Achttiende J a a r g a n g.
k
1
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
1I0I.SWAÏH) W0NSER ABEEL
No. 17.
1879.
I
BKKETOMAEEK6.
VOOR
BUITENLANDSCH OVERZIGT.
A
I
DONDERDAG 24 APRIL.
-L.
i
rd-
1
idaan.
r vei-
aan
door
te van
'e ho-
•oken.
e al-
HOARDS» CUBA
t
van
Maar het vee was reeds
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte
B
anten
hon-
B van
feest-
iklagt
ie het
eesch
onins
iite
niblik
gheiil
r den
je het
was.
riegei'
itand-
dit te
w ten
ver
re bo-
srman
t ook
n on-
jn om
togen
klank
les in
)d de
n tijd
dagen
snier,
orloos
uitge-
igters
sof
ite en
nog
0 per-
ig ge
ruim
ligden
;$AC AC AC AC ACACACACAOCAC AC XACACACAC AC^
De Burgemeester van Wonseradeel brengt^
ter voldoening aan het bepaalde in art. 41
der gemeentewet, ter algemeene kennis, dat
door hem op Zaturdag den 26 April 1879
des voormiddags om 11 uur, in het gemeen
tehuis te Bolswardvergadering van den
gemeenteraad is belegd, ten einde te be
raadslagen en besluiten over de hieronder
vermelde punten.
Bolsward, 17 April 1879.
De Burgemeester voornoemd
L. BRITZEL.
1. Notulen der vorige vergadering.
2. Reclames bij Ged. Staten ingediend
tegen aanslagen in den hoofd, omslag.
3. Staat van tot de openbare dienst be
stemde waterstaatswerken.
II
De BURGEMEESTER van WONSE
RADEEL, maakt bekend dat de Koemarkt
te Witmarsum zal gehouden worden op
Dingsdag den 6 Mei 1879.
Bolsward den 22 Mei 1879.
De Burgemeester voornoemd
L. BRITZEL.
toch waarschijnlijk nagenoeg de helft van
alle koloniale warenzoowel grondstoffen
als artikelen van verbruik die Duitschland
noodig heeft. Alles, of nagenoeg alles, wat
Nederland en Belgie aan commissie, werk
loon, scheeps- en spoorwegvracht op dien
aanvoer verdienenkan door middel van
een regt op indirecten aan voer in Duitsch
land zelf verdiend worden. Nederland en
Belgie hebben binnen hun eigen grenzen
geen groot verbruiksgebied. De kooplieden
te AmsterdamRotterdam en Antwerpen
moeten van Duitschland leven, en dat we
ten zij ook zeer goed. Men kan volstrekt
niet aannemen dat eenig gedeelte
Duitschland het loon van arbeid en ver
voer, uit Duitschland verlangt en ook dus
moet betalen, liever aan Nederland en Bel
gie zou voldoen dan aan duitsche zeeplaat
sen, die buitendien, met weinig uitzonde
ring, ook bij het zuidwestelijk gedeelte van
Duitschland nagenoeg even na liggen als
die landen. Daarentegen kan met regt
worden aangenomen, dat het gedeelte van
Duitschland, hetwelk veel nader bij Neder
land en Belgie dan bij de Noordzeehavens
ligt, zich eene onbeduidende vermeerdering
van aanvoerkosten zal laten welgevallen
en wel vooreerst omdat door de uitbreiding
der Noordzeemarkten de goederen goedkooper
wordenen vooral ook omdatten tweede
juist voor dat gedeelte van Duitschland in
meer dan toereikende mate wordt gezorgd
door beschermende regten, zooals die thans
door den Bondsraad worden voorgesteld
En verder: „Tot nog toe heeft alleen
Duitschland afgezien van pogingen om den
groeten zegen, den rijken oogst, die de di
recte handel in overzeesche producten op
levert voor zoover Duitschlands aandeel
in de comsumptie betreftaan de rijke in
gezetenen van Nederland en Belgie, Enge
land en Denemarken te onttrekken. Duitsch
land heeft het wel niet zonder afgunst
maar toch wei keloos aangezienhoe die
landen zich ten zijnen koste vetmesten.
Hoe waar dit is, zal ten duidelijkste blij
ken uit den noodkreet, welke uit die lan
den zal opgaan. Dat Duitschland zulk een
maatregel tot nu toe niet nam, ligt alleen
hieraan, dat ons volk het tijdens zijne lang
durige verbrokkeling niet doen Kon. En
ook hieraan, dat Duitschland door de lang
durige inwendige verdeeldheden den moed
voor zulke groote nationale maatregelen
heeft verloren. Het vreesde althans de
onderling tegenstrijdige zienswijzen der
groepen van belanghebbenden niet te kun
nen vereenigen en tot nu toe heeft het ge
aarzeld dien troef uit te spelen, niettegen
staande het dagelijks zag dat onze nabu
ren, en bij name de Nederlanders, ons juist
wegens dat gemis van moedwegens die
ontbrekende kracht tot verdediging, op
het ons door hen ontrukte veld der econo
mie met zulk een minachting behandelden.”
’t Kon eens zijndat Duitschlandop
aansporing van mijnheer Mosle, zijn troe
ven bij elkander zocht en ging beproeven
of het spel kon gewonnen worden. Dat
zou zeer zeker voor Nederland de kans
geringer maken.
MORAVIË.
Naar de Schlesische Presse verhaalt,
heeft zich onlangs in eene moravische grens
stad een hoogst eigenaardig geval toege
dragen. Op zekeren dag zou eene door
hare schoonheid en aanvalligheid uitste
kende dochter eener welgezeten Israëlitische
familie in het huwelijk treden. Alles was
daartoe gereed, toen op eens eene oude
boerin de feestzaal binnendrong en ver
klaarde het huwelijk te verbieden. Eerst
meende men met eene krankzinnige te doen
te hebbenmaar de oude vrouw bleef op
haar stuk staan. Zij deed zich herkennen
neren
ndeis
irden.
groot
.rnclil
iami'-
n
toom-
nlhein
wa C’
ts lij
r fri
et in-
■meen
n kn-
1 znl-
deri-
liailc-
nrni'i-
l'Ü-
dcn
cilin-
es de
aan
schilt
jring
n re-
aldus
ittin.
n d<'
e be
au n,
oor
net.-i-
etten
dant-
lelijk
ver-
itanil
voor-
n zij
n de
nier-
otten
de
me-
nehts
aatj,
van
ie in
chcn
heid.
na
if en
zuur
taal-
men
ui dit
iden
j gc-
jn.
men bijna alle voorzorgen van waakzaam
heid te hebben nagelaten. De Intombe-
rivier, die zij overtrekken moesten om van
Derby naar Luneberg te komenwas zeer
gezwollen. Luitenant Harwood was ech
ter met 34 man en eenige wagens reeds
aan de overzijde gekomen. Aan de an
dere zijde warenofschoon men daar al
een paar dagen vertoefd hadgeene be
hoorlijke verdedigingsmaatregelen genomen
en toen op 11 Maart de ossendrijvers meld
den dat de vijand zich vlak bij het kamp
begon bijeen te trekkenwerd er maar
een schild wacht op eenigen afstand van het
kamp uitgezet. Den volgenden morgen
ten half zes deden de Zwazi’s onder be
gunstiging van een dikken mist den aan
val en verrasten de soldaten in hunne ten
ten. Aan tien man van de zeventig ge
lukte hetde rivier over te zwemmen, on
der bescherming van het vuur van luite
nant. Harwooddie daarop terstond naar
Luneberg ijlde. Eene voldoende magt werd
van daar haastig naar het tooneel van de
ramp gezondendie de kannonnengewe
ren en ammunitie van het convooi nog aan
trof en meênam. Maar het vee was reeds
weggedreven.
Het heeft zich bewaarheid, dat de aan
voerder Umbeiini van den vijanddie 12
Maart de Engelschen overrompelde en een
60tal hunner doodde, geen eigenlijke Zoe
loe ismaar een Zwazi en tot een stam
behoort die meestal in vijandschap met de
de Zoeloes leeft. Umbeiini moest ten ge
volge van een twist over het koningschap
met zijn aanhangers uit zijn land vlugten
en kreeg van Cetawayo verlof om zich in
een grensdistrict bij de Transvaal te ves
tigen. Sir Bartie Frere eischte van Ceta
wayo zijn uitlevering, daar hij zich gesta
dig aan roof- en strooptogten schuldig
maakte. Cetawayo was daartoe echter
niet in staat, zelfs niet als hij het gewild
had. Sedert het uitbreken van den oor
log met Engeland voert Umbeiini dien ook
op eigen hand ennaar men zegtzonder
met de Zoeloe’s in eenige verbinding te
staan.
De kolonne die uitgezonden werd om
EkowO te ontzetten, vertrok den 28 Maart
en was zamengesteld uit 6000 man bene
vens artillerie. Pearson gaf door signalen
te kennen dat hij het hoofd der kolonne
zag en deelde op dezelfde wijze mede, dat
den 27sten 35,000 Zoeloe’s de'kolonne wach
ten. Kolonel Wood tastte de vesting van
Umbeiini den 28sten aan en maakte het
vee buit 20.000 Zoeloe’s slaagden er in het
weder te vermeesteren. Des anderen daags
deden zij een aanval op het kamp van
Woodmaar werden na een gevecht van
vier uren teruggedreven. De Engelschen
verloren echter aan dooden 7 officieren en
70 soldaten.
DUITSCHLAND.
Het wetsvoorstel tot het heffen van in-
voerregtenwaarvan von Bismarck voor
deel schijnt te verwachten voor Duitsch
lands handel en nijverheidvindt geen on-
onverdeelden bijval. In eene conferentie
van 42 afgevaardigden uit 23 havenplaat
sen werd met algemeene stemmen besloten,
om een protest in te dienen tegen het in
voeren van regten bij wijze van represaille
en tegen invoerregten op graanijzer en
hout. De vergadering betuigde echter, geen
bezwaar te hebben tegen fiscale regten op
thee, koffij, mout, spek en petroleum, hoe
wel zij de voorgestelde cijfers te hoog acht.
Niet van belang ontbloot is het memo
randum, dat de heer Mosleafgevaardigde
van Bremen in den duitschen rijksraad,
den rijkskanselier aanbood. Men leest hier-
ïn o. a.: „Over Nederland, Belgie en Havre
komt naar Duitschland, zoo niet alles, dan
RUSLAND.
De reus krijgt alweer de eerste plaats.
Niet om zijn 'voortreffelijkheid, maar omdat
zijn toestand bekommering baart. Bij hem
toch openbaren zich thans de verschijnse
len der ziekte, waaraan een groot deel van
Europa reeds geruimen tijd leedin zorg
wekkende mate. Die ziekte heet ontevre
denheid met de inrigting der maatschappij
en heeft ten gevolge het aanwenden van
onmenschelijke middelen, om die inrigting
te veranderen, zoo ’t heet, te verbeteren.
Wat de telegraaf ons meldde van den
aanslag op ’s keizers levengepleegd den
tweeden paaschmorgen, is weer een bewijs
te meer, dat er bij het russische volk een
booze geest rondwaarteen geest vari ge
welddadig verzet tegen overheid en wet
een geest, die geheim schrift en moordtuig
verkiest, boven het open woord en het wa
pen der overtuiging.
Maar ’t gebruik van dat woord en dat
wapen werd ook in Rusland niet toegela
ten en ’t is er verre af dat dit heden het
geval zou zijn. Reeds toen Nikolaas keizer
werd, hoorde men den wensch om een grond
wet uitspreken en ging die wensch ook wel
gepaard met bedreigingen, maar de ijzeren
vuist van den czaar deed zich gevoelen en
de stem werd gesmoord.
Van Alexander was beter verwachting.
Door hem werd zelfs in 1863 feitelijk de
lijfeigenschap afgeschaft en die perzik der
vrijheid smaakte naar meer. Ook bij den
Rus ontwikkelde het gevoel van eigenwaar
de en in het „pleit van dwang en vrijheid”
won het verlangen naar de laatste steeds
moer veld terwijl de eerste zich met kracht
trachtte te handhaven. De toon der onte
vredenen werd steeds stouter, en deed zich
in ’t vorige jaar aldus hooren„Daar wij
langs wettigen weg niets kunnen verkrijgen,
wijl in Rusland niet de keizermaar de
omgeving des keizers regeertzullen wij
voor ’t gevaldat onze wenschen niet be
vredigd worden, den niet wettigen weg
betreden en van nu af schietensteken en
vermoordentotdat aan onze eiechen vol
daan en de camarilla van den aardbodem
verdwenen is.”
De regering antwoordde door krachtige
maatregelen en het schieten, steken en ver
moorden begon. Op den dag der vermoor
ding van Mesenzof, verscheen het orgaan
der ontevredenende Semla i Stvaboda.
{Land en vrijheid), geïllustreerd en bevat
te het artikel: „Gevonnisd door het natio
naal revolutionair comitéviel generaal
Mesenzof, chef van de derde afdeeling der
geheime kanselary des keizers. Hij trad
het regt met voetenmartelde zijn gevan
genen, vervolgde onschuldigen en vermoord
de deels door barbaarsche behandeling
honger, dorst en slagen, deels door zijne
geregtsdienaren de volgende personen
hier volgden de namen, de redenen der ge
vangenneming en de wijze van sterven.
Zijn maat was vol. Wij hebben hem ge-
waarsenwd,” enz.
Voor de ontdekking van Mesenzofs moor
denaar was een prijs van 50,000 roebels
uitgeloofd, maar niemand deed zich op, om
dien prijs te erlangen. Na den aanslag te
gen Krapotkin werd het dubbele geboden
en nu kwam iemand de politie bekend ma
ken met de plaats, waar zich twee geheime
drukkerijen bevonden. Na drie dagen las
men in de Semla i Swaboda: „Den 9 Maart
werd de verrader Reinsteineen poolsche
joodin het hotel Momontrof te Moskou
teregtgesteld. Hij verried aan de derde af
deeling de plaats onzer drukkerijendaar
voor doodden wij hem De regering be
hoeft overigens geen onnoodige uitgaven
te doen zij heeft bij de huiszoeking niets
van eenige waarde gevonden. Alleen is
het niet pleiz.ierig voor onsdat de porte
feuille der redactie in handen der speur
honden gevallen is. Daar wij echter nooit
een artikel onderteekenenheeft dit ook
niet veel te betcekenen. Met geld zal men
bij ons geen verraders lokken; wij beschik
ken over zoo groote sommen, dat onze lie
den de ‘verleiding van het goud kunnen
weerstaan; Reinstein was enkel agent, col
porteur.”
De politie arresteerde circa 300 personen,
maar geen schuldigen en de revolutionaire
pers maakte zich vrolijk over den blinden
ijver der vervolgers.
Genoeg van de taal dor nihilisten om te
doen zienmet welk een stoutheid zij op
treden. Er zal veranderinger zal verbe
tering in ’t bestuur moeten komen maar
moeite zal ’t kosten om de verlangens te
bevredigen en de losgelaten hartstogt we
der te beteugelen Wel is er door de pe-
tersburgsche bevolking gejuicht en geïllu
mineerd over ’t mislukken van den aanslag,
maar tot den adel zeide de czaar „Niet
voor mij zelven, maar voor de maatschappij,
voor Rusland, zal ik, mijns ondanks, ver-
pligt zijn, buitengewone maatregelen te ne
men voor de veiligheid van allen.” Welke
maatregelen zullen dit zijn!
Van nog meer aanslagen tegen het leven
van andere personen wordt uit Rusland ge
schreven, maar op een meer of minder komt
het nu niet aan, evenmin als op de mede-
deeling van alle bijzonderhedenwaardoor
zij gekenmerkt zijn.
„Nu gaan wc nog’t is wel wat wijd
„Eens Afrika beschouwen.”
Daar heeft het volk, dat reeds van ouds
in zijn magna charta een grondwet en in
zijn parlement een waarborg tegen wille
keur zijner koningen hadeen lastige af
faire.
Enkele nagekomen bijzonderheden om
trent de tweede nederlaag op 12 Maart
der Engelschen bij de Imtombe-rivier doen
ten duidelijkste uitkomen, hoe onbegrijpe
lijk achteloos de troepen zich ten opzichte
van den vijand gedragen hebben. Zoowel
de sterkte van het escorte van het convooi
die te zwak wasals men in aanmer
king neemt, dat reeds vroeger dezelfde troe
pen wegens onveiligheid van die streek
waren teruggetrokken als wat de wacht,
door het escorte gehouden, aangaat, schijnt