ACHTUREN ARBEID.
i|
I
GEMENGD NIEUWS.
DE TWEE HELFTEN.
c
8,—
9,20
UJ
Van
opgewonden menigte, onder het geroep „moorde-
d
-
QC
s
UJ
ca
6,15
7,—
7,40
8,15
1-
1,40
Stoomdrukkerij Firma B. Cuperua Az.
Bolsward»
1,—
1,40
2,10
2,55
3,5
3,52
4 30
6,30
7,45
8,30
c
5
EENE FANTASIE.
9,20
10,-
10,40
11,15
1,45
2,45
3,20
3,50
i 6,45
i 7,25
8.
Sneek
Bolsward
Te Harlingen
3,45
4,25
5,45
6,30
7,10
5,30 7,45
6,10 8,30
9,20
10,
11,15
1,—
2,30
3,—
3,40
Extra tr
5,45
6,25
7-
7,45
3,45
4,30
5,15
5,50
1,15*
2,5
2,45
3,—
3,40
&D
9,20
lO-
ll,10
12,30
5,45
7,—
7,45
<1
'o
a
fl
UI
a.
V. 5,30
6,10
7,30
8,15
8,55
9,45
4,50
Waar het drama werd afgespeeld, doet niets
ter zake, maar waar is ’t. ’t Is in Amstels
grijze veste ergens tusschen Haarlemmer- en
Muiderpoort, in de stad, waar eens Vondel in een
gelukkige bui tokkelde:
Waar werd oprechter trouw
Dan tusschen man en vrouw,
enz. enz.
Handelende personen zijn een klein winkelier
tje; ’t kleine heeft alleen betrekking op ’s man’s
lichamelijk voorkomeneen dikke winkelier
ster, wederhelft van den kleinen winkeliereen
winkeljuffertje, lief, aardig en goed.
De beide wederhelften hadden elkaar lief, innig
liefzij hadden het voor den ambtenaar van den
burgerlijken stand gezworen en zij zwoeren het
dagelijks.
Dagen en maanden lang leefden zij in zoete
rust, tot eindelijk het noodlot tusschenbeide kwam
en op wreede wijze den band verbrak, welke hen
verbond.
Achter de toonbank van zijn winkel want
hij hield een winkel in kramerijen zweefde
sinds eenigen tijd een lief, klein Evatje met be
vallige gratie van de poppen, naar de tollen, van
de tollen naar de duiveltjes, die in een kistje
zaten verscholen, en 't was gedaan met zijn rust.
Hij vond zijn kalmte niet terug, vóór zijn lippen
een brandenden kus hadden gedrukt op haar
rozenmondje, vóór hij haar had toegefluisterd,
hoe lief hij haar had. „Zonder u kan ik niet
leven; zonder u ga ik sterven, oogenblikkelijk,
hier, waar ik thans sta!”
Hij zette zich aan tafel, die gedekt stond en
schelde, om het eten te doen opdragen. Er ver
scheen niemand. Nogmaals en nogmaals schelde
hij, maar geen meid daagde op. Eindelijk kwam
de juffrouw, bij wie hij op kamers woonde en
deelde hem mede, dat de meid niet te bewegen
was geweest om na tweeën te werken. Zij was
om zes uren opgestaan en om twee uren was
haar tijd om, had zij gezegd en toen de juffrouw
er op gestaan had, dat zij haar plicht zou doen,
had Kitty zich beroepen op de wet en haar met
eene aanklacht bij den rechter bedreigd. Het
eten was nu niet gaar, en als mijnheer Holyday
een uurtje geduld had, zou de juffrouw voor
dezen keer zelf den gestaakten arbeid overnemen
en hem bedienen, maar in het vervolg moest
hij maar zorgen vóór tweeën zijn middagmaal te
komen gebruiken.
Holyday gaf de meid gelijk en hij prees ze
zelfs, dat zij de wet durfde handhaven ook tegen
over hem, die er de geestelijke vader van was,
gelijk de schildwacht, die zelfs zijn generaal niet
liet passeeren. Den anderen dag zorgde hij thuis
te zijn op het uur, dat binnen den arbeidstijd
van net dienstmeisje viel en hij dineerde zoo goed
als hij maar wenschen kon.
Na zijn middagmaal ging hij een straatje om
in het voorbijgaan zou hij bij zijn gewonen le
verancier sigaren koopende winkel was geslo
ten. Hij schelde en schelde nogmaals. Eerst
toen kwam de winkelier zelf de deur openen.
Toen hij sigaren vroeg, kreeg hij ten antwoord,
dat de wettige arbeidsdag was verstreken en er
geen sigaren meer werden verkocht.
Dus ge weigert mij te leveren
Volstrekt niet, mijnheer, integendeel, ik
lever u heel gaarne, maar ik zou moeilijkheid
krijgen met mijn bedienden, als ik zelf mij ook
niet aan de acht uren hield.
Dan ga ik naar een ander.
Die zal u ook niet helpen.
Dat zullen wij wel eens zien.
Holyday ging naar een anderen winkeldaar
werd hij niet eens opengedaan. Bij een derden,
vierden en vijfden ontving hjj hetzelfde antwoord
als bij den eersten. Gelukkig ontmoette hij een
bekende, die hem een- sigaar aanbood. Nu zijn
lust bevredigd was, oordeelde hij gunstiger over
de tabaksverkoopershet was zijn eigen schuld,
dat hij niet had gezorgd zijn voorraad in huis
te hebben en de menschen deden niets anders
dan de wet naleven, die hij zelf had uitgelokt.
Weltevreden zette hij zijne wandeling voort en
Een ijselijk tooneel volgt. De grootste helft
zag, hoe haar kleinste helft iemand kuste, even
klein als hij. Die daar gekust werd, was niet
zijen zij alleen had toch recht op zijn kussen.
Bitterheid kwam in haar hart, die nog meer
toenam, toen zij zag, dat ’t niet bij één kusje
bleef. Zij liep de deur uit en zuchtte dagen
lang buiten de echtelijke woning, tot het verdriet
haar ondragehjk werd, zij naar haar kleinste helft
toog en hem overlaadde met verwijten, uren lang.
Uitgeput, zweeg zij eindelijk de winkelier, koop
man in hart en nieren, maakte van deze rust
gebruik om flink eenige vredesvoorwaarden op
papier te stellenhij teekende dit contract, zij
deed desgelijks en de vrede was geteekend op
de volgende voorwaarden
Art. 1. Het zal hem geoorloofd zijn het win
keljuffertje het bewuste verleidelijke Evatje
bij zich te houden.
Art. 2. Het zal haar de grootste helft
geoorloofd zijn een kamer te betrekken in de
nabijheid harer vroegere echtelijke woning.
Art. 3. Zij zal genieten 10 pCt. der netto
winst van de winkelzaak.
Gedaan te Amsterdam, Juni ’90.
(Volgen de handteekeningen).
bestaan cn goeden waarborg beloven voor de
rentabiliteit der onderneming. Terstond worden
gebouwd een raadhuis, twee gerechtsgebouwen,
zeven kerken, acht scholen, vijftig groote fabrie
ken, eenige honderden woonhuizen en electrische
verlichting. Ook de noodige logementen, eene
bibliotheek, een centraalstation, een schouwburg
en een concertzaal mogen niet ontbreken. Deze
„stad”, die in dit jaar nog gereed moet komen,
zal Middlesborough heeten.
Een testamentsbepaling. Eene oude dame
te Soest maakte voor eenige dagen haar testa
ment en maakte haar vier neven en nichten tot
hare erfgenamen. Omtrent één neef echter, die
al vier en zestig jaar oud was, maar nog steeds
het air van een jonkman aannam, stelde zij in
het testament vast, dat deze, zoo hij op ziju ou
den dag nog in het huwelijk trad, geen deel zou
hebben in de nalatenschap. Waarschijnlijk heeft
zij, noch de notaris, die het testament opmaakte,
genoeg nagedacht bij het vaststellen dier bepa
ling. Zoodra de dame gestorven was, wilde de
bewuste neef, even als de anderen, zijn deel be
komen van de nalatenschapmaar de anderen
weigerden hem iets uit te keeren. Men onder
wierp toen de zaak aan het oordeel van een
paar bekwame rechtsgeleerden, en deze verklaar
den, zooals van zelf spreekt, dat de oude neef
zijn geheele leven op niets aanspraak had, want
dat eerst bij zijn dood kon bewezen worden, dat
hij op zijn ouden dag niet in het huwelijk was
getreden.
Vrijdagavond viel te Rotterdam een zesjarig
jongetje in het water aan de Slaakkade. De
toeschouwers trachten hulp te verleenen met een
stok, wat echter niet gelukte, daar het kind verder
afdreef en reeds begon te zinken. Op het hulp
geschreeuw kwam toen een 17-jarig meisje, Caro
line Teuw, toesnellen zij baande zich een weg
door de toeschouwers en sprong moedig te water,
zonder te kunnen zwemmenzij had het geluk
het kind te grijpen en, geholpen door de toe
schouwers, behouden op het droge te brengen.
Het is bekend, dat, wanneer twee hennen
op ’t zelfde nest willen broeien, men ze gewoon
lijk scheidt, en er slechts één op ’t nest laat.
Waarom gunt men den dieren niet om gezellig
den broeitijd samen uit te zetten vraagt iemand
wien het onlangs bleek, dat zulks zeer goed kan
een twaaftal eieren werden in zijn achterhuis
door twee jonge kippen eendrachtelijk uitgebroeid,
en de jonge kuikens pikken thans in den tuin
onder de hoede der beide moeders. Daarbij is
opmerkelijk dat de zachtaardigste en voorzichtigste
der beide kloeken altijd de meeste kuikens onder
zich krijgt hoewel die diertjes vrij kunnen kiezen.
Vit de nalatenschap van Jean Paul. In
eene verzameling onuitgegeven nagelaten ge
schriften van Jean Paul komen onder meer, ook
de volgende spreuken voor
„Misdadigsters beweren, dat een vermoord kind
doodgeboren is; schrijvers juist andersom.”
„Zoolang iemand een boek schrijft, is hij niet
ongelukkig.”
„Om de vrijheid van drukken te behouden,
moet men de vrijheid om te drukken beperken.”
„De Mooren zijn alleen maar silhouetten der
menschheid.”
„De armoede en de hoop zijn moeder en doch
ter terwijl men met de dochter spreekt, vergeet
men de moeder.”
„Alleen iemand met verbeeldingskracht kan
kussen.”
„Eten beneemt, drinken geeft geestdrift.”
Zelfmoord. Te Wilsten, nabij Lubeck, heeft
een schippersvrouw zich zelve en haar drie kin
deren verdronken. De beide jongste kinderen
had zij aan elkaar gebonden en eerst in ’t water
geworpen, waarna zij volgde, met het oudste in
haar armen gekneld.
Een aanvaring. In ’t Kanaal zijn Zater
dagmorgen twee stoomschepen Lotus en Thornhill
met elkaar in botsing gekomen. De Thornhill
zonk onmiddelijk, lading en schip zijn verloren,
de bemanning werd met moeite gered.
Een groote vergadering werd door deLon-
densche politieagenten des nachts in de Secial
Democratie Hall, Strand, gehouden, waarop de
minister Mathews en zijn voorstellen heftig wer
den bestreden. De vergadering besloot, dat, als
één man wegens deelneming aan deze samen
komst werd ontslagen, de geheele politiemacht,
15,000 man, het werk zou staken. Een politie
bond werd opgericht en de eischen werden ge
formuleerd.
John Holyday had gezegepraald. Jaren lang
had hij gestreden voor den werkdag van acht
uren en eindelijk was hij, dank zij het algemeen
stemrecht, dat in den Staat Forestanië werd er
kend, het zoo ver gebracht, dat de meerderheid
in de Staten zijn beginsel was toegedaan. Een
der leden, van het recht van initiatief gebruik
makende, had een wetsvoorstel ingediend, waarbij
de normale werkdag op acht uren werd gesteld
en met enkele stemmen meer dan noodig was,
werd het aangenomen.
De gouverneur echter weigerde het ontwerp te
sanctioneeren, omdat het partijdig was voor een
deel der bevolking. Wilde men den maatregel,
dan moest men hem algemeen maken. Een ander
lid stelde toen een aanvullingswet voor, waarbij
voor alle ingezetenen van Forestanië de arbeids
tijd op acht uren werd bepaald, met strenge
straffen voor ieder, die anderen wilden noodzaken
dien tijd te overschrijden. Ook deze wet werd
aangenomen en gelijktijdig met de andere door
de gouverneur bekrachtigd. Ook te Washington
werd geen bezwaar gemaakt, omdat de President
en de Senaat van oordeel waren, dat het hier
eene geheel huishoudelijke regeling betrof, alleen
geldende voor de ingezetenen van den Staat,
waartoe Forestanië, krachtens zijne autonomie,
volkomen bevoegd was.
Om alle moeilijkheden der toepassing te voor
komen, werd de invoering van de wet een half
jaar uitgesteld. Ieder kon nu zijn maatregelen
nemen en zich voorbereiden.
Toen het half jaar verstreken was, werd er op
den dag der invoering eene algemeens betooging
gehouden en John Holyday in triomf door de
straten der hoofdstad rondgedragen. Dien dag
werden zoovele toespraken gehouden, dat twee
reporters onder hunne taak bezweken.
Den anderen dag ging John Holyday, die,
wegens zijne groote diensten aan de goede zaak
bewezen, bezoldigd eerevoorzitter van den Acht
uren-Werklieden-Bond was geworden, na afloop
zijner bezigheden eens een kijkje nemen hoe
de wet werkte. Hij was zeer tevreden over zijne
bevinding. Overal vergenoegde gezichten, dat
men nu reeds te vier uren voor den heelen
verderen dag vrijaf had.
nares enz., werd achtervolgd, zoodat zij ergens
in huis moest vluchten. Nadat zij aldaar eenigen
tijd was verbleven, werd de opgewondenheid zóó
groot, dat men beducht was voor de ruiten, en de
bewoners haar verzochten heen te gaan. Steeds
achtervolgd, bereikte zij dan ook de woning waar
zij diende, doch men heeft het geraden geacht
haar weg te brengen, zoodat zij thans bjj hare
familie te Uffelte verblijf houdt. Niettegenstaande
de ontkentenis der dochter, blijft de moeder, zekere
Ida K wed. A. H pertinent volhouden,
dat hare dochter haar in het water heeft gestooten
niet alleen, maar tot driemalen toe getracht heeft,
toen zij zich aan den wal had vastgeklemd, haar
onder water te houden en aldus te smoren. Dat
de moeder zwemmen kon, daaraan heeft zij voor
namelijk het behoud van haaf leven te danken.
Bij den Burgemeester te Den Helder is als
kennisgeving en bericht gezonden, een uit zee
opgevischtstukje papier, waarop geschreven staat:
„Heden den 7den Juni 1890 op de hoogte van
„Doggersbank verongelukt.
„Vaarwel
„tot weerziens aan de andere zij van het graf.
„Uw liefhebbenden
„V. J.
„Jo. V.
„J. S.
»L-K.” j
Het geschrift ligt ter secretarie der gemeente
gedurende acht dagen ter inzage. Zij, die inlich
tingen kunnen geven, worden daartoe uitgenoo-
digd. De aandachtige lezer van bovenstaand
„droevig feit” zal zich met ons verwonderen, dat
de schrijver tijd vond, om „tot wederziens” te
roepen en daarbij wel de initialen op te schrijven
van zijn lotgenooten in ’t ongeluk, doch zijn naam
en dien van het vaartuig verzwijgt. Vermoede
lijk heeft men hier te doen met een zeer onge
paste aardigheid.
Volgens de Bred. Ct. schat men den uit
voer van aardbeziën van Breda en de omliggen
de gemeenten op 10,000 liter per dag.
Het station Arnhem zal weldra electrisch
worden verlicht.
Uit het stoomschip Newham, dat nabij den
Helder onder water zit, zijn reeds 103 balen
katoen door duikers boven gebracht. Daar men
door het ruwe weder in de laatste 14 dagen niet
heeft kunnen werken, was men bevreesd, dat het
schip vol zand was geslagen.
Bij het station Mühlacker zijn Zaterdag
twee goederentreinen met elkaar in botsing ge
komen. Een hoofdmachinist en een wagenmees-
ter werden gedoodeen hoofdconducteur zijn de
beide voeten afgereden. De Frankforter snel
trein kon niet passeeren.
In Egypte zijn de pokken uitgebroken. De
ziekte heerscht in verscheidene dorpen en ver
spreidt zich. De Regeering heeft dadelijk 2000
pd. st. voor vaccineeren toegestaan.
Te Nieuw - York is eene aandeelen-maat-
schappij met een kapitaal van 25 millioen dol
lars opgericht voor het stichten eener nieuwe
stad. Men wil deze laten verrijzen op zeker punt
in het Cumberlandgebergte in den staat Tenessee,
waar een centralisatiepunt noodig is ten behoeve
der rijke mijnen en andere bergwerken, die daar
Van Sneek
Bolsward
Witm.
Te Harlingen
Van Harlingen
Witm.
Bolsw.
Te Sneek
8,35
9,10
Op Zondagen
12,25
overal ontmoette hij weer menschen met tevre
den gezichten, die arbeidsdag van acht uren was
uitstekend, als men maar eenmaal er aan gewend
was.
Den avond bracht hij door bij een vriend aan
het andere einde der stad. Men zat er recht ge
zellig en aangenaam bijeendoor niets werd het
samenzijn gestoord, niemand had meer iets te
doen, dank zij den werkdag van acht uren. Ein
delijk was het tijd om huiswaarts te keeren.
Holyday ging naar de tram. Er reden geen
tramwagens meer. Bij een stalhouder bestelde
hij een rijtuig; de koetsier, die op een bankje
voor de deur zijne pijp zat te rooken, deed hem
opmerken, dat de werktijd van acht uren reeds
lang verstreken was. Holyday bleef niets an
ders over dan te voet huiswaarts te keeren.
Het was eene lange wandeling, maar hij sliep
er des te beter door en hij had het aangenaam -
besef, dat zijne landgenooten slechts acht uren
hadden behoeven te arbeidenmen moet iets
voor zijne medcmenschen overhebben.
Den anderen middag kreeg hij bericht dat de
nieuwe voor de fabriek bestelde werktuigen waren
aangekomen. Hij begaf zich met werkvolk naar
het station om ze af te halen. Toen daarmede
een begin zou worden gemaakt, uitte een der
werklieden de opmerking, dat daarmede wel een
uur of drie gemoeid waren.
Dat denk ik ook wel, zeide Holyday.
Wij hebben al zes en een halfuur gewerkt,
dus blijft ons nog maar anderhalf uur.
Ja, halverwege het werk te staken, gaat
ook niet. Wij zullen er dus maar een verschen
dag voor nemen.
Óp den verschen dag werd de lossing aange
vangen en ten einde gebracht. Hij zelf moest
er den geheelen tijd bij wezen om voor de goede
uitvoering zijner bevelen te zorgen. Andere drin
gende bezigheden zou hij na afloop doen en tegen
zes uren zette hij zich in het kantoor om admi
nistratieve zaken, die hij had uitgesteld, in orde
te brengen.
De boekhouder was naar huis en geen enkele
schrijver was er meer. Hun acht uren waren
voorbij.
Alleen kon hij niet vorderen en dus keerde hij
ook maar huiswaartshij begon te gevoelen, dat
het streng volhouden aan den werkdag van acht
uren toch ook wel zijne schaduwzijde had.
Het werk, dat des avonds was blijven liggen,
moest nu den volgenden morgen worden verricht.
De boekhouder was present, de schrijvers ook
maar het bleek, dat er enkele zaken door cor
respondentie niet in orde konden komen en dat
hij best deed om zelf maar eens met de leveran
ciers te spreken. Hoe eerder hoe beter zelfs.
Hij begaf zich naar het station, nam zijn plaats-
biljet en zette zich in den trein, die eenige oogen-
blikken daarna vertrok.
Dien avond kon hij nog zijn waar hij wezen
moest.... Aan het derde station echter bleef de
trein stilstaan en werden de portieren geopend.
Holyday bleef zitten.
Uitstappen, mijnheer, zeide de conducteur.
Maar vriend, ik ben niet aan de plaats
mijner bestemming.
Dat kan wel wezen maar de trein gaat
vandaag niet verder.
Is er geen ongeluk gebeurd
- Neen, maar de acht uren van den machi
nist zijn om.
Is er dan geen tweede machinist
Misschien wel, maar voor de conducteurs
zijn de acht uren ook verstreken.
Dan moest men andere nemen.
De wissel- en baanwachters hebben ook
acht uren gewerkt. Als-je-blieft mijnheer, ik ben
al tien minuten over mijn acht uur en u weet.
Ja, ja, ik’dwing ook niet, zeide Holyday
en stapte den trein uit. Op het perron zag hij
de conducteurs gemoedelijk op een bank naast
elkander zitten, de sigaren rookende en beoor-
deelende, die de passagiers hun in den loop van
den dag hadden aanbevolen. Enkele mannen,
wier arbeid later begonnen was, deden nog eenig
werk aan den stilstaanden trein, nadat een hulp-
machinist, die nog een half uurtje over had, de
locomotief naar de remise had gereden. Hetzelfde
gebeurde met den volgenden trein, waarvan de
passagiers eveneens uitstegen en de stad ingingen.
Holyday voegde zich bij de «aenigte en zocht
een logement op. In de twee eerste waar hij
binnentrad vond hjj portier noch kellner; in het
derde ontmoette hij een huisknecht.
Is hier niemand, aan wien ik een kamer
kan bestellen
De man schudde het hoofd.
Is de patroon er niet
Ik zou het niet denken ’t is na gezetten tijd.
Maar ik moet toch ergens logeeren.
Wordt vervolgd.
5,30
6,10
gemerkte Tram vertrekt Woensdags om 1.30 van Harlingen en
naar den Amsterdamschen tijd.
Vrijdagavond vertoonde een bekende hard-
looper zijn kunsten in de Nieuwe buurten te
Amsterdam. Hij begon in de Daniël Stalper-
straat en liep door de Quelhjnstraat, Gerard Dou-
straat, Govert Flinkstraat, Jan Steenstraat naar
den Amsteldijk.
In een ommezien waren natuurlijk honderden
menschen op de been, waaronder zich ook een
tal van politie-agenten bevonden, die poogden
aan de niet geoorloofde vertooning een einde te
maken, echter zonder gevolg.
Nabij de Rustenburgerstraat gekomen, nam de
kunstenaar de vlucht in een openstaande trap,
schoot daar zijn gewone kleederen aan, sprong
op de stoompont en maakte zich langs de
Weesperzijde uit de voeten.
Een paar weken geleden had met de
IJssel-stoomtramweg, rijdende tusschen Overschie
en Rotterdam, een allerdroevigst ongeluk plaats,
hetgeen tengevolge had een regen van ingezon
den stukken in de bladen enz.waarvan aller
hande middelen aan de hand werden gedaan om
het gevaar van stoomtrams binnen de stad zoo
veel mogelijk te voorkomen.
Het toeval gaf het dagelijks bestuur intusschen
een middel daartoe aan de hand krachtiger dan
alle voorgestelde middelen.
De IJssel-stoomtramwegmaatschappij had nl.
verzuimd op tijd de retributie te betalen en dit
gaf den burgemeester het recht de concessie on
middelijk in te trekken, van welk recht bij dan
ook gebruik maakte.
De bedoelde maatschappij zond daarop een
request in om de concessie te vernieuwen, welk
request krachtig ondersteund werd door B. en W.
vau Overschie, welke gemeente de dupe der
historie was geworden, doch B. en W. vonden
de gelegenheid schoon om deze lijn voorgoed op
te heffen, dan dat zij daartoe gunstig zouden ad-
viseeren. Zij brachten dan ook een afwijzend
praeadvies op dit request uit en de Raad
misschien nog wat al te veel onder den indruk
van het gebeurde vereenigde zich bij accla
matie met dit afwijzend praeadvies.
Alzoo zal de stoomtram verbinding tusschen
Rotterdam en Overschie waarschijnlijk weldra
voorgoed tot het verledene behooren.
Naar aanleiding van het studentenschan
daal te Hilversum, schrijft het Soc. Wkbl.:
„Men denke toch niet, dat enkel „het beschaafde
publiek” door zulke handelingen van studenten
wordt ontstemd. Een gedeelte van het „onbe
schaafde” evenzeer. Nog meer zelfs. Het denkt
en zegt en ijverige monden zeggen het voort
zoo iets moesten onze zonen zich eens veroorlo
ven En heeft het niet gelijk, wanneer het er
bij denkt: van zulke „heeren” is het zooveel te
erger, hun „beschaving” moest er hen van weer
houden
Van studenten willen wij geen schijnheiligen ge
maakt zientrouwens evenmin van de jeugd in
welken kring ook. Vroolijkheid misstaat hun
niet; uitgelatenheid kan men hun vergeven. Maar
als zij zich aanstellen, gelijk nu weder te Hilver
sum schijnt te zijn geschied, dan behooren zij, voor
zoover de wet daartoe termen biedt, streng te
worden gestraft; dan behoort de openbare mee-
ning schande te roepen over hun wangedrag.
De openbare meening ook in hun eigen kring.
Wat wij van de studentenwereld weten, doet ons
met gerustheid gelooven, dat zulke verregaande
baldadigheden er over ’t algemeen nu niet juist
worden goedgekeurd. Maar nog heel wat anders
dan goedkeuren is scherp af keuren, straffen met
minachting. Ware dit laatste het loon voorder
gelijk bedrijf, verloor men er zijn naam en zijn
omgang onder de betergezinden door, werd het
beschouwd als een smet op gansch de studenten
gemeenschap, wanneer pret ontaardt in schandaal
dan zou er wel voor goed een eind aan komen.
Aangaande het ongehoorde feit, dat te Mep-
pel eene dochter getracht zou hebben haar eigen
moeder te verdrinken, kan de M.epp. Ct. nog
mededeelen, dat het meisje alles ten stelligste
ontkent, ook na het verhoor, dat zij bij de politie
ten gemeentehuize aldaar onderging. Nauwelijks
was het bekend, dat zij daar was, of er vormde
zich een volksoploop, zoodat zij, niettegenstaande
zij achter het stadhuis werd uitgelaten, door de
Sneek-Bolsward- Harlingen.
Op Merklingen:
2,45
3,26
4,
9,35
10,10
10,45
11,20
6,15
7-
8,15
Van Harlingen
Bolsw.
Te Sneek
De met een
komt 2,50 te Bolsward aan.
De uren van vertrek en aankomst worden geregeld
•n
v>
•n
1
ii
i.
o
n
w
1,40
s
5
X
Z
c
t
k
dins. nm.
dond.nm,.
'Jv
9,35
10,45
K 3D
o
o>
bfl
d
CS
o
SU
a
4,15
o§—§0—
1,—
CD
O
12,25 2,10