NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OI.SWAH» EN WONSERADEEI.
Onze Kinderen.
I',
I Z
1891.
Dertigste Jaargang.
No. 4.
BINNENLAND.
r
DONDERDAG 22 JANUARI.
VOOR
is
uur voorbij
(ij
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
voor hem. Hij sleept uit alle machtgij begrijpt
haast niet, hoe ’t mogelijk is dat hij ’t doet. Toch
gaat het, en geen hinderpaal is in staat hem te
bewegen, het spel te staken. Wellicht denkt ge
„als ik ’t hem bevolen had, dan zou hij zoo zijn
krachten niet inspannen, en vrij zeker had hij
dan niet zooveel genot als waarvan nu dat gelaat
getuigt.” Is dat verdorvenheid van het kind
Och neen, maar weet ge wat het bewijst? Dat
gij, als gij iets van uw kind verlangt den rechten
toon niet weet aan te slaan, aan ’t werk het ka
rakter van spel niet weet te geven, ’t Onderscheid
tusschen werken en spelen is alleen, dat het eerste
een gedwongen bezig zijn is. De toon, waarop
gij iets beveelt, kan reeds alle lust voor het werk
benemen.
Behoefte aan werkzaamheid dringt tot het spel.
Elk kind speelt liefst dat spel, waarin het uitmunt.
Het wil ook zelfvoldoening hebben van zijn bezig
heid. Zorg daarom, dat uw kind als gij iets daar
van gedaan wilt hebben, die zelfvoldoening ook
kan vinden. Maak de taak niet te zwaarzorg
dat het in zijn oog uwe verwachtingen kan over
treffen. Er zijn, helaas, zoo weinig ouders, die den
blik van hun kind verstaan als het een goedkeu
rend, een bemoedigend woord verwachtmen ver
waarloost het kind te veel. Ware dit niet het
geval, men zou zoovele klachten niet vernemen
van ouders, die beweren, dat hunne kinderen altijd
maar willen spelen en liefst niets doen, ’t Spelen
maakt eer geschikt dan ongeschikt tot den arbeid,
’t Spel leert inspanning licht achten, ’t leert snel
en met vastberadenheid handelen.
Daarom, verbied uwe kinderen het spelen niet,
om de kleeren schoon te houden of omdat het
niet meer past voor kinderen, die al „zoo groot”
en „zoo oud zijn. Wie beklaagt zich ooit, dat
hij te lang kind is geweest? Twaalfjarige jonge-
heeren en jongejuffrouwen hebben we al veel te
veel.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
--
Kijk me dat nu eens weer aan, zei vrouw P.
tegen haar dochtertje van een jaar of elf, twaalf,
toen deze wel ietwat wild de kamer binnen kwam.
Je zit weer heelemaal onder ’t stof, je bent nog
geen knappe kleeren waard. En wat heb je een
kleur! Je bent zeker weer aan ’t spelen geweest,
net als de kleine kinderen. Foei, je moet je wat
schamen, je wordt al zoo oud. Staat dat nu voor
zoo’n groote meid.
Ik zal dat sermoen maar niet verder volgen,
’t Was nog bij lange na niet uit, maar wie onder
mijne lezers heeft nooit zoo’n boetpredikatie aan
gehoord? Maar hebt ge er ook wel eens over
nagedacht, in hoeverre eene moeder in haar recht
staat om zulk eene zedepreek te houden.
Een zedepreek Ja, daarvoor moet zoo’n ver
maning stellig doorgaan, en toch wij moeten het
eerlijk bekennen, wij noemen haar eer onzedelijk,
dan zedelijk. Wij willen haar eens ontleden.
Dat eene huismoeder aan kleeren en huisraad
geen stof kan dulden, neen, dat laken wij niet,
integendeel, wij noemen het prijselijk. En als
vrouw P. aan hare dochter bij ’t binnenkomen
had gezegd: „Trijntje of Pietje, je moest je klee
ren eerst wat afslaan”, en als zij het meisje, als
het de jurk had uitgetrokken, een borstel in de
hand had gegeven, om ’t stof te doen verdwijnen
uit het kleed, zie, dat hadden wij goedgekeurd.
Geen lusten zonder lasten, dat moet een kind
leerenniets voor niets. Maar vrouw P. had heel
wat anders te zeggen. Haar dochtertje werd al
zoo groot, het moest volgens hare meening zich
schamen, dat ze nog als een kind speelde. Wie
gewoon is om zich heen te zien, weet, dat vrouw
P. geen uitzondering is op den regel en dat heel
veel moeders redeneeren in haar trant.
De menschen gaan met hun tijd mee. Alles
gaat thans met stoom; waarom de ontwikkeling
der kinderen ook niet Hadden onze grootouders
jaren werk om te leeren spellen, onze kinderen,
ja, ’t is een mirakel, die lezen vaak al voor hun
vijfde jaar, en dan zijn ’t nog geen wonderkin
deren. En hoe menig vader staat niet verbaasd,
als hij zijn jongen van een jaar of zeven zoo maar
de steden van Overijsel of Noordbrabant hoort
oplepelen, en hij weet niet wat hij er wel van
zeggen zal, als die jongen zelfs een kaartje van
Limburg of Zeeland kan teekenen. Ik vergis mij.
Die vader weet wel wat hij er van zeggen moet
hij zegt„mijn jongen weet al veel meer dan ik,
’t is een lust wat ze tegenwoordig al zoo op school
leeren.”
Vader begint hoog bij zijn jongen op te zien
hij ziet hem heel gauW voor vol aan, net als vrouw
P. haar dochtertje, ’t Wordt dan ergerlijk als de
eigenlijke kindernatuur bij ’t kind boven komt en
’t kind wil spelen als een kind. Aan de woorden
van vader Oats„Vroeg rijp, vroeg rotvroeg
wijs, vroeg zot,” wordt niet gedacht.
En wie kent nu niet van dat walgelijk soort
jongens, die zich verbeelden reeds „feint” te zijn,
en „famkes”, die zich houden als waren ’t „fam-
men” Men hoort dan ook van kinderkraam vi
sites, terwijl bakerpraatjes uit de monden van
twaalfjarige meisjes kunnen worden gehoord.
„Je bent al zoo groot, je moet je schamen.”
Waarvoor? Is ’t schande, moeder, dat uw kind
zich vertoont zooals zij is
Maar ’t is misschien niet fatsoenlijk. Och, laat
een kind toch zoo lang mogelijk vrij blijven van
wat de wereld fatsoenlijk noemt. Het fatsoen zal
nog lang genoeg invloed kunnen uitoefenen opal
hun doen en laten. Leer haar niet voor het on
vermijdelijk is te huichelen ter wille van de pu
blieke opinie. Gij hebt toch zeker niet liever
vlekken op de ziel dan stof op de kleeren van
uw kind? Neen, zegt een ander, maar spelen,
dat kan toch niet voor zulke groote kinderen die
moeten wat doen.
Acht ge den tijd, dien 't kind spelende door
brengt, misschien verloren
Hebt ge wel eens met aandacht het spel der
kinderen gadegeslagen? Dan zult ge zeker niet
zeggen, dat het in nietsdoen bestaat, in luieren
want dikwijls moet ge u verbazen over de in
spanning, die het jonge volkje zich getroost bij
het spel. Is het op de eene of andere manier aan
’t krijgertje spelen, zie hoe het zweet de kleinen
op ’t gezicht parelt’t rood kleurt de wangen, de
oogen glinsteren. Wat een vlugheid en behen
digheid wordt er verkregen, enkel door spelen
En zou dit ook niet in ’t later leven van pas
komen En ’t is niet enkel lichamelijke vlugheid,
vastheid van oog en handen, die ’t spel geeftook
de geest is terdege werkzaam. Neen, ’t spel is
niet eene ontspanning van den geest, zooals wel
eens beweerd wordt door menschen, die vreeselijk
klagen over de groote inspanning, die op onze
scholen van den geest gevorderd wordt. Worden
niet allerlei listen en lagen bedacht bij ’t krijger
tje- of verstoppertj espelen En is er niet dikwijls
veel vinding in het spel dat men speelt, terwijl
men de wereld van groote menschen nabootst
Dat tintelend oog is reeds bewijs genoeg voor
geesteswerkzaamheid.
Maar waarin ligt dan de aantrekkelijkheid van
het spel voor het kind, dat straks reeds op de
schoolbank of bij de breikous versuft, afgemat
scheen Dit geheim ligt in het vrije, het onge-
dwongene bij het spelhet is eigen verkiezing.
Bij u in den hof zijn de boomen gesnoeid. Kijk,
daar heeft een kleine jongen het plan gevormd,
die takken op een hoop te brengen, ’t Is spel
Bolsward. Tot predikant bij de Ned. Ger.
gemeente alhier, is beroepen de heer P. D. de
Groot te Rinsumageest.
Bolsward 21 Jan. In den onvoldoenden toe
stand der ijsbanen buiten de stad wordt van af
heden verbetering aangebracht. Van wege de ge
meente zijn baanvegers aangesteld om de sneeuw
op te ruimen en de banen weder berijdbaar te
maken.
Met genoegen zagen we ook vele werklieden
heden bezig met het schoonmaken der straten.
Eene werkverschaffing die zeker ieder met genoe
gen ziet, en waarmede het publiek en de werk
lieden, beide gebaat zijn.
Ook de directie van de Nederl. Tramweg-maat-
schappij is druk bezig den weg weer vrij te maken.
We wenschen dat zij spoedig zal slagen.
f De heer L. Wartna alhier, heeft een le
pel waarop het volgende voorkomt als herinne
ring aan den strengen Winter van 1340.
Lou machet dede met
Om de pret, over zee
Met de slee hollands ree
Heel onverwacht
Tot een gedaght
Dees mee gebraght.
Den 20 Februari.
MTeppel. Hoe raadzaam ’t is, schepen van
ijs te doen vrijliggen, bleek hier. Een ingevroren
scheepje geraakte lek en verloor door de zwaarte
van ’t aangevroren ijs een deel van den achter
steven, zoodat het water met geweld naar binnen
drong en de legerstede der vrouw bereikte, die
vóór 8 dagen was bevallen. Spoedig in een naast
liggend schip overgebracht, onderging dit weldra
’t zelfde lot. Thans is de vrouw in eene woning
gehuisvest, waar ze wordt verpleegd en door de
zorg van ’t Armbestuur van dekking, warm eten,
enz. wordt voorzien. Schippers, vooral van kleine
schepen, zorg voor het van ijs vrijliggen uwer
drijvende woningen
Appelscha. Evenals op meer plaatsen be
gint zich ook hier veel armoede te openbaren.
De werkstaking die ten nadeele der arbeiders is
uitgevallen, heeft de verdiensten kleiner gemaakt
dan anders het crediet is met de afschaffing der
gedwongen winkelnering grootendeels opgeheven,
zoodat voorschotten slechts bij uitzondering
worden verleend in de reservebosschen is tot
nog toe niet gewerkt en kon door de aanhoudende
vorst niet gewerkt worden, terwijl er overigens
al zeer weinig te verdienen valt.
De bedeeling is eer minder dan ruimer, na
dat door den raad aanmerking is gemaakt op
de hooge armvoogdij-rekening en het hoofdvoed-
sel van den arbeider, de aardappelen, is bevroren.
Het ziet er in sommige huishoudingen dus treurig
uit. Blijft de vorst aanhouden, dan zal dit nog
erger worden en op den duur zal er op eene
of andere wijze in moeten worden voorzien.
Kimswerd. De vereeniging tot pensioenver-
schafftng aan werklieden in Wonseradeel is thans
voor ’t eerst handelend opgetreden.
In eene gehouden bestuurs-vergadering is aan
een viertal arbeiders de door haar bedoelde onder
steuning (betaling van 2/3 der weekpremie bij
het aangaan eener verzekering) toegekend. Ter
wijl de verzekeringsacte door bemiddeling der
vereeniging gesloten wordt, wordt tevens een
naar wiskundige tafels berekend bedrag voor
ieder hunner gereserveerd, opdat de hulp in pre
miebetaling niet maar tijdelijk zij, maar tot den
zestigjarigen levenstijd gewaarborgd blijve.
Oosterend. De „ouderwetsche winter” van
1890 op ’91 brengt dezer dagen zijn strengen en
langdurigen voorganger van 1740 nog al eens in
herinnering. Als eene bijzonderheid mag zeker
worden vermeld, dat de heer Jelle Th. Sippens
alhier in het bezit is van een zilveren lepel,
waarop in fraai letterschrift het volgende rijmpje
gegraveerd
Van Stavoren over zee
Reed Bijsitr. Sippens met paard en slee
In één uur en fijftien meniijten
Tot op de barre Enkhuiser kliijten
Daar hij heeft dees leepel gekogt
En sijn Froulief thuis gebrogt.
Den 26en Febr. 1740.
’t Is zeker te hopen, dat Februari van 1891
zachter dagen schenkt dan Sprokkelmaand van
1740.
In een brief uit de hofstad aan de Middelb.
Ct. leest men
„Vroeger werden alle stukken, aan den Ko-
ning gericht, aan ’s Konings Kabinet geopend en
werd aan Z. M. alleen dat gedeelte daarvan
voorgelegd, wat de directeur nuttig of raadzaam
oordeelde om door den Koning te worden gezien.
Koningin Emma heeft nu, volgens mijn betrouw
baren zegsman, den nieuwen regel ingevoerd,
dat alle aan haar gerichte brieven door haar
zelve of althans in hare tegenwoordigheid moe
ten worden geopend en gelezen.”
Wij gelooven wel niet, dat de Koningin hierbij
dezelfde ervaring zal opdoen als de Ministers, die
zelven alle stukken wilden inzien en reeds den
derden dag dit besluit moesten opgeven. Toch
zal het eene omvangrijke taak zijn, die veel meer
van Haren tijd zal vorderen, dan waarover Hare
Majesteit op den duur beschikken kan.
De Maasbode heeft de Standaard opmerk
zaam gemaakt op een aantal punten van verschil
tusschen de anti-revolutionairen en de Roomsch-
katholieken en daaraan de vraag vastgeknoopt
of de beide partijen, wanneer zij ieder met een
eigen programma optreden, elkander toch kunnen
steunen. De Standaard zegt, dat het antwoord
eigenlijk slechts door de deputaten-vergadering
kan worden gegeven, maar spreekt als hare mee
ning uit, dat men beiderzijds moet uitspreken, wat
men als politieleen eisch van staatsbeleid beschouwt.
Bespeurt ge dan, dat deze deductiën geheel
uiteenloopen, zoo kan er uitteraard van politieke
saam werking geen sprake zijn. Vindt ge daar
entegen dat men, zeg, in zes van de twaalf
punten uiteenloopt, maar in zes andere overeen
stemt, zoo kau men over en weder beoordeelen,
of op non-activiteitstelling van de zes punten,
waarin men het niet eens is, opweegt tegen saam-
werking ten opzichte van de andere zes. En slaagt
men er dan in, om meerderheid te worden, dan
weet een eventueel Kabinet waaraan het zich te
houden heeft, en weet omgekeerd elk der con-
tracteerende partijen, dat het voor de zes andere
punten niets van zulk een Kabinet heeft te wach
ten.
„Zoo is het mannenwerk”.
Vrijdag namiddag had onder de gemeente
Nijkerk een boerenzoon, oud 14 jaar, op vogels
willende schieten, het ongeluk dat de haan van
zijn geweer haakte, waardoor het schot afging
en hem in de borst trof. Eenige oogenblikken
daarna was hij een lijk.
De uitslag der hardrijderij op de baan van
200 meter j.l. Zaterdag te Amsterdam gehouden,
laten wij hier volgen.
Na een niet al te zwaren strijd waren er ein
delijk van de 30 rijders 8 overgebleven. M. Kingma
K. Hanje, K. Broersma, B. Kingma, P. Bruinsma
B. Dekker, J. v. d. Veen en Wybe de Vries. Van
dezen vielen af M. Kingma, P. Bruinsma, J. v. d.
Veen en B. Kingma, zoodat om de vier prijzen
moest worden gekampt tusschen K. Hanje, K.
Broersma, B. Dekker en Wybe de Vries.
De ritten van deze vier trokken reeds veler
aandacht, maar nog meer werd de belangstelling
getrokken, toen de kleine vlugge Zwollenaar
Dekker op de baan kwam tegen den forschen,
stijven Frieschen kampioen K. Hanje en de Fries
geslagen werd, tot verbazing van zichzelf, tot
verbazing niet minder van de andere Friesche
rijders. Hanje toch wordt als de snelste Friesche
rijder beschouwd. Zooals de oudste der Kingma’s
mededeelde, heeft Merk Kingma dezen winter
Dekker geslagen, terwijl Hanje op zijn beurt
Kingma in den regel l’/2 a 2 Meter achter zich laat.
De volledige uitslag was dus eerste prijs, f2C0,
B. Dekker, Zwolle tweede prijs, f 75, K. Hanje
Akkrum derde prijs, f 50, K. Broersma, Gro
ningenvierde prijs, f25. Wybe de Vries,
Leeuwarden.
Een stoombootje uit Rotterdam dat, behalve
stukgoederen en een ter uitlevering bestemden
Franschman, zeven en twintig prachtige koeien
voor Duinkerken aan boord had, had zooveel
van de ijskoude stortzeeën te lijden, dat slechts
drie koeien te Vlissingen aankwamen. Drie
waren er over boord geslagen en een-en-twintig
in ijsmassa’s veranderd en bezweken.
Een ongehuwde oude juffrouw te Utrecht
heeft, blijkens testament, haar geheele vermogen,
ongeveer f 50,000, aan hare dienstbode vermaakt.
Een tooneeltje, waardig om door een van
Alphen te worden bezongen, merkt Gelria op
Het is feest in de openbare school te Doren-
weerd, ter eere van den burgemeester, baron
Van Brakell.
Het hoofd der school heeft zijne speech afge-
sfoken, thans treedt een van de leerlingen, jhr.
Anton van Brakell. voor de klasse, en spreekt
zijn vader toe
„Pa! Voor de eerste maal viert U in school
feest, terwijl ik school ga.
Als leerling der openbare school feliciteer ik
U met uw feest en ik hoop, Pa, dat U altijd
zooveel van de school zult houden, als ik er van
houd
Jammer, doodjammer toch dat die fameuse
kindervriend geen eeuwigdurende jeugd heeft mo
gen genieten! Welk een schoone aanleiding had
hij hier gevonden, om voortaan alle Anton’s in
het gemoed te prenten, dat schoolgaan een feest is.
De schippersvereeniging Schuttevaer zal hare
algemeene vergadering houden op Woensdag 28
dezer te Bolsward. In die vergadering zal wor
den overgegaan tot de verkiezing van drie leden
voor het hoofdbestuur en wel één in de plaats
van nu wijlen den heer W. U. de Jong, en twee
voor de aftredende leden, de heeren O. de
Jong en J. Varekamp. Als candidaten zijn ge
steldlo. mr. H. Smeenge van Hoogeveen en A.
T. Peltenburg van Haarlem2o. U. O de Jong,
en J. Blomberg van Zwartsluis 3o. J. Varekamp
en J. Snelleman van Steenbergen.
Onder de ingekomen voorstellen is er een van
de afdeeling Amsterdam, tot verkrijging van bil-
lijker tolheffing aan het Bijlmertolhek voor volks
of dorpsschuiten, die in.het van 1827 dagteekenend
reglement als vrij worden aangegeven en waar
van toch tol wordt geheven. Verder een voorstel
van de afdeeling Enkhuizen, om de algemeene
vergadering voortaan te Amsterdam te houden.
Uit Utrecht meldt men
Door het korps genietroepen worden dagelijks
proeven genomen met buskruit tot het doen
springen van ijs. Naar men verneemt geschieden
deze proeven met het oog op het te verwachten
bevel van het Ministerie van Waterstaat, tot
ijsopruimingen op de groote rivieren. Reeds zijn
de noodige maatregelen getroffen, dat verschillende
detachementen gereed staan om bij het eerste
bevel te kunnen vertrekken.
De betrekking van baanwachter op onze
spoorwegen wordt voor een deel vervuld door vrou
wen. Deze moeten niet alleen bij dag, maar ook
des nachts bewijs geven, dat zij op haar post zijn
en als de nachttrein om drie of vier uur voorbij
is, zorgen dat zij om zes of zeven uur weer
present zijn. De nachtrust is dus verre van on
gestoord en over dag wordt haar ook weinig tijd
gelaten om te slapen. Welk weer het ook zijn
moge zij moeten haar huisje verlaten; vuur is er
dus onmisbaar en het licht wordt er bijna niet
uitgedoofd.
Voor de waarneming van dat baantje wordt
aan de wachteressen, meestal vrouwen van weg
werkers, 25 cents daags betaald.
Over de maand December ontvingen zij echter,
omdat het zoo buitengewoon koud was, eene
gratificatie van de Maatschappij, bedragende
85 cents voor 31 dagen.
Dat is ruim twee en een halve cent daags
omdat het zoo buitengewoon koud was
Arnh. Crt'.
Door de politie te Harderwijk is uit een
zeer armoedig gezin het kleinste kind opgevraagd,
wijl het anders spoedig zou zijn bezweken door
verregaande verwaarloozing. Men vond de arme
kleine bij den uitgedoofden haard op een stuk
van een vuilen zak liggen. Het arme kind was
over het geheele lichaam één wond. Reeds 22
weken oud, was nog nooit de onderkleeding ver
wisseld; men moest het schaap in lauw water
leggen om de lompen van het lichaampje te
weeken. Het eenige voedsel der kleine bestond
uit fijngeschraapte rauwe wortelen. De moeder
stond het gaarne af en toonde zich geheel on
verschillig.
Het panorama, dat thans de kust en de
zee voor Scheveningen aanbieden, doet, volgens
het Dagblad, aan Nova-Zembla denken, zooals
dit door Tollens wordt geschetst.
De verbeeldingskracht behoeft niet sterk ge
prikkeld te worden om de Noordzee voor de
Ijszee te houden, want geen groen-grijze golven
zijn aan ’t kabbelen, maar de waterspiegel ver
toont wijd en zijd oe witte koppen van de ijs-
schollen, waarmede de zee overdekt is. Het
vreemde van dit schouwspel haalt evenwel niet
bij de verbazing, welke zich van den bezoeker
zal meester maken, wanneer deze ’t oog laat
vallen op de laagwaterlijn, langs welke een ver
vaarlijke ijsdijk, ter hoogte ongeveer van 4 meter
zich heeft gezet. Die dijk is allengs, maar vooral
in de laatste dagen, tot die hoogte gestegen bij
de opvolgende hoogwatertijen, wanneer de „bal
kende” zee zich daarover heenstort en bij haar
terugtrekken de ijsschotsen laat leggen, die zich
steeds hooger opeenstapelen. Hoe verder men
Noordwaarts trekt, hoe meer de dijk zich boven
de oppervlakte der zee verheft, zoodat te Katwijk
en Zandvoort de ijsdijk tot zes a acht meter is
gestegen.
Te Kerkwijk werd op zekeren morgen der
vorige week ontdekt, dat op het kerkhof een lijk
was opgegraven. De dader is thans gevonden
hij verklaarde geen rust gehad te hebben, omdat
hij van den overledene geen afscheid genomen
had door zijn onrust gedreven, was hij des avonds,
met schop en spade gewapend naar het kerkhof,
twee uur van zijn woning gelegen, gegaan, had
daar de opgraving alleen verricht, waarna hij,
daar het dag begon te worden, huiswaarts was
gegaan. Godsdienstwaanzin schijnt den man te
hebben gedreven.
Bolswardsche Courant
J
t
L