I
Ingezonden.
I
I
Red.
(Wordt vervolgd.)
liolsward
BOLSWARD. Sedert eenige dagen circuleert hier eene
uitnoodiging om toe te treden tot eene kiesvereeniging. liet
doel dezer vereenigingin een bij de circulaire gevoegd
reglement aangewezen zal zijn om bij verkiezingen van
leden voor de Tweede Kamervoor de Provinciale Staten
en voor den Gemeenteraad mede te werken tot het ver
krijgen van meer eenheid in de keuze. De laatste verkie
zing van Gemeenteraadsleden heeft de behoefte aan derge
lijke vereeniging voldoende doen kennen ieder die in 'li
beralen geest het welzijn van land provincie en gemeente
wil bevorderen zal wèl doen toe te treden tot de vereeni
ging die zeer zeker tot stand zal komen, aangezien reeds
verscheidene van de notabelste ingezetenen hunne namen
schreven onder het reglement.
zeil op den buik en strekte zijne reuzenleden zoover
mogelijk uit; Hendrik Leflerus droomde onder een an
der zeil van zijne koele pastorie te Ysselmonde; George van
der Does echter zat wakker en levendig onder eenen palm
boom nevens den verst naar het slot vooruitgeschoven post
en teekende weder figuren in 't zand zoo als eenmaal op
het duin bij Scheveningendat hij ook nu en dan aan de
neiging tot geeuwen gehoor gaf, kon hem als geen mis
drijf aangerekend worden.
Te vier uur na den middag beproefde don Francisco eenen
uitval op de Nederlandersdie hunnen vijand al te ligt
achtten. Hij wierp verscheidenenog slaapdronkene voor
posten terug en rigtte geen geringe schade aantotdat hij
door de overmagt terruggedreven werd. De naast bij de
stad en ’t kasteel gelegen plantaadjes gingen deels door de
eigenaren zelven deels door plunderende benden der Ne
derlanders aangestoken in vlammen op. In den laten na
middag bragt men kanonnen van de vloot aan land van
der Does deed met zijne officieren eene wandeling om de
stadom de geschiktste plaatsen ten aanval te leeren ken
nen het eenige, wezenlijk voordeel echter, dat hij, be
halve de vermeestering der kust, dezen dag behaalde, was
gelegen in de onderhandelingen die hij aanknoojate met
de uit de bergen te voorschijn komende vrije hoofden der
zwarten doodvijanden der Spanjaarden. Zij konden hem
volk verschaffen, dat tegen de zonnehitte beter gehard was
dan zijne manschappenen met een zeer ernstig gelaat
zag don Francisco deze donkere gestalten onder de benden
zijner aanvallers verschijnen. Hij wist beter dan iemand
dat dit niets goeds beteekende hij perste zijne lippen op
elkander en blikte schuw over den schouder naar de pal
men- en tamarindekruinen van zijnen tuinzijne hand
speelde een oogenblik met eene ligte siddering aan den
greep zijns dolkstoen echter hief hij den hoed van het
zorg- en angstvol hoofd en sprak
«Gods wil zal altijd geschieden maar ik wenschte toch,
dat zij te Madrid in ’t klooster zat een misgewaad te stik
ken of een heilige Agnes te schilderen op een blad per
kament.
Aan de Ingezetenen van
We leven tegenwoordig in een veelbewogen tijd vooral
in zake het onderwijs. Veelzijdig wordt die zaak beschre
ven en besproken, en geen wonder het geldt de belangen
van ons kroost dat ons boven alles dierbaar moet wezen,
liet is een dure pligt die op ons, als ouders rust, om de
belangen, het tegenwoordig en toekomstig geluk onzer kin
deren zooveel mogelijk te bevorderen; en het is ook daarom
niet te wraken dat men zoekt, nadenkt en overweegt, welk
(het openbaar of bijzonder) onderwijs, men het meest voor
zijne kinderen geschikt oordeelt. Tot nog toe heelt uwe
Gemeente gcene andere dan openbare scholen bezeten; doch
dit is nu veranderdnaast de openbare school is thans
eene inrigting voor zoogenaaamd Christelijk Nationaal on
derwijs verrezen en Ge zult nu tusschen die beiden moe
ten kiezen misschien hebt ge het reeds gedaan. Wij
achten het intusschen niet ondienstig U dit geschrijf te
doen toekomen misschien kan het bij uwe keuze een
weinig voorlichten. Dat hopen wc 1
OudersGe hebt zeker allen (even als ik) onderwijs ge
noten vóór 1857, vóór de invoering der nieuwe wet op
het lager onderwijs, nietwaar? En wie van zal nu be
weren dat dat onderwijs, ongodsdienstig ot liever onchriste
lijk en niet nationaal was? Is er iemand onder die be
weren durft dat dat openbaar onderwijs hem slecht en on
godsdienstig gemaakt heeftdien raad ik aan: «zend uwe
kinderen naar de Chr. Nat. schoolen zie of ze daar be
ter worden!” Is dit echter niet het geval, dan vraag ik;
«waarom de inrigting verloochend die U zelf tot nuttige le
den der Maatschappij tot deugdzame en godsdienstige bur
gers gevormd heeft? Het onderwijs dat Ge zelf genoten
hebtis dat niet meer voldoende voor uwe kinderen
Meent ge misschien dat het onderwijs veranderd vermin
derd is' bij vroeger Ik bid Uom uwer kinderen wil
onderzoek het dan eerst, en handel niet op gezag van an
deren. Onderzoek zelf wat op de openbare en wat op de
bijzondere scholen geleerd wordten komt Ge dan tot het
besluit dat het eerste minder is dan het laatste dat het
openbaar onderwijs minder Christelijk en minder nationaal
is dan het bijzonderaarzelt dan nietmaar zendt uwe
kinderen naar de Chr. Nat. school. Ook mijn gevoelen wil
ik U geenszins opdringen. Gij moet zelfstandig handelen en
zooveel mogelijk het voor en tegen overwegen.
Wilt Ge mijn gevoelen weten omtrent de openbare school
zooals ze was voor ’57 en zooals ze nu is? Volgaarne vol
doe ik dan aan dat verlangen. Ik heb onderwijs genoten
van een openbaar onderwijzereen man die bij Roomsch
Protestant en Israëliet, bij rijk en arm, bij jong en oud,
om zijne bekwaamheid als onderwijzer en om zijn edel ka
rakter algemeen bemind was en nog is. De man is nog
onderwijzer, en schoon reeds bejaard, is hij nog blakende
van ijver voor zijn vak en nog vurig van geest als de eer
van het openbaar onderwijs aangerand wordt. Met mij gin
gen kinderen ter school van ouders van alle gezindheden
(Chr Nat. scholen kende men toen nog niet) en ieder was
ten hoogste ingenomen, met het onderwijs daar ter plaatse,
ofschoon we er in geen bijbel lazen en geene psalmen leer
den. Het dogmatisch onderwijs ontvingen we van onze
respective godsdienstleeraars. De schoolboeken die we
gebruikten waren P. Burggraaf, Vad. Gesch. Beknopte Nat.
historie der M. t. N. v. ’t. A. Gesch. v. Jozef van Hulshof]'.
Verder de werkjes van Gouverneur en Schmidt, allen boek
jes die nog op de openbare scholen in gebruik zijn. Wat
de natuurkunde betreft, dit vak heeft onder de nieuwe wet
grooteren omvang verkregen en is met een aantal werkjes
verrijktdoch de beoefening dezer wetenschap waardoor
men God in zijn werk beter leert kennen en waarderen
zal het kind toch zeker niet onchristelijk maken De
vormleer, leer der vormen, zal m. i. ook niet zooveel kwaad
doen.
Aangaande de versjes en liedjes die op de openbare school
geleerd worden, kan men ook niet zeggen dat ze ongods
dienstig zijn. Doe slechts een’ greep uit het groote aantal
en Gij kunt er U van overtuigen.
Neem b. v. het schoone versje van R. vd. Aa
GOD IN DE NATUUR.
Dat God een liefdrijk Vader is
Tuigt al wat mij omrigt,
Dat tuigt de spartelende visch,
En ’t vogeltje dat zingt.
Op leliën en rozenblaan
In ’t gloeijend avondrood,
Zien wij met heldre lettren staan,
God is zoo goed als groot.
enz.
Even als voorheen worden de lessen op de openbare school
met gebed of gezang geopend en gesloten en dikwijls wordt
de bijbelsche geschiedenis opzettelijk maar altijd als onder
deel der algemeene geschiedenis behandeld. Bovendien wordt
het kind op de openbare school opgewekt tot de deugdsbetrach-
ting en godsdienstzinhem wodt geleerd alle menschen te
beschouwen als broeders en zusters, als kinderen van éénen
Vader. Dat was voor 1857 zoo en dat is nog zoo. Ga
dus vóór Ge een besluit neemt onderzoeken, wat er op de
openbare en wat er op de bijzondere scholen geleerd wordt
en Ge zult bevinden dat het onderwijs op de eersten niet
verminderd is. Nog ietsde openbare onderwijzers zijn
voor een groot deel mannen die reeds vóór ’57 werkzaam
waren zouden die dan na dat jaar zoo dadelijk veranderd
zijn Zouden ze ons tot brave menschen opgeleid hebben
terwijl ze onze kinderen stellingen zouden inprenten die
hen ongelukkig zouden maken ’t Is immers te dwaas om
van te spreken
De voorstanders der bijzondere school zeggen wel veel en
vermorsen potten met inkt, maar bewijzen weinig of liever
niets. Lees slechts de geschriften die van genoemde partij
uitgaan tegenover die der voorstanders der openbare school
en Ge kunt er U van overtuigen. De brochures van de h.b.
F. Jansen openbaar onderwijzer te Harlingen en A. de
Beylbijzonder onderwijzer te St. Anna kan ik U in dit
opzigt sterk aanbevelen.
En nu, mijne vrienden, dat dit geschrijf U tot nadenken
moge opwekken bij het doen eencr keuze tusschen open
baar en bijzonder onderwijs is de hartelijke wensch van
Leeuwarden Uwen Dienaar
October 18G9. G. B.