NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
801SWARÖ EN WONSERADEEL
H
k
f
I
1889.
No. 26.
BUITENLAND.
B I N N E N L A N D.
I
Achten Twintigste Jaargang.
DONDERDAG 27 .JUNI.
Amsterdamsche
PRAATJES.
VOOR
ten minste nichtjes op
A. C.
honderd gulden.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
?i
en misschien ook zijn
gen moest arbeiden alvorens het verlorene te
hebben ingehaald. Bovendien zijn in vele ge
vallen de verhoogde loonen later weer verlaagd
moeten worden, soms tot beneden het oorspron
kelijke bedrag, omdat middelerwijl de buiten-
landsche industrie van de werkstaking partij
had weten te trekken. In vele gevallen waren
de Fransche werklieden door buitenlandsche
vervangen.
strekken, indien ge er
nahoudt.
Heb je den Chah gezien Hoe zag hij er
uit Ik keek mijn nichtje aan, mijn nichtje
mij. Ik zweeg, doch eerlijker dan haar neef, ant
woordde zij ridderlijk „Bijna alleen zijn muts
en die was mooi-
Ziedaar, het nauwkeurige verslag van mijn
bezoek aan den Chah. Laat het u tot leering
Het manifest der rechterzijde van de Fran
sche Kamer van Afgevaardigden, is een kras
scheldstuk, waarbij uit het oog wordt verloren,
dat de voornaamste beschuldigingen terugslaan
op de rechterzijde zelve. De beschuldigingen
tegen de linkerzijde luiden
De partij, die nu twaalf jaren aan het bestuur
is, is veroordeeld. De republikeinsche meerder
heid, die gedurende drie opeenvolgende wetge
vende perioden, onder verschillende namen, het
gezag heeft geëxploiteerd, is veroordeeld. De
Kamer, die zooveel schandelijke dingen heeft
toegelaten, zooveel misbruiken met haar gezag
heeft gedekt, zooveel misdadige hartstochten heeft
gediend, is veroordeeld. De revolutionaire poli
tiek, die de geestelijke orden uit haar verblijf,
de rechters van hunne zetels, den godsdienst uit
de school en de hospitalen, de prinsen uit het
leger en het vaderland heeft verjaagd, is ver
oordeeld.
Het is te vergeefs, dat dit zieltogend „régime’’
in opstand komt tegen het algemeen stemrecht,
diens gekozenen verbant en hen verwijst naar
exceptioneele rechtbanken, die hunnen haat en
vrees tot maatstaf nemen van hare rechtsoefening.
Het oogenblik is gekomen, waarop het land,
bedrogen in zijn vertrouwen, met smarte de won
den peil, welke geslagen zijn aan zijne eer en
fortuin door dezelfde lieden, die het verlokt
hebben met hunne taal en beloften. De onder
neming van Tongkin, zoo hersenloos geleid, die
zich eiken dag kenmerkte door nieuwe verliezen
het tekort dat sedert tien jaren elk jaar toeneemt
met zeshonderd millioenmeer dan drie millard
leeningen, aangegaan met minachting van de
plechtigste verbintenissen de schandelijke handel
in ridderkruizen, in betrekkingen en leverantiën
aan den Staat, die geleid hebben tot de aftreding
van den President der Republiek de spioneering,
de verklikkery, de dagelijksche aanbrengerij tegen
de ambtenaren en de burgers, gebruikt als mid
del van regeeringdit alles heeft aller oogeu
geopend en de diepst gewortelde illusien doen
verdwijnen.
Hierop volgt een beroep op de goedgezinde
kiezers, om één aaneengesloten partij te vormen.
Herziening der Constitutie zal de leus zijn
’t is koren op den molen der Boulangisten.
De bakkers te Toulon hadden het werk
gestaakt, en daar sedert Donderdagavond de
bakkerijen gesloten waren, had men er Vrijdag
ochtend geen brood. Eerst te halftien leverde
de administratie van Oorlog en Marine op ver
zoek des burgemeesters 35,000 kilogram. Het
militaire brood werd door leden van den Gemeente
raad en commissarissen van politie aan de politie-
bureau’s, op de speelplaatsen der scholen, in
den schouwburg, bjj de rechtbank enz. uitgedeeld.
De bevolking schijnt zeer opgewonden te zijn
en beschuldigt den burgemeester van gebrek aan
voorzorg.
Een koetsier werd voor den Londenschen
politierechter gebracht, omdat hij het paard van
zijne cab mishandeld had. Het bleek bij het
verhoor, dat dit aan lager wal geraakte paard
twintig jaar geleden bijna den Derby-wedren ge
wonnen had.
Te Berlijn wordt de voortdurende vermeer
dering en verplaatsing naar het westen van de
Russische troepenmacht beschouwd als een zeer
ernstig teeken. Aan de westergrens worden
steeds levensmiddelen en ammunitie bijeenge
bracht door den aanleg van straatwegen, spoor
wegen en versterkingen wordt het leger in staat
gesteld, in den kortst mogelijken tijd mobiel te
worden gemaakt.
Bijna de geheele legermacht van Rusland staat
thans bewesten de lijn, die van Petersburg over
Moskou naar Charkoff loopt. De verschillende
legerkorpsen zijn allen op de strategische punten
bijeengebracht, waar zij over spoorwegen met
dubbel spoor beschikken. Aan de Duitsche grens
staan 7 legerkorpsen met 5 divisiën cavalerie,
aan de Oostenrijksche 8 legerkorpsen met 8 di
visiën cavalerie.
Tegenover deze feiten beteekent het snellere
mobilisatie-vermogen der Duitsche troepen niets.
Rusland tracht, meent men, Oostenrijk tot den
aanval te tarten, door op het Schiereiland van
den Balkan den invloed van Oostenrijk te ver
dringen. Dan zou Duitschland niet genoodzaakt
zijn, Oostenrijk bij te springen, omdat de Duitsch-
Oostenrij ksche alliantie slechts een defensief ver
bond is.
Naar aanleiding van de afgeloopen werk
staking der koetsiers te Parijs heeft de Messager
de Paris eene statistiek der werkstakingen in
Frankrijk gedurende de laatste tien jaren open
baar gemaakt. Daaruit blijkt, dat in 206 van
de 753 gevallen de werklieden hun zin kregen,
in 120 wederzijds iets werd toegegeveu en in de
overige 427 gevallen de arbeid zonder gunstiger
voorwaarden hervat moest worden. Het aantal
verloren werkdagen bedroeg voor elke werksta
king gemiddeld 8670. Het gunstigste gevolg voor
de werklieden was eene loonsverhooging van
10 pet., zoodat de werkman, die met deze uit
komst 16 dagen lang niet gewerkt had, 160 da-
Bolsward. Wij vestigen met ingenomenheid
de aandacht op de in dit blad voorkomende
advertentie, betreffende de goedkoope reisge
legenheid naar Heerenveen en Beetsterzwaag
op Zondag 30 Juni a.s. Voor f 1.le klasse
heen en terug, voor f 0,75 eveneens heen en
terug, kan men des morgens ten 7 ure van hier
gaan, is dan 10,45 te Beetsterzwaag en vandaar
des avonds ten 6,20 vertrekkende, is men ten
10 ure weer te huis.
Natuurlijk moeten zij die van Harlingen enz.
af komen iets verder reizen, maarzij betalen niets
meer. Ruim 7 uren heeft men, om de schoone
omstreken van Heerenveen te zien, op het prach
tige „Olterterp” om te wandelen en alzoo een
heerlijken dag door te brengen, in een der be-
koorlijkste gedeelten van Friesland.
Westergoo. Het „flaexsjen”, de algemeene
term voor het trekken enz. van het vlas, komt
dit jaar zoo nog niet in, dan toch onmiddellijk
na den ongetijd, zoodat de bouwboer, die er eenige
pondematen van dit product te velde heeft staan,
van de eene drukte in de andere vervalt. Het
ophangen van de best uitgegroeide stengels loont
de moeite wel, daar zijn er bij, welke met ge
mak een paar oude ellen kunnen halen.
’t Schijnt wel, dat de verpleegden te Veen
huizen door het fraaie weer uitgelokt worden
om eens een uitstapje te maken, althans bijna
dagelijks kan men hier deserteurs zien passee-
ren. Aan hun grijs pakje, witte voetsokken en
klompen zijn zij dadelijk herkenbaar, om maar
niet eens te spreken van den ongewonen haast,
welke zij maken. Zoo spoedig doenlijk trachten
zij van kleederen te verwisselen, teneinde niet
door de politie herkend te worden en daarmede
maken zij het don menschen wel eens lastig.
Gewoonlijk worden hunne eigene pakjes tegen
een kleinigheid verkocht of in bosschen en wal
len geworpen. De spaarpenningen worden da
delijk omgezet in jenever, welke zij in de kolo
nie geheel moeten ontbeeren. Meest allen zetten
koers naar Meppel, daarbij zorgvuldig de dorpen
waar politie is, vermijdende, doch in den regel
duurt hunne vrijheid slechts kort. Of door ge
brek keeren zij vrijwillig naar Veenhuizen terug
óf zij worden door een rijksveldwachter „opge
bracht'’. De ontvangst is daar niet heel harte
lijk, want oogenblikkehjk gaan zij in de cachot,
waar zij hun uitstapje nog eens kunnen over
denken. De meeste desertie heeft plaats bij het
landwerk.
Heeft de maand Juni de laatste jaren meer
recht op den naam „hooimaand” gekregen dan
hare opvolgster Juli, dit jaar was dit in ’t bij
zonder het geval. Zelfs ouden van dagen heugt
het niet, dat de hooioogst zoo vroeg inviel, dat
geen enkele regendag stoornis in de werkzaam
heden bracht. Als eene groote bijzonderheid
mag dan ook zeker worden opgeteekend. dat bij
onderscheidene veehouders reeds vóór den lang-
sten dag de hooiing geëindigd is enkelen hunner
hadden genoemden datum nagenoeg 200 wagens
hooi van uitstekende kwaliteit schuurwaarts ge
reden. Geeft de hooioogst, reden tot tevreden
heid, niet alzoo de tegenwoordige stand van
etgroen en fennen. Het „nieuwgras” groeit niet,
de fennen zijn meer dan kaal, zoodat bij enkele
veehouders Ue beesten in ’t land worden gevoe
derd. Verlangend wordt uitgezien naar een trisch
Juni-regentje, daar ook de tuinvruchten begin
nen te lijden door de aanhoudende droogte.
Te Amsterdam is de plaats ontdekt, waar
de medailles, gestolen ten huize van den heer
Krelage te Haarlem, zich bevonden. Zij waren
reeds gesmolten en de klomp metaal bevond zich
reeds in de derde hand. Verder meldt men dat
de eerste opkooper, die de medailles zou gesmol
ten hebben, gevankelijk naar het huis van be
waring te Haarlem is overgebracht.
Aan een schrijven uit Ensenada (Argentinië)
aan een ingezeten te Scheveningen, ontleent het
U. D. eenige bijzonderheden, waaruit blijkt, dat
de steller het daar volkomen naar wensch heeft.
Hij is terstond geplaatst als onderbaas bij de
havenwerken en verdient zooveel, dat hij goed
kan leven en nog wat overhouden. Volgens hem
zijn er voor iemand met ondernemingsgeest en
kapitaal zeer goede zaken te maken op het ge
bied van handel en scheepvaart en vooral van
landontginning. Hij verzekert, dat ambachtslie
den en landbouwers er ruim hun brood zullen
verdienen en beter leven kunnen dan een burger
in Nederland, mits dat zij hun vak goed ver
staan.
De Arrondissements-rechtbank te Amster
dam heeft uitspraak gedaan in de zaak van den
heer Willink Ketjen. Zij oordeelde, dat het
delict van smaadschrift niet aanwezig was en
sprak hem daarvan vrij, doch veroordeelde hem
ter zake van beleediging tot eene geldboete van
'J De eisch was 6 maanden.
Och, mijnheer, wil u even op zij gaan De
aangesproken persoon keerde zoo goed en kwaad
het ging het hoofd om en trachtte zijn schouders
op te trekkendoch kon niet en moest zich alleen
vergenoegen met het trekken van een medelijdend
gezicht. „Ik moet er door!” „Wat kan 'tmijn
verdIk trok gauw mijn hoofd terug, want
ik zag, hoe weer een verraderlijk blosje de wan
getjes van nichtje ging kleuren en uit vrees, dat
ze den ganschen avond zou doorkleuren en mis
schien voor altijd haar kleur zou verspelen, be
sloot ik, mij in ’t onvermijdelijke te schikken. Ik
balanceerde van tijd tot tijd op mijn hakken en
vermaakte mij, om over de aaneengesloten schou
ders of de daarboven uitstekende hoofden te
gluren naar de kolbakken der huzaren, de blin
kende bajonetten der infanteristen of de schit
terende helmen der agenten.
Plotseling werd de menigte achteruit gedron
gen schoenen werden geplet, schouders geknepen,
hoofden gestooten. „Daar heb je hem Daar
kijk, kijkEenige helmen en kolbakken dansten
over de hoofden der toeschouwers, gevolgd door
dansende koetsiershoeden. „Zie je hem „Ik
niet!” „Ik ook niet!”
Voor het Amstel-hótel. Hoe ik met het
nichtje aan den arm van ’t Rijnspoorstation naar ’t
Amstel-hótel ben geschommeld, doet weinig ter zake.
Een niet minder groote menigte verdrong zich ook
hier; wie niet tevreden was met zijn plaatsje op
den begaanbaren grond, zocht een plaatsje op
den bok van een aapje en was gelukkig. Gestrekte
halzen in overvloed. „Zuster Anna ziet ge nog
niets komen?” en ’t antwoord luide steeds ont
kennend geen Perzische muts verscheen in ’t
verschiet. „HoeraKijk daar, hoeraAlle blikken
wendden zich naar het balkon, waar de drager
eener Perzische muts over de balustrade hing
geleund. „HoeraDe muts trok verschrikt het
hoofd tusschen de schouders, greep krampachtig
naar zijn hals wie weet of zijn heer en meester
niet dien hals van het hoofd ging scheiden, in
dien hij wist, dat zijn dienaar de hoera's ontving,
welk voor hem waren bestemd en verdween.
Voor een der vensters vertoonde zich een dikke
keukenmeid, geflankeerd door twee alleraardigste
binnenmeisjes, waarvan zelfs de Chah zou water
tanden, als een Lochemsche diamant tusschen
twee turkooizen.
Dag lieverd Dag zusLieverd noch
zus hadden gelegenheid, naar de sprekers te kijken.
De gansehe saamgepakte menigte begon eensklaps
in een schommelende beweging te geraken, daar
toe aangezet door een cordon politie-agenten, die
met de gewone handigheid ruim baan maakten.
Waggelend werd geretireerd. Eensklaps begonnen
de schouders zich te verheffenals een akelig
gehuil klonk het hiha door ’t luchtruim gegi-
chel, gekrijt we waren het slachtoffer gewor
den eener echte, onvervalschte hospartij.
AmiceNog beef ik over mijn leden, als ik
daar aan denknog breekt het angstzweet mij
uit. Nog hoor ik het gehuil van hiha„Hi
haGod mijn teenen Hiha Mensch,
mijn borst, mijn hoofd. HihaKerel, hou
je elleboog uit mijn oogen. HihaIk stik
sterf h.. i h...a...” Toen ik mijzelf weer
vond, had ik nog altijd mijn nichtje aan den arm
hoe dat mogelijk is geweest, blijft mij een raad
sel en stonden wij bloedrood, of blauw, ’k
weet het niet meer, op een vijftig meter afstand
van het Hotel. Krampachtig greep ik mij in mijn
ribben zij waren er nogik keek strak mijn
nichtje in haar kijkertjes ze was ’t werkelijk
zelf. „Hoera kijk, daar is ie de Schacht”.
Wat teenen had, verhief zich.
Daar, kijk, de stoep opEenige mutsen
verdwenen door de d,eur in ’t hotel. „Die met
die mooie muts, dat is hijNou is hij al
binnen
Amice
Languit lag ik op mijn canapé uitgestrekt,
geeuwend, half dommelend en genietend van een
dolce farniente, een zalig niets doen, dat zoo
aangenaam is na een diner een vermoeiend
werk in de hitte van Juni. Een zacht kloppen
wekte mij uit den dommel. Een gesmoord „Binnen”
gaf den kloppenden persoon vrijheid, mijn heilige
der heiligen binnen te treden, ’t Was mijn hospita,
die mijn heilige door haar komst ontheiligde en
mij van schrik bijna een tuimeling deed maken
van de canapé op den vloer door de mededeeling,
dat eene dame beneden op mij stond te wachten.
Een „knoop” heeft zeker op mijn lippen gezweefd,
want de oude hospita, een zedig, stemmig mensch,
dat nooit een „knoop’ zal leggen, als bij hooge
uitzonderingen, wanneer zij het vleesch heeft laten
aanbranden en dat gebeurt nooit meer dan
vier maal in de viertien dagen keek verbaasd
naar het roode trijp der canapé en van dat trijp
op den daarop uitgestrekten persoon en werd
bleek van schrik.
Wie is ’t
’k Weet ’t niet, mijnheer:
Moet je wetenEnfin, mijn rust is toch
bedorven Laat maar binnenkomen.
Mijn hospita, ik geloof bepaald, dat ze wan
trouwend begon te worden, slofte de deur uit, de
trap af en schommelde eenige oogenblikken later
de duizend en één treden weder op, gevolgd door
een wezen van ’t vrouwelijk geslacht, torsende
op haar hoofd een hoed als een koolblad, in haar
armen een zonnescherm, een regenscherm ender
gelijke voorwerpen, geschikt om een water- en
zonneschijn-vreezende dame te beschermen.
Dag neef!
Plotseling liet ik mijn beide beenen een cirkel
boog beschrijven van de canapé op den vloer en
stond ik recht als een kaars.
God bewaar me, nicht, hoe krijg je ’t in je
hoofd omik wil zeggen, wat verschaft mij
het genoegen van uw bezoek
De Chah
Wat blief je? De Chah,
harem, dat
Ik zweeg, want nichtje kreeg een kleur, 't Was
ook erg lummelachtig van mij, in tegenwoordig
heid van een ongehuwde dame te spreken over
een harem en dat nog wel in onze verlichte
negentiende eeuw.
Ja, de ChahIk heb zooveel van hem gehoord,
dat ik hem ook eens wilde zien.
Ja er zijn meer van die gek- ik bedoel er
zijn verscheiden nieuwsgierig, om den oosterschen
vorst van aangezicht tot aangezicht te zien, die
als vooruitstrevend man de Westersche bescha
ving met eigen oogen wil zien en als verstandig
vader en echtgenoot bij zijn uitstapjes zijn vrou
wen achterlaat.
Ik kreeg weer een kleur een gewoon gevolg,
wanneer ik mij op verboden jachtterrein bevindt
en bokken ga schieten. In de negentiende eeuw
spreekt men alleen van den liefhebbenden echtge
noot zijner vrouw, zonder ’t woordje en. Mijn
hospita, wantrouwender geworden als ooit, had
aarzelend het vertrek verlaten en met ons beiden
bleven wij keuvelend achter. Wat we zoo al
keuvelden gaat u niet aan.
Den volgenden avond half acht wandelde een
paartje door de Sarphatistraat. Zij was zijn nicht,
hij was haar neef en neef en nicht hadden zich
opgemaakt om een oogje te werpen op den veel
besproken Chah een allerzonderlingst exem
plaar van zijn soort, dat gebukt ging onder een
scheepslading diamanten, volgens de berichten
althans, welke alomme waren verspreid.
Een dichte massa verdrong zich aan het spoor
wegstation. Als slangen kropen wij dezen onder
de armen door, benamen anderen het gezicht,
deelden stooten uit, ontvingen stooten, tot we
eindelijk in onzen kronkelenden weg werden ge
stoord de menigte stond zoo dicht op elkaar,
dat niemand meer ruimte tusschen zijn armen
had, waardoor wjj hen voorbij konden glippen.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
*MU
Bolswardsche Courant
I