1879.
A c li 11 i e n d e J a a r g a n g.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
WOTïSBRADEEL
No.
I
KENNISGEVING.
i
1
VOOR
DONDERDAG 17 JULIJ.
BUITENLANDSCH CVEBZIGT.
>i
i
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
„maar
<een gij en uwe
ge niet herhaardelijk hier in
daard, dat er thans geen on
derscheid meer is tusschen de jezuiten en
de andere geestelijke ordenook niet tus
schen hen en de seculiere geestelijkheid?
Gij en de uwen hebt ons gezegd, en het
is waardat de geheele katholieke wereld
>en en de leer der
iben wij het regt
FRANKRIJK.
De discussie over de onderwijswet gaf
aanleiding tot het in herinnering brengen
van de groote daden der jezuïten. De afge
vaardigde Keiler verdedigde zijn amende
ment op art. 7welk amendement gelijk
staat met de geheele terzijdestelling van dit
artikelop gronddat het aan het katho
lieke onderwijs den doodsteek zou geven.
Hij profeteerdedat de revolutie niet eer
zal gestuit wordendan nadat de vooruit
gang de vrijheid en de beschaving zich
verzoend zullen hebben met de kerk.
Professor Paul Bert beklom de tribune
om de vraag te beantwoordenof de mi
nister al of niet gelijk had met de jezuïten
van het onderwijs uit te sluiten. Hij zeide
op die vraag ja, omdat het jezuïtisme leidt
tot onzedelijkheid, meineed een eeds-reserve.
Wie mogten meenendat dit vroeger wel
zoo was geweestmaar dat de leer was
veranderd, herinnerde hij aan een in 1834
verschenen boek van pater Moulet, waarin
gezegd wordtdat men uit kracht tot de
godsdienst tot niets gebonden isals men
een eed gedaan heeft voor de leus Diefstal
kan geregtvaardigd wordenwantGod
die meester is van alle goederen, heeft het
regt ze te ontnemen aan de bezitters om
ze aan anderen te geven. In een ander boek,
bestemd tot leerboek voor jongens en meis
jes, kwam zoo veel voor, dat tegelijk mys
tiek en wellustig is, dat Bert het zelfs in
’t Latijn niet durfde voorlezen, zooveel, wat
door meisjes niet gehoord moet worden
verontschuldigde men met de bewering, dat
het met het leven van Jezus en met de betrek
king tusschen het „kindeke en Maria in ver
band staat.
Op de vraag: Is het geoorloofdeene
slechte daad te verlangen wegens de voor-
deelen, die zij oplevert? wordt in een boek
van pater Marottedat door verscheidene
gemaakt om geld voor het leger te vinden.
Daarentegen zijn drie voortreffelijke mannen
uit het ministerie verwijderd en drie ande
re die zich nooit met het nationale streven
hebben ingelatenin hun plaats gekomen;
twee conservatieven en een clericaal presi
deren den duitschen Rijksdag; aan het par
lementarisme is geweld aangedaan; de na-
tionaalliberale partij is vernietigd; het par
ticularisme verkrijgt nieuwe kracht; de reac
tie floreert en aan het papisme zijn de poor
ten des rijks geopend.
En wat is er geschied, dat zulk een om
keer noodzakelijk maakte Is een revolu
tie gesmoord, zijn do prerogativen der Kroon
aangerand? Is rebellie en hoogverraad ont
dekt Geenszins. Het duitsche volk zucht
onder den druk van ongunstige materiele
omstandigheden maar bet mort niethet
werkt onverdroten door met onuitputtelijk
geduld. Doch in den man, die het bestuurt
brandt een noodlottige ijver; hij kan niet
geduldig wachtentotdat het goede zaad
zich in een vruchtbaren oogst verandert
hij ploegt altijd door het veld om en als een
beproefd medestander dien heilloozen ijver
tracht te matigendan behandelt hij hem
als zijn persoonlijken vijand. Hij dult geen
tegenspraak. Hij is de dictator.
Bismarck is niet meer de Bismarck van
1870, maar gelijkt weder volkomen op den
Bismarck van ’48. Groote mannen hebben
hunne zwakheden en die moet men hun
vergeven zoolang zij zekere grenzen niet
overschrijden maar in Duitschland is die
grens door Bismarck overschreden. Hij heeft
zich onvergankelijke verdiensten jegens het
duitsche volk verworventoen hij na schit
terende wapenfeiten de duitsche eenheid tot
stand bragt en den strijd tegen Rome begon,
maar hij houdt op de nationale belangen
te bevorderennu hij dien strijd smadelijk
opgeeftde beste mannen die het volk hem
gaf als medewerkers aan de liberale con
solidatie des Rijks, verstoot en de zwakke
vrijzinnige beweging der natie gewelddadig
verstikt. Na de verwijdering van Delbrück
en Camphauzen, van Falk, Friedenthal en
Hobrecht, na het verbond met de protec-
tionisten en clericalende vervanging van
parlementaire mannen door conservative,
bureau -cratener is geen twijfel meer, of
de Bismarck van 1848 is teruggekeerd.
„De reactie zoo eindigt de N. Fr.
Presse moge beproeven hoelang zij het
duitsche volk overheerschen kan. De weg
schijnt vrij te zijn, want eene clericaal-con-
I servative meerderheid beheerscht den Rijks
dag, het parlementarisme bloedt uit diepe
wonden en in de evangelische kerk ver-
i heft do orthodoxie het hoofd. Het is als
I tijdens het ministerie van baron von Man
teuffel, die „de redding” van Pruissen met
wijkwast en sabel beproefde. En de buur
man te Woenen tracht nu, evenals toen,
eveneens clericaal-feudale proefnemingen te
beginnen. Toen was het hier het tijdperk-
I Bach-Thun en daar het tijdperk-Manteuffel.
Het verschil is niet grootnu hier Taafte-
I Hohenwarth en ginds Bismarck-Windthorst
I de namen zijn. Intusschen zal men goed
I doen te Berlijn te bedenkendat het iets
anders is om de reactie voor het duitsche
I dan voor het pruissische volk aannemelijk
I te maken. Het duitsche volk duldt geene
I heerschappij van jonkers en zwartrokken
I en liever keert het tot het particularisme
I terug dan de eenheid met zulk een prijs
te betalen. Pruissen zuchtte tien jaren on-
I der de reactie; wij twijfelen, of Duitschland
I even zoovele maanden den nek zal krom-
men. Dan zal het wederlicht worden van
I den Rijn tot den Oder en ook tot ons, in-
I dien ons eene tijdelijke duisternis bescho-
I ren mogt zijnzal de lichtstraal dan door-
I dringen om de geesten te verbannendie
De COMMISSARIS des KONINGS in
de provincie Friesland
Gelet op het besluit van Gedeputeerde
Staten dier provincie, van den 3 Julij 1879,
no. 1le afdeeling Ben op art. 11 der
wet van 13 Junij 1875 (Staatsblad no. 87);
Brengt ter kennis van de belanghebben
den. dat zal worden geopend
1°. op Maandag den elfden Augustus e k.:
a. de bij letter d van art. 15 der ge
noemde wet bedoelde jagt op waterwild
vermeld bij art. 17, als: eenden duikers,
waterhoenders watersnippen schrieken
kemphanen strandloopers wulpen en ple
vieren op alle wateren en hunne oevers
alsmede langs de kusten, moerassen pet
ten, plassen, grachten en slooten
b. het vangen van eendvogels in een
eendenkooi of* daarmede gelijkstaand toestel,
2Ö. op Maandag den twintigsten Octo
ber e. k.
Het vangen van waterwild met slagnetten.
En zal deze op de gebruikelijke wijze
worden afgekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden, den 8 Julij 1879.
De Commissaris des Konings voornoemd
Van HARINXMA thoe SLOOTEN.
en Zuid-Amerikawaar de jezuiten heer I
en meester zijn, zonder dat er het paradijs I
der onschuld wordt gevonden.
Labassetière beweerde verder, dat men,
om de ontketende hartstogten te bevredigen, I
hun de kerk ton prooi toewerpt. Men meent
in den strijd tegen de kerk een element
van kracht en populariteit te zullen vinden.
Maar men bedriegt zich. De huisvaders I
en de geestelijkheid zullen, men kan er ze- I
ker van zijn, vereenigd blijven. Het ge-
heele christelijke Frankrijk zal weerstand I
weten te bieden aan de geweldenarijzoo
wel als aan de valsche voorspiegelingen I
want het christelijke Frankrijk vertegenwoor
digt het regt en de vrijheid.
Nog meer sprekers zeiden, wat ze er van
dachten en ’thing er maar van af, wien
men gelooven wilde om tot erkentenis te I
komendat de jezuiten óf in ’t kwade öf
in ’t goedegroote dingen gedaan hebben. I
Het einde van alles was, dat de wet met I
352 tegen 159 stemmen werd aangenomen. I
De buitengewone indruk, dien de rede I
van Paul Bert gemaakt heeft, zegt het
Journal des Débat s, is een bewijs, dat de
meeste fransche ouders volstrekt niet ver
moeden, welk onderwijs en welke opvoe- I
ding tegenwoordig hun kinderen ontvangen. 1
Alles, w'at Bert gezegd heeft, is waar! Met I
zulk gemors vormt men mannen en vrou- I
wen! liet doel is, alle oordeelskracht, alle
gezond verstand te vernietigen; het is een
uitstekend systeem om de menschen dom
te houden materiele welvaartuiterlijke
beleefdheid, maar geen denken of willen.
Men moet er openlijk en rond voor uitko
men, dat de wet, d'ie thans in behandeling
is een politieke weteen wet tot verdedi
ging is. De slimste, geslepenste, gevaarlijk
ste man der partij, hij, die do wet van 1850 I
gemaakt heeft (Falloux)had wel gelijk, i
te protesteren tegen de onvoorzigtigen en 1
onhandigen die de banier der contra-revo- I
lutie ontplooiden. De contrarevolutiem.
a. w. de oorlog tegen do wereldlijke maat- I
schappij, togen de leekenmaatschappijte
gen het burgerlijk wetboek, tegen alle wet- 1
ten, die hot organisme des lands vormen,
dat is het wachtwoord. Bert heeft dit
duidelijk gemaakt. Ja, wel zou hot gevaar- 1
lijk zijn geweest als die listige bende den
republikein had gespeeld. Vroeger had zij I
de vrijheid als mom aangenomen en vele
eenvoudige on ook opregte liberalen lieten
er zich door beetnemensedert 30 jaren
hebben wij gezienhoe zij dat vertrouwen
heeft gebruikt. Door ondervinding zijn wij
wijs geworden. Wat ons verwondert, is dat
de mededeelingen van Bert verwondering
hebben opgewekt. Alles stond gedrukt in
do katechismenin de schoolboekjes. Wij
hebben onlangs gezien, dat een spreker in
de belgische Kamer bij het aanhalen van
plaatsen uit een katechismus eensklaps
zweeg, evenals Bert, omdat er vrouwen te
genwoordig waren. En dat noemt men een
christelijke opvoeding! En dat wil men ons
als het onderwijs der kerk opdringen
De trein van Beauvais naar Parijs is de
zer dagen in volle vaart bij Crevecoeur
gederailleerd. De machinist bleef dadelijk
doodde stoker werd zwaar gewond en
sommige reizigers bekwamen kwetsuren.
DUITSCHLAND.
Von Bismarck toont zich wreer de man,
die ’t weten wilde man, die zijn doel on
afgebroken in ’t oog houdt en ’t met de
middelenom het te bereiken zoo naauw
niet neemt. Hoe thans over hem en over
den toestand, dien hij bewerkt, gedacht
wordtmag blijken uit het volgende
Petroleum, koffij tabak, die groote be
hoeften van den werkman, zij zijn duurder
6
bisschoppen is goedgekeurd en waarvan
reeds de zevende druk verscheen, geant
woord: „Het is nooit geoorloofd eene slechte
daad te verlangen, maar het is wel geoor
loofd zich te verheugen over de voordeelen,
die ze aanbrengt. B. v.: een zoon kan met
vreugde de nalatenschap aanvaarden, wan
neer zijn vader vermoord is.” Verder leert
men in dat boek, dat men in gewigtige ge
vallen een onschuldige mag dooden, als er
iets goeds mee wordt beoogd.
Vergeeft mij, mijne heeren! zoo zeide
Bert, als ik zaken aanroer, die nooit van
eene fransche tribune gehoord zijn. Het is
niet mijne schuld. Het is de schuld van
hen, die zeggen dat zij de wachters zijn
van de moraal. Uit het geschreven onder
wijs kunt gij afleiden, wat het mondelinge
onderligt zal zijn. Genoeg van die schan
delijkheden en vuilheden. Aan u zij het
overgelaten de ontwikkeling van zulk eene
opvoeding te stuiten.
Labassetière meende, dat de Kamer aan
de katholieken wel den noodigen tijd zal
willen geven, om op zooveel lasteringen te
antwoorden. Door den voorzitter aange
maand om het woord „lasteringen” in te
trekken werd hijdaar hij die weigerde,
tot de orde geroepen.
Bij een der aanhalingen werd geroepen
„Dat is niet mogelijk! Het boek waaruit
gij voorleestis het werk van een waan
zinnige
En Bert antwoordde: „O mijne heeren
gij zijt wel onregtvaardig jegens onze hee
ren bisschoppen, die het boek goedgekeurd
hebbenvoor msgr. Louisbisschop van
Verdun, voor msgr. André, bisschop van
Straatsburgenz. Ik geloof nietdat zij
aan het werk van een waanzinnige hunne
goedkeuring zouden geschonken hebben
wat ik u voorgelezen heb, mijne heeren, is
de zuivere leer!”
Bij de herinnering aan de voor meis-
jesooren niet geschikte lessenverlang
de Colbert-Laplace, dat de vergadering met
gesloten deuren zou voortgezet worden en
du Bodan riep: „Niet verder; er zijn dames
en jonge dochters op de tribunes.”
En Bert weder„Onze geachte collega
merkt opdat er dames en jonge dochters
op de tribunes zijn. Maarmijnheer du
Bodan; erken dan ook. welk een schreeu
wende tegenstrijdigheid het isin de Ka
mer in eene vergadering van mannen
waar jongelingen, vrouwen en meisjes als
toehoorders tegenwoordig zijn, niet te mo
gen voorlezenwat geschreven is om gele
zen en overdacht en gewogen te worden
door jonge dochters in een pensionaat van
het Heilige Hart of elders
„Het werk dat gij daar noemtis niet
geschreven door een jezuitriep de Ker-
menguy.
„Goed, antwoordde Bert„maar het is
toch van een geestelijke, en gij en uwe
vrienden, hebt ge niet herhaardelijk hier in
de Kamer verklaard, dat er thans geen on-
-1 1 1 I 1 1 - 1
de andere geestelijke orden
de uwen hebt ons gezegd, en het
bekeerd is tot de begrippi
jezuiten. Bijgevolg heb
te zeggen, als wij zekere instellingen of ge
dachten van een lid eener congregatie in
een boek vindendat zijn de stellingen of
de gedachten der jezuiten.”
De Labassetière beschouwde der jezuiten
groote daden van eene andere zijde en be
val hun onderwijs aan als een dam tegen
het positivisme en het materialisme. Het
leekenonderwijs verklaart de veelvuldige
zelfmoorden, de groote misdaden!”
Hier werd de spreker herinnerd aan Spanje
I
I
i
BOMDSCHE COURANT.
r
AA' A -