A c li 11 i e n d e No. 11. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLS WAKE WBNSEHA.BEEI, J a a r g a n g. *03^ VOOR BUITENLANDSCH OVERZ1GT. g DONDERDAG 13 MAAKT. BEKENDMAKING. 1 I a BOLSwARDM COURAN I we- gij eten dr. 4. 3 i ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cfs. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ?ag- rste I ;eld. Jus- nng d en J Iger 1 een een n do des den tot- liet oro, am. en ka rt nd Den aan van ;ter- irri- tsch rec- ont- niar *co ndo 1).” drie uw- t er in.” den ver nail tra in w oes- stij- f’en. er ge il ht, rer- lore liet van tigo >vog met oed Hi nes, ha- uist liun liel- was aar op aar i in vel len, rer- 3el- ,ar uit- nen jko te >or- ste- an- du- der ■oot in hen ler en go to iten 1 njnt dat I por ren en- I j t«' 1 die I het pis- iert, vcn- ,’ek- p ro llen rder ?eds itel- t°u- als laar ge- ;che DUITSCHLAND. De wet, regelende de disciplinaire inagt» van den Rijksdag, bijgenaamd de muilkorf- wo*-, we.-1 in do vorige week behandel 1 verdedigd en bestreden. Nadat de staats secretaris Friedberg zjn hoop had te ken nen gegeven, dat het ontwerp naar eem» commissie zou worden verzonden, zei prins Ilolionlohe-Langenburg het te betieuren, dat, de Rijks-kaiiselier in dezen den weg _r was opgegaan. Daar de Rijks dag heer en meester in zijn eigen huis is., moest men het ook aan den Rijksdag over laten, zijn reglement van orde te wijzigen, in lien^dat noodig was. Wel vond de prins goed, dat het ontwerp op het aanvallen van derden, buiten het Huis, straf bepaalde; dat is ook in Engelan l zoo. en als do ge sproken woorden door de drukpers verspreid worden, moet de spreker voor zijne woor den verantwoordelijk zijn. Baron von Heereinan kwam tot hot be sluit dat men met deze wet elke minder heid het zwijgen kan opleggen, en dit is niet anders dan gevaarlijk voor het vader land Dr. Lasker betoonde zich ook geen voor stander van de wet en deed in zijn lange rede den Rjkskanselier gevoelenwat sar casme vermag. Maar ook de Rijkskanse lier gaf blijkdat hij zich niet onbeslagen op het ijs had begeven. Hij wees ér op dat de leden van den Bondsraad niet de zelfde parlementaire vrijheid van spreken hebben als de afgevaardigden, maar wegens hunne uitingen onder het gewone regt staan. Hot ontwerp heeft ten doelhet voorkomen van beleediging en het onderdrukken van agitatie, liet roepen tot de orde door den voorzitter is m igteloos tegen beleediging on lasterhet kan provocatie tot oproer niet weren, gelijk bij de redevoering van Has- selmann in de jongste zitting gebleken was. Het ontwerp beoogt de geregtebjk onver- hinderbare verbreiding van socialistische leerstukken te verhinderen. Het is niet te beschouwen als een ingrijpen in de regten van het Parlementdoch als een middel tot beteugeling van verdere socialistische woelingen. De gevaren van dien kant zijn nog niet genoegzaam afgewenddan dat verdere middelen daartoe overbodig zouden geacht mogen worden. Dj heer Schwarze diende een voorstel in, om in plaats van de wet op de disciplinaire bevoegdheid aan te nemen het reglement van orde te verscherpen. Baron Stauffen- berg stel.Ie daarop voor, ingeval het wets ontwerp werd verworpenhet voorstel van den hoer Schwarze te verzenden aan de commissie voor genoemd reglementmet last om eerstonder presidium van den voorzitter van den Rijksdagte onderzoe ken of eeno wijziging van het reglement noodzakelijk is, en zoo ja, alsdan do noo- dige voorstellen te doen. Die voorstellen geschiedden nadat von Helldorf-Bedra en von Gossler eene wijzi ging van de artt. 3 en 4 hadden aanbevo len, welke tot een vergelijk konden voeren, en nadat nog het woord was gevoerd door de afgevaardigden dr. von Treitschkedr. von Gossler, dr. Zimmermann, Windthorst (Meppen), graaf Frankenberg en dr. Gneist. De stemmingen leverden het volgende re sultaat. De door von Helldprf en Gossler voorgestelde amendementen op het rege ringsontwerp werden verworpen. Daarna werd het regerings-ontwerp zelf verworpen. Vervolgens werd het voorstel van Schwar ze mode verworpen, doch het voorstel van Stauffenberg aangenomen. Voor dit laat ste stemden de conservativen, de nationaal- liberalen en het centrum. FRANKRIJK. De verwachting, dat de meerderheid der commissie van enquête, ondanks den ver klaarden tegenstand van het Kabinet, zich niet zou laten afbrengen van haar besluit schreven wordt, moet zich verbazen en be droeven over do schaamteloosheidwelke die lieden aan den dag leggen, ’t Is waar, men kan ze laten praten en schrijven; men kan denken „Het zijn do slechtste vruchten niet, „Waaraan de wespen knagen’; maar wie de wespen onverlet laat voort knagen, zal aan ’t eind veel van zijn vruch ten 'bedorven zien. Ze zijn brutaal, de wes pen, en volhardenden de troostdat het de slechtste vruchten niet zijn, waarop ze haar vernielende kracht aanwenden, is een schrale troost voor hem, die op goede vruch ten prijs stelt en ze liefst m ruime mate tot rijpheid ziet komen. Ds J. G. Verhoeff durft in Rum>r(5 Maart) spreken van „den geest der ontken ning en der twijfelarij, welke staat en kerk en gemeente en huisgezin beroert”; van „een onderwijsdat de groote werken en daden Gods op ieder gebied verzwijgt, of, wat nog erger isze voorstelt in het licht van dezen tijd, d.i. ze op grond van wat de. ervaring leertontkent". Ds. >1. G. Verhoeff is verbaasd veront waardigd bedroefd, omdat er nog „recht zinnige leeraars kerkeraden kerkvoogden geheime of openlijke tegenstanders van het christelijk onderwijs zijn”. Zjn Eerwaarde vraagt danof onkunde de grond is van hun onverantwoordelijk pligtverzuim. liet zou ons aangenaam zjn te mogen aanne men, dat bovenstaande onware voorstelling van ’t openbaar onderwijs alleen op onkunde gegrond ishoewel het zeker den christen niet past, een veroordeelend vonnis te vel len over een zaak, die hij niet kent, zou dan toch voor do gedachte aan boos opzet geen reden bestaan. „Aan goede, geschriften over het ontzet tend verschil tusschen een onderwijs in ver band tot de behoeften eener gedoopte jeugd en het staatsonderwijs ontbreekt het niet”, schrijft ds. J. G. Verhoeff. Heeft hij zelf de kennis, volgens welke hij meent regt te hebbenvonnis te vellen uit die geschrif ten geputdan zeker behoeven we niet te aarzelen, hem d- juiste kennis te ontzeggen. Die geschriften geven niet anders dan schrift geleerdheid en lij, wien de openbare on- derw jzer zjn Meester noemtvond meer malen aanleiding, om over do toepassing van schriftgeleerdheid een afkeuren 1 oor deel uit te spreken. „Voor wie in deze zaak licht zoekt is dat licht te vinden”, schrijft ds. J. G. Ver hoeff. Jawel, maar dan niet in die geschrif ten deze bevatten op zijn best dwaallich ten. Het licht is te vindon in de openbare school zelve. Dat licht wordt geschuwd. Het is veel gemakkel ijker onwetend en on kundig door allerlei ongegronde aantijgin gen bj de nog onwetender menigte schrik te verwekken voqr eene schooldie men zelf vreest omdat men haar licht niet ver dragen kandan te onderzoeken van wel ken aard dat licht is en eerlijk te erkennen, dat men geen ander behoeft. Ds. J G. Verhoeff schrijft verder: „Maar vrienden! wij hebben met een alwetend God te doen, die ons hart kent en de verborgen drjfveeren weet van den negatieven strijd, d or onthoudingvan den positieven strijd door verdachtmaking van het chris telijk, door ondersteuning van het sfaatson- derwjs”. Zóó durft iemand sprekendie even te voren dat .„Staatsonderwijs” aan randde en in een voor do schare hatelijk daglicht steldezonder eenigen andoren grond, dan dat „het niet aan goede geschrif ten ontbreekt”. Zóó durft iemand spreken, die zegt met een alwetend God te doen te hebben „Er zjn gemeenteledendie zeggen der waarheid te zijn toegedaanen die tegen standers zijn van het Christelijk Onderwijs, hunne kin leren naar do Staatsschool zen den en aldus op onrustbarende w js de op positie tegen de Christelijke school verster ken”. Zou ds. J. G. Verhoeff niet vermoe den, dat zij, die der waarheid zijn toege.- daan en niet zij, die ’t maar zeggen, af keer moeten krijgen van een zaak, die zoo onhandig wordt aanbevolen, neen - opge- der wetgeving drongen Laat hj ophouden met hen ver- wijtingen te doen en laat lij beginnen mot te bewijzendat het onderwijs in eene school mot den bijbel beter aan de behoeften van het kind voldoet, dan hot on lerw js dat gegeven wordt inden geest van Christus. Wanneer hj dat bewijs heeft geleverd, dan zal hj allen, die de waarheid boven alles stollenhebben gewonnen. Zou ds. J. G. Verhoeff niet willen toe stemmen, dat zij, wie het om waarheid te doen is hunne 5 a 6 jarige kinderen niet naar eene school kunnen zenden waar met hen gesproken wordt over het bloed van Christus dat de zonden afwascht Zullen zj juist omdat ze waarheid willenniet overtuigd zijn, dat de onderwj'.er, die met dat onderw ijs bezig wasgelijk hadtoen hij zeide dat het voor die kleinen toch wel wat moejeljk was? Is het verdacht maken van ’t Christeljk onderwijs, als men ver klaart niet te 'begrijpen, welk nut zulke besprekingen kunnen hebben voor de jeugd? Moet het den waarheidlievende niet veeleer verdacht voorkomen, dat er nog onderwj- zers zjn dieuit beginsel of zonder be ginsel', dergeljk onderwijs geven? Christelijk te onderwijzen moeten we lee- ren van Christus. Schriftgeleerdheid stond bj Hem niet hoog aangeschreven en de leer der vaderen toetste Hj aan het getui genis van zjn geweten. „G j hebt gehoord, dat tot do ouden gezegd ismaar ik zog u Deze woorden, bj herhaling uitgesprokenkunnen ons toch zeker wel overtuigendat alwat tot de ouden ge zegd isook tot onze ouden b.v. omtrent het bloed van Christus, daarom nog niet van verbindende kracht is. „Woest niet bezorg’ voor uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult, enz”. En dan volgt er niet: leest het maar na in uwe schriften, maar: „Aanziot de vogelen des hemels en de leliën des velds”. Geen afgetrokken bespiegelingen, geen toekenning van gezag aan uitspraken van wien ook, hoeren we van den grooten Mees ter zjn onderwijs grondt zich op de aanschouwing van natuur en menschen- wereld en hieraan ontleent Hij de waarlijk goddelijke lessen omtrent de betrekking van zijnen Vader tot de menschen en die van dezen onderling. Aanschouwelijk onderwjs te geven en daardoor eigen overtuiging te vestigen, dit wil de openbare onderwijzer ook van Jezus afzien en door dat aanschou- weljk onderwjs tracht hij de kinderen te vormen tot menschen, die nipt maar zeggen: Heere! Heere! maar die doen den wil van hun hemelschen Vader. Dit schrijft de staatswet hem voordit gebiedt hem zijn geweten. Met opgeplakt klatergoud stelt hj zich niet tevreden en tirades over „den'geest der ontkenning en der twijfelarij, welke staat en kerk en ge meente en huisgezin beroert”doen hem alleen in zooverre pijnals ze hem over tuigen van ’t bestaan eener onedele zucht, om te veroordeelen zonder grond en door valselie beschuldigingen en groote woorden de eenvoudigen te misleiden. G. FOKKENS. De Burgemeester van Wonseradeel brengt, ter voldoening aan het bepaalde in art. 41 der gemeentewet, tor algemeene ken nis, dat door hem op Zaturdag don 15 Maart 1879 des voormiddags om 11 uur, in het gemeentehuis te Bolsward, vergadering van den gemeenteraad is belegd, ten einde te beraadslagen en besluiten over de hier onder vermelde punten. Bolsward, 8 Maart 1879. De Burgemeester voornoemd L. BRITZEL. 1. Notulen der vorige vergadering. 2. Verzoek van 8. S. v. d. Werf, om restitutie van betaalde hoofd, omslag. 3. Adres van ingezetenen van Parraga over het schilplein aldaar. 4. Mededeeling van B. en W. over de sluisbrug te Makkum. 5. Staat van tot de openbare dienst be stemde waterstaatswerkenmet daartegen ingediende reclames. BVRGEMKESTDR en WETHOUDERS van WONSERADEEL Ontvangen hebbende eene aanschrijving van heeren gedeputeerde staten om met de meeste naauwkeurigheid na te gaanwel ken invloed de uitvoering van eene stoom- bootdienst tusschen Bolsward en AVorkum heeft zoo op het veilig gebruik van den rij- en trekweg langs het vaarwater, als omtrent do geschiktheid van dat vaarwater voor de uitoefening daarop van eeno gere gelde dagehjkscho stoombootdienst; Noodigeu degenen, die van de: uitvoering der stoombootdienst ongelegenheid onder vinden, uit, daarvan wel ter secretarie van de gemeente te willen kennis geven. Bolsward8 Maart 1879. De Burgemeester L. BRITZEL. De Secretaris E. JANSEN. ^Nieals onbevooroordeelde leestwat door de tegenstanders van 't openbaar on derwjs zoo al omtrent dit onderwjs ge- NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouders ran de. ge meente Wonseradeel voldoende aan art. 87 der wet op do Nati onale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad no. 72)brengen door deze ter kennis der belanghebbenden, dat de eerste zitting van den Militieraad voor deze ge meente zal worden gehouden te Bolsward op Donderdag don 20 Maart 1879, des mor gens ten 9'/, ure, in welke zitting uit spraak zal warden gedaan omtrent 1. de verschonen vrjwilligers voor do militie 2. de lotelingondie redenen van vr j- stelling hebben ingediend 3. de lotelingonin de artt. 55 en 56 bedoeld 4. alle overige lotelingon Zullende voor dien Raad alleen behoe ven te verschijnen 1 Zijdie zich als vrijwilliger voor de 'Militie hebben aangeboden; 2. do lotelingon. die vrjstelling verlan gen wegens ziekeljke gesteldheid of ge breken, of gemis van de gevorderde lengte. Bolswardden 26 Februarj 1879. Burgemeester on Wethou l'rs voornoemd, L. BRITZEL. De Secretaris, E. JANSEN.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1879 | | pagina 1