1
I
43 I
GEMENGD NIEUWS.
EEN PRAATJE OVER ARBEID.
Volksvoordracht.
55
43a
45a
47a
49a
53
51a
45
47
57a
Don.
x
10,15
10,—
44a
44
50
46a
48
52
58
48a
50a
52a 58a
54
56
C/>
r
UJ
5,30
Zij ontvingen van hunne chefs
hebben
Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az.
Sneek
Bolsward
Harlingen
Harlingen
Bolsward
Sneek
4,10
5,30 R1
6,10
6,15
7,45
8,30
6,15
7,45
8,30
V.
A.
V.
A.
5,30
6,15
11,10
12,30
12,30
1,10
1,15
1,55
3,45
4,30
5,45
V.
A.
V.
A.
6,15
7-
8,15 12,30
7,35
8-
3,45
4,30
5,45
7,30 9,15
8,15
9,45
02
2,10
2,50
4,5
2,30
3-
6,15
7-
1
2,30
3-
3,40
9,15
10,-
11,15
O
«u
o
fd
Don.
3,15
4,30
12,30
1,15 3,40
om
Op Zondagen.
6,15 9,30
7,-
8,15
Dins.
6,45
8-
8,15
9-
III.
Sla toe, Meneer, zei de bootsman, en bood mij
zijne ruwe verweerde hand aan, die ik gaarne
aannam. Sla toeik ben u met hart en ziel
dankbaar voor hetgeen ge gezegd hebt. Nu mo
gen ze op me afstevenen, met klachten en lamen
taties, dat die de haver verdienen ze niet krijgen,
ze zullen met die lading bij mij niet aan boord
komen. En ik ben er wat blij om ook, hoor!
Want om u de waarheid te zeggen, ik vond het
dan maar verduiveld hard, dat de sjouerman, dat
de heihaas, dat de kerel, die voor zijn arbeid
naar ik dacht vleesch noodig had, nooit of te
nimmer vleesch kreeg. Nu weet ik beter. En
als ik er zoo over nadenk, dan moet ik zeggen:
ik ben ziende blind geweest. Alle dagen ziet ge
de menschen, die het minste vleesch eten, de
grootste lichamelijke inspanning doen. En een
heertje, dat een goeie pot eten met veel vleesch
er in t’huis heeft, is, als hij de handen uit de
mouw moet steken, geen knip voor den neus
waard. Dus nog ereis dankje meneer, je hebt
me netjes getroefd, en ik kan met mijn gebak
ken peren aan bakboord blijven zitten. Ik kom
er in alle gevallen nog beter af dan jij, vervolgde
hjj, zich tot den slagersknecht wendende, want
jij met je baas kunt nu wel oprukken!
Dat zal zoo een vaart niet loopen, viel ik in,
om te voorkomen, dat mijn twee buren het met
elkander te kwaad kregen. Wees in dat opzicht
maar niet bang voor de voorspellingen van den
bootsman. Vleesch zal wel altijd en terecht
een geliefkoosd voedsel blijven. Zoolang al
thans niet iedereen een vegetariaan geworden is.
U meent zeker een baviaan, zei de slagers
knecht. Ja, zoo’n baviaan is een leelijk dier,
die heb ik wel ereis in Ariis gezien.
Neen, ik meen een vegetariaan. Dat woord
klinkt wat vreemd, en de zaak zelve misschien
ook. Een vegetariaan is een mensch, die alleen
vegetalia eet, d. i. groenten, knollen, vruchten,
boonen, rijst, meel, in het kort alleen datgene,
wat van de planten komt. Zoo’n vegetariaan eet
nimmer vleesch, visch, gevogelte, of iets derge
lijks. Al het voedsel dat van dieren komt, wordt
door hem in den ban gedaan. Alleen voor de
melk en het ei maakt hij eene uitzondering, om
dat daarvoor geen dier behoeft gedood te worden.
46
dagblad worden.
Reeds vóór jaar en dag werd tusschen de
landeigenaren van het Staphorsterveld een eigen
aardige strijd gevoerd. Het terrein van die
streek is duizenden hectaren groot, doch hoogst
onvruchtbaar, omdat het door lage ligging be
stendig aan overstroomingen is blootgesteld, ten
gevolge waarvan die gronden koud zijn en gere
geld slechte oogsten opleveren. Toen het pro
vinciaal reglement op de waterschappen tot stand
was gekomen, hoopten vele ontwikkelde mannen,
dat door spoedige oprichting van een waterschap
met een stoomgemaal het Staphorsterveld in een
vruchtbaar oord zou herschapen worden. Met
dat verlangen strookte echter niet dat van de Stap
horster boeren, die meenen, dat een gulden in de
kast meer waarde heeft, dan een die besteed
wordt en met winst terugkeert. Vooral dit jaar
ondervinden die lieden de treurige gevolgen
hunner bekrompenheid, en door hunne schuld
lijden niet alleen zij, maar ook de meer ontwik
kelde landeigenaren, die een waterschap willen,
geducht veel schade. Naar men wil, wordt thans
weder gewerkt voor de oprichting van het wa
terschap. Zal andermaal de reactie, of ditmaal
de vooruitgang het winnen
De directeur der weesinrichting te Neer-
bosch heeft over het tweede kwartaal van dit
jaar, behalve honderde kinderkleedingstukkeu,
aan giften en legaten ontvangen de aanzienlijke
som van f52,251,12.
Voor de vacante betrekking van hoofd der
school te Noord-Schermer, waaraan eene jaar
wedde van f800 verbonden is, hebben zich 28
sollicitanten aangemeld. Eenige jaren geleden
meldden zich voor dezelfde betrekking niet meer
dan 4 sollicitanten aan.
Vier werklieden der Bredasche machinefa
briek van de heeren Backer en Rueb mochten
Zaterdag den dag herdenken, waarop zij 25 ja
ren onafgebroken aan die fabriek waren werk
zaam geweest. 1
ieder een zilveren tabaksdoos met inscriptie en
nog een stoffelijk bewijs van waardeering, terwijl
het overige personeel hen mede een geschenk
aanbood. Voorafgegaan door een muziekkorps
en gevolgd door de meeste werklieden der fabriek,
reden de jubilarissen in een open rijtuig in op
tocht naar den Zandberg, waar, ten huize van
den koffiehuishouder K., feest gevierd werd.
In de laatste aflevering van het Indische
Tijdschrift voor land- en tuinbouw leest men
„Gaatjes in sigaren. De import van Holland-
sche sigaren in Nederlandsch Indië is in de laat
ste jaren zeer toegenomen, wat wel toegeschreven
kan worden aan de minder en minder wordende
qualiteit van de Manilla sigaren. Bij gelijke prij
zen worden tegenwoordig meer van de Holland-
sche dan van de Manilla sigaren omgezet. Aan
de Nederlandsche sigarenfabrikanten komt deze
ommekeer ten goede.
„Op ééne zaak moeten wij hen echter attent
maken. Er wordt nog al eens geklaagd over
gaatjes in de Hollandsche sigaren. Handelaars
ons al aangezocht, om middelen aan te
geven, teneinde hunnen dikwijls grooten voorraad
voor die plaag te behoeden. Naar onze meening
moeten de middelen daartegen niet hier, maar in
Nederland gezocht worden.
„De gaatjes in de sigaren ontstaan van binnen
naar buiten er boren zich diertjes door, die in
het binnenste van de sigaren hun rusttijd hebben
doorgebracht. Vermoedelijk zijn ze daar uit eitjes
ontwikkeld, welke zeer waarschijnlijk in Neder
land al reeds op het blad zijn neergelegd, hetzjj
in de fabrieken, bij het maken der sigaren, hetzij
reeds vroeger bij het bewerken der tabak.
„Wanneer het mogelijk is aan den Nederland-
schen sigarenfabrikant, om de sigaren vóór het
sluiten der kisten nog eens eene bewerking te
doen ondergaan, zoodat alle organische leven
binnen de sigaren gedood is, dan is de strijd ge
wonnen. Dit middel zal echter niet gemakkelijk
te vinden zijn, daar de invloed daarvan op de
hoedanigheid van de sigaren een overwegende
factor is. Wij bevelen deze zaak in de aandacht
van de Nederlandsche sigarenfabrikanten aan.”
StatistiekHet aantal couranten op aarde
bedraagt ongeveer 40,000, en wanneer wij het
getal aardbewoners op 1400 millioen rekenen,
dan komt dus op elke 35,000 menschen één
courant. Onder de vijf werelddeelen telt Europa
het grootste aantal couranten, ruim 20,800, en
van de Europeesche landen heeft Duitschland het
grootste aantal. In dat Rijk verschijnen ongeveer
5600 couranten, waaronder 800 dagbladen. En
geland neemt de tweede plaats in met 4000,
waaronder ook 800 dagbladen zijn. Frankrijk
heeft ongeveer hetzelfde aantal nieuwsbladen.
Alleen te Parijs verschijnen er meer dan 1500;
het aantal Fransche dagbladen is niet zoo groot,
hoogstens 500. Dan volgt Italië met 1400 cou
ranten, waarvan er 160 dagelijks worden uitge
geven Rome heeft 200, Napels 120 en Turijn
94 couranten. Daarna volgt Oostenrijk met 1200
couranten, waaronder 150 dagelijksche. Spanje
telt er 850, waarvan het derde gedeelte dagelijksch
verschijnt. Rusland heeft, niettegenstaande het
van alle Europeesche Staten het grootste aantal
inwoners telt, slechts 800 couranten200 ver
schijnen er te St.-Petersburg, 75 te Moscou. Meer
dere daarvan verschijnen in twee of drie talen
eenige tegelijk in de Russische, in de Duitsche en
in de Fransche taal, eenige andere tegelijk in de
Duitsche en in de Russische taal. Naar verhou
ding tot de bevolking heeft Griekenland vele cou
ranten daar heeft bijna elk klein plaatsje een
nieuwsblad. Zwitserland telt 440 couranten, waar
onder zeer voorname, en België en Nederland
tellen er elk 400. Azië heeft in het geheel on
geveer 3200 regelmatig verschijnende couranten.
Naar het zeer groot aantal inwoners van het
Hemelsche Rijk te rekenen, heeft China weinig
courantenvan het ambtelijk regeeringsblad te
Peking verschijnen dagelijks drie drukken op pa
pier van eene bijzondere kleur. Andere belang
rijke zijn het regeeringsblad van Korea en de
Tscheng-Pas van Shangaï. Japan, dat op meenig
gebied met rassche schreden vooruitgaat, heeft
reeds 2000 couranten. Beloedsjistan en Afgha
nistan hebben tot nog toe geen couranten en in
het geheele Perzische Rijk verschijnen er slechts 6.
Afrika heeft over het algemeen zeer weinig cou
ranten, hoogstens 320, waarvan er 35 in Egypte
uitkomen. Veel beter is de dagbladpers in Amerika
vertegenwoordigd. Alleen in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika verschijnen ruim 13,000 cou
ranten, waaronder 1000 dagbladen zijn. Het zij
nog opgemerkt, dat in de Noord-Amerikaansche
Unie 120 nieuwsbladen door Negers worden uit
gegeven en geredigeerd. Het oudste blad der
Negers is 18 jaren oud en wordt te San Fran
cisco, in Californië, uitgegeven. In Canada, waar
700 bladen regelmatig verschijnen, heeft de Fran
sche dagbladpers de overhand. Rangschikt men
de nieuwsbladen naar de taal, waarin zij geschre
ven zijn, dan krijgen de Engelsche het leeuwen
aandeel met 17,000hierop volgen de Duitsche
met 8000, de Fransche met 7000 en de Spaan-
sche met 1650.
Te Frankfort zal een proces worden ge
voerd tusschen een verslaggever en een actrice.
Schulte, redacteur van de Didaskalia te Frank
fort, had een recensie geschreven over de actrice
Lange-Pratorius. Deze dame was met de re
censie niet tevreden en schreel een brief aan
den directeur van de Didaskalia, waarin zij ver
zocht, dat de verslaggever, óf uitvoeriger, of in
het geheel niet over haar zou spreken. De direc
teur antwoordde, dat hij zijn verslaggever niet
kon inftuenceeren en deze, die van de zaak in
kennis was gesteld, schreef dat hjj aan zijn col
lega’s zou meedeelen op welke wijze mevr. Lan
ge op de critiek trachtte te werken. Dezen brief be
schouwde mevr. Lange als laster en daar Schulte
niets wilde terugtrekken van hetgeen hij had
geschreven, zal de zaak voor het gerecht komen.
Voor eenige maanden vestigden zich in
eene rjjk gemeubelde woning in de Breteuilstraat
te Parijs, de graaf en de gravin de G., uit Bra
zilië. Dank zij goede brieven van aanbeveling
vonden zij al spoedig in de eerste kringen toe
gang en zagen zij allerlei door positie of talenten
vermaarde personen ten hunnent. Dezer dagen
gaven zij eene luisterrijke partij en tegen 1 ure
in den ochtend was men in de speelzaal druk
aan het „baccarat”. De inzet bedroeg reeds meer
dan 50,000 francs. Plotseling verscheen een
deftig heer met twee personen, die al het voor
komen van geheime politie-agenten hadden, te
midden der spelers en nam in naam der wet
den inzet in beslag, tevens de namen der aan
wezigen vragende. Graaf de G. protesteerde
nadrukkelijk tegen de schennis van zijn domi
cilie, maar de ander bleef onwrikbaar, maakte
proces-verbaal op en verwijderde zich met het
geld.
Een der spelers, die hierbij 10,000 francs ver
loor, vertrouwde de zaak niet en ging naar den
politiepost der wijk, waar men echter van den
prins geen kwaad wist. Daar hij om verschil
lende redenen ook aan den Braziliaanschen graaf
twijfelde, keerde hij tot dezen terug en gaf hij
den anderen spelers kennis van zijn bevinden.
Men verlangde meer licht en de heer de G. ver
klaarde met de grootste kalmte, dat, indien
werkelijk bleek dat men met een valschen com
missaris van politie te doen had, hij zelf aan
ieder nog dienzelfden namiddag het zijne zou
terugbetalen. Toen men zich echter daartoe
aanmeldde, waren mijnheer de graaf en mevrouw
de gravin onnaspeurlijk verdwenen.
zijne lengte, zijne breedte, zijne dikte nog niet.
Hier moet en mag niets gespaard worden, om
het schoone meubel geheel aan zijn doel te doen
beantwoorden. Hier bangt alles van het timmer
hout, dat er gebruikt wordt, af. Hier beslist de
aard van dat timmerhout, of er een flink, krach
tig, goed getimmerd meubel zal voor den dag
komen, dat tegen een stootje kan, dan wel eene
krakende kast vol scheuren, die bij den minsten
windstoot in elkaar valt. En daarom zou ik
zeggen tot den ambachtsman die mij om raad
vroeg, hoe in dezen duren tijd het best te han
delen Vriend, als ge u zelf krachtig en gezond
voelt, eet vet, meel, boonen, groenten, brood; gij
hebt er volkomen genoeg aan voor uw gezona-
heid, voor uwen arbeid; maar zorg, dat uw kin
deren zoo vaak mogelijk een stuk vleesch krijgen.
Is het geen ossenvleesch, dan paardenvleesch,
konijnenvleesch, welk vleesch ge wilt, vleesch is
vleesch. Mahoniehout is mahoniehout, of het uit
Brazilië in Zuid-Amerika, uit Mexico in Noord-
Amerika, dan wel uit Senegambiën in Afrika
komt. En als ge geen vleesch kunt machtig
worden, geef dan uw kinderen ten minste ander
dierlijk voedsel, geef hun melk, zooveel ze lusten,
geef hun een ei, zoo vaak gij het machtig kunt
worden. Notenboomhout en ebbenhout is wel
geen mahoniehout, maar het is toch in alle ge
vallen goed timmerhout, waaruit ge soliede, flinke,
sierlijke meubelen kunt vervaardigen. Maar ver
geet in elk geval niet, dat brood en aardappelen
alleen en nog eens aardappelen en brood niet het
timmerhout is, waaruit flinke, sterke leden der
maatschappij groeien.
De kleerenmaker scheen recht in zijn nopjes
gebracht, toen hij mij aldus over de behoefte van
kinderen aan goed dierlijk voedsel hoorde uit
weiden. Hadt ge het vooruit niet geweten, ge
hadt het nu kunnen zien, dat hij vader was. De
bootsman en de slagersknecht hadden geen kin
deren, dat bleek even duidelijk. Zij vonden het
wel heel aardig, heel goed wat ik daar verteld
had, maar ze hadden de toepassing niet t’huis
dag aan dag voor hun oogen. Die had echter
de kleermaker wel, en met een glans van ge
noegen op het gelaat, zei hij me
U heeft wat gelijk, Meneer! Wij mogen geen
vleesch noodig hebben, onze kinderen des te
meer. Sedert mijn buurvrouw haar armen suk
kel van een kind paardenvleesch heeft gegeven,
groeit dat kind als een lier. Sedert ons Jantje alle
dagen een kan melk gebruikt, wordt hij een heel
ander kereltje dan vroeger. En ik zal er nu met mjjn
vrouw over spreken, om hem paardenvleesch te
6,15
1,30 van Harlingen en komt om 3,te Bolsward aan.
Op Werkdagen.
6,30 9,35
10,50 9 q
6,15 835 11,25
Woensdag vertrekt tram 52
49
Op Werkdagen.
9,30 11,45
10,15 12,30
11,-*
Op Zondagen.
6,30 9,35
7,55 10,50
5,30 8,—
8,45
water geraakte. De beide drenkelingen werden
echter met haken en touwen spoedig op het
droge gebracht.
De Gemeenteraad van Utrecht heeft een
prijsvraag uitgeschreven voor den aanleg van
een wandelpark op het aangekochte terrein het
Hoogeland. De prijs is f700, de premie f300.
Programma’s voor don wedstrijd zijn a fl ver
krijgbaar.
De commissie van beoordeeling, bestaat uit de
heeren C. Muijsken, architect te Amsterdam,
voorzitter; C. Vermen, directeur der gemeente
werken te UtrechtL. Rosseels, tuinarchitect
te LeuvenH. van Lunteren, idem te Utrecht
en Leon. A. Springer, idem te Hilversum, secre
taris.
Eerstdaags zullen aan het strand ten Noor
den van Scheveningen door het regiment grena
diers en jagers gevechtschietoefeningen op groote
schaal worden uitgevoerd. Het terrein in de
richting van Wassenaar zal daartoe met inacht
neming der vereischte veiligheidsmaatregelen
worden afgezet.
Naar het D. v. N. verneemt zal Recht voor
Allen waarschijnlijk reeds met 1 October een
In het Rott. Nieuwsblad komt het vers voor,
dat in den „Franschen tijd” op het hek geschre
ven stond om het standbeeld van Erasmus te
Rotterdam. Wij twijfelen niet aan de getrouw
heid van het afschrift, maar hoe komt dan de
andere lezing in de wereld Deze luidde
Durft niemand meer oranje dragen,
Ik durf mijn grijzen kop wel wagen
Maar had mij eens Napoleon,
Gelijk hij heeft gedreigd, gegoten tot kanon,
Dan had ik, hiertoe afgezonderd,
Hem zeker van den troon gedonderd.
Mr. H. Verkouteren wijst op eene leemte
in onze wetgeving. Het dragen van vuurwape
nen is niet verboden, of, zoo al de Fransche wet
ten op dat punt nog gelden, dan wordt er toch
geen straf tegen bedreigd. In ons land nu is
verbod op het dragen van vuurwapenen nog meer
noodig, omdat er geenerlei toezicht op het ver
vaardigen van wapenen bestaatmen verkoopt
hier wat in andere landen is afgekeurd, vandaar
de zeer lage prijs, waardoor tot het aanschaffen
van revolvers enz. velen in staat gesteld worden,
die ze anders om de kosten niet zouden kunnen
koopen. De heer Verkouteren acht het dringend
noodig, dat de wetgever de leemte in onze straf
wet aanvult.
Een man mag zoo trouwhartig en waarheid
lievend zijn als hij maar zijn kan, hij zal altijd
eenige jaren geleden sterker op ’t biljart geweest
zijn dan tegenwoordig.
In politieke kringen te Berlijn wil men
weten, dat tusschen den Keizer en Bismarck
overlegd wordt, in welken vorm deze zich zal
kunnen ontlasten van het grootste deel zijner
politieke werkzaamheden. De Keizer schijnt
Europa te willen toonen, dat de drie grootste
figuren, de Kroonprins, Bismarck en Moltke, die
naast Keizer Wilhelm I hebben gestaan in een
aureool van onmisbaarheid, voor de verdere ont
wikkeling van Duitschland toch nog kunnen
vervangen worden.
Onder de patiënten van dr. Mezger telt
men thans ook weder den beroemden violist dr.
Joachim, wiens verblijf te Amsterdam vijf a zes
weken zal duren.
Te Breda mogen telegrambestellers, wan
neer zij telegrammen voor Ginneken hebben,
gratis plaats nemen in de rijtuigen der Ginne-
kensche Tramwegmaatschappij. Zou de Amster-
damsche Omnibusmaatschappij zoo’n maatregel
ook niet kunnen nemen op de Zondagen, teneinde
den telegrambestellers meer Zondagsrust kunne
worden geschonken vraagt de Tijd.
Zaterdagavond, omstreeks 5 uur, had op de
Leliegracht bij de Heerengracht te Amsterdam
een dronkenmansscèno plaats. Eenige jongens
namen den dronkaard in de „veiling”, roepende
„houdt je roer recht”, met ffiet gevolg dat hij
een der jongens te pakken kreeg en hem zoo
sloeg, dat het bloed hem neus en mond uitvloog.
De andere bengels, die op den kant van den wal
stonden, plaagden hem steeds voort, zoodat de
dronkaard al zwaaiende met een der bengels te
Sneek-Bols ward—II arlinjren.
-- I Extra-
I I trammen.
Dins.
1,45
2,30
3,50
51
wij ten minste al het timmerhout dat wij krijgen
kunnen, bij elkander halen, om er een flinken
jongen uit te spijkeren.
Braaf gedacht en braaf gesproken hernam ik.
Ge zult misschien wel zeggen dat ge niet anders
doet dan uw plicht. Maar wie zoo zijn plicht
doet, verdient een pluimpjeen dat pluimpje zult
ge hebben, man. Ik heb het zoo dikwijls gezegd:
er zit in onzen Hollandschen werkman een goed
hart, een flinke geest en had ik het te voren
niet geweten, uw woorden van straks zouden mij
de overtuiging gegeven hebben: dat arbeid adelt.
Meneer, Meneer, gemaakt me inderdaad ver
legen.
Dat hoeft niet, viel de bootsman in. „Meneer
heeft gelijk. Hij heeft uit men hart gesproken.
Ik ben maar een eenvoudige Janmaat, een ouder-
wetsche pikbroek, maar ik zeg het naArbeid
adelt. Wie zelf hard werken moet voor den kost,
hij is veel meer tot menschlievendheid, tot liefde,
tot geven gestemd, dan wie het brood met de boter
en de kaas er opgesneden voor zich krijgt. Ik
heb er zoo dikwijls over gedacht, nu ik weêr
aan wal ben en al die nette heertjes met hun
mooie kleeren, hun nette laarsjes en korte jasjes
de straat zie slijpen. Jongens, dacht ik dan wel,
zou je, als je kondt, met ze willen ruilen Neen,
zei ik dan, om den dood niet. Liever met een
ouden zuidwester op, en een dikken pijekker aan
boven in den mast, terwijl het stormt, en de
wind je de ooren bijna van het hoofd afsnijdt,
dan zoo een nietsdoende landrotArbeid adelt,
ik zeg het nog eens.
Nu mogen we intusschen niet onbillijk worden,
hernam ik. Al werken de mooie heertjes, die
ge over straat ziet loopen, niet met hun handen,
ze zijn toch niet allemaal luiaards. Het lijkt er
niet naar. Er zijn er heel wat onder, die net
zoo hard werken als de ambachtsman, maar op
eene andere maniermet het hoofd. En dat is
me niet altijd een makkelijk werk, geloof het
me. Als ik dan ook zoo straks zei dat arbeid
adelt, dacht ik niet alleen aan den handwerksman,
maar aan ieder die werkt, zij het met zijn hoofd,
zij het met zijn handen, maar aan ieder die iets
doet ten nutte van zijn huisgezin, ten nutte van
de maatschappij, maar aan ieder die van de hem
geschonkene krachten een flink gebruik maakt.
Zoo alleen was dat „arbeid adelt”gemeend.
Wordt vervolgd.
1,30
2,45
Woensdag vertrekt tram 45 om 10,15 van Bolsward en komt om 11,30 te Harlingen aan.
I IiivlintreilBolswardSnoek.
Extra-
trammen.
ontmoeten, zei de bootsman.
Daar kunt ge nog wel eens toe komen, hernam
ik. In ons land moge die secte nog bijna on
bekend zijn, in Amerika telt zij zeer vele aan
hangers, en in Duitschland begint zij ook reeds
meer en meer opgang te maken. De vegetarianen
noemen hunne levenswijze de natuurlijke levens
wijze. Zij zeggen dat zij zich daarbij uitstekend
wel bevinden, dat zij in gezondheid, spierkracht,
lichaamsbouw, ontwikkeling van verstand, voor
niemand behoeven onder te doen. En al mogen
zij in vele van hunne beweringen van overdrijving
niet zijn vrij te pleiten, zij hebben door hun voor
beeld althans afdoende bewezen, dat men zonder
vleesch gezond en krachtig leven kan.
Nou, nou, ’t is me een raar boeltje tegenwoor
dig zei de slagersknecht. A lies wordt maar
afgeschaft. Afschaffing van sterken drank, af
schaffing van tabak, afschaffing vau vleesch nou
nog op den koop toe. Nou! ik zeg maar: ik
zou je danken
Maar hoe is het nu met het mahoniehout en
het vleesch vroeg thans de kleerenmaker.
Dat kan ik u makkelijk vertellen. Mahonie
hout is onder de houtsoorten één van de fijnste.
Wij maken er de kostbaarste, de schoonste, de
sierlijkste meubelen van. Dezelfde rol speelt nu
het vleesch bij het voedsel. Door het gebruik
van vleesch zijn wjj in staat het kostbaarste,
het schoonste, het sierlijkste meubel, ons eigen
lichaam, in stand te houden en te doen groeien.
Nu, wie eenmaal een sterk goed lichaam heeft
en gezond is, heeft maar heel weinig vleesch
noodig, om het in stand te houden. Het kost
bare meubel is er, goed afgewerkt en in zijn
behoorlijke grootte, en er behoeft maar een klein
beetje de hand aangehouden te worden, om het
te doen blijven, wat het was. Maar geheel an
ders begint de zaak er uit te zien, zoodra
ongesteldheid het lichaam ondermjjnd heeft,
en de krachten door zware ziekte zijn uitgeput.
Dan helpt het niet meer, of wij aan het kost
bare meubel een beetje de hand houden. Het
meubel heeft een gevoeligen knak gekregen,
en om het te repareeren, moeten wij het beste
hout gebruiken dat wij krijgen kunnen, wil
len wij het weer doen worden wat het was,
willen wij er geen lap- en knoeiwerk van maken.
En meer nog dan voor de herstellende zieken
is dat alles van gewicht voor den mensch, wiens
lichaam nog moet groeienvoor het kind. Hier
is wel is waar geen behoefte aan reparatie, maar
hier moet nog iets veel noodigers gebeuren. Hier
moet bijgewerkt worden. Hier is het meubel er
eens
e
o
Sfi
fl
O!
r
CD
00
co
co
Q
C
cS
c»
H