NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
„De HollanMe Maatschappij"
OtSWABD SU WOMBBAOBSt.
NEW-YORK.
No. 29.
1890.
Negen en Twintigste Jaargang.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
VOOR
Zij is in 4°. ge-
gezinnen in een Zuidhollandsch dorp bezocht door
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
i s
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 17 regels. Ver-
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
10 Mei
13 Mei
16 Mei
^XXXXXXXXX^XXXXXXXXX^’
g DONDERDAG 17 JULI.
De Italiaansche Senaat heeft het wetsont
werp op de instellingen van liefdadigheid aange
nomen.
De President der N.-A. Unie heeft de zilver-
wet goedgekeurd, zooals zij door Kamer en Se
naat is aangenomen.
Te Nieuw-York is een telegram uit Libertad
ontvangen, volgens hetwelk de Regeering van
San-Salvador den staat van beleg zou hebben
afgekondigd en het verplichte passtelsel inge
voerd. Een oorlog met Guatemala wordt onver
mijdelijk geacht.
Sigarenwinkels op Zondag.
Is het werkelijk een maatschappelijke behoefte
dat sommige winkels, met name sigarenwinkels
des Zondags geopend blijven? Of heeft men ook
hier te doen met sleur, welke ter zijde kan wor
den gesteld zonder noemenswaardige geldelijke
schade voor degenen, die er in andere opzichten
onder lijden
De Rotterdamsche afdeeling der Vereeniging
voor Zondagsrust, een der ijverigste in het gelid,
heeft ten aanzien van den kleinhandel in tabak
en sigaren de zaak ter hand genomen. Reeds
vroeger hield zij ter bespreking ervan een bijeen
komst met belanghebbenden. Nu andermaal in
den loop dezer week. En intusschen had haar
bestuur tot een 200tal dier winkeliers per circu
laire de vraag gericht„indien er een 25 of 50
bereid zijn hun magazijnen op Zondag, geheel of
gedeeltelijk te sluiten, zij t gij dan eveneens daartoe
bereid
Door omstreeks dertig was op die vraag ge
antwoord. Doch ter vergadering bleek, dat ver-
scheidenen niet geantwoord hadden, omdat zij
'of op Zondag reeds niet verkoopen, öf hun ant
woord thans mondeling wenschten mede te deelen.
Geconstateerd kon worden, dat
1. voor zooveel bekend, ruim twintig sigaren
winkels op Zondag geheel gesloten zijn of geslo
ten zullen worden
2. dat ditzelfde ten opzichte van een tiental
geldt voor een gedeelte van den dag (na 12, 2,
4 of 6 uur)
3. dat anderen tot sluiting willen overgaan,
wanneer ook de grootere winkeliers in hun ma
gazijnen den maatregel toepassen.
Eén verklaarde, dat zijn winkel sinds dertien
jaren op Zondagen steeds gesloten is, en dat, wat
hij aan ontvangsten op Zondag derft, hem des
Zaterdags ruimschoots vergoed wordt.
Een ander deelde mede, dat hij, door vooraf
gaande bekendmaking in zijn winkel, zijn clien
tèle op de Zondags-sluiting had voorbereid en
van den maatregel niet het minste nadeel had
ondervonden.
Besloten werd tot de benoeming eener com
missie, die door persoonlijk bezoek bij de winke
liers trachten zal, de bezwaren tegen het algemeen-
worden van den maatregel uit den weg te ruimen.
Moge zij slagen, ook ten voorbeeld van andere
plaatsen, ’t Is maar een kwestie van gewoonte,
als men weet, dat men ’s Zondags in den sigaren
winkel niet terecht kan, zal men wel zorgen,
daags te voren zich te voorzien. Geen Zondags-
ganger zal er een sigaar minder om behoeven te
rooken; en weder een niet onaanzienlijke klasse
der burgerij zal dien éénen dag vrij kunnen adem
halen. (Soc. Weekblad.')
Leeuwarden, 14 Juli. Aan de heden van
wege het Gemeentebestuur gehouden harddraverij
door paarden, voor tweewielige rijtuigen bespan
nen, werd door 17 paarden deelgenomen.
De uitslag was als volgt: Prijs f300, schim-
melhengst, Jonge labor II, van den heer J.
Roele te Buiksloot, berijder A. de Ridder, le
premie f 150, zwarte merrie Koningin, van den
heer D. J. Florijn te Rotterdam, bereider G. Koot,
2e premie f50, bruine ruin Friso, van den heer
jhr. V. L. Vegelin van Claerbergen, te Joure,
berijder S. Hettinga.
Balk, 14 Juli. „Niet steeds is de liefde be
stendig van duur"’, dat ondervond dezer dagen
een weeuwtje alhier, die zich eergisteren door
den band des huwelijks zou laten vereenigen
met een’ kleermaker. Toen de gewichtige dag
aanbrak was de heer bruidegom nergens te vin
den inplaats daarvan vond de bruid ’s morgens
een billet-doux onder hare deur geschoven, waar
in haar door haren ridder de tragische mededee-
ling werd gedaan dat hij in het huwelijk bezwaar
zag en het daarom maar beter gevonden had
zich stilletjes te verwijderen. Friso.
Als eene bijzonderheid verdient vermelding,
dat door een arbeider in de veenderijen onder
Alkemade in den tijd van l'/2 dag 200 mollen
werden gevangen.
Uit Nunspeet schrijft men aan de Zw. Crt.
„Als de nood op het hoogst is, is dikwijls de
redding zeer nabij. Dit mochten we dezer dagen
tot onze groote blijdschap ondervinden. Eenige
dagen geleden werd de treurige ontdekking ge
daan, dat de rups, die verleden jaar onze denne-
bosschen zoo deerlijk gehavend heeft, weer was
waargenomen en in grooten getale huishield in
de bosschen, bij ons dorp. Het zou natuurlijk
zeer te bejammeren zijn, wanneer ook deze bos
schen, die juist dit dorp zoo aantrekkelijk maken
voor vreemdelingen, weer in handen der sloopers
moest vallen. Doch ziedaar kwam Vrijdag
middag een onafzienbare vlucht spreeuwen uit
bet westen opdagendeze zoo welkome gasten
vielen als uitgehongerde reizigers aan op de ver
nielende rups en weldra waren onze bosschen
gered. Nog ziet men alle dagen groote vluchten
spreeuwen zich in deze streken ophouden, zoo-
dat, naar wij hopen, de gehate rups spoedig uit
al onze bosschen zal verdreven zijn.”
Een eenvoudig arbeider te Laren wilde
onlangs eene som gelds ad f 35 in papier, eens
eene zeer veilige plaats geven, en koos daarvoor
zijne bedstede uit.
Na een paar dageu kwam hij tot de treurige
ervaring, dat zijn schat ongeveer geheel door de
muizen vernield was, zoodat de vrucht van al
zijn moeite en vlijt totaal verdween.
Hoe gevaarlijk het is een brandende lucifer
uit een raam te gooien, ondervonden Zaterdag
middag twee dames op de Keizersgracht te Am
sterdam. Een boven uit een raam geworpen
lucifer was op den hoed van een der dames
terecht gekomen en had dien in brand gestoken,
en weldra met al zijn linten en ornamenten
vernield. Ware een heer niet spoedig ter hulp
toegeschoten, dan had dit ongeluk voor de be
trokken dame deerlijke gevolgen kunnen hebben.
Aan het nieuwe stationsgebouw te Schiedam
wordt een kunststuk verricht. Daar het gebouw
door den slappen grond was verzakt, heeft men
het aan vier zijden ontgraven ter diepte van
de fundeeringspalen thans is men bezig om het
geheele gebouw, door middel van vijzels, gelijk
matig op zijn normale hoogte te brengen, wat
reeds voor een gedeelte met een gunstigen uit
slag is geschied.
Aan den Stadschen Dijk, onder Willem
stad, is de vrouw van een arbeider bevallen van
vier kinderen. Moeder en kinderen bevinden zich
naar omstandigheden vrij wel.
Naar uit Scheveningen aan het Hbl. bericht
wordt, is er in den nacht van Dinsdag op Woens
dag gespuid.
Delfland had nl. een krassen maatregel geno
men om B. en W. van ’s-Gravenhage daartoe te
noodzaken. Het had allen watermolenaars be
volen de polders uit te malen. Het ververschings-
kanaal, hetwelk dit boezemwater moest ontvan
gen, steeg daardoor tot zulk een onrustbarende
hoogte, dat B. en W. van hooger hand de op
dracht ontvingen, de spuiingssluizen te openen.
Aan die opdracht werd gevolg gegeven en tot
Woensdagmorgen stonden de sluizen open en
stroomde het zwarte water naar zee.
Door den heer J. J. van Kerkwijk is een
adres aan Z. M. den Koning gericht omtrent den
onhoudbaren toestand van het grachtwater in
den Haag. Dit adres is verzonden aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken en door dezen
in handen gesteld van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland met verzoek om grondig toegelichte
consideraties en advies.
Het adres gaat vergezeld van een advies van
den inspecteur van het Geneeskundig Staatstoe
zicht in Zuid-Holiand dr. L. J. Egeling, waarin
wordt aangedrongen op het nemen van maat
regelen van regeeringswege, teneinde den Haag-
schen Gemeenteraad te nopen niet langer den
algemeenen gezondheidstoestand van de residen
tie in gevaar te brengen ten bate van het gel
delijk belang van sommigen.
De lezers van dit blad, die in ons No. van 30
Jan. jl. de beschrijving lazen van het banket,
d. i. de jaarlijkscbe maaltijd, die gehouden wordt
door de afstammelingen der Hollanders in New-
York, weten dat deze wereldburgers, deze echte
Amerikanen, hoogen prijs stellen op hunne ver
wantschap met ons volk. Zij bewijzen dat het
Internationale, het Nationale volstrekt niet uit
sluit.
Een nieuw blijk daarvan geven zij door de
vervulling eener taak, die aan eene bijzondere
commissie uit het bestuur der Maatschappij is op.
gedragen. Deze heet „de commissie der gedenk
steenen”. Zij stelt een geschiedkundig en plaat
selijk onderzoek in, naarde gedenkwaardige plekken
in het tegenwoordige New-York, waar de eerste
Hollandsche volksplanters gewoond hebben, een
of ander gebouw gesticht of iets merkwaardigs
verricht hebben.
De eerste aflevering is verschenen, die wellicht
door meerdere zal gevolgd worden, van een werk
dat de slotsommen van dit onderzoek zal mee-
deelen.
De heer Geo. W. van Siclen, wiens Wa
penschild drie sikkels vertoont, die er hoogen prijs op
stelt, dat zijn voorvaders tot de Hollandsche kruis
vaarders behoorden en een zelfs „heer van Naza.
reth” heette, maar evenzeer niets zoo roemrijk
acht, dan burger te zijn van de groote republiek,
zond ons een Exemplaar van deze Aflevering,
met een vriendelijken groet.
De aflevering ligt voor mij.
drukt, pp echt Hollandsch papier van uitstekende
hoedanigheid en in plaats van op de gewone wijze
ingenaaid te zijn, is zij zeer smaakvol saamge-
bonden met een satijnen strik van oranjekleurig
lint.
Zij bevat het „Rapport aan de Hollandsche
Maatschappij van New-York door Alexander
T. van Nest, voorzitter van de bijzondere com
missie voor de „gedenksteenen,” welke ingemetseld
zullen worden op plaatsen van geschiedkundig
belang in New-York.”
Vooraf gaan acht keurige gravures naarphoto-
grafiën vervaardigd, van gebouwen, die nu staan
op de verschillende plekken, waar de gedenk
steenen zullen worden geplaatst.
Daarop volgen evenzeer acht afbeeldingen van de
eenvoudige gedenksteenen, voor de genoemde be
stemming vervaardigd, met de opschriften, die de
feiten vermelden.
Ik zal ze niet alle meedeelen, al zijn ze alle
van beteekenis, maar gis toch, dat er onder onze
lezers gevonden zullen worden, die met belang
stelling zullen vernemen, wat op eenige staat
gegrift.
Zoo lezen wij op den eersten, na het opschrift,
dat op alle wordt gevonden„opgericht door de
Hollandsche maatschappij van New-York, Maart
1890”
„Deze steen geeft de plaats te kennen, waar de
eerste woningen van blanke menschen op Man
hattan-Eiland werden gebouwd. Adrien Block,
scheepsgezaghebber op de „Tijger”, bouwde hier
vier huizen of hutten, voor zichzelf en zijn man
schappen, toen zijn schip was verbrand Nov 1613.
Deze zelfde kapitein Block bouwde de „Rusteloos”,
het eerste schip, dat gemaakt is door Europeanen
in deze landstreek”.
Gemelde landing op Manhattan-Eiland 1 vierk.
mijl groot, de plaats waar het eigenlijke New-
York nu is gesticht, geschiedde 4 jaren, nadat
Hudson ’t eerst dit eiland had bezocht. Kapitein
Block bouwde zijn nieuwe schip met de overblijf
selen van het wrak van „de Tijger” en zijn naam
wordt nog steeds met eere genoemd, als die van
den eersten scheepsbouwmeester in N.-Amerika.
Deze eerste vestiging, dus het begin van New-
York, is tegenwoordig 39 Broadway.
Nadat vervolgens de aandacht is gevestigd op
het eerste fort „Amsterdam”, waarnaast de eerste
kerk werd gebouwd; op het eerste Hollandsche
huis voor uitspanning bestemd, dat later het
overl. 17 Mei
was
izwaar.
„Die zoon, het bleek eerst toen, had zich elders
laten inenten.
„De waardige geneesheer, die al de patiënten
behandeld heeft, verklaarde nog dezer dagen
„Wanneer ik, na de zieken beneden geholpen te
hebben, naar boven ging voor die daar lagen,
gevoelde ik mij’ hoe gehard ook, ziek en ellendig
door de onbeschrijflijke lucht, die mij omringde
en achtervolgde.
„Wat ik met deze eenvoudige mededeeling be
doel
„Hierop te wijzen:
„Voor de ontwikkelden, voor de beschaafden
vrees ik niet, als de wet vrijheid laat. De heeren
dr. A. Kuyper, de Savornin Lobman en derge-
lijkeu zullen wel zorgen dat zij en de hunnen
gevaccineerd worden. Maar de eenvoudige geloo-
yigen in den lande, ten plattenlande vooral, die
ik even goed meen te kennen als zij, opgeruid
door termen als „pokgif”, „God verzoeken” enz.,
zij zullen boeten voor het drijven hunner leiders.
„God beware èn drijvers èn gedrevenen voor
die ramp
Den man, wien onlangs het ongeluk trof
door de spiegelruit van het magazijn van den
Algemeenen Muziekhandel op het gedempte Spui
te Amsterdam te vallen en daarbij zijn been
zwaar verwondde, is het been in het Gasthuis
geamputeerd. Men vreest voor zijn leven.
De Standaard bespreekt ouder den titel
„Machteloos” den politieken toestand van enkele
Staten in Europa en meent dat bijna overal
machteloosheid heerscht, doordat de beide wor
stelende groepen telkens blijken te zeer tegen
elkaar op te wegen. „Ten onzent, zegt het blad,
heeft de groep, die nu haar mannen in het Ka
binet kreeg, wel een meerderheid van 10 h
20,000 stemmen, maar de districtsindeeling maakt
deze verhouding zoo onzuiver dat een 300 stem
men in Lochem en elders slechts van rechts
naar links hebben te schuiven, om nogmaals de
minderheid in het land meerderheid in de Tweede
Kamer te maken.” Daardoor kan noch de eene
groep noch de andere krachtig doortasten. En
zoo zal het nog wel jaren blijven meent de
Deze stukken zijn aan het Haagsche gemeente
bestuur verzonden.
Omtrent de onlangs te Goes voorgevallene
ontvoering van een tienjarig meisje door haren
vader meldt de Goes. Cour, nog, dat de vader reeds
herhaaldelijk pogingen had aangewend om het
kind tot zich te nemen, waartegen zoowel de
moeder en hare familie als het kind zelf sterk
gekant zjjn. De man scheen evenwel bevoegd
om het kind op de reeds vermelde wijze bij zich
te nemen.
Zoodanig dacht echter blijkbaar de moeder niet.
Nadat in den loop van den voormiddag onder
scheidene leden harer familie met den vader een
onderhoud hadden gehad, verscheen te kwart voor
één uur een rijtuig voor het bedoelde koffiehuis.
Op het oogenblik, dat de vader gereed staat met
het kind in het rijtuig te stappen, snelt de meeder,
in manskleederen gehuld, toe, grijpt het kind, ont
rukt het den vader en snelt er het tegenover
staand koffiehuis mee in. Het was inderdaad een
aangrijpend oogenblik, en dat het publiek partij
koos voor de moeder, bleek uit den juichkreet
welke er opging, toen de laatste in dezen treurigen
strijd overwinnares bleek te zijn en haar Idnd
terug had. Het kind is later per rijtuig naar het
huis harer grootouders, bij wie het inwoonde,
vervoerd.
Zaterdagmiddag j.l. liep te Driebergen het
gerucht, dat in het bosch aldaar een kind was
vermoord en de moordenaar het hoofd van zijn
slachtoffer had afgesneden. Een door de politie
ingesteld onderzoek bevestigde de treurige waar
heid. De burgemeester en de secretaris, bene
vens dr. B. uit D. begaven zich naar de plaats
van het onheil en wie schetst de gewaarwordin
gen der heeren van den gerechte, toen de genees
heer moest constateeren, dat het gevonden kin
derhoofd eigenlijk een hondenkop was.
De majoor der infanterie J. N., hoofd van
onderwijs aan de K. M. A. en commandant van
het cadettenkamp op de Teteringsche heide, is,
toen zijn paard van een schot schrikte, met het
paard gevallen en heeft een schouder ontwricht.
Hij is naar Breda overgebracht en bevindt zich
naar omstandigheden redelijk wel.
In de Ned. Sport komt het volgende ver
slag voor van de afdeelingsvergadering in Noord-
Braband van den Wielrijdersbond
„Gemakkelijker verslag is niet te geven.
„Aanwezig de voorzitter afd. consul.
„Het is waar, maar treurig.
„Slaapt dan geheel Noord-Brabant
Dit verslag is zeker van dien voorzitter zelf.
Jammer dat hij geen dichter is.
Aan de N. Rott. Ct. wordt geschreven
„In het voorjaar van 1871 werden eenige huis
gezinnen in een Zuidhollandsch dorp bezocht door
de pokken. In één, dat eener weduwe, was het
Cornelia aang. gedaan 24 April, overl. 30 April
Anfnnin Q 1 n
„Stadthuys” werd, staan wij nog een oogenblik
stil bij „Gov. Petrus Stuyvesant’s Pereboom".
Dit boompje nam Gouverneur Stuyvesant mee
uit Nederland, toen hij in 1664 ontboden was
naar het Vaderland, om rekenschap te geven van
zijn bestuur, nadat New-York aan de Engelschen
was overgegeven. Hij plantte het, waar nu
de Noord-Oostelijke hoek is van de Derde
Avenue en de 13de straat en sprak: „doordezen
boom zal mijn naam in herinnering blijven”. Al-
zoo is geschied. Het boompje werd een boom,
groeide, bloeide, droeg rijke vrucht, bleef 200 ja
ren in leven, werd steeds in waarde gehouden.
Rondom verdween alles, de pereboom bloeide en
bracht vrucht voort. Een ijzeren hek beschermde
hem. Het droogerijenpakhuis op den hoek heette
langen tijd „het pereboompakhuis”, de jongelui in
de buurt hadden een „pereboomclub”. Eindelijk is
„Stuyvesant’s pereboom” aan verval van krach
ten gestorven en ter zijner en des planter’s eere
vermeldt dit een en ander de gedenksteen op den
hoek.
Tot zoover mijne mededeelingen. Ik eindig
met een wedergroet aan Mr. Siclen en de Hol
landsche Maatschappij te New-York.
M. E. van der MEULEN.
Antonia
Bartha
Jacobus
de weduwe
Jacoba
3 Mei,
5 Mei,
10 Mei,
10 Mei, hersteld
11 Mei, 17
„In dit gezin, Christelijk Gereformeerd,
de vaccinatie niet toegepast uit’gemoedsbezwaar.
Eén zoon, het eenig kind dat de moeder be-
Bolswardsche Courant.
w
TE
0) Manhattan, eigenlijk Manahachianienks, d. i. de plaats
waar allen zich beschonken gedronken hebben, nl. Hudson en
de Indianen. Zie Dr. Sack V, 2de stuk. Treurig optreden van
de //blanke menschen” in Amerika.
„uvu r.uuu, irei eemg Kma uar ae moeaer oe-
houden mocht, bleef onaangetast te midden van
de besmetting.
r>