■y
28 October.
Donderdag'
Buitenlandsch Overzigt.
Bij dezs Courant wordt een bijvoegsel
uitgegeven.
ACHTSTE JAARUAAG.
1869
IX o. 43.
BOLS WARDSCHE COURANT
De Uitgave dezer Courmtdie eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
B C PE It U S Az. te Bolswardwien men
alles dit Blad betreffendeuiterlijk tot If'oens-
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te zen
den. Alle briefporten komen op rekening der
inzenders.
De Abonnements-prijs is 0,80 per drie
maanden franco per post f 0,95.
De prijs der Advertentie n is van 17
regels 50 Ctselke regel meer kost 10 Cts.
Groote letters worden naar plaatsruimte
berekend.
Onderdo verschillende aanslagen, die de spaansche repu
blikeinen hebben beproefd, is die te Valencia het merkwaar
digst. De aanleiding tot den opstand aldaar was al weer
een van die kleinigheden, die soms groote gevolgen hebben.
De kommandanten der nationale garde hadden zich schrifte
lijk verbonden om de orde te handhaven en daarop ver
trouwende zond de kapitein-generaal de militaire magt
buiten de stad tegen de oproerige benden in den omtrek.
De kommandanten hadden echter buiten den waard d. i.
buiten hunne manschappen gerekend. Onder deze waren
er met republikeinse!) bloeden toen die een plaatje te
zien kregen waarop valenciaansche vrijwilligers waren af-
gebeeld als kuikens met een soldatenmuts opwaren ze
zoo kribbig, dat ze van geen orde handhaven wilden weten.
Do officieren zeiden den kapitein-generaal dat zij ’t niet
konden helpen; hij moest het niet kwalijk nemen; met on
willige honden was slecht hazen vangen en zoo meer
kortom, zij trokken hunne belofte in. De generaal begreep
nu, dat het zaak zou zijn, den onwilligen honden de tanden uit
te breken; hij gelastte, de vrijwilligers te ontwapenen. Een
piket werd afgezonden om de wapens in ontvangst te ne
men maar door de vrijwilligers met geweerschoten be
groet. Nu liet de kapitein eenige kolonnes aanrukken
naar de markt waar de opstandelingen zich verschanst hadden.
De soldaten vielen aan, maar uit de huizen werden allerlei
meubelen en andere vreemdsoortige ammunitie op hen ge
worpen zoo dat er al spoedig dooden en gekwetsten kwa
men zelfs een koloneleen hoofdofficier van den staf en
verscheidene infanterie-officieren sneuvelden. Bij ’t vallen'
van den nacht trokken de troepen, weer naar de kazerne
buiten de stad.
De generaal zond nu haastig een boodschap naar Madrid
en ontving daarop van verschillende kanten hulp. In den
morgen van 16 dezer opende de artillerie haar vuur en
werden de poorten der stad door infanterie aangetast Al
spoedig zakte den opstandelingen de moed in de schoenen;
zij wilden zich wel graag overgeven maar dan moesten
zij leven en vrijheid behouden. Dat laatste wilde de gene
raal zoo maar niet beloven en de aanval werd voortgezet.
Eerst nadat eenige huizen in brand geschoten, eenige strij
ders verminkt en een aantal rebellen gevangen waren, kwam
in Madrid een telegram aan, dat de opstand gedempt was.
Telegrammen met het woord opstand zijn in Spanje druk
verzonden maar de laatsten hadden ook allen het woord
gedempt. Zoo lang ais ’tduurt, kan de cortes nu weer
rustig plannen maken.
Tot de lappedeken, die door keizer Frans Jozef bestuurd
wordt, behoort ook Dalmatië. Het is een kuststreek aan de
Adriatische zee, berg- en rotsachtig, maar met voortreffelij
ke landings- en havenplaatsen. De bewoners, die barrevoets
gaan en meesterlyk de wapens hanteren, zijn naar hunne af
komst hoofdzakelijk Italianen, en verder Albanezen, Joden
en Serviërs. Oudtijds was Dalmatië een aanzienlijk rijk; onder
Augustus werd het een romeinsch wingewest. Later kwam het
achtereenvolgens in’t bezit der Avaren, Gothen en Slaven en
in de elfde eeuw kwam een deel aan Hongarije, het overige
aan Venetië. Het laatste werd naderhand door de Turken
genomen en kwam in 1797 bij den vrede van Gampo
f'ormio, even als Venetië zelf, onder Oosten rij ksche heer
schappij. Oostenrijk moest het in 1805, bij den vrede
van Presburg, aan Napoleon l afstaan. In 1814 werd het
weder aan Oostenrijk toegewezen. Zoo van de eene hand
in de andere overgaandebleven de Dalmatiers toch altijd
een groote zucht naar onafhankelijkheid behouden en ook
nu weder komt die zucht bij hen boven. Zij herinneren
zich, dat ze, nog onder Venetië behoorende geene belasting
betaalden en ook geen krijgsvolk leverden en dat dit onder
de Oostenrijkers eerst ook zoo bleef. Dat de nieuwe oosten-
rijksche legerorganisalie nu ook hun de verpligting oplegt
om manschappen voor de landweer te leveren gaat hun
verstand te boven. De wet zegt«tot verdediging van
eigen haardstede,” en als ’ter op aan komt, zullen ze
zich ook zoo gemakkelijk niet uit hunne haardsteê laten
verdrijven, maar daartoe achten ze ’t niet noodigin eene
afgelegene garnizoensplaats zich te laten drillen. Nadat de
nieuwe verordening in de gemeenten was bekend gemaakt,
hielden de bewoners volksvergaderingen en zwoerendat
zij zich tegen de invoering der landweer zullen verzetten.
De oostenrijksche regering zond er soldaten op af om hen
te beduiden, dat hun eed geen kracht heeft, en nu begon
nen de Dalmatiers werkelijk hunne haardsteden te verde
digen. Heeds zouden eenige duizenden Dalmatiers en Mon-
tenegrijnen in de vlakte van Grahowo vereenigd zijn en
wordt er beweerddat de russische consul in Ragusa in
het vuurtje blaast. Bovendien hebben de geestelijken de
doopboeken verstoptzoodat de dienstpligtigen niet aange
wezen kunnen worden, 'tls voor Frans Jozef een onplei-
zierig gehaspel; pas heeft hij het eene lapje van zijn deken
wat vastgenaaid of het ander springt weer los.
Zijn buurman Wilhelm, van Pruissen die ook een rijk
wilde bezitten, dat uit verschillende brokstukken is aan el
kander gekramd, ondervindt ook, dat dit mooijer schijnt,
dan ’t is. Noord-Sleeswijk dat nog maar voorloopig aan
gehecht is, wil liever maar weer geheel los zijn van Pruis
sen en weer deensch worden. Een adres, dat men hierom
aan den koning wil aanbiedenis reeds door meer dan
25,000 personen onderteekenden sommige gemeenteraden
hebben de verklaring afgelegddat zij zich met de rege
ling van den hoofdelyken omslag niet willen bemoeijen
wil de pruissische regering belasting opgelegd hebben dan
moet zij dat zelf maar in orde maken. Daartoe zullen de
Pruissen dan ook wel niet te lui zijn.
Om de genegenheid te winnen van hen die ze tegen
wil en dank geannexeerd hebben doen of laten de Pruis
sen niet veel. Te Geile in Hannover stond een eenvoudig
gedenkteeken ter gedachtenis aan het gevecht bij Langen-
salza in 1866. Laatstleden Donderdag gelastte de pruissi
sche militaire kommandantnamens den opperbevelhebber
van het 10de bondskorps, het monument binnen 24 uren
geheel weg te nemen daar het terrein aan den militairen
fiskus behoorde. Wanneer aan dezen last niet werd vol
daan zou de kommandant zelf het gedenkteeken doen
wegnemen. Daar hij geene arbeiders ter zijner beschikking
had verklaarde hij daartoe de manschappen van het gar
nizoen te moeten gebruiken zoodat de oprigters het aan
zich zelven te wijten zouden hebben als het monument
beschadigd of vernield werd. Onmiddellijk werd door de
oprigters voor bet amhstgeregt door getuigen bewezen, dat de
militaire overheid geen regt hoegenaamd op het terrein had.
Het ambtsgeregt deed dan ook bekend maken dat voor-