NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWARD BM weatSERAOBEE
De Burgerstand.
i
Tl
u
K
K3
M
*3
Kantongerecht BOLSiNARO.
1890.
Negen en Twintigste Jaargang.
No. 9.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
3
S3
0
Ff
ri
r3
ra
SS
jg
DONDERDAG 27 FEBRUARI.
[Ui
VOOR
ADVERTENTIEPRIJS 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Gt. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
i
5.
6.
7.
8.
eene
tenis.
9.
eene
tenis.
12.
13.
14.
-
„Den vooruitgang van het socialisme”, zoo
besluit de Figaro, en een protest van den El
zas ziedaar wat Duitschland geoogst heeft
na twintig jaren militaire glorie”.
Licht te begrijpen leedvermaak straalt door in
al die artikelen, die dan ook niet mogen roemen
op een bijzondere onpartijdigheid. Kalmer zal een
Engelschman het gebeurde beschouwen, doch
ook van deze zijde weinig medelijden. „Voor het
oogenblik,” aldus de Standard, „zullen de onte
vredenen voldaan zijn wanneer zij in den nieuwen
Rijksdag kunnen beletten, dat aan de socialisten
wet een permanent karakter worden gegeven, dat
men haar niet scherper maken dan zij tot nu toe
is geweest.”
Tot nog toe, meent de Times, heeft de Duitsche
werkman zelf voor zich moeten zorgen en, be
halve drie onvoldoende verzekeringswetten, had
hij niets dat hem beschermde. De tijd zal leeren
of het socialisme steeds vorderingen zal blijven
maken, wanneer diegene der keizerlijke beloften
zijn vervuld, die vervuld kunnen worden en wan
neer de Duitsche werkman zich mag verheugen
in den maatschappelijken toestand en in het bezit
van rechten, geëvenredigd aan de grootte der
natie, waartoe hij behoort.
jagen in gesloten jachttijd, bij verstek o. a. tot
eene geldboete van f 10., subsidiair 3 dagen hech
tenis.
15. J. S. te Harlingen, ter zake van het zich
in kennelijken staat van dronkenschap bevinden
op den openbaren weg, bij verstek tot eene geld
boete van f3., subsidiair 1 dag hechtenis.
16. A. v. d. W. te Hindeloopen terzelfder zake
tot gelijke straf.
17. R. D. Y. te Pingjum, ter zake als voren,
contradictoir tot dezelfde straf.
18. S. S. B. te Kimswerd, terzake als voren,
bij verstek tot gelijke straf.
19. Y. J. B. te Pingjum, idem.
Tevens alle veroordeelden in de kosten.
VRIJGE SPROKEN
G. Z. te Bakhuizen, gedagvaard, wegens het
in de provincie Friesland langs de door tee-
kens aangeduide gedeelten van wegen, behoo-
rende tot de publieke, tot den gemeenen dienst
van allen bestemde waterstaatswerken in Fries
land, niet in onderhoud en beheer bij de pro
vincie of het Rijk, zeilen anders dan met staan-
den fok alleen of met groot zeil in de gij.
De kwestie die onzen tijd beheerscht, die over
al op den voorgrond treedt, die in ieder dag- of
weekblad, op iedere vergadering behandeld wordt,
die aller hoofden warm maakt, die de Regeering
doet uitzien naar wetten tot gezonde oplossing,
zij is de sociale kwestie.
Allerwege gaan stemmen op tot verbetering
van het lot van den werkman, naar gezonde op
vatting, de man die tegen betaling den arbeid
zijner handen geeft.
Wanneer men met onbevangen blik om zich
heen ziet, dan komt het lot van den werkman
ongeveer daarop neer dat op hem vooral toepas-
p-oat,
worden ingehouden. L
Achlum Daar wordt wellicht door sommige
veehouders de meening gekoesterd, dat men om
spoedig arm te worden aan de boterfabriek moet
gaan, zooals de gewone zegswijze is. Dat deze
meening hoegenaamd geen recht van bestaan
heeft, kan hier nu door de ervaring van de an
derhalf jaar dat de fabriek in werking is, aange
toond worden. Naar het zeggen van deelnemers,
die het dus wel weten kunnen en wier bewijs
zich grondt op gehouden aanteekeuingen, bestaat
er alle reden om met alleen tevreden te zijn,
maar is het bepaald voordeelig zijne melk aan
de fabriek te leveren. De ondervinding is ook
in dezen de beste leermeester.
Appelscha. Dat de toestanden hier iets
anders zijn dan in vele dorpen kan blijken uit
het feit, dat gisteren door een deurwaarder een
executie-boelgoed werd gehouden in tegenwoor
digheid van 3 marechaussées en een paar tra
wanten van den deurwaarder. Het gerucht deed
dan ook de ronde, dat de verkoop der goederen
met geweld zou belet worden door de overmacht,
doch hier bleek een loos alarm te zijn geweest,
althans van verzet was in ’t geheel geen sprake.
Zelfs was er bijna geen enkele gegadigde opge
komen, zoodat het aangebodene tegen spotprijzen
werd verkocht en de schuldeischer dus wel niet
tot zijn doel zal zijn gekomen. Alles is dus boven
verwachting afgeloopen, want bij de tegenwoor
dige spanning, welke hier bestaat tusschen werk
lieden en patroons, zou een krachtig optreden
der arbeiders niet onwaarschijnlijk zijn geweest.
Sexbierum Toen Vrijdag j.l. iemand van
hier op reis zou gaan naar N. Amerika, werd
hij even voor het vertrek van den spoortrein uit
Leeuwarden, aldaar aangehouden wegens schuld,
om in gijzeling te worden gesteld. Zooals te
denken valt baarde dit vrij wat opzien. De man
kwam evenwel weer op vrije voeten en kon nog
met zijn reisgezelschap vertrekken, daar een hem
nagenoeg geheel vreemd persoon de schuld van
f 164 betaalde.
Wij zullen kieschheidshalve namen verzwijgen,
maar wenschen een woord van hulde te brengen
aan den edelen weldoener, die een hem bijna
geheel onbekend doch verlegen man uit den
nood redde.
Nog vernemen wij dat de schuldeischer de
bovengemelde som geheel heeft teruggegeven,
met de kennisgeving dat het zijne bedoeling niet
geweest was zijn debiteur in gijzeling te stellen,
doch dat hij alleen zich heeft willen overtuigen
of deze zich ook met oen welvoorzienen buidel
uit de voeten ging maken.
Op de Pannehoef, onder Rijsbergen, bij Breda,
heeft in de bosschen, toebehoorende aan den heer
11. A. D. van der Meer jr. te Breda een brand
gewoed, waarbij ruim 2 bunders verbrand zijn.
Zonder de spoedige hulp van de opzichters en
werklieden waren zeker de zeer uitgestrekte
mastbosschen eene prooi der vlammen geworden.
Het is niet ontdekt, hoe in dit jaargetijde de
brand is kunneu ontstaan.
De Geld, verhaalt het volgende staaltje van
bijgeloof:
Een bejaard vrouwtje kwam in de vorige week
bij lieden, wier zoon te Eist moest loten. De
ouders zagen dien dag met bange verwachting,
te gemoet, te meer omdat het zoontje er erg
tegen opzag. Het vrouwtje wist echter raad
zij kende een middel, hetwelk onfeilbaar zou hel
pen, met dit middeltje gewapend, moest een hoog
nommer uit de bus verdwijnen. Wat moest er
nu gedaan worden Een naald, waarmede een
doodshemd gemaakt was, en één der azen uit
het kaartspel (wij meenen klaveren-aas) moesten,
zonder dat de loteling het wist, gestoken worden
tusschen de mouwvoering van dien arm, waar
mede het kereltje ’t nummer zou trekken.
De lang gevreesde dag breekt aan het zoontje
begeeft zich op weg, zonder te bevroeden welk
een kostbaren schat hij medevoert; hij nadert
de bus, trekt en een laag nommer ver
toont zich aan zijne blikken.
Terechtzitting van den 21 Febr. 1890,
over het paard een overgroote menigte, die na
tuurlijk niets liever zullen willen dan eten uit de
korf zonderzorg, op kosten van het algemeen.
Voor den burgerstand worden de maatschappe
lijke toestanden hoe langer hoe ongunstiger, ge
tuige het schrikbarend toenemen der faillissemen
ten en insolvent-verklaringen. Aan de eene zijde
wordt de winkelier bedreigd door hen, die, geen
raad wetend met hun geld, wat solide belegging
betreft, zich vereenigen tot maatschappijen ofwel
fondsen verstrekken voor de oprichting van coöpe
ratieve vereenigingen, aan de andere zijde de
mindere man die zijn toevlucht neemt tot die
coöperatieve vereenigingen en daardoor den ge-
vestigden handelaar zijn brood uit den mond neemt.
Ware de concurrentie der coöperatieve vereeni-
aingen eene eerlijke, dan ware er weinig tegen
aan te voeren. Maar zij is dat niet. Hier wer
ken tal van deelnemers met een voor ieder zeer
gering aandeel samenzij loopen weinig of geen
risico, kunnen zich met een zeer geringe winst
tevreden stellen, omdat er geen sprake van is dat
een der deelnemers van de opbrengst der zaak
moet leven, en verkoopen diensvolgens onder de
markt. Voegt men nu hierbij dat zulk een coö
peratieve vereeniging bijna op ieder winkelgebied
zich beweegt, dan is de stelling niet te gewaagd
dat zij misschien twintig a dertig winkeliers on
herstelbare schade berokkent niet alleen, maar
hen in de armen van het proletariaat werpt.
Met de maatschappijen is het dikwerf al niet
veel beter. Waar b.v. groote geldbezitters zich
vereenigen tot het bijeenbrengen van voldoend
kapitaal om die zaken te exploiteeren, die voor
een persoon te omvangrijk en te kostbaar zijn,
zooals b.v. de aanleg van spoorwegen, telegraaf,
waterleidingen, gasfabrieken enz., daar verdient
het alle lof, omdat hier aan de kleine nijverheid
geen afbreuk wordt gedaan, daar deze dat initia
tief nooit zoude genomen hebben. Bovendien wordt
daardoor het algemeen belang grootelijks bevor
derd. Wat echter te denken van de maatschap
pijen, die fabrieken exploiteeren en zich tegelij
kertijd toeleggen op fabricatie van eetwaren enz.
wat te denken van bierbrouwerijen die door verkoop
in het klein of door oprichting van bierhuizen,
met hunne afnemers gaan concurreerenvan
vleeschmaatschappijen die den slager eenvoudig
het bestaan onmogelijk maken. Hier treden de
grootsten onder de grooten met slechts een klein
deel hunner inkomsten op als bakker, koffiehuis
houder, slager, misschien wel als alle drie tegelijk,
ontnemen de winsten aan den burgerstand en
worden daardoor de directe oorzaak van den on
dergang diergenen die nog iets.te verliezen heb
ben en daardoor een natuurlijken dam vormen
tegen diegenen, die bij verandering alles te win
nen, niets te verliezen hebben.
De werkman wordt beklaagd en de kleine win
kelier zou o zoo gaarne met hem ruilen. Hier
een werkloon des Zaterdagsavonds ontvangen en
een zorgeloos verlaten van de werkplaats, daar
een geringe wekelijksche omzet, met bijna geen
verdiensten, zorg en angst voor komende wissels,
geen brood voor vrouw en kind, geen andere toe
komst dan ellende.
Wij apprecieeren dan ook de zorgen gedaan in
het belang van den werkman, gaat het hem toch,
goed, dan bevordert hij weer de welvaart der
burgerstand. Die vermeerdering van welvaart
dient echter niet te geschieden ten nadeele van
den middenstand. Op dit laatste dient wel te wor
den gelet. Handelsvriend.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
£XXXXXXXXX”XXXXXKXXX$
„De Kartell is vernietigd”. Met deze woor
den eindigt het Berliner Tageblatt een lang ar
tikel, aan de verkiezingen gewijd, en spreekt in
die vier woorden een waarheid uit, waaraan nie
mand in Duitschland meer twijfelt. De Kartell
is vernietigd en de regeeringsbladen zijn tot wan
hoop gebracht. De Norddeutsche tracht wel het
gebeurde licht op te nemen en wendt een ge
maakte kalmte voor wanneer ze zegt, dat de uit
slag der verkiezing nog niet compleet is, en men
nog geen enkel oordeel mag vellen dit mag
toch, hoe onvolledig de uitslag ook moge zijn,
erkend worden dat de vrjjzinnige partijen een
belangrijke schrede vouruit hebben gedaan. In
dien vooruitgang, en vooral in het aantal stem
men dat de socialisten op zich hebben vereenigd,
ziet de Vossische Zeitung een protest dat door
alle ontevredenen is uitgebracht, een protest ge
richt tegen die politiek, welke steeds de belas
tingen heeft verhoogd, die drukken op de min
dere klassen. Aan die politiek heeft de Kartell
haar ondergang te danken. „De keizerlijke res
cripten vermochten het niet”, zegt het blad, „de
socialistische beweging te keeren. Om dit doel
te bereiken moet men beginnen met de afschaf
fing der uitzonderingswetten, waarvan de Re
geering op nieuw de wrange vruchten heeft ge
plukt”.
„De Kartell”, aldus het orgaan Germania, „is
voor goed veroordeeld, zij is vernietigd. De so
cialisten zijn niet alleen vooruitgegaan maar zij
hebben hooger cijfer bereikt, dan ooit sedert de
wet tegen de socialisten. De Kartell heeft reeds
meer zetels verloren dan noodig was om haar
meerderheid te breken. Wat het centrum be
treft dit komt sterker terug. Het karakteris
tieke der verkiezingen echter is de aanzienlijke
vermeerdering der socialisten. Men moet breken
met de opportunische dwaalleer en een ernstige
sociale wetgeving in het leven roepen. Wanneer
onze jeugdige keizer, die in den aanvang zijner
regeering zulk een bittere ervaring heeft onge
daan op het gebied der verkiezingen, zoo han
delt, zal hij misschien spoedig op zijn beurt de
overwinning wegdragen”.
Ook het buitenland zag met spanning denuit
slag der verkiezingen tegemoet. Hoeveel sym
pathie men ook voor den jongen vorst mocht
koesteren menigeen had voorzien hetgeen ge
beurd is. De uitslag kon niet anders zijn, waar
de strijd grootendeels een vraag gold, die in een
beschaafd land geen vraag mag zijn, waarover
men niet eens moest durven denken. Wel heeft
de keizer getracht door zijn rescripten den stroom
tegen te gaan, doch die stroom is te sterk ge
weest de rescripten hebben geen doel getrof
fen. En daarmede zijn voor Duitschland’s binnen-
landsche aangelegenheden de moeielijkheden be
gonnen, beweert de Fransche Nation. „De oor
logzuchtige geest der keizerlijke omgeving en de
persoonlijke neigingen van den keizer geeft ons
recht te gelooven”, vervolgt het blad „dat Duitsch
land misschien trachten zal de crisis op te los
sen door een aanstaanden oorlog”.
Men mag hopen, dat de Nation in zijn luchti
ge, Fransche fantasie spoken ziet, waar ze niet
zijn. Toch schijnt de Franschman zoo heilig
overtuigd, dat de Duitschers gaarne nog eens
weer een „marche forcée” naar Parijs zouden
willen maken, dat ook Le Paris een oorlog reeds
in het verschiet ziet.
„Wat zal er nu gebeuren?” vraagt de Figaro.
„Plet is onmogelijk dit te raden, omdat Wilhelm II
alleen de politiek stuurt. En bij een man, die de
groote militaire manoeuvres gebruikt, om pressie
op de verkiezingen uit te oefenen, zijn geen gis
singen te maken.
„Maar dit is zeker, dat het antwoord, hetwelk
de arbeiders gegeven hebben op de hervormings
plannen van het kiezerlijk socialisme, duidelijk
genoeg isdit socialisme wenscht het Duitsche
volk niet. En heeft men niet het recht zich af
te vragen, waar het congres, dat gehouden zal
worden om alle arbeiders ter wereld tevreden te
stellen, op zal uitloopen, wanneer de Duitsche
werklieden niet willen hooren van de hervormin
gen, die men daar zal voorstellen. Daarom zijn
deze verkiezingen, in een internationaal opzicht,
van belang.”
Wie zal den werkman beklagen die zonder werk
is, omdat zijn patroon geen menschen in dienst
wenscht te houden, die hem en zijn standgenooten
uitschelden voor uitzuigers en vooral het andere
mooi’s uit den socialistischen redeneerkraam.
Tal van werkeloozen vervoegen zich bij den Bur
gemeester van deze of gene gemeente om werk
te vragen en brood. Het is niet anders dan eene
reclame voor de socialisten, die droeve optochten
van tal van krachtige kerels, welke daar langs
de straten loopen met doffen blik en dikwijls lee-
gen maag, maar vraag hoevelen daaronder zijn
die werken kunnen, vooral ook hoevelen die wer
ken willen.
Mogen wij nu over dat „werken willen” een
paar staaltjes uit eigen ervaring mededeelen?
Een onzer vrienden had eene dienstbode, wier
ouders met een negental kinderen waren geze
gend. De vader was scheepstimmerman, de
moeder zwak en afgewerkt door de zorgen voor
haar huishouden. Er was weinig scheepvaart
de man had geen werk. De dienstbode vroeg en
kreeg werk voor haren vader, hij was volgens
getuigenis een oppassend man. Gedurende een
dertiental weken ging alles goed, er werd gemid
deld twaalf gulden per week verdiend. Daar ziet
de patroon zich verplicht een gedeelte van zijn
volk te ontslaanhet eerst de ongehuwden. De
anderen konden voorloopig aan den arbeid blijven.
Het loon werd echter van twaalf gulden op negen
terug gebracht. Het gold hier een normalen ar
beidsdag. 10 uur werken daags, dus 15 cent per
uur. Allen bleven, alleen de scheepstimmerman,
de vader van negen kinderen ging weg, negen
gulden was hem te min. Eenige maanden liep
hij leegdes winters zat hij met een tent op het
ijs en verkocht warme melk.
Een ander, eveneens aan werk geholpen, moest
daarvoor tijdelijk naar een naastbij gelegen ge
meente. Zijn loon bedroeg elf gulden per week,
zoodat hij na aftrek van zijn kostgeld nog 6 gul
den aan zijn huishouding had kunnen geven. Zes
gulden, daar kon hij geen week voor werken, en
ondertusschen lijden vrouw en kinderen gebrek.
Een derde komt Maandag middag half drie te
werk, tamelijk dronken.
Als reden zijner te late komst geeft hij op dat
zijn vader, neen toch niet, het ging hem niets
aan, zijn vrouws vader, eensklaps zoo naar was
geworden, tengevolge waarvan de schrik hem in
de beenen geslagen was. Het gebeurde in zijn
familie nog al veelvuldig dat de menschen plot
seling ongesteld werden, ofschoon na onderzoek
daarvan nooit iets waar bleek te zijn men ge
loofde hem dus niet en gaf hem ontslag. Nu hadt
ge eens moeten hooren, alles kwam er bij te pas.
Toen hij met zachten drang was verwijderd, ging
hij er een borrel opzettenwaarschijnlijk om daar
door zijn huishouding gelukkig te maken
Deze staaltjes zijn gelukkig niet de maatstaf,
waarnaar de werkende stand mag beoordeeld wor
den, maar toch dient men daarmede bij de nei
ging tot verheffing wel degelijk rekening te hou
den. Tegelijk toch met de goeden die die ophef
fing niet zoo zeer behoeven, tilt men op of liever
VEROORDEELD
1. 1°. R. de V.. 2°. D. R. beiden te Parrega
en 3°. H. H. te Workutn, ter zake van het in
vereeniging verwekken van burengerucht, waar
door de nachtrust kon worden verstoord, sub 1°
contradictoir en sub 2° en 3° bij verstek, ieder
tot eene geldboete van f5, subsidiair 2 dagen
hechtenis voor ieder.
2. H. M. <mder Ferwoude, ter zake van het
jagen in gesloten jachttijd, bij verstek o. a. tot
eene geldboete van f 10., subsidiair 3 dagen hech
tenis.
3. J. H. S. te Koudum, ter zake van het, zon
der daartoe gerechtigd te zijn, loopen over eens
anders grond, waarvan de toegang op eene voor
hem blijkbare wijze door den rechthebbende is
verboden, bij verstek tot eene geldboete van f 1.,
subsidiair 1 dag hechtenis.
4. A. D. V. te Koudum, ter zake alsvoren, tot
gelijke straf.
K. O. te Koudum, idem.
II. Z. te Koudum, idem.
A. O. te Koudum, idem.
A. O. B. te Koudum, ter zake alsvoren. tot
geldboete van f0,50, subsidiair 1 dag hech-
E. G. D. te Koudum, ter zake alsvoren, tot
geldboete van f 1., subsidiair 1 dag hech-
W. J. S. te Koudum, idem.
D. S. G. onder Workutn, idem.
J. J. S. te Hemelum, idem.
J. J. J. v. d. V. te Leeuwarden, idem.
H. C. T. te Hindeloopen, ter zake van het
Bolswardsclie Courant
O
M
f
i
10.
11.
I
i I
--fl
gelukt dit beter cfanaen ander, de een zal dus
ook meer welvaart kunnen genieten dan de ander.
Wanneer een werkman zijn vak in deft grond
leert en fatsoenlijk zich gedraagt, zijn geld niet
verteert in kroegen en daardoor zijn huishouding
benadeelt en vrouw en kinderen aan armoede
prijs geeft, wanneer hij zich niet laat verlokken
door den tijdgeest, die hem influistert dat hij de
gelijke is van zijn meester, die hij in kleeding
en leven op zijde streeft, offerend aan uiterlijken
welstand ten nadeele van zijn maag, dan is er
voor dien werkman behoudens uitzonderingen,
meesttijds brood, zij het ook niet altijd even rijke
lijk. Hoeveel werklieden zijn er echter niet die
hun vak slechts ten halve kennen Ons dunkt
de overgroote meerderheid. En dan nog hoevelen
maken zich ongelukkig, hetzij door hun zucht tot
drinken, hetzij door hun liederlijk gedrag, hun
oppositiegeest, hunne onverschilligheid voor de hen
toevertrouwde belangen Ziedaar dien Maandag-
houder met zijn verdronken gezicht loopen schreeu
wen langs de straten. Hij heeft feest gevierd van
Zaterdagavond dat zijn loon werd uit betaald en
zal feest vieren tot Maandagavond, wanneer ten
gevolge van het op zijn van zijn „centen” de nood
hem dwingt tot hervatting zijner werkzaamheden,
die zeker wel van harte zal gaan na een paar
dagen in losbandigheid doorgebracht, een door
brenger dat de huisvrouw noopt tot het uit schoon
maken gaan om op die wijze den honger van
haar drempel te weren.