitgebreid.
En is dat nu alles? Och ja, de Franschen verlangen
niet meerzij roepen: leve de keizerOok zij die zoo’n
groot woord hadden en niet rusten zouden vóór dat de
persoonlijke regering des keizers zou hebben opgehouden
en Frankrijk in 't bezit zou zijn van verantwoordelijke mi
nisters, ook zij staan verwonderd over de groote vrijgevig
heid des keizers en schamen zich dat zij nog meer heb
ben durven verlangen.
Zóó zijn de Franschen. Jules Favre, een man, die eigen
lijk te degelijk is, om Franschman te zijn, had na 't ontvan
gen der keizerlijke beloften wat te zeggen op het besluit,
waarbij de zittingen der kamer tot 2 Augustus worden
verdaagd. «Hoe is ’t mogelijk,” riep de president hem toe,
«dat men op den dag na eene groote liberale daad nog met
protesten komtniet alleen strijdig met het reglement
Hebben de Pruissen eene goede gedachte van ons staats
onderwijs en beroepen ze zich op de statistiek, om aan te
toonendat de menschen hier nog zoo slecht niet zijn als
men wel zou denken bij ’t lezen van advertentiën uit Won-
seradcelwaarin van «satanisch onderwijs” wordt- ge
sproken diezelfde Pruissen klagen openlijk over de onze
delijkheid die in hun land heersch-t, en toch staan er alle
scholen onder kerkelijken invloed. Bij den pruissischen
rijksdag is eene petitie ingediendbetreffende de toene
mende zedeloosheid. Dit stuk is onderteekend door 12,6-48
personen uit Pruissen en 2300 uit de overige bondsstaten.
Onder de adressanten zijn 52 professoren der universiteiten,
350 leeraren van gymnasiën en 1860 onderwijzers van an
dere inrigtingen voorts 1697 handelaars, 868 grondbezit
ters, 133 geneesheeren, 122 officieren en 3157 werkbazen. In
dit stuk wordt eene groote bezorgheid aan den dag gelegd,
zoowel wegens de toenemende zedeloosheid op zich zelve als
wegens haren verderfehjken invloed op het huisgezin. Uit
de daaromtrent aangevoerde motieven blijkt dat dit kwaad
te Berlijn en Hamburg meer dan in andere duitsche steden
veld wint en dat dit vooral wordt bevorderd door openbare
vermakelijkheden die aanleiding geven tot ontucht en on
zedelijkheid, zoowel als door verschillende geschriften, plaat
werken enz. Het aantal openlijk geprostitueerde en als
zoodanig bekend of verdacht staande personen bedraagt te
Berlijn 13,000. Te Hamburg zijn 180 bordeelen terwijl
het in evenredigheid daarvan in de andere groote steden
van den bond niet veel beter gesteld is. Op deze en der
gelijke feiten wordt in het adres met nadruk gewezenten
einde den rijksdag indachtig te maken op de groote onhei
len die hieruit voor het maatschappelijk leven en voor den
staat te verwachten zijn.
In het Salzburgsche, waar men van «satanisch onderwijs”
nog zooveel niet weetheeft men satanische ziekten. Ge
lukkig woont er Dr. Gaszner, hoogleeraar aan het seminarium
te Salzburgen die weet er raad voor. En bovenal geluk
kig is hetdat die hooggeleerde heer niet geheim is met
zijn raad zooals de eenvoudige duivelbanners.
Onder den titel van: De wijze, om kranken van den dui
vel te verlossen geeft hij «de beste methode aan, om den
duivel te verdrijven.” Het werkje, 3 vellen druks groot,
is hoofdzakelijk gerigt tot de studenten der katholieke the
ologische faculteit. Hij waarschuwt hun ernstig, geen ge
hoor te leenen aan ongeloovige geneesheeren, die zeggen,
dat alle ziekten natuurlijke oorzaken hebben, terwijl achter
een groot aantal de duivel schuilt. Vooral is dit het ge
val met zenuwziekten. Wie daaraan lijdt, is óf door den
duivel gekweld óf geheel bezeten. De duivel heeft een heir-
leger van booze geesten in het werk die geheele huizen
of afzonderlijke vertrekken in bezit nemen het veede
melk, het graan en alles betooveren. Het eenige middel,
dat afdoende helpt, is, zegt de doctor, besproeijing met
wijwater en de priesterlijke zegening.
Het groote nut van bliksemafleiders is te Hohenzollern-
Hechingen weer duidelijk gebleken. Bij een vreeselijk on-
weder sloeg er do bliksem tot negen malen in het slot
maar werd telkens door de afleiders onschadelijk gemaakt,