i
9 September.
Donderdag
Buitenlandsch O verziet.
Bij deze Courant wordt een bijvoegsel
uitgegeven.
ACHTSTE JAARGANG.
1869
3(5.
BOLSWABDSCHE COURANT
ridder-
tninis-
en
konings
sommen
koopen en alleen de groote kringen
information beter op de ware hoogte
De Uitgave dezer Cour int, die eiken Don-
n e r i) a g het licht zietgeschiedt door
1» C U P E R S Az. te Bolswardwien men
alles dit Blad betreffendeuiterlijk tot Woens
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te zen
den. Alle briefporten komen op rekening der
inzenders.
De Abonnements-prijs is 0,80 per drie
maanden franco per post f 0,95.
De prijs der A d v e rte n t i en is van 17
regels 50 Ctselke regel meer kost 10 Cts.
Groote letters worden naar plaatsruimte
berekend.
Een waterhoos maakte in den spoorweg van Mexico naar
Pachuca een afgrond. Een trein kwam aan die plaats en
stortte met 75 menschen in de diepte50 werden gedood
en 25 zwaar gewond.
De sultan van Turkije en de onderkoning van Egypte
zijn bijzonder ecnswillend elk hunner wil baas zijn. De
sultan toont het en zegt hetde onderkoning toont het
maar zegt het niet. Om het wantrouwen weg te nemen
dat bij den sultan tegen hem gerezen was, heeft de onder
koning mooije brieven geschrevenwaarin hij betuigtdat
hij het met zijn gedrag
zijne reis door Europa
hij den sultan zeer genegen
ongeveer zoo
gen geheel behoort tot de innerlijke aangelegenheden der
afzonderlijke kerkgenootschappen maar dat daartoe betrek
kelijke voorschriften niet verbindend zijn voor het burger
lijk leven. Hoewel de regering het overdreven groot ge
tal bestaande feestdagen verminderd wenscht te zien, meent
zij niet tusschenbeide te mogen komen maar het aan het.
inzigt der bevolking te moeten overlaten om de waarde
van den arbeid te schatten en zich van de overtollige feest
dagen te onthouden.
De Frankfurter jongelingen die tegen wil en dank Pruis-
sen zijn geworden zijn afkeerig van den pruissischen sol
datenrok. Niet dat ze bang zijn, als ’ter op aankomt,
maar zij begrijpen niet wat het beteekent, soldaat te zijn,
alleen om gedrild te worden en parade te maken. Die dom
heid is echter geen voldoend reclame, en om nu toch bui
ten de kazerne te blijven, reizen ze even naar de grenzen,
waar een kantoor van naturalisatie is, dat wil zeggen, men
kan daar Zwitser worden als men een getuigschrift van
goed gedrag, een doopbewijs, een paspoort en een bewijs,
dat men minstens 2000 gulden bezit, meêbrengt. Dat doen
nu vele jongelingen uit Frankfort en gaan dan als Zwitsers
weer in hunne geboortestad wonen. De Zwitsers hebben
geen verpligte krijgsdienst en de pruissische regering kan
er hen natuurlijk niet toe verpligten. De Pruissen vinden
dat nu wel niet mooi, maar de Frankfurters zijn nog wei
nig genegen om hen pleizier te dom.
Keizer Napoleon is ziek of was ziek men weet het niet
regt of wil ’tgeen woord hebben, ’t Is aardig, dat ’s kei
zers polsslag regulateur is van den koers der effecten.
Men kan zich bijna geen denkbeeld maken van den pani-
schen schrik, die onder de beursmannen te Berlijn in den
avond van den 27 Augustus heerschte, door de plotselinge
daling der fransche koersen. Op den hoek der groote Fre-
derikstraat en de Linden-promenadehet punt dat in de
g'eschiedenis van 1818 eene zoo groote rol speelde en »de
politieke hoek” genoemd wordthoudt men, zooals bekend
isde zoogenoemde avondbeurs. Maar zelfs in de felbe-
wogen dagen van het genoemde revolutiejaar leverde »die
politieke hoek” bijna zulke hevige, wilde tooneelen niet op als
in den avond van 27 Augs. Bij de eerste dépêches stomme
verbazing; bij de volgende de zekerheid dat de keizer dood
ziek was, kort daarna dat hij het tijdelijke met het eeuwige
reeds verwisseld had. Ziedaar de schaaldien het kwik
der publieke meening met de meeste snelheid doorliep. De
speculanten ijlden, onder den indruk van den schrik, links
en regtsgedurende een half uur was »de politieke hoek”
verlaten, maar toen keerde alles met onbeschrijfelijke leven
digheid terugen digte groepen van schreeuwendehevig
gesticulerende personen drongen onstuimig door elkaar. Dui
zenden stonden digt opeengehoopt op het trottoir, den rij
weg en de wandeling. Het verkeer was totaal gestremd
niet dan met de grootste moeite kwam het rijtuig des
er door. In weinige uren waren er belangrijke
gewonnen en verloren want iedereen wilde ver-
alleen de groote kringen die door particuliere
j van ’s keizers gezond
heidstoestand enz. waren hielden vast. Het zij tot hun
eer gezegd, dat zij onophoudelijk'pogingen aanwendden om
de menigte tot bedaren te brengen'en de onrust te stillen.
Maar niemand wilde hooren, en honde’Men hebben zich den
volgenden dag hun onverstandige agitatie, hun doof zijn
voor goede redenen bitter 'beklaagd.
De laatste berigten omtrent 's keizers toestand luiden gun-
in den Kretaschen opstand en met
zoo kwaad niet gemeend heeftdat
i is en altijd trouw zal zijn
als in ’t Wilhelmuslied staat:
«Den koning van Hispanjen
»Heb ik altijd geëerd.
Maar de sultan zegtaan die brieven heb ik zoo wal
niets: gij moet l1* uwe gepantserde schepen en uwe naald
geweren in mijn bezit stellen of ze verkoopen 2° het le
ger in Egypte verminderen tot zooveel man als de wet u
gebiedt3° geene nieuwe belastingen heffen4° deze en
die belasting wat verminderen 5’ jaarlijks eene opgave
van uwe inkomsten en uitgaven naar Konstantinopel zen
den en die aan het onderzoek mijner regering onderwerpen.
Dat zijn 5 lastige punten voor den onderkoningmaar
de sultan vraagt niets te veel en als Ismael pacha er niet
aan voldoet dan is hij ongehoorzaam. De sultan zal dan
tot dwangmiddelen zijn toevlugt moeten nemen en doet
hij datdan krijgen de mogendheden weer de gelegenheid
om op een congres een oostersch vraagstuk op te lossen.
De heer Plankensteinerte Liebenau, afgevaardigde van
den rijksraad in Oostenrijk werd bij gelegenheid van den
laatsten jaardag des keizers gedecoreerd met de Frans-Jo-
zeph-orde. Daarin is niet zooveel vreemds gelegen maar
iets bijzonders is hetdat die heer voor de eer bedankte.
In den brief, dien hij aan den minister van binnenland-
sche zaken schreef, geeft hij te kennen, dat hij uit de
dagbladen was bekend geworden met de eer hem tebeurt
gevallen, maar dat hij de hem toegedachte ridderorde moet
weigeren, omdat hij den schijn niet wil hebben, van door
zich zoodanige onderscheiding te laten welgevallen zijne
zelfstandigheid als volksvertegenwoordiger te zullen prijs ge
ven. Hij houdt zich overtuigd dat de belangeloosheid des
volksvertegenwoordigers door het toekennen van een
orde twijfelachtig gemaakt wordt, en hoopt, dat de
ter hem de weigering niet kwalijk nemen zal.
Er wordt gezegd, dat de heer Plankensteiner niet goed
gelezen heeftniet als volksvertegenwoordigermaar als
verdienstelijk landhuishoudkundige achtte de keizer hem de
eer waardig om gedecoreerd te worden en hij had dus
geen reden om te weigeren, uit vrees, dat men zijne zelf
standigheid later in verdenking zou brengen.
De dos ten rij kees verlangen naar vermindering van ker
kelijke feestdagen en hebben dit ter kennis gebragt van
den minister van binnenlandsche zaken. Deze heeft daarop
bekend gemaaktdat de vaststelling van ’t aantal feestda-