1 I 43 I GEMENGD NIEUWS. EEN PRAATJE OVER ARBEID. Volksvoordracht. 55 43a 45a 47a 49a 53 51a 45 47 57a Don. x 10,15 10,— 44a 44 50 46a 48 52 58 48a 50a 52a 58a 54 56 C/> r UJ 5,30 Zij ontvingen van hunne chefs hebben Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az. Sneek Bolsward Harlingen Harlingen Bolsward Sneek 4,10 5,30 R1 6,10 6,15 7,45 8,30 6,15 7,45 8,30 V. A. V. A. 5,30 6,15 11,10 12,30 12,30 1,10 1,15 1,55 3,45 4,30 5,45 V. A. V. A. 6,15 7- 8,15 12,30 7,35 8- 3,45 4,30 5,45 7,30 9,15 8,15 9,45 02 2,10 2,50 4,5 2,30 3- 6,15 7- 1 2,30 3- 3,40 9,15 10,- 11,15 O «u o fd Don. 3,15 4,30 12,30 1,15 3,40 om Op Zondagen. 6,15 9,30 7,- 8,15 Dins. 6,45 8- 8,15 9- III. Sla toe, Meneer, zei de bootsman, en bood mij zijne ruwe verweerde hand aan, die ik gaarne aannam. Sla toeik ben u met hart en ziel dankbaar voor hetgeen ge gezegd hebt. Nu mo gen ze op me afstevenen, met klachten en lamen taties, dat die de haver verdienen ze niet krijgen, ze zullen met die lading bij mij niet aan boord komen. En ik ben er wat blij om ook, hoor! Want om u de waarheid te zeggen, ik vond het dan maar verduiveld hard, dat de sjouerman, dat de heihaas, dat de kerel, die voor zijn arbeid naar ik dacht vleesch noodig had, nooit of te nimmer vleesch kreeg. Nu weet ik beter. En als ik er zoo over nadenk, dan moet ik zeggen: ik ben ziende blind geweest. Alle dagen ziet ge de menschen, die het minste vleesch eten, de grootste lichamelijke inspanning doen. En een heertje, dat een goeie pot eten met veel vleesch er in t’huis heeft, is, als hij de handen uit de mouw moet steken, geen knip voor den neus waard. Dus nog ereis dankje meneer, je hebt me netjes getroefd, en ik kan met mijn gebak ken peren aan bakboord blijven zitten. Ik kom er in alle gevallen nog beter af dan jij, vervolgde hjj, zich tot den slagersknecht wendende, want jij met je baas kunt nu wel oprukken! Dat zal zoo een vaart niet loopen, viel ik in, om te voorkomen, dat mijn twee buren het met elkander te kwaad kregen. Wees in dat opzicht maar niet bang voor de voorspellingen van den bootsman. Vleesch zal wel altijd en terecht een geliefkoosd voedsel blijven. Zoolang al thans niet iedereen een vegetariaan geworden is. U meent zeker een baviaan, zei de slagers knecht. Ja, zoo’n baviaan is een leelijk dier, die heb ik wel ereis in Ariis gezien. Neen, ik meen een vegetariaan. Dat woord klinkt wat vreemd, en de zaak zelve misschien ook. Een vegetariaan is een mensch, die alleen vegetalia eet, d. i. groenten, knollen, vruchten, boonen, rijst, meel, in het kort alleen datgene, wat van de planten komt. Zoo’n vegetariaan eet nimmer vleesch, visch, gevogelte, of iets derge lijks. Al het voedsel dat van dieren komt, wordt door hem in den ban gedaan. Alleen voor de melk en het ei maakt hij eene uitzondering, om dat daarvoor geen dier behoeft gedood te worden. 46 dagblad worden. Reeds vóór jaar en dag werd tusschen de landeigenaren van het Staphorsterveld een eigen aardige strijd gevoerd. Het terrein van die streek is duizenden hectaren groot, doch hoogst onvruchtbaar, omdat het door lage ligging be stendig aan overstroomingen is blootgesteld, ten gevolge waarvan die gronden koud zijn en gere geld slechte oogsten opleveren. Toen het pro vinciaal reglement op de waterschappen tot stand was gekomen, hoopten vele ontwikkelde mannen, dat door spoedige oprichting van een waterschap met een stoomgemaal het Staphorsterveld in een vruchtbaar oord zou herschapen worden. Met dat verlangen strookte echter niet dat van de Stap horster boeren, die meenen, dat een gulden in de kast meer waarde heeft, dan een die besteed wordt en met winst terugkeert. Vooral dit jaar ondervinden die lieden de treurige gevolgen hunner bekrompenheid, en door hunne schuld lijden niet alleen zij, maar ook de meer ontwik kelde landeigenaren, die een waterschap willen, geducht veel schade. Naar men wil, wordt thans weder gewerkt voor de oprichting van het wa terschap. Zal andermaal de reactie, of ditmaal de vooruitgang het winnen De directeur der weesinrichting te Neer- bosch heeft over het tweede kwartaal van dit jaar, behalve honderde kinderkleedingstukkeu, aan giften en legaten ontvangen de aanzienlijke som van f52,251,12. Voor de vacante betrekking van hoofd der school te Noord-Schermer, waaraan eene jaar wedde van f800 verbonden is, hebben zich 28 sollicitanten aangemeld. Eenige jaren geleden meldden zich voor dezelfde betrekking niet meer dan 4 sollicitanten aan. Vier werklieden der Bredasche machinefa briek van de heeren Backer en Rueb mochten Zaterdag den dag herdenken, waarop zij 25 ja ren onafgebroken aan die fabriek waren werk zaam geweest. 1 ieder een zilveren tabaksdoos met inscriptie en nog een stoffelijk bewijs van waardeering, terwijl het overige personeel hen mede een geschenk aanbood. Voorafgegaan door een muziekkorps en gevolgd door de meeste werklieden der fabriek, reden de jubilarissen in een open rijtuig in op tocht naar den Zandberg, waar, ten huize van den koffiehuishouder K., feest gevierd werd. In de laatste aflevering van het Indische Tijdschrift voor land- en tuinbouw leest men „Gaatjes in sigaren. De import van Holland- sche sigaren in Nederlandsch Indië is in de laat ste jaren zeer toegenomen, wat wel toegeschreven kan worden aan de minder en minder wordende qualiteit van de Manilla sigaren. Bij gelijke prij zen worden tegenwoordig meer van de Holland- sche dan van de Manilla sigaren omgezet. Aan de Nederlandsche sigarenfabrikanten komt deze ommekeer ten goede. „Op ééne zaak moeten wij hen echter attent maken. Er wordt nog al eens geklaagd over gaatjes in de Hollandsche sigaren. Handelaars ons al aangezocht, om middelen aan te geven, teneinde hunnen dikwijls grooten voorraad voor die plaag te behoeden. Naar onze meening moeten de middelen daartegen niet hier, maar in Nederland gezocht worden. „De gaatjes in de sigaren ontstaan van binnen naar buiten er boren zich diertjes door, die in het binnenste van de sigaren hun rusttijd hebben doorgebracht. Vermoedelijk zijn ze daar uit eitjes ontwikkeld, welke zeer waarschijnlijk in Neder land al reeds op het blad zijn neergelegd, hetzjj in de fabrieken, bij het maken der sigaren, hetzij reeds vroeger bij het bewerken der tabak. „Wanneer het mogelijk is aan den Nederland- schen sigarenfabrikant, om de sigaren vóór het sluiten der kisten nog eens eene bewerking te doen ondergaan, zoodat alle organische leven binnen de sigaren gedood is, dan is de strijd ge wonnen. Dit middel zal echter niet gemakkelijk te vinden zijn, daar de invloed daarvan op de hoedanigheid van de sigaren een overwegende factor is. Wij bevelen deze zaak in de aandacht van de Nederlandsche sigarenfabrikanten aan.” StatistiekHet aantal couranten op aarde bedraagt ongeveer 40,000, en wanneer wij het getal aardbewoners op 1400 millioen rekenen, dan komt dus op elke 35,000 menschen één courant. Onder de vijf werelddeelen telt Europa het grootste aantal couranten, ruim 20,800, en van de Europeesche landen heeft Duitschland het grootste aantal. In dat Rijk verschijnen ongeveer 5600 couranten, waaronder 800 dagbladen. En geland neemt de tweede plaats in met 4000, waaronder ook 800 dagbladen zijn. Frankrijk heeft ongeveer hetzelfde aantal nieuwsbladen. Alleen te Parijs verschijnen er meer dan 1500; het aantal Fransche dagbladen is niet zoo groot, hoogstens 500. Dan volgt Italië met 1400 cou ranten, waarvan er 160 dagelijks worden uitge geven Rome heeft 200, Napels 120 en Turijn 94 couranten. Daarna volgt Oostenrijk met 1200 couranten, waaronder 150 dagelijksche. Spanje telt er 850, waarvan het derde gedeelte dagelijksch verschijnt. Rusland heeft, niettegenstaande het van alle Europeesche Staten het grootste aantal inwoners telt, slechts 800 couranten200 ver schijnen er te St.-Petersburg, 75 te Moscou. Meer dere daarvan verschijnen in twee of drie talen eenige tegelijk in de Russische, in de Duitsche en in de Fransche taal, eenige andere tegelijk in de Duitsche en in de Russische taal. Naar verhou ding tot de bevolking heeft Griekenland vele cou ranten daar heeft bijna elk klein plaatsje een nieuwsblad. Zwitserland telt 440 couranten, waar onder zeer voorname, en België en Nederland tellen er elk 400. Azië heeft in het geheel on geveer 3200 regelmatig verschijnende couranten. Naar het zeer groot aantal inwoners van het Hemelsche Rijk te rekenen, heeft China weinig courantenvan het ambtelijk regeeringsblad te Peking verschijnen dagelijks drie drukken op pa pier van eene bijzondere kleur. Andere belang rijke zijn het regeeringsblad van Korea en de Tscheng-Pas van Shangaï. Japan, dat op meenig gebied met rassche schreden vooruitgaat, heeft reeds 2000 couranten. Beloedsjistan en Afgha nistan hebben tot nog toe geen couranten en in het geheele Perzische Rijk verschijnen er slechts 6. Afrika heeft over het algemeen zeer weinig cou ranten, hoogstens 320, waarvan er 35 in Egypte uitkomen. Veel beter is de dagbladpers in Amerika vertegenwoordigd. Alleen in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika verschijnen ruim 13,000 cou ranten, waaronder 1000 dagbladen zijn. Het zij nog opgemerkt, dat in de Noord-Amerikaansche Unie 120 nieuwsbladen door Negers worden uit gegeven en geredigeerd. Het oudste blad der Negers is 18 jaren oud en wordt te San Fran cisco, in Californië, uitgegeven. In Canada, waar 700 bladen regelmatig verschijnen, heeft de Fran sche dagbladpers de overhand. Rangschikt men de nieuwsbladen naar de taal, waarin zij geschre ven zijn, dan krijgen de Engelsche het leeuwen aandeel met 17,000hierop volgen de Duitsche met 8000, de Fransche met 7000 en de Spaan- sche met 1650. Te Frankfort zal een proces worden ge voerd tusschen een verslaggever en een actrice. Schulte, redacteur van de Didaskalia te Frank fort, had een recensie geschreven over de actrice Lange-Pratorius. Deze dame was met de re censie niet tevreden en schreel een brief aan den directeur van de Didaskalia, waarin zij ver zocht, dat de verslaggever, óf uitvoeriger, of in het geheel niet over haar zou spreken. De direc teur antwoordde, dat hij zijn verslaggever niet kon inftuenceeren en deze, die van de zaak in kennis was gesteld, schreef dat hjj aan zijn col lega’s zou meedeelen op welke wijze mevr. Lan ge op de critiek trachtte te werken. Dezen brief be schouwde mevr. Lange als laster en daar Schulte niets wilde terugtrekken van hetgeen hij had geschreven, zal de zaak voor het gerecht komen. Voor eenige maanden vestigden zich in eene rjjk gemeubelde woning in de Breteuilstraat te Parijs, de graaf en de gravin de G., uit Bra zilië. Dank zij goede brieven van aanbeveling vonden zij al spoedig in de eerste kringen toe gang en zagen zij allerlei door positie of talenten vermaarde personen ten hunnent. Dezer dagen gaven zij eene luisterrijke partij en tegen 1 ure in den ochtend was men in de speelzaal druk aan het „baccarat”. De inzet bedroeg reeds meer dan 50,000 francs. Plotseling verscheen een deftig heer met twee personen, die al het voor komen van geheime politie-agenten hadden, te midden der spelers en nam in naam der wet den inzet in beslag, tevens de namen der aan wezigen vragende. Graaf de G. protesteerde nadrukkelijk tegen de schennis van zijn domi cilie, maar de ander bleef onwrikbaar, maakte proces-verbaal op en verwijderde zich met het geld. Een der spelers, die hierbij 10,000 francs ver loor, vertrouwde de zaak niet en ging naar den politiepost der wijk, waar men echter van den prins geen kwaad wist. Daar hij om verschil lende redenen ook aan den Braziliaanschen graaf twijfelde, keerde hij tot dezen terug en gaf hij den anderen spelers kennis van zijn bevinden. Men verlangde meer licht en de heer de G. ver klaarde met de grootste kalmte, dat, indien werkelijk bleek dat men met een valschen com missaris van politie te doen had, hij zelf aan ieder nog dienzelfden namiddag het zijne zou terugbetalen. Toen men zich echter daartoe aanmeldde, waren mijnheer de graaf en mevrouw de gravin onnaspeurlijk verdwenen. zijne lengte, zijne breedte, zijne dikte nog niet. Hier moet en mag niets gespaard worden, om het schoone meubel geheel aan zijn doel te doen beantwoorden. Hier bangt alles van het timmer hout, dat er gebruikt wordt, af. Hier beslist de aard van dat timmerhout, of er een flink, krach tig, goed getimmerd meubel zal voor den dag komen, dat tegen een stootje kan, dan wel eene krakende kast vol scheuren, die bij den minsten windstoot in elkaar valt. En daarom zou ik zeggen tot den ambachtsman die mij om raad vroeg, hoe in dezen duren tijd het best te han delen Vriend, als ge u zelf krachtig en gezond voelt, eet vet, meel, boonen, groenten, brood; gij hebt er volkomen genoeg aan voor uw gezona- heid, voor uwen arbeid; maar zorg, dat uw kin deren zoo vaak mogelijk een stuk vleesch krijgen. Is het geen ossenvleesch, dan paardenvleesch, konijnenvleesch, welk vleesch ge wilt, vleesch is vleesch. Mahoniehout is mahoniehout, of het uit Brazilië in Zuid-Amerika, uit Mexico in Noord- Amerika, dan wel uit Senegambiën in Afrika komt. En als ge geen vleesch kunt machtig worden, geef dan uw kinderen ten minste ander dierlijk voedsel, geef hun melk, zooveel ze lusten, geef hun een ei, zoo vaak gij het machtig kunt worden. Notenboomhout en ebbenhout is wel geen mahoniehout, maar het is toch in alle ge vallen goed timmerhout, waaruit ge soliede, flinke, sierlijke meubelen kunt vervaardigen. Maar ver geet in elk geval niet, dat brood en aardappelen alleen en nog eens aardappelen en brood niet het timmerhout is, waaruit flinke, sterke leden der maatschappij groeien. De kleerenmaker scheen recht in zijn nopjes gebracht, toen hij mij aldus over de behoefte van kinderen aan goed dierlijk voedsel hoorde uit weiden. Hadt ge het vooruit niet geweten, ge hadt het nu kunnen zien, dat hij vader was. De bootsman en de slagersknecht hadden geen kin deren, dat bleek even duidelijk. Zij vonden het wel heel aardig, heel goed wat ik daar verteld had, maar ze hadden de toepassing niet t’huis dag aan dag voor hun oogen. Die had echter de kleermaker wel, en met een glans van ge noegen op het gelaat, zei hij me U heeft wat gelijk, Meneer! Wij mogen geen vleesch noodig hebben, onze kinderen des te meer. Sedert mijn buurvrouw haar armen suk kel van een kind paardenvleesch heeft gegeven, groeit dat kind als een lier. Sedert ons Jantje alle dagen een kan melk gebruikt, wordt hij een heel ander kereltje dan vroeger. En ik zal er nu met mjjn vrouw over spreken, om hem paardenvleesch te 6,15 1,30 van Harlingen en komt om 3,te Bolsward aan. Op Werkdagen. 6,30 9,35 10,50 9 q 6,15 835 11,25 Woensdag vertrekt tram 52 49 Op Werkdagen. 9,30 11,45 10,15 12,30 11,-* Op Zondagen. 6,30 9,35 7,55 10,50 5,30 8,— 8,45 water geraakte. De beide drenkelingen werden echter met haken en touwen spoedig op het droge gebracht. De Gemeenteraad van Utrecht heeft een prijsvraag uitgeschreven voor den aanleg van een wandelpark op het aangekochte terrein het Hoogeland. De prijs is f700, de premie f300. Programma’s voor don wedstrijd zijn a fl ver krijgbaar. De commissie van beoordeeling, bestaat uit de heeren C. Muijsken, architect te Amsterdam, voorzitter; C. Vermen, directeur der gemeente werken te UtrechtL. Rosseels, tuinarchitect te LeuvenH. van Lunteren, idem te Utrecht en Leon. A. Springer, idem te Hilversum, secre taris. Eerstdaags zullen aan het strand ten Noor den van Scheveningen door het regiment grena diers en jagers gevechtschietoefeningen op groote schaal worden uitgevoerd. Het terrein in de richting van Wassenaar zal daartoe met inacht neming der vereischte veiligheidsmaatregelen worden afgezet. Naar het D. v. N. verneemt zal Recht voor Allen waarschijnlijk reeds met 1 October een In het Rott. Nieuwsblad komt het vers voor, dat in den „Franschen tijd” op het hek geschre ven stond om het standbeeld van Erasmus te Rotterdam. Wij twijfelen niet aan de getrouw heid van het afschrift, maar hoe komt dan de andere lezing in de wereld Deze luidde Durft niemand meer oranje dragen, Ik durf mijn grijzen kop wel wagen Maar had mij eens Napoleon, Gelijk hij heeft gedreigd, gegoten tot kanon, Dan had ik, hiertoe afgezonderd, Hem zeker van den troon gedonderd. Mr. H. Verkouteren wijst op eene leemte in onze wetgeving. Het dragen van vuurwape nen is niet verboden, of, zoo al de Fransche wet ten op dat punt nog gelden, dan wordt er toch geen straf tegen bedreigd. In ons land nu is verbod op het dragen van vuurwapenen nog meer noodig, omdat er geenerlei toezicht op het ver vaardigen van wapenen bestaatmen verkoopt hier wat in andere landen is afgekeurd, vandaar de zeer lage prijs, waardoor tot het aanschaffen van revolvers enz. velen in staat gesteld worden, die ze anders om de kosten niet zouden kunnen koopen. De heer Verkouteren acht het dringend noodig, dat de wetgever de leemte in onze straf wet aanvult. Een man mag zoo trouwhartig en waarheid lievend zijn als hij maar zijn kan, hij zal altijd eenige jaren geleden sterker op ’t biljart geweest zijn dan tegenwoordig. In politieke kringen te Berlijn wil men weten, dat tusschen den Keizer en Bismarck overlegd wordt, in welken vorm deze zich zal kunnen ontlasten van het grootste deel zijner politieke werkzaamheden. De Keizer schijnt Europa te willen toonen, dat de drie grootste figuren, de Kroonprins, Bismarck en Moltke, die naast Keizer Wilhelm I hebben gestaan in een aureool van onmisbaarheid, voor de verdere ont wikkeling van Duitschland toch nog kunnen vervangen worden. Onder de patiënten van dr. Mezger telt men thans ook weder den beroemden violist dr. Joachim, wiens verblijf te Amsterdam vijf a zes weken zal duren. Te Breda mogen telegrambestellers, wan neer zij telegrammen voor Ginneken hebben, gratis plaats nemen in de rijtuigen der Ginne- kensche Tramwegmaatschappij. Zou de Amster- damsche Omnibusmaatschappij zoo’n maatregel ook niet kunnen nemen op de Zondagen, teneinde den telegrambestellers meer Zondagsrust kunne worden geschonken vraagt de Tijd. Zaterdagavond, omstreeks 5 uur, had op de Leliegracht bij de Heerengracht te Amsterdam een dronkenmansscèno plaats. Eenige jongens namen den dronkaard in de „veiling”, roepende „houdt je roer recht”, met ffiet gevolg dat hij een der jongens te pakken kreeg en hem zoo sloeg, dat het bloed hem neus en mond uitvloog. De andere bengels, die op den kant van den wal stonden, plaagden hem steeds voort, zoodat de dronkaard al zwaaiende met een der bengels te Sneek-Bols ward—II arlinjren. -- I Extra- I I trammen. Dins. 1,45 2,30 3,50 51 wij ten minste al het timmerhout dat wij krijgen kunnen, bij elkander halen, om er een flinken jongen uit te spijkeren. Braaf gedacht en braaf gesproken hernam ik. Ge zult misschien wel zeggen dat ge niet anders doet dan uw plicht. Maar wie zoo zijn plicht doet, verdient een pluimpjeen dat pluimpje zult ge hebben, man. Ik heb het zoo dikwijls gezegd: er zit in onzen Hollandschen werkman een goed hart, een flinke geest en had ik het te voren niet geweten, uw woorden van straks zouden mij de overtuiging gegeven hebben: dat arbeid adelt. Meneer, Meneer, gemaakt me inderdaad ver legen. Dat hoeft niet, viel de bootsman in. „Meneer heeft gelijk. Hij heeft uit men hart gesproken. Ik ben maar een eenvoudige Janmaat, een ouder- wetsche pikbroek, maar ik zeg het naArbeid adelt. Wie zelf hard werken moet voor den kost, hij is veel meer tot menschlievendheid, tot liefde, tot geven gestemd, dan wie het brood met de boter en de kaas er opgesneden voor zich krijgt. Ik heb er zoo dikwijls over gedacht, nu ik weêr aan wal ben en al die nette heertjes met hun mooie kleeren, hun nette laarsjes en korte jasjes de straat zie slijpen. Jongens, dacht ik dan wel, zou je, als je kondt, met ze willen ruilen Neen, zei ik dan, om den dood niet. Liever met een ouden zuidwester op, en een dikken pijekker aan boven in den mast, terwijl het stormt, en de wind je de ooren bijna van het hoofd afsnijdt, dan zoo een nietsdoende landrotArbeid adelt, ik zeg het nog eens. Nu mogen we intusschen niet onbillijk worden, hernam ik. Al werken de mooie heertjes, die ge over straat ziet loopen, niet met hun handen, ze zijn toch niet allemaal luiaards. Het lijkt er niet naar. Er zijn er heel wat onder, die net zoo hard werken als de ambachtsman, maar op eene andere maniermet het hoofd. En dat is me niet altijd een makkelijk werk, geloof het me. Als ik dan ook zoo straks zei dat arbeid adelt, dacht ik niet alleen aan den handwerksman, maar aan ieder die werkt, zij het met zijn hoofd, zij het met zijn handen, maar aan ieder die iets doet ten nutte van zijn huisgezin, ten nutte van de maatschappij, maar aan ieder die van de hem geschonkene krachten een flink gebruik maakt. Zoo alleen was dat „arbeid adelt”gemeend. Wordt vervolgd. 1,30 2,45 Woensdag vertrekt tram 45 om 10,15 van Bolsward en komt om 11,30 te Harlingen aan. I IiivlintreilBolswardSnoek. Extra- trammen. ontmoeten, zei de bootsman. Daar kunt ge nog wel eens toe komen, hernam ik. In ons land moge die secte nog bijna on bekend zijn, in Amerika telt zij zeer vele aan hangers, en in Duitschland begint zij ook reeds meer en meer opgang te maken. De vegetarianen noemen hunne levenswijze de natuurlijke levens wijze. Zij zeggen dat zij zich daarbij uitstekend wel bevinden, dat zij in gezondheid, spierkracht, lichaamsbouw, ontwikkeling van verstand, voor niemand behoeven onder te doen. En al mogen zij in vele van hunne beweringen van overdrijving niet zijn vrij te pleiten, zij hebben door hun voor beeld althans afdoende bewezen, dat men zonder vleesch gezond en krachtig leven kan. Nou, nou, ’t is me een raar boeltje tegenwoor dig zei de slagersknecht. A lies wordt maar afgeschaft. Afschaffing van sterken drank, af schaffing van tabak, afschaffing vau vleesch nou nog op den koop toe. Nou! ik zeg maar: ik zou je danken Maar hoe is het nu met het mahoniehout en het vleesch vroeg thans de kleerenmaker. Dat kan ik u makkelijk vertellen. Mahonie hout is onder de houtsoorten één van de fijnste. Wij maken er de kostbaarste, de schoonste, de sierlijkste meubelen van. Dezelfde rol speelt nu het vleesch bij het voedsel. Door het gebruik van vleesch zijn wjj in staat het kostbaarste, het schoonste, het sierlijkste meubel, ons eigen lichaam, in stand te houden en te doen groeien. Nu, wie eenmaal een sterk goed lichaam heeft en gezond is, heeft maar heel weinig vleesch noodig, om het in stand te houden. Het kost bare meubel is er, goed afgewerkt en in zijn behoorlijke grootte, en er behoeft maar een klein beetje de hand aangehouden te worden, om het te doen blijven, wat het was. Maar geheel an ders begint de zaak er uit te zien, zoodra ongesteldheid het lichaam ondermjjnd heeft, en de krachten door zware ziekte zijn uitgeput. Dan helpt het niet meer, of wij aan het kost bare meubel een beetje de hand houden. Het meubel heeft een gevoeligen knak gekregen, en om het te repareeren, moeten wij het beste hout gebruiken dat wij krijgen kunnen, wil len wij het weer doen worden wat het was, willen wij er geen lap- en knoeiwerk van maken. En meer nog dan voor de herstellende zieken is dat alles van gewicht voor den mensch, wiens lichaam nog moet groeienvoor het kind. Hier is wel is waar geen behoefte aan reparatie, maar hier moet nog iets veel noodigers gebeuren. Hier moet bijgewerkt worden. Hier is het meubel er eens e o Sfi fl O! r CD 00 co co Q C cS c» H

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 4