ACHTUREN ARBEID. i| I GEMENGD NIEUWS. DE TWEE HELFTEN. c 8,— 9,20 UJ Van opgewonden menigte, onder het geroep „moorde- d - QC s UJ ca 6,15 7,— 7,40 8,15 1- 1,40 Stoomdrukkerij Firma B. Cuperua Az. Bolsward» 1,— 1,40 2,10 2,55 3,5 3,52 4 30 6,30 7,45 8,30 c 5 EENE FANTASIE. 9,20 10,- 10,40 11,15 1,45 2,45 3,20 3,50 i 6,45 i 7,25 8. Sneek Bolsward Te Harlingen 3,45 4,25 5,45 6,30 7,10 5,30 7,45 6,10 8,30 9,20 10, 11,15 1,— 2,30 3,— 3,40 Extra tr 5,45 6,25 7- 7,45 3,45 4,30 5,15 5,50 1,15* 2,5 2,45 3,— 3,40 &D 9,20 lO- ll,10 12,30 5,45 7,— 7,45 <1 'o a fl UI a. V. 5,30 6,10 7,30 8,15 8,55 9,45 4,50 Waar het drama werd afgespeeld, doet niets ter zake, maar waar is ’t. ’t Is in Amstels grijze veste ergens tusschen Haarlemmer- en Muiderpoort, in de stad, waar eens Vondel in een gelukkige bui tokkelde: Waar werd oprechter trouw Dan tusschen man en vrouw, enz. enz. Handelende personen zijn een klein winkelier tje; ’t kleine heeft alleen betrekking op ’s man’s lichamelijk voorkomeneen dikke winkelier ster, wederhelft van den kleinen winkeliereen winkeljuffertje, lief, aardig en goed. De beide wederhelften hadden elkaar lief, innig liefzij hadden het voor den ambtenaar van den burgerlijken stand gezworen en zij zwoeren het dagelijks. Dagen en maanden lang leefden zij in zoete rust, tot eindelijk het noodlot tusschenbeide kwam en op wreede wijze den band verbrak, welke hen verbond. Achter de toonbank van zijn winkel want hij hield een winkel in kramerijen zweefde sinds eenigen tijd een lief, klein Evatje met be vallige gratie van de poppen, naar de tollen, van de tollen naar de duiveltjes, die in een kistje zaten verscholen, en 't was gedaan met zijn rust. Hij vond zijn kalmte niet terug, vóór zijn lippen een brandenden kus hadden gedrukt op haar rozenmondje, vóór hij haar had toegefluisterd, hoe lief hij haar had. „Zonder u kan ik niet leven; zonder u ga ik sterven, oogenblikkelijk, hier, waar ik thans sta!” Hij zette zich aan tafel, die gedekt stond en schelde, om het eten te doen opdragen. Er ver scheen niemand. Nogmaals en nogmaals schelde hij, maar geen meid daagde op. Eindelijk kwam de juffrouw, bij wie hij op kamers woonde en deelde hem mede, dat de meid niet te bewegen was geweest om na tweeën te werken. Zij was om zes uren opgestaan en om twee uren was haar tijd om, had zij gezegd en toen de juffrouw er op gestaan had, dat zij haar plicht zou doen, had Kitty zich beroepen op de wet en haar met eene aanklacht bij den rechter bedreigd. Het eten was nu niet gaar, en als mijnheer Holyday een uurtje geduld had, zou de juffrouw voor dezen keer zelf den gestaakten arbeid overnemen en hem bedienen, maar in het vervolg moest hij maar zorgen vóór tweeën zijn middagmaal te komen gebruiken. Holyday gaf de meid gelijk en hij prees ze zelfs, dat zij de wet durfde handhaven ook tegen over hem, die er de geestelijke vader van was, gelijk de schildwacht, die zelfs zijn generaal niet liet passeeren. Den anderen dag zorgde hij thuis te zijn op het uur, dat binnen den arbeidstijd van net dienstmeisje viel en hij dineerde zoo goed als hij maar wenschen kon. Na zijn middagmaal ging hij een straatje om in het voorbijgaan zou hij bij zijn gewonen le verancier sigaren koopende winkel was geslo ten. Hij schelde en schelde nogmaals. Eerst toen kwam de winkelier zelf de deur openen. Toen hij sigaren vroeg, kreeg hij ten antwoord, dat de wettige arbeidsdag was verstreken en er geen sigaren meer werden verkocht. Dus ge weigert mij te leveren Volstrekt niet, mijnheer, integendeel, ik lever u heel gaarne, maar ik zou moeilijkheid krijgen met mijn bedienden, als ik zelf mij ook niet aan de acht uren hield. Dan ga ik naar een ander. Die zal u ook niet helpen. Dat zullen wij wel eens zien. Holyday ging naar een anderen winkeldaar werd hij niet eens opengedaan. Bij een derden, vierden en vijfden ontving hjj hetzelfde antwoord als bij den eersten. Gelukkig ontmoette hij een bekende, die hem een- sigaar aanbood. Nu zijn lust bevredigd was, oordeelde hij gunstiger over de tabaksverkoopershet was zijn eigen schuld, dat hij niet had gezorgd zijn voorraad in huis te hebben en de menschen deden niets anders dan de wet naleven, die hij zelf had uitgelokt. Weltevreden zette hij zijne wandeling voort en Een ijselijk tooneel volgt. De grootste helft zag, hoe haar kleinste helft iemand kuste, even klein als hij. Die daar gekust werd, was niet zijen zij alleen had toch recht op zijn kussen. Bitterheid kwam in haar hart, die nog meer toenam, toen zij zag, dat ’t niet bij één kusje bleef. Zij liep de deur uit en zuchtte dagen lang buiten de echtelijke woning, tot het verdriet haar ondragehjk werd, zij naar haar kleinste helft toog en hem overlaadde met verwijten, uren lang. Uitgeput, zweeg zij eindelijk de winkelier, koop man in hart en nieren, maakte van deze rust gebruik om flink eenige vredesvoorwaarden op papier te stellenhij teekende dit contract, zij deed desgelijks en de vrede was geteekend op de volgende voorwaarden Art. 1. Het zal hem geoorloofd zijn het win keljuffertje het bewuste verleidelijke Evatje bij zich te houden. Art. 2. Het zal haar de grootste helft geoorloofd zijn een kamer te betrekken in de nabijheid harer vroegere echtelijke woning. Art. 3. Zij zal genieten 10 pCt. der netto winst van de winkelzaak. Gedaan te Amsterdam, Juni ’90. (Volgen de handteekeningen). bestaan cn goeden waarborg beloven voor de rentabiliteit der onderneming. Terstond worden gebouwd een raadhuis, twee gerechtsgebouwen, zeven kerken, acht scholen, vijftig groote fabrie ken, eenige honderden woonhuizen en electrische verlichting. Ook de noodige logementen, eene bibliotheek, een centraalstation, een schouwburg en een concertzaal mogen niet ontbreken. Deze „stad”, die in dit jaar nog gereed moet komen, zal Middlesborough heeten. Een testamentsbepaling. Eene oude dame te Soest maakte voor eenige dagen haar testa ment en maakte haar vier neven en nichten tot hare erfgenamen. Omtrent één neef echter, die al vier en zestig jaar oud was, maar nog steeds het air van een jonkman aannam, stelde zij in het testament vast, dat deze, zoo hij op ziju ou den dag nog in het huwelijk trad, geen deel zou hebben in de nalatenschap. Waarschijnlijk heeft zij, noch de notaris, die het testament opmaakte, genoeg nagedacht bij het vaststellen dier bepa ling. Zoodra de dame gestorven was, wilde de bewuste neef, even als de anderen, zijn deel be komen van de nalatenschapmaar de anderen weigerden hem iets uit te keeren. Men onder wierp toen de zaak aan het oordeel van een paar bekwame rechtsgeleerden, en deze verklaar den, zooals van zelf spreekt, dat de oude neef zijn geheele leven op niets aanspraak had, want dat eerst bij zijn dood kon bewezen worden, dat hij op zijn ouden dag niet in het huwelijk was getreden. Vrijdagavond viel te Rotterdam een zesjarig jongetje in het water aan de Slaakkade. De toeschouwers trachten hulp te verleenen met een stok, wat echter niet gelukte, daar het kind verder afdreef en reeds begon te zinken. Op het hulp geschreeuw kwam toen een 17-jarig meisje, Caro line Teuw, toesnellen zij baande zich een weg door de toeschouwers en sprong moedig te water, zonder te kunnen zwemmenzij had het geluk het kind te grijpen en, geholpen door de toe schouwers, behouden op het droge te brengen. Het is bekend, dat, wanneer twee hennen op ’t zelfde nest willen broeien, men ze gewoon lijk scheidt, en er slechts één op ’t nest laat. Waarom gunt men den dieren niet om gezellig den broeitijd samen uit te zetten vraagt iemand wien het onlangs bleek, dat zulks zeer goed kan een twaaftal eieren werden in zijn achterhuis door twee jonge kippen eendrachtelijk uitgebroeid, en de jonge kuikens pikken thans in den tuin onder de hoede der beide moeders. Daarbij is opmerkelijk dat de zachtaardigste en voorzichtigste der beide kloeken altijd de meeste kuikens onder zich krijgt hoewel die diertjes vrij kunnen kiezen. Vit de nalatenschap van Jean Paul. In eene verzameling onuitgegeven nagelaten ge schriften van Jean Paul komen onder meer, ook de volgende spreuken voor „Misdadigsters beweren, dat een vermoord kind doodgeboren is; schrijvers juist andersom.” „Zoolang iemand een boek schrijft, is hij niet ongelukkig.” „Om de vrijheid van drukken te behouden, moet men de vrijheid om te drukken beperken.” „De Mooren zijn alleen maar silhouetten der menschheid.” „De armoede en de hoop zijn moeder en doch ter terwijl men met de dochter spreekt, vergeet men de moeder.” „Alleen iemand met verbeeldingskracht kan kussen.” „Eten beneemt, drinken geeft geestdrift.” Zelfmoord. Te Wilsten, nabij Lubeck, heeft een schippersvrouw zich zelve en haar drie kin deren verdronken. De beide jongste kinderen had zij aan elkaar gebonden en eerst in ’t water geworpen, waarna zij volgde, met het oudste in haar armen gekneld. Een aanvaring. In ’t Kanaal zijn Zater dagmorgen twee stoomschepen Lotus en Thornhill met elkaar in botsing gekomen. De Thornhill zonk onmiddelijk, lading en schip zijn verloren, de bemanning werd met moeite gered. Een groote vergadering werd door deLon- densche politieagenten des nachts in de Secial Democratie Hall, Strand, gehouden, waarop de minister Mathews en zijn voorstellen heftig wer den bestreden. De vergadering besloot, dat, als één man wegens deelneming aan deze samen komst werd ontslagen, de geheele politiemacht, 15,000 man, het werk zou staken. Een politie bond werd opgericht en de eischen werden ge formuleerd. John Holyday had gezegepraald. Jaren lang had hij gestreden voor den werkdag van acht uren en eindelijk was hij, dank zij het algemeen stemrecht, dat in den Staat Forestanië werd er kend, het zoo ver gebracht, dat de meerderheid in de Staten zijn beginsel was toegedaan. Een der leden, van het recht van initiatief gebruik makende, had een wetsvoorstel ingediend, waarbij de normale werkdag op acht uren werd gesteld en met enkele stemmen meer dan noodig was, werd het aangenomen. De gouverneur echter weigerde het ontwerp te sanctioneeren, omdat het partijdig was voor een deel der bevolking. Wilde men den maatregel, dan moest men hem algemeen maken. Een ander lid stelde toen een aanvullingswet voor, waarbij voor alle ingezetenen van Forestanië de arbeids tijd op acht uren werd bepaald, met strenge straffen voor ieder, die anderen wilden noodzaken dien tijd te overschrijden. Ook deze wet werd aangenomen en gelijktijdig met de andere door de gouverneur bekrachtigd. Ook te Washington werd geen bezwaar gemaakt, omdat de President en de Senaat van oordeel waren, dat het hier eene geheel huishoudelijke regeling betrof, alleen geldende voor de ingezetenen van den Staat, waartoe Forestanië, krachtens zijne autonomie, volkomen bevoegd was. Om alle moeilijkheden der toepassing te voor komen, werd de invoering van de wet een half jaar uitgesteld. Ieder kon nu zijn maatregelen nemen en zich voorbereiden. Toen het half jaar verstreken was, werd er op den dag der invoering eene algemeens betooging gehouden en John Holyday in triomf door de straten der hoofdstad rondgedragen. Dien dag werden zoovele toespraken gehouden, dat twee reporters onder hunne taak bezweken. Den anderen dag ging John Holyday, die, wegens zijne groote diensten aan de goede zaak bewezen, bezoldigd eerevoorzitter van den Acht uren-Werklieden-Bond was geworden, na afloop zijner bezigheden eens een kijkje nemen hoe de wet werkte. Hij was zeer tevreden over zijne bevinding. Overal vergenoegde gezichten, dat men nu reeds te vier uren voor den heelen verderen dag vrijaf had. nares enz., werd achtervolgd, zoodat zij ergens in huis moest vluchten. Nadat zij aldaar eenigen tijd was verbleven, werd de opgewondenheid zóó groot, dat men beducht was voor de ruiten, en de bewoners haar verzochten heen te gaan. Steeds achtervolgd, bereikte zij dan ook de woning waar zij diende, doch men heeft het geraden geacht haar weg te brengen, zoodat zij thans bjj hare familie te Uffelte verblijf houdt. Niettegenstaande de ontkentenis der dochter, blijft de moeder, zekere Ida K wed. A. H pertinent volhouden, dat hare dochter haar in het water heeft gestooten niet alleen, maar tot driemalen toe getracht heeft, toen zij zich aan den wal had vastgeklemd, haar onder water te houden en aldus te smoren. Dat de moeder zwemmen kon, daaraan heeft zij voor namelijk het behoud van haaf leven te danken. Bij den Burgemeester te Den Helder is als kennisgeving en bericht gezonden, een uit zee opgevischtstukje papier, waarop geschreven staat: „Heden den 7den Juni 1890 op de hoogte van „Doggersbank verongelukt. „Vaarwel „tot weerziens aan de andere zij van het graf. „Uw liefhebbenden „V. J. „Jo. V. „J. S. »L-K.” j Het geschrift ligt ter secretarie der gemeente gedurende acht dagen ter inzage. Zij, die inlich tingen kunnen geven, worden daartoe uitgenoo- digd. De aandachtige lezer van bovenstaand „droevig feit” zal zich met ons verwonderen, dat de schrijver tijd vond, om „tot wederziens” te roepen en daarbij wel de initialen op te schrijven van zijn lotgenooten in ’t ongeluk, doch zijn naam en dien van het vaartuig verzwijgt. Vermoede lijk heeft men hier te doen met een zeer onge paste aardigheid. Volgens de Bred. Ct. schat men den uit voer van aardbeziën van Breda en de omliggen de gemeenten op 10,000 liter per dag. Het station Arnhem zal weldra electrisch worden verlicht. Uit het stoomschip Newham, dat nabij den Helder onder water zit, zijn reeds 103 balen katoen door duikers boven gebracht. Daar men door het ruwe weder in de laatste 14 dagen niet heeft kunnen werken, was men bevreesd, dat het schip vol zand was geslagen. Bij het station Mühlacker zijn Zaterdag twee goederentreinen met elkaar in botsing ge komen. Een hoofdmachinist en een wagenmees- ter werden gedoodeen hoofdconducteur zijn de beide voeten afgereden. De Frankforter snel trein kon niet passeeren. In Egypte zijn de pokken uitgebroken. De ziekte heerscht in verscheidene dorpen en ver spreidt zich. De Regeering heeft dadelijk 2000 pd. st. voor vaccineeren toegestaan. Te Nieuw - York is eene aandeelen-maat- schappij met een kapitaal van 25 millioen dol lars opgericht voor het stichten eener nieuwe stad. Men wil deze laten verrijzen op zeker punt in het Cumberlandgebergte in den staat Tenessee, waar een centralisatiepunt noodig is ten behoeve der rijke mijnen en andere bergwerken, die daar Van Sneek Bolsward Witm. Te Harlingen Van Harlingen Witm. Bolsw. Te Sneek 8,35 9,10 Op Zondagen 12,25 overal ontmoette hij weer menschen met tevre den gezichten, die arbeidsdag van acht uren was uitstekend, als men maar eenmaal er aan gewend was. Den avond bracht hij door bij een vriend aan het andere einde der stad. Men zat er recht ge zellig en aangenaam bijeendoor niets werd het samenzijn gestoord, niemand had meer iets te doen, dank zij den werkdag van acht uren. Ein delijk was het tijd om huiswaarts te keeren. Holyday ging naar de tram. Er reden geen tramwagens meer. Bij een stalhouder bestelde hij een rijtuig; de koetsier, die op een bankje voor de deur zijne pijp zat te rooken, deed hem opmerken, dat de werktijd van acht uren reeds lang verstreken was. Holyday bleef niets an ders over dan te voet huiswaarts te keeren. Het was eene lange wandeling, maar hij sliep er des te beter door en hij had het aangenaam - besef, dat zijne landgenooten slechts acht uren hadden behoeven te arbeidenmen moet iets voor zijne medcmenschen overhebben. Den anderen middag kreeg hij bericht dat de nieuwe voor de fabriek bestelde werktuigen waren aangekomen. Hij begaf zich met werkvolk naar het station om ze af te halen. Toen daarmede een begin zou worden gemaakt, uitte een der werklieden de opmerking, dat daarmede wel een uur of drie gemoeid waren. Dat denk ik ook wel, zeide Holyday. Wij hebben al zes en een halfuur gewerkt, dus blijft ons nog maar anderhalf uur. Ja, halverwege het werk te staken, gaat ook niet. Wij zullen er dus maar een verschen dag voor nemen. Óp den verschen dag werd de lossing aange vangen en ten einde gebracht. Hij zelf moest er den geheelen tijd bij wezen om voor de goede uitvoering zijner bevelen te zorgen. Andere drin gende bezigheden zou hij na afloop doen en tegen zes uren zette hij zich in het kantoor om admi nistratieve zaken, die hij had uitgesteld, in orde te brengen. De boekhouder was naar huis en geen enkele schrijver was er meer. Hun acht uren waren voorbij. Alleen kon hij niet vorderen en dus keerde hij ook maar huiswaartshij begon te gevoelen, dat het streng volhouden aan den werkdag van acht uren toch ook wel zijne schaduwzijde had. Het werk, dat des avonds was blijven liggen, moest nu den volgenden morgen worden verricht. De boekhouder was present, de schrijvers ook maar het bleek, dat er enkele zaken door cor respondentie niet in orde konden komen en dat hij best deed om zelf maar eens met de leveran ciers te spreken. Hoe eerder hoe beter zelfs. Hij begaf zich naar het station, nam zijn plaats- biljet en zette zich in den trein, die eenige oogen- blikken daarna vertrok. Dien avond kon hij nog zijn waar hij wezen moest.... Aan het derde station echter bleef de trein stilstaan en werden de portieren geopend. Holyday bleef zitten. Uitstappen, mijnheer, zeide de conducteur. Maar vriend, ik ben niet aan de plaats mijner bestemming. Dat kan wel wezen maar de trein gaat vandaag niet verder. Is er geen ongeluk gebeurd - Neen, maar de acht uren van den machi nist zijn om. Is er dan geen tweede machinist Misschien wel, maar voor de conducteurs zijn de acht uren ook verstreken. Dan moest men andere nemen. De wissel- en baanwachters hebben ook acht uren gewerkt. Als-je-blieft mijnheer, ik ben al tien minuten over mijn acht uur en u weet. Ja, ja, ik’dwing ook niet, zeide Holyday en stapte den trein uit. Op het perron zag hij de conducteurs gemoedelijk op een bank naast elkander zitten, de sigaren rookende en beoor- deelende, die de passagiers hun in den loop van den dag hadden aanbevolen. Enkele mannen, wier arbeid later begonnen was, deden nog eenig werk aan den stilstaanden trein, nadat een hulp- machinist, die nog een half uurtje over had, de locomotief naar de remise had gereden. Hetzelfde gebeurde met den volgenden trein, waarvan de passagiers eveneens uitstegen en de stad ingingen. Holyday voegde zich bij de «aenigte en zocht een logement op. In de twee eerste waar hij binnentrad vond hjj portier noch kellner; in het derde ontmoette hij een huisknecht. Is hier niemand, aan wien ik een kamer kan bestellen De man schudde het hoofd. Is de patroon er niet Ik zou het niet denken ’t is na gezetten tijd. Maar ik moet toch ergens logeeren. Wordt vervolgd. 5,30 6,10 gemerkte Tram vertrekt Woensdags om 1.30 van Harlingen en naar den Amsterdamschen tijd. Vrijdagavond vertoonde een bekende hard- looper zijn kunsten in de Nieuwe buurten te Amsterdam. Hij begon in de Daniël Stalper- straat en liep door de Quelhjnstraat, Gerard Dou- straat, Govert Flinkstraat, Jan Steenstraat naar den Amsteldijk. In een ommezien waren natuurlijk honderden menschen op de been, waaronder zich ook een tal van politie-agenten bevonden, die poogden aan de niet geoorloofde vertooning een einde te maken, echter zonder gevolg. Nabij de Rustenburgerstraat gekomen, nam de kunstenaar de vlucht in een openstaande trap, schoot daar zijn gewone kleederen aan, sprong op de stoompont en maakte zich langs de Weesperzijde uit de voeten. Een paar weken geleden had met de IJssel-stoomtramweg, rijdende tusschen Overschie en Rotterdam, een allerdroevigst ongeluk plaats, hetgeen tengevolge had een regen van ingezon den stukken in de bladen enz.waarvan aller hande middelen aan de hand werden gedaan om het gevaar van stoomtrams binnen de stad zoo veel mogelijk te voorkomen. Het toeval gaf het dagelijks bestuur intusschen een middel daartoe aan de hand krachtiger dan alle voorgestelde middelen. De IJssel-stoomtramwegmaatschappij had nl. verzuimd op tijd de retributie te betalen en dit gaf den burgemeester het recht de concessie on middelijk in te trekken, van welk recht bij dan ook gebruik maakte. De bedoelde maatschappij zond daarop een request in om de concessie te vernieuwen, welk request krachtig ondersteund werd door B. en W. vau Overschie, welke gemeente de dupe der historie was geworden, doch B. en W. vonden de gelegenheid schoon om deze lijn voorgoed op te heffen, dan dat zij daartoe gunstig zouden ad- viseeren. Zij brachten dan ook een afwijzend praeadvies op dit request uit en de Raad misschien nog wat al te veel onder den indruk van het gebeurde vereenigde zich bij accla matie met dit afwijzend praeadvies. Alzoo zal de stoomtram verbinding tusschen Rotterdam en Overschie waarschijnlijk weldra voorgoed tot het verledene behooren. Naar aanleiding van het studentenschan daal te Hilversum, schrijft het Soc. Wkbl.: „Men denke toch niet, dat enkel „het beschaafde publiek” door zulke handelingen van studenten wordt ontstemd. Een gedeelte van het „onbe schaafde” evenzeer. Nog meer zelfs. Het denkt en zegt en ijverige monden zeggen het voort zoo iets moesten onze zonen zich eens veroorlo ven En heeft het niet gelijk, wanneer het er bij denkt: van zulke „heeren” is het zooveel te erger, hun „beschaving” moest er hen van weer houden Van studenten willen wij geen schijnheiligen ge maakt zientrouwens evenmin van de jeugd in welken kring ook. Vroolijkheid misstaat hun niet; uitgelatenheid kan men hun vergeven. Maar als zij zich aanstellen, gelijk nu weder te Hilver sum schijnt te zijn geschied, dan behooren zij, voor zoover de wet daartoe termen biedt, streng te worden gestraft; dan behoort de openbare mee- ning schande te roepen over hun wangedrag. De openbare meening ook in hun eigen kring. Wat wij van de studentenwereld weten, doet ons met gerustheid gelooven, dat zulke verregaande baldadigheden er over ’t algemeen nu niet juist worden goedgekeurd. Maar nog heel wat anders dan goedkeuren is scherp af keuren, straffen met minachting. Ware dit laatste het loon voorder gelijk bedrijf, verloor men er zijn naam en zijn omgang onder de betergezinden door, werd het beschouwd als een smet op gansch de studenten gemeenschap, wanneer pret ontaardt in schandaal dan zou er wel voor goed een eind aan komen. Aangaande het ongehoorde feit, dat te Mep- pel eene dochter getracht zou hebben haar eigen moeder te verdrinken, kan de M.epp. Ct. nog mededeelen, dat het meisje alles ten stelligste ontkent, ook na het verhoor, dat zij bij de politie ten gemeentehuize aldaar onderging. Nauwelijks was het bekend, dat zij daar was, of er vormde zich een volksoploop, zoodat zij, niettegenstaande zij achter het stadhuis werd uitgelaten, door de Sneek-Bolsward- Harlingen. Op Merklingen: 2,45 3,26 4, 9,35 10,10 10,45 11,20 6,15 7- 8,15 Van Harlingen Bolsw. Te Sneek De met een komt 2,50 te Bolsward aan. De uren van vertrek en aankomst worden geregeld •n v> •n 1 ii i. o n w 1,40 s 5 X Z c t k dins. nm. dond.nm,. 'Jv 9,35 10,45 K 3D o o> bfl d CS o SU a 4,15 o§—§0— 1,— CD O 12,25 2,10

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 4