1879. A c h 11 i e n d e J a a r g a n g. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Msirm a wbntsbrabbbl No. DONDERDAG 28 AUGUSTUS. 8 KENNISGEVING. VOOR ONZE STAATKEMIIGE TOESTAM). I den kunstweg te mogen aansluiten. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts.van 17regels. Vol'* volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. de ik ik >P st ■st ar ar len len lid- te- ch- itia lor den loco-Directeur der om aan n a I. e aÜ en >r- ;et lie an n, lig er de >J r. st Ter gelegenheid van het onderzoek van de gemeenterekening over 1878 is het over schrijden van verschillende uitgaafposten ter sprake gekomen. In verband daarmede is Dat doet Rometerwijl ’t zich moet her inneren dat het juist aan de vrijzinnigen zijn meeste vrijheden heeft te danken en dat waarlijk de Gereformeerde Staatskerk ten onzent voor haar kerk niet zeer vrién delijk is geweest. Dat doet Dordt omdat het tijdelijk Rome kan gebruiken en in elk geval, gelijk het Wageningsch Weekblad op zijn gewoonlijk niet liefelijke wijze het uitdruktliever Paapsch dan modern wil zijn. Toch verheugt het mijdat wij man nen als Keuchenius en de Savornin Lohman in de kamer zullen zien optreden. Er is behoefte aan nieuw bloedaan frisschen geestaan mannen als zijdie weten wat zij willen. Dit kan een heilzame prikkel worden voor de liberale partijdie in veel opzichten wakker geschud moet worden gebracht tot erkenning van haar tekortko mingen genezen van haar onderlinge vee- ten en kibbelarijen bezield tot geloof in de waarheid harer beginselen. Want dat geloof ontbreekt haar te veel. Het moge waar zijn, wat uit de onthullingen van „de Tijd” schijnt te blijkendat een deel der partij veel schuldiger is dan de meerderheid vooral ten opzichte van dit ministerie, toch treden de personen met hun gebreken in ’t algemeen veel meer op den voorgrond dan de beginselendie zij moeten verte genwoordigen. Dat acht ik het treurige van onzen staatkundigen toestand. Er zijn te veel personen en te weinig persoonlijk heden er is genoeg geestmaar gebrek aan karakterer is kritiek in overvloed doch waar is het bezielend geloof? Af breken is heilzaamwie echter kan van afbraak alleen bestaan? Gelukke het den Koning spoedig te vinden, een organiserend hoofdeen warm harteen edel karakter in één woord, eene persoonlijkheid die aan alle partijen achting inboezemt en met krachtige hand regeert. M. E. v. d. MEULEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS VAN WONSERADEEL, brengen ter alge- meene kennisdat met 2 October a. s. in werking treedt het volgend bij raadsbesluit van 9 'November 1878 aan de verordening ter voorkoming en blussching van brand toegevoegd nieuw art. 14 „Het is, na 1 October 1879, verboden, in „de bebouwde kom der dorpen vlas te be merken anders dan in hoofdzakelijk voor „dat doel ingerigte gebouwen, die van steen „opgetrokken, met pannen gedekt en niet „aan andere gebouwen of getimmerten ver- „bonden zijn. Hooi- en strooblokken mo- „gen op geen korteren afstand dan van twee „meter van deze gebouwen geplaatst worden. „Gedurende het tijdperk der bewerking „mogen die gebouwen niet tot berg- of be- „waarplaats van brandbare materialen of „stoffen gebruikt worden en mag daarin „geen grootere hoeveelheid bewerkt of on- bewerkt vlas aanwezig zijndan van 100 „kilogram voor iederen werkman.” Voorts herinneren zij aan art. 15 dier verordening, luidende als volgt: „Het is verboden, in gebouwen dienende „tot bewerking en in bewaarplaatsen van „vlas, vuur te stooken, sigaren of pijpen te „rooken of licht anders dan in een geslo nten lantaren te branden. „Het droogen van vlas door vuur mag „in de in art. 14 genoemde gebouwen plaats „hebben tusschen des morgens vier en des „avonds zes uur, mits geschiedende in op zettelijk daarvoor ingerigte, goed sluitende „van steen of ijzer vervaardigde toestellen- „Op geenerlei andere wijze is het droogen „van vlas door vuur geoorloofd.” De overtreding van deze bepalingen wordt gestraft met eene geldboete van drie tot vijfentwintig gulden en eene gevangenisstraf van een tot drie dagen, te zamen of afzon derlijk. Bolsward21 Augustus 1879. Burgemeester en Wethouders voornoem d L. BRITZEL. De Secretaris, E. JANSEN. Door plaatsgebrek verschijnt dit artikel voor de vorige week bestemdeerst in het No. van heden. Een Ministerie is nu be noemd. Moge het blijken dat de heer van Lijnden van Sandenburg een hoofd zij van ’t welk kracht uitga. Wel ziet het Minis terie er wat bont gekleurd uitmaai' het bestaat uit mannen, wier verleden goed getuigenis geeftzoover wij hen kennen en bovenal begroet ik het met ingenomenheid, omdat het den heer van Lijnden gelukt is mannen als de professoren Vissering en Modderman te bewegenhun belangrijken werkkring te verwisselenmet een zetel in een ministerie, die vooral in deze dagen zeer wisselvallige kansen aanbiedt. Dat is een daad van vaderlandsliefdedie wij op Imogen prijs moeten stellen. Nu zij hun medewerking verleenenmogen wij niet anders verwachten, dan dat in libéralen, onpartijdigen geest zal worden geregeerd en is het te hopen, dat de Tweede Kamer door haar gedrag dit mogelijk zal maken. Alleen van den heer Reuther wordt ge schreven dat hij in merg en been ultra- montaan zou zijn. Dat zou zeer betreu renswaard zijn want ieder weet dat voor den ultramontaanniet Nederlandmaar Rome het vaderland is. Ik heb achting voor den oprechten Roomsch-Katholiek, maar hij moet vóór alles Nederlander zijn. Mogehët blijkendat dit gerucht onwaar is en ook de Minister van Oorlog op waardige wijze zijn plaats vervullen in dit nieuwe Kabinet. armvoogdij-begrootingen voor de dienst F. Tj ebbes Czn. om af- aanslag in den hoofd. en Nijverheid, ter rechter ure is voorgedra gen en met talent verdedigd. Maar de geest, die van het ministerie uitging in zijn ge heel en in ’t bizonder van den eersten mi nister was geen krachtige genoeggaf geen bewijs genoeg van zedehjken ernst er was geen Thorbecke-geest genoeg, er stond meer een handig advokaatdan een bekwaam leidsman aan het hoofd. Doch de regeering is vooral niet alleen schuldig. Wat is er geworden van de door getal sterkte zoo aanzienlijke liberale partij in de 2e Kamer, die aaneengesloten zou voort rukken met harer. aanvoerderom tot heil des lands hare kracht te openbaren Met eenig vertoonmaar in elk geval rond en open is van Houten uit de gelederen ge tredendochwaar is de samenwerking gebleken, mt t verloochening van eigen vaak zoo bekrompen opvatting en inzicht der overigendie naar ’t heettenog saarnge- bleven waren, die in elk geval elkanoer en de regeering hadden moeten steunen? Neenik wil geen legertuchtgeen blin delings gehoorzamenmaar zal er in een constitutionelen staat iets tot stand komen, dan moet er gemeen overleg wezen tus schen de regeering en de meerderheid der volksvertegenwoordiging en tusschen de le den dier meerderheid onderling. En in dat tweeledig opzicht is er ern stige reden tot beklag. Niet de tegenpartij hééft de regeering doen vallenveel meer de onwelwillende stemming der liberalen tegenover elkander en hunne houding ten opzichte van meer dan een ontwerp van wet. En de Koning? Laat het waar zijn, dat hij de personen der Ministers soms minder heusch heeft bejegendgelijk eerst werd gefluisterd, later in het openbaar werd mee gedeeld dat gold toch nimmer de richting die zij vertegenwoordigen. Immersnadat eerst het gevraagd ontslag was geweigerd, riep hij, bij hernieuwde aanvrage daarom, mannen tot zich als Fransen van de Putte en Cremersoud-ministers van geheel de zelfde richting. Dat dezen op zoo alleron handigste wijze het in hen gestelde ver trouwen beschaamden en zich afmaakten van de hun opgedragen taakheeft met recht de verbazing opgewekt van allen in den lande en is voorzeker den Koning niet te wijten. Zelfs tegen grondwetsherziening op zich zelf had de Koning zich niet ver klaard maar ieder zal toestemmendat al is er veel dat daarvoor pleit, toch ’t nu ge kozen oogenblik niet het geschiktste was om met een zoo wankelend ministerie eene zaak van zoo ingrijpenden aardzoo on verwachts te gaan behandelen. Mij dunkt de Koning heeft ook nu geheel als consti tutioneel vorst gehandeld en kan, nadat een vorig ministerie Heemskerk was ge vallen en de liberale partij voor ’t oogen blik geen kans schijnt te zien een ministe rie in haar geest samen te stellenwel niet anders doendan die taak op te dra gen aan een man als van Lijnden. Ook de liberale kiezers dragen voor een deel daarvan de schuld Hoe weinig opgewekt heid was er bij verre de meesten in gansch het land in de Juni-maand en zelfs bij de herstemmingen hoeveel kleingeestigheid in het beoordeelen van afgevaardigdenals b.v. te Rotterdamwaar velen een man als Mees wilden weren, alleen omdat hij naar eed en plicht vóór de kanalenwet had gestemddie Amsterdam ten goede zou komen en dat terwijl ieder kon zien hoe ijverig en aaneengesloten de katholieken zijn en vooral de anti-revolutionairendie steeds stoutmoediger worden en daartoe alle aanmoediging vinden in de zegepralen die zij behalen. Die overwinningen zijn over ’t geheel niet eervol bevochten. Dordt moet heulen met Rome en Rome met Dordt. vacature. 4. Idem van een Burgerlijken stand. 5. Aanvulling van de afdeelingen in ver band met de in het personeel van den raad voorgevallen veranderingen. 6. Bepaling van den datum voor welken het onderzoek van de begrootingen in de afdeelingen moet zijn afgeloopen. 7. Benoeming van de commissie aan wel ke eene herziening van de verordening op den hoofd, omslag zal worden opgedragen. Deze spiegelt zich af in hetgeen in de laatste maanden in den Haag en in het land geschiedt. Uit hetgeen plaats had in de Tweede Kamer der Staten Generaal bij de verkiezingen voor deze kamer en voor de gemeenteradenblijkt dat er onder de liberalen een treurig gebrek is aan een dracht aan geestkrachtaan bezieling en geloof. Ziekteverschijnselen van verschil lenden aard openbaren zich en bij de re geering en bij de volksvertegenwoordigers en. bij de kiezers. Met hoeveel blijdschap werd het ministerie Kappeyne begroet dooi de liberalen die naar ’t heetteonder lei ding van enkelenin hoofdzaken het steu nen zouden, vergetende persoonlijke veeten, terwijl de verschillende schakeringen niet te zeer zouden jagen naar de verwezenlij king van eigen inzichten. Met welwillend heid werd het ontvangen ook door anti-re volutionairen en Roomsch-Katholieken. Elk gevoelde dat er behoefte was aan een krach tige regeeringde onderwijskwestie moest van de baan, tegenover de groote en nood zakelijke uitgaven van openbare werken be stemd en die het onderwijs vereischen zou, terwijl de bijdragen uit Indie steeds ver minderen en Atjeh millioenen verslindt moesten belastingen hervormd en nieuwe ingevoerd wordenin overeenstemming met de draagkracht der natie. De legerorgani- satie en de verdediging des landswacht ten nog steeds op den man, die met talent en volharding zou blijken opgewassen te zijntegen deze moeijelijke taak en deze scheen toen gevonden. In één woordom van niet meer belangrijks te gewagen, dat op het gebied der justitie en elders op af doening wachtteer was werk in over vloed en ieder verbeidde met belangstelling de daden van dit ministerie. Wat is ervan geworden? ’tls waar, de gewijzigde wet op het Lager Onderwijs van 1857 is ten slotte aangenomen en al beant woordt zij niet aan veler verwachtingen zij bevat veel goeds en althans in de Sta ten Generaal is aan de onderwijs-agitatie het zwijgen vooreerst opgelegd. Het mini sterie heeft een zwaar verlies geleden door den dood van de heeren de Roo van Al- derwereld en van Bosse en een onverdien de neerlaag door de verwerping van het ontwerp van wet op de waterwegendat door den Minister van WaterstaatHandel 7. Voorstel van Burgem. en Weth. tot wijziging der gemeente-begrooting dienst 1879, met plan tot het aangaan eener geld- leening. 8. Idem naar aanleiding van het adres van ingezetenen van Schaardbetreffende eene tijdelijke sluiting van de openbare school aldaar. b. Op 2 September: 1. Notulen van de vorige vergadering. 2. Beëediging en installatie van de tot raadslid gekozen heeren R. H. Zijsling, D. P. de Jong, J. W. HengstG. Burghgraef en Mr. J. Klaasesz. de Boer. 3. Benoeming van een Weth. in de door het aftreden van den heer Zijsling ontstane Ambtenaar van den De Burgemeester van Wonseradeel brengt, der gemeentewet, ter algemeene kennis, dat door hem op Zaterdag den 30 Augs. en op Dingsdag den 2 September 1879telkens des voormiddags om 11 uur, in het gemeen tehuis te Bolswardvergadering van den gemeenteraad is belegdten einde te be raadslagen en besluiten over de hieronder vermelde punten. Bolsward27 Aug. 1879. De Burgemeester voornoemd, L. BRITZEL. Op 30 Augustus 1. Notulen der vorige vergadering. 2. Rapport van het onderzoek der re kening van de comm. voor werkverschaffing te Makkum. 3. Voorstel van Bugem. en Weth. om trent den aankoop van grond ten dienste van de schoolstichting te Zurich. 4. Aanbieding van de gemeente- dorps- en t 1880. 5. Verzoek van schrijving op een omslag. Verzoek van Friesche Landaanwinning-Maatschappij den weg uit den Makkumermeer-polder BOLSWfflBM COURANT 18 in, £0- i i xzt;umyvnwwmi vu>tv n u/wc4 uwctw uiciigv, ter voldoening aan het bepaalde in art. 41 s 3 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1879 | | pagina 1