PUBLICATIE.
bill September.
Donderdag
13nitenlandsch Overzigt.
Bij deze Courant wordt een bijvoegsel
uitgegeven.
ACHTSTE JA AIÏUANG.
1869
No. 38.
BDLSWARDSCHE COURANT
het behoort te Bolsward
men
De Uitgave dezer Courant, die eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
I» CUPERÜSAz. te Bolsward wien men
■alles dit Blad betreffende, uiterlijk totWoens
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te zen
den. Alle briefporten komen op rekening der
inzenders.
De Abonuements-prijs is 0,80 per drie
aanden franco per post 0,95.
De prijs der Advertenties is van 17
regels 50 Cts elke regel meer kost 10 Cts.
Groote letters worden naar plaatsruimte
berekend.
Den 14 September werd te Berlijn feest gevierd ter ge
dachtenis van een groot man. ’t Was de honderdste ge
boortedag van Alexander von Humbolt. Van heinde en
verre stroomde het duitsche volk bijeen, om bij dat feest
tegenwoordig te zijn en ook zij die niet te Berlijn kon
den komenjuichten dankbaar mede bij de herinnering
dat ^Duitschland der wereld eenen Humbolt heeft geleverd.
Ook buiten Duitschland ook in ons vaderland is die dag
niet onopgemerkt voorbijgegaan hadden er geen openbare
feestelijkheden plaats, toch werd de groote man herdacht.
Ja, meer dan het eeuwfeest van Napoleon I, wekte het feest
van Humbolt warme sympathie en vereering. Humbolt was
veroveraar grooter dan Napoleon I. Niet op het slagveld
maar op het gebied van kennis en wetenschap behaalde
hij vele en groote overwinningen. Hij was natuurvorscher;
zijn leven was natuuronderzoeken, zijn streven om dat on
derzoek dienstbaar te maken aan de verlichting der mensch-
heid. En de deelnemingdie zijn eeuwfeest ondervond
in tegenstelling van de geringe opmerkzaamheiddie men
het feest van den overweldiger waardig achtte, spreekt het
uitdat de menschheid grooter prijs stelt op ontwikkeling
des geestes, dan op ontwikkeling van krijgsmagt en solda
tenheerschappij. Wij zwijgen van de plegtigheden en fees-
KEN MStiEVlAG.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van BOLSIFARD, bren
gen naar aanleiding van het besluit van Hoeren Ged. Staten van
Friesland van den 10 September 1869 No. 22 (Provniciaalblad No.
103), houdende aanbeveling van het nemen van voorzorgsmaatregelen
tegen de verspreiding’ van het zich in sommige gemeenten onder het
Rundvee geopenbaard hehbenne Mond- en Klaauwzeerter kennis van
de ingezetenen navolgende
De GEDEPUTEERDE STATEN bek Provincie FRIESLAND;
In kennis gesteld zijnde daarmede dat in sommige gemeenten dezer
provincie onder het Rundvee zich het Mond- en Klaanwzeer (zooge
naamde Tongblaar) heeft geopenbaard bevelen bij deze de ingezetenen
dezer provincie aanom alle onder hun bereik staande voorzorgs
maatregelen aan te wenden ter voorkoming, zoo mogelijk, van de
verspreiding der bedoelde ziekte en brengen mede onder hunne aan
dacht dat het gebruik van ongekookte melkafkomstig vau aan
tongblaar lijdend rundveeschadelijk is voor de gezondheidvooral
van jonge kinderen.
Wordende het voorts door hen noodig geachtbij deze de inge
zetenen er op te wijzen dat art. 459 van het wetboek van strafregt
aan ieder houder of oppasser van dieren of van melk- of slagtbeesten,
verdacht van te zijn aangedaan van eene besmettelijke ziektede ver-
pligting oplegtdaarvan aangifte te doen aan den burgemeester en
verderop straffe bij de wet gesteld na te komen de voorschriften
bij dit artikel en de beide volgende gesteld.
Leeuwarden den 10 September 1869.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
Van PANHUIJS, Voorzitter.
A. van der LAAN Griffier.
Eu is hiervan afkondiging geschied waar
den 22 September 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. M. AMENT, Burgemeester.
S. W. FENNEMA Secretaris.
telijke vertooningen wij luisteren naar de waardige taal
die gesproken werd na het leggen van den eersten steen
waaroj) een standbeeld voor Humbolt zal verrijzen, ’t Was
de heer Seydel, eerste burgemeester van Berlijn, die aldus
zich liet hooren.
»De grondsteen is gelegd. De klank der hamerslagen
heeft weerklonken. Hier zal een werk verrijzen niet ge
lijk aan een der architectonische werken die onze stad tot
sieraad strekken maar een levend gedenkteeken dat ons
gestadig den man voor den geest roept, die, meer dan me
nig ander, waarheid zocht en vond. Het teeken tor ge
dachtenis aan zulk een man kan alleen in Gods vrije na
tuur een waardige plaats vinden. Evenals onze voorvade
ren in de wouden hunne altaren opsloegen, evenals zij voor
hunne godheden de schoonste en beste geboomten tot een
verblijf maakten zoo willen ook wij eene plaats aanwij
zen alwaar de mensch, vrij van elk dogma, zich temid
den der prachtige natuur nader bij de Godheid gevoelt.
Wat wij hier tot stand willen brengen zal op zinnebeel
dige wijze doen zien dat de wetenschap en de kennis der
natuurkrachten niet de erkenning der Godheid uitsluit
maar veeleer strekt om den mensch nader tot God te bren
gen. Priesterheerschappij, priesterlijke hoogmoed en dwang
leiden slechts tot ongeloof en huichelarij. Daarom begroe
ten wij thans Alexander von Humboldts honderdsten ge
boortedag als het morgenrood van een beteren tijd en als
eene aansporing om alle vooroordeel en alle bijgeloof te
bestrijden. De groote verdienste van den manwiens ge
dachtenis wij vieren, lag juist hierin dat hij zijne onder
zoekingen niet slechts voor den engen kring der geleerden,
maar voor de geheele wereld toegankelijk maakte. Wdlen
wij hem deswege vereeren dan moeten wij de duisternis,
de domheid het bijgeloof bestrijden overal waar deze
het wagen om, hetzij openlijk, hetzij op bedekte wijze,
het hoofd op te steken. Moge van geslacht tot geslacht
Humboldts naam eene aansporing zijn om de waarheid te
zoeken en voor haar op te komen. Moge Gods zegen voor
immer op dit werk rusten
Jammer, dat de daden van Pruissens regering niet in
overeenstemming zijn met de woorden van den burgemees
ter der hoofdstad. Meer dan elders wordt in Pruissen alles
in ’t werk gesteld om een groot en krachtig leger te heb
ben meer dan elders wordt in Pruissen toegegeven aan
den lust om het gebied ten koste van anderen uit de brei
den De taak van 1866 is nog niet aan haar einde. Noord-
Sleeswijk ondervindt, wat men van de pruissische staat
kunde kan verwachten. Volgens het vredestraktaat van
Praag zou daar door volksstemming worden uitgemaakt
of het aan Denemarken of aan Duitschland zou belmoren.
Maar Pruissen laat dat tractaat rusten en als de Noord-
Sleeswijkers er den koning aan herinneren is Z. M. doof.
Thans weder is er een adres opgesteld van dezen inbond
»Wij wenschen hartelijk weder met onze broederen ver
een igd te worden, te meer, omdat ons gansche land onder
den nog niet geregelden toestand zoo zeer lijdt. Twee ma
len hebben wij getracht U. M. onze beden kenbaar te ma
ken maar hebben noch tot U. M. noch tot hare rege
ring kunnen doordringen enz. Dit adres is door 70 per
sonen onderteekendwordt nu door het land verspreid
en zal vervolgens door eene commissie van zeven perso
nen naar Berlijn worden gebragt. Daar afgewezen wor
dende, zal zij naar Weenen reizen, om bij den keizer,
als mede-onderteekenaar van het vredestractaathare be-