ACHTUREN ARBEID.
Hart-Cacao.
GEMENGD NIEUWS.
i
s
t ^ollwerC*
c ACA^I JJ1
8,—
9,20
Van
go
en
EENE FANTASIE.
va
Ne
eei
cn
UJ
a.
v.
6,10
Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az.
Bolsward.
de
tic
au
he
zi
dc
12 25
1-
1,40
7,30
8,15
8,55
9,45
4,15
4,50
5,30
K
st
ra
6,30
7,45
8,30
9,20
10-
10,40
11,15
1,40
2,10
2,55
3,52
4 30
n
d
v
h
o
I
is
ai
O
a
J
Pa
we:
nat
var
I
we<
wel
kan
beg
die
bini
in
doe
gini
den
wat
heid
en 1
0
8,35
9,20
10,
11,15
1,—
2,30
3-
3,40
ö’,45
6,25
7-
7,45
6,30
7,45
6,10 8,30
JStollwerck’s
o
a
o
bfi
fl
aS
t>
O
b£
a
fl
a.
v. 5,30
6,10
r
Men weet dat Nellie Bly hare reis om de
wereld in 72 dagen, 6 uren, 11 min. en 14 se
conden volbracht. Dit was natuurlijk de vlugste
reis die ooit door iemand was gedaan.
Eenigen tijd daarna kwam zekere George Fran
cis Train van Tacoma, Washington, te voorschijn
die Miss Bly de eer niet gunde dat eene dame
de vlugste reis om de wereld zou hebben vol
bracht. Hij nam dus aan dezelfde reis te doen
in 70 dagen, dus 2 dagen en 6 uren korte? dan
Miss Bly. Mr. Train heeft niet alleen zijn doel
bereikt, maar hij heeft dit zelfs overtroffen daar
hij de reis in 67 dagen, 12 uren en 3 minuten
heeft afgelegd.
’t Antwoord is, dunkt ons, doodeenvoudig het
wielrijden op zich zelf is niet ongezond, maar het
overdrijven maakt het ongezond. Men behoeft
geen dokter te wezen om dat te weten.
Een strijkklavier. De Oostenrijksche bla
den melden de uitvinding van een nieuw muziek
instrument door den op muzikaal gebied zeer
gunstig bekenden Franz Kühmeijer te Presburg.
Hij heeft nl. een strijkklavier tentoongesteld, dat
in uiterlijken vorm veel overeenkomt met een
gewonen vleugel. Ook de claviatuur is nagenoeg
dezelfde, zoodat ieder pianospeler er dadelijk op
terecht kan. In het inwendige van dit instrument
bevinden zich tien strijkinstrumenten (2 cello’s,
2 groote en 6 kleine violen.)
Door een kunstig aangebracht mechaniek wor
den door het drukken op de toetsen de snaren
der strijkinstrumenten in trilling gebracht. Het
klankeffect moet zeer verrassend wezen, vooral
de tonen der cello’s, waardoor het spelen veel
op orgelmuziek gelijkt. Het zonderlinge van de
zaak is, dat de uitvinder Kühmeijer zelf hoege
naamd niet muzikaal is en het instrument zelf
niet bespelen kan.
Geverfde rozen. Witte rozen kan men naar
gelieven in verschillende kleuren verven en wel
op de volgende wijzeIn een liter warm water
wordt 8 tot 10 gram pikrin-zuur of wel blauwe
en anilin-oranje opgelost. Wanneer het water koud
is, worden de rozen er in gedoopt en na een uur
zijn zij veranderd in mooie, gele theerozen. Om
violetkleurige rozen te krijgen, mengt men onder
het water een weinig jodium-violet. Helder schar-
lakenroode rozen verkrijgt men door bijvoeging
van saffranin of koperrood. Om lichtroode in
donkerroode rozen te veranderen, gebruikt men
een oplossing van aluin en saffranin in water.
Dezelfde bewerkingen kan men ook op andere
bloemen toepassen. Zoo heeft men dit reeds met
goed gevolg gedaan met Hortensia’s.
Een zonderlinge dood. Een jeugdig lucht
reiziger, Leopold Olivier, oud 22 jaar, is dezer
dagen onder de zonderlingste omstandigheden om
het leven gekomen.
De luchtballon „Lazare Carnot” werd te Parijs
in het park des Buttes Chaumont opgelaten, ter
wijl de genoemde Olivier alleen zou medegaan.
Door onachtzaamheid had men den ballon te
veel met waterstofgas gevuld en het schuitje te
hoog tegen den ballon opgehangen, zoodat de
gasleiding in het schuitje hing. Toen hij twintig
minuten na de opstijging nederdaalde, gevoelde
hij zich onpasselijk, doordat hij een hoeveelheid
van het ontsnapte waterstofgas had ingeademd.
Na een paar uren was hij reeds overleden, ten
gevolge van vergiftiging, zooals de doktoren con
stateerden.
En wat geeft je dat
Pleizier. Daar is geen grooter genot op de
wereld dan hengelen
Holyday had opmerkzaam toegeluisterd en zou
juist zijne meening zeggen, toen de kastelein op
merkte, dat zijn tijd om was. De acht uren wa
ren verstreken.
Dus je wilt ons niet meer in je huis hou
den vroeg Holyday.
Ik voor mij wel, maar tengevolge van den
acht-uren arbeidsdag is het dubbel-stel herber
giers ingevoerd en onze overeenkomst is dat wij
in elkanders tijd geen gelagen mogen zetten.
Dus als dat stelsel niet bestond, konden wij
hier blijven? vroeg Worker.
Hoe langer hoe liever, en ik zou u slechts
de helft in rekening brengen.
Maar dan is dat dubbel-stelsel eene afzetterij.
Als wij het niet hadden, zoudt gij nergens
terechtkomen. Mijn menschen doen ook maar
acht uren dienst.
Loop naar de duivel met je acht-urenstel-
sel, riep Finsbury.
Ja, zeide de herbergier, voordeel geeft het
mij niet.
Mij ook niet! mij ook nietriepen Worker
en Sheerman.
Weg met het acht-uren-stelsel 1 klonk het
en met dien kreet verliet men de herberg, waar
Holyday nog even terugbleef om het gelag te
betalen. Het was driemaal hooger dan het in
vroeger tijd zou geweest zijn en ook hij riep on
der den indruk van het veie geld, dat hij moest
neerleggen.
Weg met het acht-uren-stelsel.
En op straat werd die kreet gehoord en hon
derden en weldra duizenden sloten er zich bij
aan. In een dichte drom trok men de stad door
en al luider en algemeener werd de kreet„weg
met het acht-uren-stelsel. De winkeliers openden
hunne deuren, de koetsiers verlieten de stallen,
de logementhouders staken de hoofden uit het
raam, de particulieren kwamen naar buiten, de
samenwonende gezinnen, de huisbazen, wier
woningen leeg stonden, de ontslagen bedienden
en dienstmeisjes allen en allen voegden hunne
stem de leus: „weg met het acht-uren-stelsel.”
En van de eene stad naar de andere plantte
zich de beweging voort. Een oproer brak los,
dat niet te dempen was, dan door toe te geven
aan den eisch van het gansche volk. In allerijl
werden de Staten samengeroepen en reeds in de
eerste zitting werd op het adres van John Holy
day en dertigduizend mede-onderteekenaars eene
gunstige beschikking genomen, die nog denzelf-
den avond door den Gouverneur bekrachtigd werd:
„Ieder ingezeten van Forestanië is vrij zoo
lang te werken of te doen werken als hij nut
tig en noodig acht.”
Maar vele jaren duurde het eer Forestanië we
der tot zijne vroegere welvaart was gekomen.
De mijne denkt er al net eender over, zeide
Rawling, en soms gaf ze me een dubbeltje om
een glas bier te drinken. En zoo is het gekomen
dat ik in mijn leege uren in de kroeg zat, waar
ik vroeger nooit kwam. Dan had ik een karre-
weitje, maar daar hebben de menschen geen geld
meer voor.
Van vrouw of kinderen heb ik geen last,
sprak Brown, mijn Lizzy is ziekelijk en moet
bijna den geheelen dag liggen. Vroeger hielden
de buurvrouwen haar gezelschap, maar dat vrou-
wengeklets kon ik niet verdragen. Ik zelf houd
haar gezelschap, maar ze zegt dat de tabaksrook
haar hindert. Nu een pijp komt een mensch toe
en als men niets te doen heeft, moet je je wel
bezig houden met zoo iets.
Ik heb eerst veel gelezen, verhaalde Corn-
hill, ik heb den geheelen strijd nagegaan tus
schen Episcopaten en de Methodisten, en toen
ben ik aan de kerkelijke leerstellingen begonnen,
maar mijn vriend Squeers heeft mij bekeerd.
Ben je door hem van geloof veranderd,
Cornhill
Squeers, die er ook altijd mede bezig was,
ging aan het maten, en toen dacht ik dat dit
mijn lot ook zou kunnen zijn en dat het maar
beter was over die dingen niet te denken, maar
te werken. Toen heb ik gewerkt als uitspanning
en ik heb er mij best bij bevonden.
Fraser deelde mede, dat hij in zijne uitspan-
ningsuren de musea en verzamelingen had be
zocht, maar dat men ook daar vrij gauw genoeg
van kreeg. Zulke dingen kon men eens een paar
keer in het jaar zien, maar dag aan dag tus-
schen schilderijen en zeldzaamheden door te wan
delen en de voortbrengselen, de wapens en het
huisraad te zien van volken wier naam men nooit
gehoord had of die lang dood en begraven waren,
verveelde toch ook. Alles blijft hetzelfdemet
werken ziet men dat men vordert.
In het begin profiteerde ik van mijne vrij
heid om tochten en uitstapjes te maken, maar
dat kost geld en toen alles opsloeg, begreep ik
dat ik maar beter deed om wat dichter bij huis
te blijven. Ik vond in het koffiehuis couranten
en vriendenwij spraken over de politiek en de
verkiezingen en hielden vergaderingen en rede
voeringen. Wij hadden den tijd aan ons en ik
moet zeggen, dat ik zooveel redevoeringen ge
hoord heb, dat ik er nu volkomen van verzadigd
ben. Toen ze op ’t laatst genootschappen gingen
oprichten, nu eens om dit te veranderen, dan om
dat af te schaffen, en sommigen zelfs om de
heele regeering af te schaffen, ben ik maar weg
gebleven en weer aan het wandelen gegaan. Maar
nu ken ik eiken boom uren in den omtrek en
gelukkig had ik mijn gereedschappen, en al
gaf het mij geen geld, het werk gaf me toch be
zigheid.
Nu, als jelui dan geen raad wisten met je
vrijen tijd, ik wel, zeide Lugdun.
W at heb je dan gedaan vroegen eenigen
nieuwsgierig.
Ik heb mijn hengel en ik visch in mijn
vrjjen tijd.
Eene Engelsche dame deelt eenige aardige
bijzonderheden mede aangaande een bezoek, dat zij
aan een „Afrikader”, een Hollandschen boeren
kolonist in Kaapland, bracht. Toen zij er heen
ging en den eenigszins plomp uitzienden „Oom
Daan” het eerst zag, had zij geen hooge ver
wachting van de kennismaking. Op de stoep
zag de bezoekster reeds uit de verte de gezette
gedaante van Tante Sannie, die haar harteljjk
welkom heette. Hoe meer zij met den kolonist
en zijn vrouw sprak, en den man, wiens land
goed grooter was dan dat van menigen Engel-
schen Lord in al zijn eenvoud, goedhartige, eer
lijke rondheid in doen en laten gadesloeg, des te
meer veranderde haar vroeger vooroordeel in
hartelijke bewondering.„Hun Engelsch,” schrijft
zij „had een vreemd accent, maar ze spraken
het goed en met uitdrukking. Vielen ze een
oogenblik uit de rol en in het hun meer eigene
Hollandsch, dan hielden zij zich in. Zoo bleek
uit alles dezelfde beleefdheid tegenover den
vreemdeling. Wij trachtten op het erf de zweep
met haar 20 voet langen slag te hanteeren, maar
het gelukte niet. „Oom Daan”, die met gemak
van den voorsten van zijn span ossen een vlieg
kon afslaan en dus alle recht had, ons uit te
lachen, vertrok geen spier van zijn gezicht.
Het middagmaal bestond uit kalkoen, gerookt
vleesch en een half dozijn groenten en boven
dien de gekookte rijst, die op eiken disch in
Kaapland, van dien van den President tot den
geringsten landbouwer, wordt voortgezet. Bloe
men en vruchten stonden op tafel. Er was een
Voortreffelijke gelei, die van versch druivensap
met peren (kweeën) en eenige andere vruchten
gemaakt wordt en die de Engelsche dame de
beste saus noemt, die zij ooit at. Indien er
een haard geweest ware, had men de zaal, met
haar groote Engelsche klok in den hoek, voor
een Engelsche boerderijkeuken kunnen houden.
Oom Daan was misschien in zijn soort beter
dan anderen, maar van de soort over het alge-
meene wist de schrijfster zeer veel goeds te ver
tellen. Natuurlijk hadden ze alten hunne voor-
oordeelen en spraken die uit maar wie heeft
ze niet? Zij bezocht andere boerderijen en zag
andere Hollandsch-Afrikaansche boers. De een
was een weinig dikker dan de ander, deze had
bloeiende granaatappels voor zijn deur, gene gar
denia’s en rozen, maar het type was hetzelfde.
„Vaarwel „Uncle Dan,” dus eindigt de schrijf
ster, „ik voor mij zal mjjne landgenooten zeggen,
dat ik nooit in ruwer uiterlijk huiselijker omge
ving en een beter genteleman zag.”
In de omstreken van Gendringen is men
aan het visschen naar hooiTengevolge van
de zware, langdurige regens zijn de hooilanden
overstroomd en drijft het hooi in de buiten zijn
oevers getreden Ouden IJssel weg. Om nu ten
minste nog iets te redden, visschen de landbou
wers met hooivorken het hooi weer op. Doch
zij kunnen niet verhinderen, dat het grootste
gedeelte voorgoed verdwijnt. Daar nu het hooi
thans hoog in prijs is en men zelfs f50 a f60
voor één wagenvracht besteedt, kan men begrij
pen, welk een schade deze toestand berokkent.
r
4.
S I o t-
Het debiet, daar zoowel als in de winkels, werd
met den dag geringer. De fabrikanten, die tot
de dubbele ploegen waren overgegaan, konden
het met enkele ploeg nu zeer goed af en ont
sloegen de helft van hun volk. Ook de winke
liers verminderden hun personeelde stalhou
ders hadden eenige koetsiers niet meer noodig
de spoortreinen vertrokken bijna zonder passa
giers en zonder vrachtgoed. Daar de landbou
wers ook maar acht uren arbeiden, kon een
groot deel van den oogst niet of niet tijdig wor
den gezameld en binnengehaald en wat er werd
aangevoerd was veel minder en voor een gedeel
te slecht. De prijzen der voedingsmiddelen be
reikten een ongekende hoogte.
Voortdurend steeg hot aantal der ontslagen
werklieden, en naarmate de verdiensten minder
werden, werd er minder gekocht. Armoede en
gebrek namen met den dag toe. Maar in plaats
van twaalf en tien uren arbeid, behoefde men nu
zelfs geen acht uren te werken. Talloos veten
genoten ongestoorde rust. En die werd nog groo
ter naarmate zij, die nog genoeg hadden, om
Forestanië te kunnen verlaten, hunne have en
goed inpakten en zich buitenslands begaven. Op
een avond werden de laatste twintig man uit de
fabriek van Holyday’s patroon ontslagen, daar
deze, evenals verscheidene andere collega’s, voor
goed zijne werkplaatsen sloot. Ook „de vader
der acht uren-wet”, gelijk men hem eerst met
bewondering en sympathie had genoemd, kon
naar een andere betrekking rondzien. Het be
zoldigd ambt van eerelid van het Acht-uren-
Werklieden-Verbond was opgeheven sedert de
leden verklaarden geen contributie meer te kun
nen betalen en zich, den een na den ander, te
hebben laten royeeren.
Zij die thans te gelijk met hem ontslagen wa
ren, behoorden tot zijn getrouwe aanhangers en
tot de beste werklieden van de fabriek. Van
daar dat zij ook het langst aan het werk gehou
den waren. Met bezwaard gemoed volgden zij
den weg naar de stad. Holyday was in hun
midden.
Mannen, zeide hij, toen zij de eerste hui
zen bereikt hadden een dier huizen was na
tuurlijk, als in alle steden, eene herberg man
nen zoo straks leiden onze wegen uiteen. Tot
afscheid bied ik je een glas bier aan of wat je
anders gebruiken wil. Ik ben jong gezel en ik kan
net beter missen dan gij.
Ja, zei de oude Worker, binnengaande, bij
mij kan er niet meer afik heb vrouw en vijf
kinderen.
Ik had ook niet gedacht, dat het zoover
met me zou komen, dat ik geen werk meer had,
verklaarde Finsbury, maar lang hoop ik niet
dat het duren zal.
3,45
4,25
5,45
9,35
10,45
De guillotine in den Elzas. In den vo-
rigen winter beproefde zekere Karl Ems mevrouw
de wed, Rothan te vermoorden, vermoedelijk om
haar te bestelen. Het meest verfoeilijke dezer
misdaad is, dat mevrouw Rothan haar belager
met alle weldaden overladen had. Om tot haar
te geraken, had hij eerst gepoogd hare dienstbode
te vermoorden, die hem wilde beletten zijn gru
welijk plan uit te voeren.
Ems werd door het cours d’assises ter dood
veroordeeldeen verzoek om gratie werd gewei
gerd. De terechtstelling heeft de vorige week
plaats gehad op de binnenplaats der gevangenis.
De strafuitvoering had plaats volgens de cri-
mineele Fransche wetgeving, die in het Rijks
tand nog van kracht is, dat wil zeggen, de ver
oordeelde werd geguillotineerd.
Het record van den paardrijdenden beer
Caviar is geslagen door een paardrijdende leeuw.
Het dier is een paar jaar geleden in het circus
Renz te Kopenhagen geboren en rijdt als een heer
te paard het circus rond. Dat laatste wordt voor
dit nummer in een reusachtigen kooi veranderd.
In het Cirque d’hiver te Parijs is ook eens zulk
een behendige leeuw geweest, maar die was niet
half zoo verstandig en welopgevoed als de koning
der dieren in het circus Renz.
Honderdvijftig kinderen gered. lederen
morgen gedurende het zomerseizoen vertrekken
uit Venetië in groote gondels eenige honderden
kinderen naar de kust, waar hun van gemeente
wege de gelegenheid wordt gegeven om de zee
baden te gebruiken. Om den overtocht zoo snel
mogelijk te maken, worden deze barken door eene
stoomboot op sleeptouw genomen en op deze
wijze naar zee gesleept door de kanalen en lagunen
der stad. Dezer dagen vertrokken weder eenige
dier barken. Op eenigen afstand der stad kwam
een schip met volte zeilen aanvaren er was geen
tijd om uit te wijken en hot ging recht op de
tweede bark achter de stoomboot af, die weldra
werd aangevaren en omgeworpen, zoodat 150
kinderen in het water terecht kwamen. Een
Sneek
Bolsward
Te Harlingen
Van Harlingen
Bolsw.
Te Sneek
een
Van Sneek
Bolsward
Witm.
Te Harlingen
3,45
4,30
5,15
5,50
1,15*
2,5
2,45
3-
3,40
Op Zondagen
6,15
7-
Extr
dins. nm. dond,
2,45
3,20
7,25
8.
6,15
7,—
7,40
8,15
Van Harlingen
Witm.
Bolsw.
Te Sneek
1
Ik ga morgen met mijn oudje naar een
ander land, zeide Merrywether. Er zal toch nog
wel ergens op de wereld een oord zijn, waar een
mensch werken kan, zoolang hij wil. Ik ken
mijn vak zoo goed als de beste.
Ja, ’t is anders uitgevallen, dan ik dacht,
sprak Steerman. Weet je nog wel wat in je
proclamatie stond Holyday
Ik heb ze hier nog, antwoordde Rawling,
zijn glas bier neerzettende en uit een dikke por
tefeuille, waarvan de kleur niet meer te herken
nen was, haalde hij een opgevouwen en op de
plooien doorgesleten stuk papier te voorschijn.
Geef maar eens hier, zeide Philips, het
blaadje uit de vingers van zijn buurman nemen
de en las
„Acht uren arbeid, acht uren rust, acht uren
ontspanning, ontwikkeling, enz. Tien voordeelen
van den achturigen arbeidsdag. Bij den acht-
urigen arbeidsdag wordt het lichaam van den
arbeider gespaard en zijn teven verlengdzijn
meer arbeiders noodig en dus het leger van wer-
keloozen neemt afstijgt het loonvermeerdert
de koopkracht en dus grooter vraag naar waren
'en dus ook meer vraag naar arbeiderszal de
productie geen schade lijden, maar alleen de winst
verminderen der kapitalisten blijft den arbeider
tijd om zich te ontwikkelen en zich te ontspan
nen zal het politieke leven bloeien en groeien
zal een der grootste oorzaken van onmatigheid
worden weggenomen zal de eisch, nog grootere
vermindering van arbeidstijd, wakker worden
zal het peil van de menschheid verhoogd worden
ten algemeene nutte.”
De mannen zagen eenige oogenblikken elkan
der zwijgend aan.
Precies is het niet uitgekomen, merkte met
een treurigen glimlach Worker op.
Dat is te zeggen, zeide Holyday: de acht
uren rust en de acht uren uitspanning en ont
wikkeling hebt ge toch gehad.
Wat kon ik met mijn acht uren rust doen
hernam de oude man. Ik heb mijn leven lang
gewerkt en werken is voor mij een tweede na
tuur. Uitspanning had ik genoeg en ontwikke
ling? Ik heb genoeg aan het geen ik weet en
verlang niet meer te weten.
Ik heb ook geen zin in geleerdheid, sprak
Finsbury, maar er waren toch wel dingen, waar
van ik wat meer wilde kennen. Begin daar even
wel eens mee, als ge in een klein kamertje zit,
waar geslapen en gekookt wordt en elke plaats
aan tafel is genomen.
Ja, dat is bij mij ook het geval, vulde
Steerman aan en, zie je, mijn vrouw is een best
mensch, dat zal iedereen mij loegeven, maar
zoo’n man den geheelen dag over den vloer, daar
kan ze niet tegen. Als de kinderen kibbelden,
liet zij ze begaan of als het te hoog liep, maakte
ze er een einde aanmaar ik, begrijp je, kon
dat gekibbel niet aanhooren en als ik er me mee
bemoeide, werd het ernst en je heele dag was
bedorven. „Wat doe je ook den godganschelijken
dag thuis te zijn”, riep mijn vrouw dan en ik
ging uit.
vreeselijke ontsteltenis was daarvan het gevolg.
Gelukkig konden de meeste kinderen zwemmen,
en geholpen door de bemanning der boot en het
personeel, dat op de kinderen toezicht moest
houden, werden al de kinderen zonder een enkele
uitzondering gered.
Een oude vlam. Eene drieduizend jaren
oude vlam brandt sinds de dagen van Homerus
in Lycië, een gewest van Klein-Azië. Dit is de
in oude tijden wijdvermaarde Chimaera, een bran
dende gasstroom, die door het gespleten terpen
tijngesteente van een 350 meter hoogen berg zich
een uitweg baant. Deze berg draagt tegenwoor
dig den naam van Yanartach (verbrande steen)
op den top van dien berg is eene opening, waar
uit onophoudelijk een vuurkolom van een meter
hoogte naar boven dwarrelt, terwijl uit andere
spleten kleinere vlammen te voorschijn komen.
De oudste vermelding der Chimaera wordt bij
Homerus gevonden latere schrijvers maken er
dikwijls gewag van en Plinius noemt haar Flamma
immortalis of de onsterfelijke vlam. De omstan
digheid, dat men haar in den nieuweren tijd, na
dat Klein-Azië, gedurende eeuwen van de overige
wereld was afgesloten geweest, op dezelfde plaats
wedervond, levert een bewijs voor haren onafge
broken duur.
Gedurende het eerste halfjaar van 1890 zijn
op Père Lachaise te Parijs 73 lijken verbrand.
Men gaat bij den lijkoven een colombarium op
richten, waar de urnen met de overblijfselen van
de verbrande lijken kunnen worden geplaatst.
Aardige antwoorden. Men zal zich herinne
ren, als men Diane de Lijs gelezen heeft, het
galante antwoord aan zekere bejaarde dame
„Maar mevrouw, u is niet 50 jaar, maar twee
maal 25 jaar.”
Een variatie op hetzelfde thema wordt toege
dicht aan zekere jonge dame, die d#or haar vader
gedwongen wordt een ryk, doch bejaard heer te
huwen: „Maar papa, hij is zoo oud.”
„Vijftig jaar; dat is niet zoo erg.”
„Ik had er liever twee van vijf en twintig.”
Nog een variatie.
Een heer is in gesprek met een dame van
rijperen leeftijd
„Hoo oud is U vraagt hij haar.
„Mijnheer,” antwoordt zij, „men is altijd zoo
oud als men schijnt.”
„O, mevrouw, zoo oud is u nog niet.”
Is wielrijden ongezond In de stad Buffalo
in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, be
staat een club, waarvan uitsluitend geneesheeren-
wielrijders lid mogen zijn. Is nu wielrijden zoo
ongezond Of weten de geneesheeren, die wiel-
rijden, en dat zijn er ook in ons land velen,
er zoo weinig van vraagt de Sport.
9,20
lO-
ll,10
12,30
5,45
7,45 1,40
De met een gemerkte Tram vertrekt Woensdags om 1.30 van Harlingen
komt 2,50 te Bolsward aan.
De uren van vertrek en aankomst worden geregeld naar den Amsterdamschen tijd.
SneekBolswardHarlingen.
Op Werkdagen:
12,25 2,10 ---
2,45
3,26
4,
9,35
10,10
10,45
11,20
ij
Voordeelig!
In blikken bussen a 25 Cacao-harten 45 cent.
1 Cacao-hart 1,8 cent 1 kop Cacao.
■n
L-
vorm
i
t
I
1
5,30
nm,
3,5
1 Ilinuiiiiliur
tó
<D
bo
a
9,10
7,10
Hoogste eiwit hoogste theobromin-gehalte.
S3
O
X JD
03
44
<D
8,15
1,45
3,50
6,45
p.
B
n
2
g*
S3
F*®
7’“ L-
(eiiieoassa
Hart-Cacao is fijnste Poeder-Cacao in hart
gepersd.
Spoedige oplosbaarheidfijne geur, deliciense smaak,
steeds gelijkmatigheid des dranks.
Verkrijgbaar bij H. H. Confiseurs, Banketbakkers
enz.
Engros-Expeditie: Julius Mattenklodt,
Amsterdam, Kalverstraat 103.