SEM “Ma MWM.
en meer andere soorten in grooten voorraad voorhanden
in den Ijzerwinkel van
^ADVERTENTIE^
Binnenlandsch Overzigt.
Ingezonden.
als het
Z|j
r'Öl
10. R S DIJKSTRA
zich zelven en
eene
van
1° de 2e helft der maand Aon. zijn onder
den stempel Bolsward verzonden en bij het
Hoofdbestuur der Posterijen als onbekend ingekomende
navolgende brieven
Jan Rinsma Tjerkwerd. B. SiebesNieuwezijl.
Van het Hulpkantoor Workum
H. Heinsius, Bommel.
regtsvervolgingvernietigd en
tonrcgter te Bolsward bevestigd.
Door de Arrondissements-Regtbank te Sneekzijn
vernietigd vijf vonnissen van den Kantonregter te Bols
ward, waarbij T. B. R. te Schettens T. R. te Burgwerd
S. S. te Witmarsum I), v. d. W. te Tjerkwerd, en H. K.
te Tjerkwerd ter zake overtreding van het provinciale
boter-reglement waren veroordeeld en in hooger beroep
regt doende, de dagvaardingen in deze zaken nietig verklaard.
nabij waswerd de heer Constantin gerust en legde hij
zich weer te slapen. Doch spoedig daarna werd hij vree-
selijk gewekt. De vreemde'ing toch had zich op hem ge
worpen en bragt hem met een geplombeerden knop van
een stok verscheidene wonden toe. De. doctor stelde zich
nu zoo goed hij kon te weer maar was door het bloed
verlies zeer verzwakt. Aan zijne redding zou dan ook
niet te denken zijn geweest, indien het toéval hem niet
te hulp ware gekomen. De trein zou namelijk doorloo-
pen tot Arles; maar de machinist zag zich ditmaal, bij uitzon
dering, genoopt om aan een tusschenstation, te St, Ghamas,
te stoppen tot het innemen van water. Te midden der
worsteling tusschen den moordenaar en zijn slagtoffer hield
dus de "trein te St. Ghamas stilwaar eerstgenoemde bij
tijds wist te ontkomen. De heer Constantin moet zich
thans builen gevaar bevinden.
De moordenaar is te Marseille gevatop het oogenblik
dat hij een zilveren horologie te gelde zocht te maken. Hij
heet Créponis zeventien jaar oudeen bakkersleerliug
uit het departements Doub afkomstig, en had zijn mees
ter eene aanzienlijke som gelds ontvreemddie hij in
slechte huizen had dooagebragt.
Voor de derdemaal binnen den tijd van twee jaren gaf
de Rederijkerskamer «Gysbert Japicx” alhier Zondagavond jl.
eene openbare voorstelling ten voordeele van de nagelaten
betrekkingen der in verschillende stormen verongelukte Ter-
schellinger Zeelieden. De talrijke opkomst van Bolswards
burgerij wier geldehjke ondersteuning de pogingen der
Kamer met den gunsligsten uitslag bekroonde bewees hoe
zeer het denkbeeld «het aangename met het nuttige te
vereenigen” weêrklank vond en op prijs gesteld werd en
getuigde tevens zoowel van belangstelling in de zaak, waar
door als in de uitvoering, waarmede «Gysbert Japicx” zich
verdienstelijk maakte.
Het hartelijk en welsprekend woord van den President
maakte blijkbaar een gunstiger) indruk. De keuze van het
stuk, dat veel overeenkomst heeft met dat, ’t welk in ’t
begin dezes jaars door de Kamer werd opgevoerd (’t Slot
Loevenstein in 1570) en dat hier en daar, vooral ten op-
zigte van de toekomst van enkele hoofdpersonen nog al
iets duisters heeft, kon misschien beter geweest zijn, daar
vooral de uitvoerige mise-en-scène boven de kracht der Ka
mer ging. De uitvoering echter mag teregt flink worden
genoemd en wat rolvastheid en gemakkelijkheid van bewe
ging bij enkelen aangaatzelfs uitmuntend.
t Naslukje van gehalte evenals vele blijspelen van wei
nig beteekenis werd vlug en verdienstelijk afgespeeid en
was tevens een geleidelijken overgang van het somber too-
neel van Don Alonzo’s dood tot de genietingen van den
dans.
Wij meenen in veler naam te spreken wanneer wij de
Rederijkerskamer «Gysbert Japicx” een lang bestaan en
voortdurenden bloei toewenschen daarbij tevens de opmer
king voegende of, bij de groote sympathie, die de pogin
gen der Kamer van de zijde des publieks ontmoetten, niet
eens beproefd kon worden een dergelijke openbare vergade
ring te houden, waarvan de opbrengst zou strekken tot het
aanschaffen van een nieuw decoratief.
het vonnis van den kan-
MAKKUM, 26 Dec. 1869. Het Kersfeest werd hier heden
op eene verrassende wijze opgeluisterd door het optreden
van den Welew. Zgel. Heer Ds. Muller van Pingjum.
Met sierlijke trekken werd ons door den talentvollen re
denaar de groote Ghristengebeurtenis geschilderd. ZEw.
verplaatste ons als het ware in de dagen waar in zij
plaats vond.
De geloovige schare vond echter hierin groote stof lot
ergernis en gaf aan hare verontwaardiging lucht door met
gloeijende gezigten het kerkgebouw vóór het einde der
godsdienstoefening te verlaten.
Dit verhinderde evenwel niet datde plegtigheid op eene
indrukwekkende wijze werd gesloten door het zingen van
Gez. 151 vs. 6.
Ach brak de dag toch spoedig aan
Dat Kaffer Moor en Indiaan enz.
Jammer voor onze plaats, dat dergelijke redenaars hier
zoo zelden optreden. Ongetwijfeld zou hierdoor het groote
aantal Kaffers {waarschijnlijk ook dat der Kapers) aanzien
lijk verminderen.
Een niet getrouwe Kerkbezoeker.
Óp 22 jl. voor de arr-regtbank te Arnhem teregt zekere
Hendrik Vissers, oud 40 jaren, geborenen wonende te Zwart
sluis, beschuldigd van het onbevoegd uitoefenen der genees-
en artsenijbereidkunst.
Deze Vissers was een wonderdoctordie vooral te Beek
bergen zijne praktijk had; zijn spijkerbalsem, amandelpers,
distelkruidheiige distel en giitlegom was aan meer dan
één bewoner toegediend die geloovig genoeg was om dié
middelen te gebruiken nu eens voor beklemming op de
borst, dan weder voor een open been of iets dergelijks.
Hij had bovendien fransche brandewijn van f 1.80 het
halve fleschje en een middel tegen beeneterdat zoo ge
heim was dat hij (weigerde het te noemen in tegenwoor
digheid van deskundigen. Zijne visites berekende hij tegen
Arnhemsche taxe, f0.75 per keer.
Uit de zeer uitvoerige rapporten der deskundigen bleek
dat de in beslag genomen middelen genoemde bestanddee-
len bevatten en 'dat vooral de gummi guttae in onkundigé
handen gevaarlijk kunnen zijn.
De beklaagde erkende zijne schuld betwistte den prijs
van enkele geneesmiddelen en verklaarde overigens nooit
eenig examen te hebben gedaan nooit een boek te heb
ben opengeslagen en geen enkel bewijs ol patent te heb
ben gehaddat hem regt gaf de genees- of artsenijbereid
kunst uit te oefenen.
Deze koopman in boonentevens wonderdoderwas
ook reeds te Zwolle tot geldboete van f20 veroordeeld we
gens hetzelfde wanbedrijf.
Het O. M. zijne verbazing te kennen gevende over de
onkunde van de goedgeloovigen, die aan zulk een professor
in de weet-niets-kunde de gezondheid van z:ch zelve
de hunnen toevertrouwen, requireerde tegen den bekl.
gevangenisstraf van drie maanden en twee geldboeten
f75 en f10, snbsidiair 5 en 2 dagen gevangenisstraf.
Een landbouwer in de gemeente Wijhe haalde in eene
wan wat hooi voor zijne koe uit een bij zijne woning
staanden berg. Toen hij die wan op de deel voor zijne
koe uitstortte, viel er, behalve het hooi, het lijk uit van
een pasgeboren kind. Aan de justitie is van dit voorval
aangifte gedaan.
Leeuwarden is in de laatste weken extra rampspoe
dig met zijne bruggen. De een na de ander knapt door,
en thans is 't zoover, dat geen bewoner onzer hoofdstad
gerust durft sterven aangezien de bruggen die men naar
de begraafplaats noodzakelijk passeren moet, niet te passe
ren zijn.
De zaak van het suikerschip, indertijd ten noorden van
Makkurn gestrand, is een muisje met een staart. In publieke
veiling werden uit het schip verkocht 234 kranjangs suiker,
doch er was zooveel zoek geraakt, dat door sommigen het
vermiste wel op tweemaal zooveel geschat wordt als het
verkochte. Overal in Makkurn was suiker. Zij schijnt
met schuiten aangevoerd te zijn geworden en gedeeltelijk
dieper in de provincie te zijn verkocht. De rêgter-coinmis-
saris met den griffier hebben twee dagen zitting gehouden
en de zaak in loco onderzochtmeer dan 70 personen zijn
in verhoor genomen en eerlang verwacht men te Sneek
zitting over deze omvangrijke historie. De beide gemeente
veldwachters te Makkurn zijn uit hnnne betrekking, om
eerlang door anderen te worden vervangen. Er zijn er die
meenen dat men met dit ontslag wel wat haastig is te
werkj, gegaan en het verzuim ’t welk heeft plaats gehad,
wel niet alleen aan de veldwachters te wijten zal zijn.
BOLSWARD. In de bekende zaak van den onderwijzer
H. v. d. M. te Gaast heeft de Hooge Raad het vonnis van
de regtbank te Sneek, waarbij hij ontslagen werd van alle