No. 50.
A c h 11 i e n de J a a r g a n g
1879.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
LezersI
Geëerde
I
I E
BEKKTOMAKÏW.
VOOR
DONDERDAG 11 DECEMBER.
X
X
X
Inschrijving voor de
BIUEALAMISCIIE BEING I EN.
ken
blijden of ook van treurigen
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS’ 59Cts. vanl7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte
^XKXXXXXXXXXXXXXXXX^
Wat gaat een jaar
niet waar Hoe het
nu
10 December 1879. Heden had de
aanbesteding plaats van het maken en le
veren van 800 privétonnen in 4 perceelen
alsmede van 500 zinken trechters en 200
dito deksels. Aannemers zijn geworden
van het eerste W. Roorda, Kuiper alhier
voor de totale som van f 1921 en van het
laatste J. P. de Haan, koperslager te Oen-
kerk voorde som van f 249,75.
Van de bepuining enz. met de opslag
plaatsen langs het afgegraven bolwerk tus-
schen de Blaauwpoort en St. Janspoort,
in 7 perceelenzijn aannemers geworden
J. P. Vos, A. Bouwhuis, O. Vallinga, B
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van WONSERADEEL
doen te weten:
dat door den raad dier gemeente, in zijne
vergadering van 29 November 1879 is
vastgesteld het volgend besluit
De raad der gemeente Wonseradeel,
In aanmerking nemendedat de bij zijn
besluit van 9 November 1878 in de veror
dening ter voorkoming en blusgching van
brand omtrent de werkplaatsen tot bewer
king van vlas opgenomen bepalingen in de
tegenwoordige omstandigheden bezwaarlijk
te handhaven zijn;
Besluit
In de in gemeld besluit genoemde artt.
2 en 14 in plaats van „na 1 October 1879”
te lezen „n al Mei 1880”.
Zijnde dit besluit aan de gedeputeerde
staten van Friesland volgens hun berigt
van 4 December 1879, no. 57, in afschrift
medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort, den yen December 1879.
Burgemeester en Wethoudcrs voornoemd,
L. BRITZEL.
De Secretaris
E. JANSEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van WONSERADEEL maken bekend,
dat in de aanstaande ma tnd Januarij de
inschrijving vo>r de mtionale militie moet
plaats hebben van de jongelingendie in
hat jaar 1861 geboren zijn
dat voor die inschrijving op iederen werk
dag van de maand Januarij van ’s v.m. 9
tot ’s n.m. 1 uur ter gemeentesecretarie ge
legenheid zal bestaan
dat echterter bevordering van regel
matigheid en in het belang van de in te
schrijven personen, tot de inschrijving ex-
presselyk zitting zal worden gehouden:
te Makkum in het logement „de Prins”,
op Maandag 12 Januarij
te Arum bij den logementhouder J Mei
jer op Dingsdag 13 Januarij, en
aan het gemeentehuis op Woensdag 14
Januarijtelkens des voormiddags om 10
uur.
De belanghebbenden worden verwezen
naar d uitgebreide bekendmakingendie
op de daarvoor bestemde plaatsen aange
plakt zijn.
Bolsward4 December 1879.
De Burgemeester,
L. BRITZEL.
De Secretaris,
E. JANSEN.
De BURGEMEESTER van WONSE
RADEEL
brengt ter kennis van de ingezetenen, dat
de door heeren gedeputeerde staten goed
gekeurde suppletoire kohieren van hoofde-
lijken omslag over 1879 heden aan den ge
meenteontvanger ter invorder ng zijn over
gegeven en dat de aangeslagenen alsnu
verphgt zijn, de aanslagen binnen de in
het aanslagbillet vermelde termijnen te vol
doen.
Bolsward, 9 December 1879.
De Burgemeester voornoemd,
L. BRITZEL.
stet is voor den afgevaardigde van Leeu
warden wel het allerminst verloren gegaan:
hij spreekt losgemakkelijkironisch
maar zegt waar het op aankomt."
Wie onzer lezers een paar jaar geleden
in „de Doele” eene door de tegenstanders
van het openbaar onderwijs belegde ver
gadering bijgewoond hebben, zullen dit
vleijend getuigenis gaarne onderschrijven.
Ook daar was de heer Lieftinck de man,
die het met zooveel kracht zei „waar het
op aankomt."
BOLSWARD.
Een vroeg en streng beginnen van den
winter brengt in den regel op vele plaat
sen velen in ongelegenheid. Er wordt
niet op gerekend, dat reeds in ’t begin van
December de wateren gesloten en de we
gen met sneeuw overdekt zijn. De win-
tervrienden stellen hnn verlangen betrek
kelijk zijn komst op Kerstmis, dan moet
er kunnen gereden worden; vroeger mag
zich al eens een nachtvorstje vertoonen,
maar dat het ook ernst kan zijn, daaraan
wordt bijna niet gedacht. Zoo blijft velen
ontbreken, wat ze nog wilden opslaan en
zoo worden anderen genoodzaakt, nu te
gebruiken, wat ze voor later hadden be
stemd.
De winter vermeerdert de behoeften en
vermindert de dagloonen. De winter is in
bijna alle opzigten den arme vijandig. Bij
de gedachte aan den arme komt almede de
vergelijking te pas, die in het vorig No. door
den heer M. E. v. d. Meulen gemaakt werd
iusschen menige groote stad en Bolsward.
Armoede gelijk die geleden wordt in groote
steden, is hier niet bekend; gebrek, zooals
daar velen het lijden, behoeft hier niet ge
leden te worden.
Te betreuren is het, dat nog te velen
arm zijn, omdat ze hun geld uitgeven voor
jenever, die hen in meer dan een opzigt
ongelukkig maakt; jammer is het, dat ook
nog enkelen vergeten, dat wie niet werkt,
ook niet eten mag. Daar, waar de nood
een gevolg is van onvermijdelijke omstan
digheden, daar is in Bolsward gelegenheid,
daar is er ook de goede wil, om dien nood
te lenigen. Er is wel eens geklaagd, dat
de pirtikuliere weldadigheid wel wat te
wenschen overlaat en er te veel gesteund
wordt op de rijke fondsen, die ook voor
het tegemoet komen in de behoeften van
den arme beschikbaar zijn. Die klagt is
misschien niet ongegrond, maar te aange
namer moet het dan ook zijn, te vernemen,
dat in de avondgodsdienstoefening van den
30 November door de diakonie der Herv.
Gem. een gift van vier tienguldenstukken
werd ontvangen. Zulk een gitt getuigt van
het christelijke hart des onbekenden gevers,
zij het dan, dat hij door het „christenvolk”
niet tot de hunnen gerekend wordt. Die
gift getuigt van meer liefde, dan die de
diakonie van Koudum aan den dag legt
jegens een door haar bedeeld huisgezin,
dat zij in Bolsward voor een jaar huisves
ting verschafte, maar waaraan zij nu den
anders genoten onderstand weigert.
--.A
Het politiek gehaspel is in den Haag
weder in vollen gangde Tweede Kamer
houdt zich al meer dan 14 dagen met de
behandeling van de staatsbegrooting voor
den dienst 1880 bezig. Voor de verschil
lende partijen is dit de meest gewenschte
gelegenheid om elkaar eens goed de ooren
te wasschen en daarin blijft men ook deze
keer niet in gebreke. Men mogt verwach
tendat de nieuwe onderwijswet thans
het hoofdpunt van het débat zou uitma
ken. De anti liberalen stonden als één
man gereed, om, zoo mogelijk, de invoe
ring van die wet te verijdelen. En er was
moed in de gelederen ook. Het lange
dralen met de invoering van de reeds in
Augustus 1878 door den koning bekrach
tigde wetde uitslag der verkiezingen in
Junij dezes jaarshet aftreden van het
ministerie-Kappeijne en het optreden van
een ministerie-van Lijnden: dat alles
spoorde hen aanom nog een laatste po
ging te wagen, ten einde die na veel strijds
tot stand gekomen wet op zijde te schui
ven. Zij hebben echter een gevoelige te
leurstelling ondervonden.
Reeds bij het debat over het adres van
antwoord op de troonrede had de kabinets-
formeerder van Lijnden voorheen een
der meest gerespecteerde leden der anti
revolutionaire partij aan zijn voormalige
vrienden op ondubbelzinnige wijze aan het
verstand gebragt, dat hun manier van doen
hem niet meer smaakt. Doch de hoop
bleef nog gevestigd op den minister van
binnenlandsche zakenden heer Six, een
man die openlijk er voor uitkomt, het
Evangelie te belijden, en van wien men
dus meende te mogen verwachtendat hij
wel allerminst de hand zou willen leenen
tot uitvoering van eene wet, die strekken
moet tot ontwikkeling van het door de
tegenstanders als godsdienstloos veroor
deelde openbaar lager onderwijs Maar
ook die hoop is in rook vervlogen. In een
ernstig woord, overvloeijende van waarde
ring van de openbare school, heeft de heer
Six doen uitkomendat hij met ingeno
menheid aan de voorbereiding van de in
voering der wet werkt.
Toch werd de strijd ook nu nog niet
opgegeven. Bij hoofdstuk Vbinnenland
sche zaken zou de eigenlijke slag gesla
gen worden. De heer Keuchenius, van vroe
ger bekend wegens een motie, die een
kamerontbinding ten gevolge hadkon
digde de volgende motie aan
„De kamer van oordeel zijnde, dat, in
afwachting eener herziening van het kies-
regtde invoering der wet op het lager
onderwijs behoort te worden uitgesteld
gaat over tot de orde van den dag.“
Maar deze motie vond bij de katholieke
leden geen onverdeelde instemming. Van
daar een tweede motie en wel van den
heer Heijdenrijck luidende
De kamervan oordeel dat aan de uit
voering der wet op het lager onderwijs be
hoort vooraf te gaan de regeling dertinan-
tiele vraagstukkendie daarmede in ver
band staangaat over tot dc orde van
den dag.”
Beide motiën werden echter met groote
meerderheid verworpen, die van den heer
Keuchenius met 56 tegen 22 en die van
den heer Heijdenrijck met 46 tegen 27
stemmen.
Onder de bestrijders der motiën hebben
wij met genoegen den heer Lieftinck ont
moet. De heer Lieftinck had tot nu toe
in de kamer een bescheiden stilzwijgen in
acht genomen. Het was thans de eerste
maaldat hij aan het d,ebat deelnam en
hij heeft dit op onverbeterlijke wijze gedaan.
De Nieuwe Rotterdammer courant zegt er
van De heer Lieftinck debuteerdeim
proviserende. Men mag er hem dan ook
geen grief van maken indien hij zich door
zijne ironie een enkele maal te ver liet
medeslepen. „Verlos ons van den preek
toon lieer” dit woord van de Gene-
toch haastig heen
komtdat ik juist
daaraan denk Och er doen zich in ’t
leven zoo enkele gebeurtenissen voordie
voor ons meer dan andere belangrijk en
gewigtig zijn of die wij er ten minste voor
houden Komt de tijd, dat ze verjaren
dan komen ze ons onwillekeurig te binnen
en wij moeten met onze vrienden spre-
van den tijd, waarin we zoo iets ge-
wigtigs beleefden. En aan die herinnering
paart zich dan ook doorgaans terstond de
gedachtedat we weer een kleiner of groo
ter deel van den tijd verder zijn gekomen,
en daar ons toch het belangrijke feit nog
zoo levendig voorstaat, alsof het pas gister
was gebeurd, worden we gedrongen tot den
uitroep.- Hoe snel vervliegt de tijd!
Zoo kwam ook ik er toe, met dezen uit
roep U aan te spreken, daar ik mij herin
nerde, wat ik een jaar geleden mogt on
dervinden. Gij allen weet, hoe ik van ge
daante veranderde en in grootte toenam
zoudt Gij ook kunnen beseffen, dat die me
tamorphose ee.i gewigtig feit is geweest?
Gij zoudt dat kunnen, als Gij wist, wat er al
vooraf werd overwogen en besproken, wat
er al noodig was ter voorbereiding, n wat
er af gronden moesten gezocht worden, om
er eenige berekeningen op te doen steunen.
Want, dit heb ik met de kinderen gemeen,
nu ik grooter ben geworden, heb ik ook
grooter behoeften en het voldoen daaraan
eischt grooter kosten. Die kosten vooruit
te berekenen, dat ging nog al; de zeker
heid te verkrijgen dat ik die kosten waard
zou zijn, was minder gemakkelijk. Geen
van hen, door wier zorge ik zou toenemen
in grootte, kon daarvan zekerheid geven;
allen namen zich voor, hun best te doen
ten einde ik zou kunnen beantwoorden
aan wat ik wenschte en beloofde.
Een jaar is sedert heen gegaan eu ik
heb reden om dankbaar en tevreden daar
op terugtezien. Het getal van hen, die
mij als nieuwsverteller in hunne woningen
ontvangen werd grooter. Voor velen mogt
ik bode z:;n, wanneer ze mededeelingen
hadden van blijden of ook van treurigen
aard. Veler belangen en wenschen werden
door mij aan belanghebbenden en belang
stellenden bekend gemaakt en dat ik het
mogt, ziet, dat is het juist waarover ik
mij verheug, waarvoor ik erkentelijk ben
n dankbaar. Het verloopen jaar is mij
de verzekering, dat zij goed zagen, die mijne
vergrooting noodig keurden en goed en
haar daarom hielpen bewerken. Er bestaat
geen reden om te twijfelen of zij op den
nu een jaar lang betreden weg zullen voort
gaan en ik meen geen reden te hebben
om bezorgd te zijn, of men mij wel in zoo
ruimen kring zal willen blijven ontvangen,
of men mij wel met zoo veel en zoo veler
lei zal willen belasten, d. i. begunstigen, als
waarvoor ik mijne diensten aanbied. Eerst
met den aanvang van 1880 gaat voor mij een
nieuwe jaargang beginnen; mogten er echter
zijn, die in dat jaar mijn wekelijksche
komst verlangen, dat zij dit verlangen te
kennen geven en ook nog dit jaar kom ik
tot hen en ontvangen zij de exemplaren,
die vóór Januarij verschijnen, gratis.
Den 11 December 1879.
De Bolswardsclie Courant.
-
1
LSWA
I
S-f
la
Sgstir 1