i
ADVERTENTIEBLAD
NIEUWS- EN
BOLSWARD WONSERADELL
“gKSMBFS
A c li t tien d e
J
I
a a r g a n g.
■raasMBHsssam
1
OWTWïr
1879.
■tf
L
u
1
VOOR
I
BUITENLANDSGH OVERZIGT.
DONKERE WOLKEN.
g
DONDERDAG 26 JUNIJ. g
i
BEKENDMAKING.
1
-W.
I
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Wethouders van Won-
F
l-t
.j-wi 'M-r-
X3ooc3oc&
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Burgemeester en
seradéel, brengen ter kennis van de ingeze
tenen dat het door hen definitief vastge
steld ie suppl. kohier van hondenbelasting
over 1879 heden aan den gemeenteontvan
ger ter invordering is overgegeven en dat
de aangeslagenen alsnu -verpligt zijnde
aanslagen binnen de in het aanslagbillet
vermelde termijn (1 Augustus e. k.te
voldoen.
Bolsward, den 19den Junij 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
L. BRITZEL.
De Secretaris
E. JANSEN.
SPANJE.
In de achtste eeuw geraakte Spanje in
de magt van Arabierendie, omdat ze uit
het noorden van Afrika derwaarts kwamen,
gewoonlijk Moeren genoemd worden. Eeni-
ge eeuwen hielden ze er zich staandeen
hun rijkhet kalifaat van Cordova heeft
L i
sk
en verhinderd Slechts zeer enkelen kun
nen het beoordeelen. Dit weten wij zij is
afgesneden in ’t midden van haar groei. Het
groen is verdord, de levenskracht gebroken.
Zijn lijk wordt geplaatst nabij dat zijner,
voor hem onvergetelijke moeder en bij het
overschot van Hendrik den Goede.
Waarlijkde zon taant voor het huis
van Oranjedonkere wolken pakken zich
saam de dood waart rond in de paleizen
onzer vorsten en neemt ze wegdie onze
glorie of onze hope waren.
Ja, onze glorie en hope. Want mogen
er uitzonderingen zijn, de groote meerder
heid der natie gevoelt, dat Nederland en
Oranje één zijn. Van onze geboorte ween
afom eene zelfstandige natie te worden
hadden wij een Willem van Oranje tot va
der, die zijn leven voor ons gaf. Bij den
strijd om de verloren onafhankelijkheid te
herwinnenstond een Willem van Oranje
in ’t heetst van den kamp. Wij hebben onze
vorsten lief om hun voortreffelijke deugden,
in weerwil hunner gebreken. Wij jubelen
mee in de dagen hunner vreugde, wij treu
ren mee ten tijde der smart.
Ik zal mij heden niet verdiepen in bere
keningen over de vorstendie zullen rege
ren, als gansch het „mannelijk oir” uit het
huis van Oranje zal uitgestorven zijn. Het
heden is donker genoeg, ik acht het on-
noodigonkiesch zelfsnu reeds vooruit te
loopen op de toekomst. Blijve de Honing,
die als constitutioneel Vorst zijne plaats
waardiglijk bekleedtnog lange gespaard
en worde Alexander, onze tegenwoordige
kroonprins, gesterkt tot de moeielijke taak,
die hij voorzeker nooit heeft begeerd, aller
minst ten koste van zijn teerbeminden broe
der van wiens ziekbed hij slechts noode
Weekwiens lijkkist hij dag aan dag mét
bloemkransen sierdebij welke hij eiken
avond treurende zat. En kome er nimmer
een reden, waarom ook hij den vaderland-
schen bodem zou willen of moeten verla
ten want te midden van de kinderen zijns
volks is zijn plaats, hier zoeke en vinde
hij zijn werkkring, hier, waar de kroon hem
eens niet te zwaar moge drukken, hier
waar niet alleen maar zijn lijk eens zal
rusten, doch waar hij zijn leven, zijn kracht
aan zijn vaderland moet wijden Het droe
vig verleden leere den vader en beziele den
zoon, want waarlijk, is het voor ’t volk eene
eere, een waardig stamhuis te hebben, het
vorstenhuis waardeere het voorrecht, te re-
geeren over een volkzóó trouw en zóó
vol liefde als ’t onze sints eeuwen is.
Donkere wolken, zij worden niet gezien,
alleen maar boven de paleizen onzer vor
sten terwijl het volkkrachtig en een
drachtig voorspoedig en tevredenvroom
en vroed, zou leven in zijn landpalen. He
laas neen! Wolken en donkerheid omrin
gen ons aan vele zijden. Ook en allereerst
in het stoffelijke.
De oorlogen die in ons -werelddeel en
daarbuiten overal woedden gevoerd wor
den en dreigende onrust die daardoor
ontstaathet gebrek aan vertrouwen dat
heerschtdoen ook hier al de treurige ge
volgen welke daaraan onafscheidelijk ver
bonden zijn in meerdere of mindere mate
gevoelen. Doch dat is het niet, wat 't diepst
ons treftal zij ’t ookdat dit ’t eerst ge
voeld wordt. Die stilstand of teruggang
beziele ons met nieuwe geest- en werk
kracht, vure onzen ijver aan, doe ons nieuwe
markten opsporen voor onzen handel en
onze nijverheid, make dat wij mededingen
kunnen met vreemde natiën, in’tgeen wij
voortbrengenzoowel wat innerlijk gehalte
betreftals smaakvollen vorm. En het zal
blijkendat ook deze tegenspoed ons ten
zegen is geweestwij zullen gelouterd uit
den vuurproef te voorschijn komen.
I Doch ik zie andere wolken die onrust
i 1
verwekken en die wij zelve te voorschijn
roepen. Wij zaaien wind en oogsten storm.
Wie zou zich niet verblijden, als allen een
zekere welvaart genietenwie niet met
vreugde zien, dat de oude, funzige krotten
verdwijnenwaarin vroeger de arbeider.te-
rugkeeren moestna een dag van moeite-
vollen arbeid. Er komen licht en lucht in
de woningen, de bloemen kunnen er bloeien,
de menschen kunnen er vroolijk zijn. Doch
waarom verpest’er zoo vaak de drankdui
vel den dampkring, waarom wordt het geld
voor voedzame spijs bestemd aan vrouw
en kinderen onthoudenworden twist en
tweedracht gestookt? En wederom, waar
om wordt de weelde in bovenkleeding vooral
zoozeer overdrevendie de armoede vaak
in degelijke kleedij moet bedekkenwaar
om schaamt zich de boerin, de dienstmeid,
de zoo schoone nationale drachtdie past
aanhaar stand? Waarom wil de werkman
een heer zijn en acht menig ambacht be
neden zich Is het nietomdat ons volk,
in menig opzicht niet tevreden is met zijn
standnaar het onbereikbare streeft en
daardoor zich behoeften schept, die op den
duur onmogelijk te bevredigen zijn
En dan welk treurig voorbeeld geven
vele leidslieden des volks, op maatschappe
lijk en zedelijk, op staatkundig en gods
dienstig gebied? Trouw en eerlijkheid wor
den in den handel zoo vaak gemist, aller
gemeenste praktijken worden met onbe
schaamdheid beoefend, rechtsgedingen zijn
aanhangigdie ons van schaamte moeten
doen bloezen, kleingeestige bekrompenheid,
onedele naijver, slaan onze volksvertegen
woordiging niet zelden met onvruchtbaar
heid. Godsdienstpredikers zijn dikwerf ster
ker in het verdachtmaken en stoken van
twist on verdeeldheid, dan in het prediken
en beoefenen van liefde. De school, die een
kweekplaats moet zijn voor alle kinderen
des volksvan kennis en deugd, wordt tot
een kampplaats verlaagdwaar de woord
voerders in de pers onderwijzers ouders
elkander bestoken en waar soms zelfs reeds
de kinderen elkaar bestrijden.
Zietdat zijn donkere wolkendie onze
volkseenheid onze volkswelvaartonzen
vooruitgang op stoffelijkzedelijkgods
dienstig gebied ernstig bedreigen.
Waak o mijn volk waak Drijf die
booze geesten uitword groot in zielen
adel, rijk in liefde en de wolken zuilen
wijkenin voor en tegenspoed zal do zon
des vredes ons beschijnen.
M. E. van der MEULEN.
FRANKRIJK.
Zal de wetgevende magt weer te Parijs,
in plaats van te Versailles vergaderen Dat
was reeds sedert eenigen tijd een vraag en
die vraag is nu beantwoord. Peyrat maakte
er in den senaat een voorstel van. Er be
stond twijfelof men in Parijs geen gevaar
liep van 'onder deil druk van een woelig
volk te geraken. Bij de regering bestond
die twijfel niet. „Nooit” zoo sprak. een
der ministers, „heerschte meer kalmte in de
gemoederen, nooit hadden wij minder ge
heime genootschappennooit was Frankrijk
over zamenzweringen geruster, nooit was
de partij der groote meerderheid meer be-
heerscheres van zich zelve. Wanneer een
groote partij dagen van beproeving als die van
1877 door komt, zonder een droppel bloed
te vergieten, dan heeft zij het vertrouwen
der regering gewonnendan heeft zij be
wezen, dat alles door stembriefjes kan op
gelost worden en dat de gebeurtenissen niet
meer te vreezen zijn, .welke eertijds in
hagchelijke oogenblikken zich voordoden.
De regering heeft vertrouwen in het ver-
Op den dag dat dit blad verschijnt, opent
zich ten derden male binnen twee jaren
tijds de koninklijke grafkelder van het huis
van Oranje in Delft’s stille veste.
Nu zal er de lijkkist worden geplaatst,
die het overschot bevat van Willem Nico-
laas Alexander Frederik Karei Hendrik,
onzen Kroonprins. Hij stierf in den vreemde,
geen zijner bloedverwanten of vrienden was
tegenwoordig, één trouwe kamerdienaar be
wees hem den laatsten dienstzijn laatste
woorden sprak hij in de taal van het va
derland dat hij lief had in zijn hartal
scheen hij er van vervreemd.
Wat zullen wij zeggen bij dit graf? Zeer
weinig. Met weemoedige gewaarwordingen
denken wij aan den 38jarigen mandie
zooveel voortreffelijke eigenschappen bezat
en zoo weinig voor zijn vaderland was. Hij
was een krachtigeschoone loot uit den
ouden Oranjestam.
Wie of wat heeft haar groei belemmerd
stand van geheel Frankrijk s dus ook iil
dat van Parijs en zij verlangtdat de wet
tot terugkeer worde aangenomen.”
De heer Kerdreldie tot de clericalen
behoort, vond dat zoo niet. Hij noemde
den terugkeer een gevaarlijken en onver-
standigen maatregelwat in 1848 en in
1870 te Parijs is gebeurdis hem nog niet
vergeten.
Graaf Rampon sprak er ook zoo over en
verdacht den gemeenteraad van Parijs dat
die eene rol wil spelen als de commune in
1792.
De regering weerlegde die beweringen en
de senaat besloot-over te gaan tot de lezing
van de artikelen van het voorstel Peyrat.
En den 19 dezer besloot het congres der
beide wetgevende ligchamen met 549 tegen
262.stemmen, dat art. 9 der constitutie is
vervallen.
Parijs wordt dus weder in volle kracht
de hoofdstad der republiek. De royalistische
bladen zeggen daarvan weinig; de bonapartis-
tische organen voorspellen er allerlei kwaads
van; de France spoort de Parijzenaars aan,
op den dag, dat het congres „Parijs weder
tot hoofdstad van Frankrijk zal maken”
hunne huizen te illumineren en een grootsch
feest in te-rigten.
Hebben de bonapartisten nog eenigc hoop
gebouwd op den ex-keizerlijken prins Lodo-
wijk Napoleon, dan heeft dat gebouw nu zij
nen grond verloren. A an Kaap de Goede Hoop
wordt getelegrafeerd. „Lodewijk Napoleon is
dood. Hij was met eenige officieren op ver
kenning uitgegaan, en, evenals zij, van zijn
paard gestegentoen hij door de Zoeloe’s
overvallen en gedood werd door een asse
gaai. Twee soldaten sneuvelden eveneens.
De overigen ontsnapten.
Bij de bekendmaking ervan in het engel-
sche Lagerhuis sprak lord Stanley eenige
woorden van deelneming met-en sympathie
voor de ex-keizerin Eugenie, die, haar ver-
vlogene grootheid betreurendenu ook op
geen toekomstige grootheid meer kan ho
pen. Het lijk van den prins zal onder es
corte naar Engeland gebragt worden.
Een officieele dépêche uit Batna van
17 dezer meldt, dat den vorigen dag een
gemagtigde van den stam van Üuled-Daoud,
de eenige algerijnsche die in opstand was
gekomen, aan generaal Forgemol de onder
werping van den stam heeft aangeboden.
De generaal eischte de uitlevering van den
aanstoker des opstands. Bij weigering zou
hij nog denzelfden dag tot den aanval over
gaan, Er waren maatregelen genomen, om
voor het hoofd van den opstand de vlugt
naar Tunis af te snijden.
De fransche politie heeft een 20tal engel-
sche pick-pockets, die om de -wedrennen van
Longchamps het Kanaal waren overgesto
ken in hechtenis genomen. Het was een
formele expeditie. De leden, waaruit zij be
stond hadden alles vrijspoorwegboot
hotelrijtuigen enz. en moesten daarvoor
2000 pond of 50,000 francs naar Londen
medebrengen. Wat er overschoot zou on
der de pick-pockets. die aan de reis hadden
deelgenomen, verdeeld worden en hun wet
tig verzekerd blijven. Dat de fransche po
litie in staat was dat schoone plan te ver
ijdelen heeft zij hoofdzakelijk te danken
aan een harer ambtenaren die naar Londen
is getogen en zichdoor oude betrekking
tot een der gaauwdieven, op de hoogte der
zaken had gesteld door zich als collega voor
te doen.
'"Wil
De Burgemeester van Wonseradeel brengt,
ter voldoening aan het bepaalde in art. 41
der gemeentewet, ter algemeene kennis, dat
door hem op Zaturdag den 21 Junij 1879,
des voormiddags om 11 uur, in het gemeen
tehuis te Bolswardvergadering van den
gemeenteraad is belegdten einde te be
raadslagen en besluiten over de hieronder
vermelde punten.
Bolsward, 19 Junij 1879.
De Burgemeester voornoemd
L. BRITZEL.
1. Notulen der vorige vergadering.
2. Rapport van het onderzoek der reke
ning wegens den grindweg Bolsward-Hur-
lingen over 1878.
3. Benoeming eener Comm. tot het on
derzoek van de gem. en dorpsrekeningen
over 1878.
4. Idem van een hulponderwijzer aan
de school te Arum.
5. Bestek en voorwaarden wegens
a. de slatting van de kleine vaart on
der Ferwoude
b. verbetering van de straat- en walbe-
schoeijing langs de noordzijde van de vaart
te Kimswerd.
6. Voorstel van Burgm. en Weth. over
de vernieuwing van de binnen-deuren in de
zeesluis te Makkum.
7. Idem over de slatting van de Schraar-
dervaart.
8. Voorstel van den heer Ledeboer, om
trent eene herziening van de verordening
op het heffen van den hoofd, omslag.
9. Commissoriaal rapport over het al
of niet wenschelijke van het hebben en
houden van woningen door de armbesturen.
nsw
I
I
r
'A
■A':
- 'v