ff
HET MÖVEB8TAKB.
Een nieuw verkeersmiddel.
uj
„STOFF WaSCÏÏE”
GEMENGD NIEUWS.
ME IJ’S „STOFF WaSCHE’’
M E IJ’S
ME IJ’S ,/STOFF WaSCHE”
LU
1-
11,20
6,10
8,30
5,50
GO
7,45
3.
II.
UJ
5,30
6,10
8,35
9,10
9,35
10,45
7,30
8,15
9,45
4,15
5,30
6’30
7,45
6,30
7,45
12,25
1-
Een verhaal uit de vorige eeuw.
LEVIN SCHüCKING.
fl
gc
12,25
1,—
1,—
1,40
9,20
lo
ll,15
9 20
10,-
6,15 8,—
7,— 8,35
8,15
6,15
7-
8,15
men altijci nieuwe, uitstekend passende
3,45
4,30
5,50
1,15*
2,45
3,—
1,40 3,40
9,35
10,45
Van Sneek
Bolsward
Te Harlingen
Verkrijgbaar
te Bolsward bij den Heer HERMAN OOSTERBAAN, Appelmarkt, of direct bij
ME IJ E D L I C H. „Versand-Geschaft”, Leipzig-Plagwitz.
Fransche en Engelsche detectives hebben
vier beruchte internationale dievenin hechtenis ge
nomen, die vóór 3 jaar twee millioen uit den
postwagen tusschen Ostende en Brussel, en
700,000 frs. uit den spoortrein van Neuhaven
naar Weenen stalen. De identiteit van den aan
voerder der bende, Pauwels, die te Bristol een
kasteel bezit, werd terstond vastgesteld. De an
dere gearresteerden gaven valse,he namen en
adressen op. Pauwels is reeds in Engeland en
in Frankrijk veroordeeld geworden. De Engelsche
politie was er van onderricht, dat de bende
groote waarden, die zich in eene vuurvaste
kast op eene stoomboot bevonden, ontvreemden
wilde. Sleutels, waarmede de kast was te openen,
werden bij Pauwels gevonden. De dieven waren
gewaarschuwd, en ondernamen daarom den tijdens
de overvaart voorgenomen aanslag niet. Zij wer
den op het spoorwegstation in hechtenis genomen.
In het programma der anti-revolutionairen
komt een paragraaf voor, waarin gesproken wordt
van eene poging om aan de overheersching,
waarmee het liberalisme in zijne onderscheiden
schakeeringen, bijna een eeuw lang, ons Christen
volk verdrukt heeft en bij vernieuwing dreigt te
verdrukken, een einde te maken.
De Tijd merkt hierop aanwanneer bij ons
Katholieken, spraak is van „verdrukking” en
„overheersching’dan plegen wij niet bij voor
keur slechts ééne, en met name deze, eeuw in
onze herinnering terug te gaan, maar drie, en dan
ontmoeten wij als onze vinnigste tegenstanders,
als onze bitterste vijanden juist de mannen van
Genève en van Dordt, die zich nu door heiligen
ijver bezield verklaren om aan alle onderdrukking
en overheersching een eind te maken.
In Belgie neemt de zucht tot landverhui
zing naar de Vereenigde Staten weder sterk toe.
Dagelijks vertrekken er stoombooten met hon
derden passagiers. In weinige weken begaven
zich meer dan 4000 personen naar de Nieuwe
Wereld, om zich daar te vestigen.
Te Rotterdam was het getal aanvragen naar
plaatsen door passagiers derde klasse zoo groot,
dat 200 niet op de Zaterdag vertrekkende boot
konden worden opgenomen en tot de volgende
week moesten wachten. Ook te Boulogne sur
Mer moesten 150 passagiers de reis uitstellen.
Recht voor Allen meldt, dat het beruchte
eerste kievitsei uit Schoterland is toegezonden
aan Domela Nieuwenhuis, en dat dit ook is ge
schied met de twee eerste kievitseieren uit Opster-
land. Het blad voegt er niet bij zegt de Tijd,
of Domela, geen kievitseieren willende eten, waar
zoovelen gevonden worden, die niet eens kippen
eieren kunnen bekomen, het geschenk heeft
teruggezonden of aan de gemeenschap heeft af
gestaan.
In de Landb. Ct. komt de volgende mede-
deeling voor
Voor eenigen tijd ving een ingezetene van
Harlingen een flinke aal, die, opengesneden, een
klein balletje aan de ingewanden had. Dit werd
opengemaakt, en daaruit kwamen een menigte
jonge aaltjes, ter lengte van eene speld en nog
iets dunner. De beestjes waren springlevend en
de eigenaar heeft er nog een paar uren eenige
in ’t leven gehad.
Het lijdt dus geen twijfel of de aal brengt
levende jongen ter wereld.
Zaterdag had in het gezin van D. Robijn te
Haarlemmermeer een vreeselijk ongeluk plaats.
Drie kinderen, welke onbewaakt tehuis gebleven
waren, namen een kruik met petroleum en wier
pen den inhoud in de kachel, met dat gevolg,
dat een der kinderen, een meisje van vier jaar,
in brand vloog en zulke brandwonden kreeg, dat
het kind onkenbaar was. Ofschoon nog in leven,
bestaat er weinig hoop op behoud. De overigen
bekwamen geen letsel.
Het boycotten der winkels en koffiehuizen
door de Duitsche socialisten schijnt weinig resul
taten te hebben, althans te Brunswijk. Een kof
fiehuishouder aldaar, die door de socialisten wetd
geboycot, heeft van de gezamenlijke collega’s de
toezegging ontvangen, dat ze hem voor het ge
leden verlies schadeloos zullen stellen.
Barnum’s Greatest show on earth (grootste
tentoonstelling der wereld), waarin 31/, miliioends.
kapitaal zit, zal blijven bestaan zijn erfenis wordt
op 5 millioen dollars geschat en komt grooten-
deels aan zijn kleinzoon.
Tot de belangrijkste vraagstukken, waarmede
de maatschappij van het laatst der negentiende
eeuw zich voortdurend bezighoudt, behoort on
getwijfeld het zoeken naar een verkeersmiddel,
dat aan de volgende voorname eischen voldoet
snel, goedkoop, gemakkelijk en met het geringste
gevaar.
Het zal wel geen betoog behoeven, dat het
best ingerichte tramwegstelsel, de best georgani
seerde spoorweg- of stoombootmaatschappij ten
opzichte van een of meer dezer eischen nog zeer
veel te wenschen overlatende statistieken en
op zich zelf staande feiten zijn daar, om dit te
bewijzen.
Vooral voor groote steden, zooals Londen,
Parijs, New-York, Philadelphia e. a., is dit een
punt van zóó overwegend belang, dat reeds tal
van jaren de grootste specialiteiten op het gebied
van technische bouwkunde zoeken naar de op
lossing er van, om te geraken tot een verkeers-
stelsel, dat zooveel mogelijk aan de gestelde
eischen voldoet.
Tot een der nieuwste ontwerpen van een dus
danig verkeersmiddel behoort, dat van de ge
broeders Heinrich en Wilhelm Rettig, beiden
ingenieurs, respectievelijk te Munster en Dresden.
Wij zullen trachten een overzicht van dit stelsel
te geven, dat, zooals blijken zal, zeker op oor
spronkelijkheid kan aanspraak maken.
Bij dit stelsel heeft als hoofd-beginsel voorge
zeten, eene inrichting te verkrijgen, waarbij de
trein niet behoeft stil te staan tot het in- of uit
laten van reizigers, maar steeds kan blijven
voortloopen met dezelfde snelheid, die hij aan
vankelijk heeft gekregen.
Elke lijn is ringvormig, zoodat de wagens over
een kabel zonder eind door middel van een cen-
traal-motor worden voortbewogen, waarbij als
normale snelheid is aangenomen 4,5 meter per
seconde, dus 16,2 K.M. per uur. Naast deze
eigenlijke spoorbaan, met een spoorwijdte van
60 a 70 cM., liggen twee dergelijke banen, eigen
lijk twee eindelooze platvormen, evenwijdig aan
de spoorbaan loopende, en die elk door een af
zonderlijken kabel zonder eind worden voortbe
wogen, de middelste met eene snelheid van 3
Meter en de buitenste met eene van 1,5 Meter
per seconde.
Deze drie banen zijn onderling en met het pad
voor voetgangers 10 cM. in hoogte verschillend.
Ons blijft dus slechts over te verklaren, waarom
het bij dit stelsel niet noodig is, dat de trein tot
het in- of uitlaten van reizigers stilhoudt.
Veronderstel, dat iemand zich bevindt op het
zooevengenoemde voetpad naast het laagst ge
legen platform, dat wordt voortbewogen met eene
snelheid van 1.5 meter per seconde, overeenko
mende met die van een voetganger. Door deze
geringe vaart is het niet bezwaarlijk om op het
eerste platform te komen, temeer omdat van af
stand tot afstand doelmatige steunpalen zijn aan
gebracht, die, wanneer men ze grijpt, vallen on
mogelijk maken.
Nu is men wel reeds in beweging, maar nog
niet in den eigenlijken trein, want men moet
eerst nog het tweede platform passeeren. Zooals
wij boven zeiden, wordt dit voortbewogen met
een snelheid van 3 Meter per secondehet is
echter duidelijk, dat deze snelheid ten opzichte
van het eerste platform, waarop men zich be
vindt, slechts 1.5 Meter bedraagt, zoodat men
met evenveel gemak als straks, dit platform en
ten slotte den trein kan bereiken, die ten op
zichte van het middelste platform ook slechts
eene snelheid van 1*4 Meter seconde heeft.
Toen wij boven zeiden, dat dit idee op oor
spronkelijkheid kan aanspraak maken, hebben
wij zeker niet overdreven. Het zal alleen bij eene
uitvoering van dit ontwerp nog moeten blijken,
of dit nieuwe stelsel al de verwachte voordeelen
in zich vereenigtmocht dit te eeniger tijd blij
ken, dan zal niemand aarzelen dit stelsel te be
schouwen als het beste der tot nu toe bestaande op
het gebied van stedelijk verkeer.
loopen jaren, eentoonig en stil, maar die in ’t
eenzame scherprechtershuis toch menig verande
ring in ’t groot en in het klein hadden aangebracht.
Op het dak des huizes hadden zij de pannen met
dichter mos bekleed, in meester Baumle’s dicht
kroes haar nog veel meer wit en grijs gemengd
en des scherprechters dochtertje, Anne-Marie,
in de armen des beulsknechts gelegd zij was
zijne vrouw geworden en had hem kinderen ge
schonken. Hoe immers had dat ook anders kunnen
komen, als twee jonge menschen elkaar dagelijks
zien, onder één dak met elkander verkeeren en
in de geheele wereld niemand anders tot omgang
niets anders om hunne gedachten bezig te houden
hebben, dan elkaar De hofcavalier, die met de
hofdame halve dagen lang alleen in de voorkamer
zitten en zich vervelen moet, verlieft op haar en
trouwt haar eindelijk en de beulsknecht, die met
’s meesters dochter in de eenzame scherprechterij
door alle menschen geschuwd woont, hoe zou die
anders kunnen doen
Door alle menschen geschuwd, zeiden wij
doch dit was meester Baumle toch niet zoo geheel,
en spoedig was ook Theodoor dat niet. Vooreerst
had meester Baumle een zeer warmen en toege
negen vriend, die zich volstrekt aan geen volks-
vooroordeelen stoorde, die hem vertrouwelijk op
den schouder klopte, als hij hem bezocht, en ook
met hem dronk en leven en drukte in de stille
scherprechterij bracht, als hij kwam een kloek
welgevoed mensch met een paar groote uitpui
lende oogen, broeden kin en dikke, zinnelijke
lippendaarbij met een stoute manier van zich
uit te drukken en zich bij zijn praten aan geeste
lijke noch wereldlijke overheid storende. Jammer
maar, dat Baumle’s goede vriend zich slechts om
de twee jaren eens zien liet en zoo veel andere
drukten had ’t was namelijk de hertog. Die
doorluchtige landsheer droeg zijn meester Baumle
een bijzondere effectie toe en bezocht hem en
dronk van zijn wijn, zoo vaak hij op reis of om
te jagen in ’t opperambt T. kwam. Hij had ook
zijnen vriend tot belooning van trouwe diensten
en tot een douceur het halsrecht van Hohen-
gingen, d. i. het recht toegekend, om allen, die
op de staatsvesting Hohengingen zaten en gerecht
moesten worden, het hoofd af’ te slaan. Meester
Baumle had daar, ’t eene jaar door het ander
gerekend, wel om de 200 gulden extraprofijt van.
(Wordt vervolgd).
Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az,
Bolsward.
bloedsporen afgeleid. Op het bed hebben ze de
andere wonden toegebracht, als kappen over de
schouders, den buik en over het voorhoofd.
Een der vermoedelijke daders is reeds gevat,
bloedsporen aan zijn kleeren brachten dat uit.
Het wapen is in een droge sloot gevonden.
En waarlijk, waarheen zou hij vluchten Was
hij ook nu niet reeds zelf oneerlijk, nadat hij
een, twee, drie nachten onder het beschuttend
dak van den scherprechter van Hartzheim gesleten
had En wist meester Baumle niet zoo over de
zaak te spreken, dat alles eene geheel andere
wending en ’t aanzien verkreeg, dat het heel niet
zoo moeielijk was, zich daarin te schikken Eu
Anne-Marie, zag die hem met hare onschuldige
oogen niet aan, alsof er in de wereld verder geen
zacht, goed, liefderijk hart bestond, dan in de
woning van den beëedigden scherprechter van
’t opperambt T. en de heerlijkheid Hohengingen
De jonge man was door zijn noodlot in vaste
Brandlecht legde zich in het open staande raam
en zag in den nacht uit. De sterren schenen hel
der en over de toppen der vruchtboomen heen
zag hij de poorten en torens der stad Hartzheim
zich tegen den hemel afteekenen en ook lichten
uit het sluimerend dal door de bosjes en heggen
schemeren. Door ’t brein van den jongen mau
ging echter, terwijl hij zoo uitzag, weinig van de
vredige gedachten, welke zulk een stil nachtbeeld
anders in rustbehoevende menschen opwekt
doch hij voelde zich door allerlei tegenstrijdige
aandoeningen geslingerd. Akelige en dreigende
voorstellingen rezen voor hem op. Zijn ongeluk,
de bezorgheid van daarin jammerlijk te gronde
te gaan, dit schijnbaar zoo vredig toevluchts
oord, dat zich hem aanbood, deze eerlijke
scherprechtersfamilie met haar stil leven en hare
gelukkige onderwerping aan haar lot, deze
Anne-Marie met hare groote sprekende oogen,
die zoo deelnemend op hem gerust hadden,
en wanneer hij zich dat alles herinnerd had, dan
die gruwelijke beelden van galg en halsgerecht,
van reeds van angst halfdoode menschen, van
hoog opspattend bloed. Het was ontzettend, dub
bel ontzettend, daar de jonge man zich reeds half
gevangen voelde te midden van die beelden vol
schrik en akeligheid. Zij verhieven zich rondom
hem, een magischen kring om hem trekkende,
waaruit geen ontkomen meer was
De
komt 2,50 te Bolsward aan.
De uren van vertrek en aankomst worden geregeld
Als een bewijs hoe brutaal de kraaien soms
zijn, kan uit Wijk bjj Duurstede worden gemeld,
dat Donderdag jl. bij den landbouwer J. L. twee
lammeren, in de weide loopende, door de kraaien
werden aangevallen en gedood. Er mocht wel
eens eene opruiming gehouden worden onder deze
voor den landbouw zoo schadelijke dieren.
De Moord op Djatti. Een verschrikkelijke
gebeurtenis heeft op de fabriek Djattie in de af-
deeling Ngandjoek plaats gehad. De heer A. L.
M. Bekking, zooals gewoonlijk in een paviljoen
van de administrateurswoning tot eenigszins laat
hebbende zitten werken, legde zich op Vrijdag
27 Februari j. 1. ook daar te slapen. Den volgenden
morgen verwonderde het opzieners en werkvolk
reeds, dat de heer B. niet vroeg te voorschijn
kwam dat was zoo zijn gewoonte. Toen eindelijk
de familie ook argwaan begon te gevoelen,
trachtte de zoon door roepen en kloppen op de
deur gehoor te krijgen, doch te vergeefs. Men
trachtte toen het raam open te duwen en dit ge
lukte, het was niet gegrendeld. Een allerakeligst
schouwspel vertoonde zich toen aan aller blikken.
Daar lag het lijk van den heer B. overdekt als
’t ware met houw- en stootwonden op het bed.
Tegen den aanrander of aanranders schijnt hij
zich nog verweerd te hebben, en naar het wapen
te hebben gegrepen, want de vingers waren af
gesneden.
In allerijl werd politie en een geneesheer ge
haald. De laatste, dr. v. Buren van Djombang,
kon slechts den dood constateeren en een visum
repertum opmaken, met zachten dwang de familie
leden van het lijk afhoudende, want het moet
SneekJEJ olsward1J arling’en.
Op Werkdagen:
2,15
2,45
4,—
7-
5,30
6,10 7,45
Op Zondagen
9,20
10,—
11,10
12,30
5,45
7,—
goed, vriend, als iemand flauwhartig wordt. De
duivel, die in ieders menschenhart zit, is een
zuiper, en als ge wat ingiet, dan maakt hij wel,
dat hij alles alleen krijgt en de goede geest,
die in u is niets. En heeft hij dan zoo’n klok
van ’t vurige vocht binnen, dan is hij dadelijk
baas en meester, en de goede geest kruipt weg,
en de mensch wordt capabel tot ieder ding. Ik
raad u, Brandlecht, drink drink ter deeg
dan zal ’t wel gaan.
En het ging.
Hoe ’t gegaan was Theodoor Brandlecht wist
dat zelfs nauwelijks, en toen zij ’s avonds thuis
kwamen, en toen de vrouw van den scherprechter
haren man met bezorgd gezicht in ’t oor vroeg,
hoe het gegaan was, toen bad hij zekerlijk niet
half zoo goed daarop kunnen antwoorden, als
meester Baumle haar antwoordde:
’t Is een wakkere jongen, zeide meester
Baumle namelijk, ’k Heb mij in hem niet ver
gist. ’t Is een zwaar stuk voor een mensch,
die niet als een van ons als zijn grootvader daarbij
zag hanteren en door zijn vader daartoe is opge
leid een zwaar stuk is ’t altijd. Als er echter
maar een vaste wil en een kern in den mensch
zit, dan breekt hij ijzer en loopt met een gij
moet bij een toren op.
Verloor hij den kop niet? vroeg de vrouw
zachtjes en over den schouder naar Anne-Marie
ziende, die met groote, vochtige oogen luisterende
wat achteraf stond.
Meester Baumle schudde het hoofd.
Hij niet de anderezei hijhij was bijna
even wit in ’t gezicht als de andere, maar hier
Baumle wees met den vinger op een diepen
rimpel tusschen zijne wenkbrauwen, hier
stond het geschreven al een half uur te voren,
dat hij de tramontanen niet kwijt raken zou.
Nu, Goddank, zeide de vrouwik had veel
zorg voor hem.
Anne-Marie zuchtte diep en verdween stil. Zij
ging, om voor de teruggekeerden den avondmaal
tijd te bereiden. Had zij daarbij aan Theodoor
gedacht, dan was hare moeite vruchteloos, want
bij kwam dien avond niet van zijne kamer en
meester Baumle verbood zijne vrouw, bij hem te
gaan en hem te dringen.
Dat was de eerste maal de eerste maal, dat
Theodoor Brandlecht den meester bij zijn zware
werk bijstond. Er kwamen later meer zulke dagen
en eindelijk kwamen ook zulke, dat de handlanger
den meester niet meer van doen had, dat hijzelf
het zwaard wist te voeren en dat voerde.
Tot zoolang trouwens waren toch jaren ver-
er verschrikkelijk uitgezien hebben.
De politie nam onmiddellijk den waker in ’t
verhoor en deze is in hechtenis, terwijl verdere
nasporingen met ijver in ’t werk worden gesteld.
De waker had wel iets gehoord, doch durfde niet
binnen te gaan of alarm te maken.
Zijn antwoorden werden echter zeer verward,
waarop men hem heeft opgesloten.
Omtrent den moord worden nog de volgende
bijzonderheden vermeld
Het paviljoen bestaat uit twee kamers en een
voorgalerijtje. De eerste kamer is kantoor, tevens
ontvangkamer en de tweede slaapkamer, die met
een deur aan den achterkant op open terrein leidt
en met twee ramen uitzicht heeft op het hoofd
gebouw.
De moordenaar (s?) moet zich toegang verschaft
hebben vóór dat de heer B. naar bed ging. Deze
heeft zijn kleeren op een klein schutsel achter
het bed gehangen en is daarna achter dat schutsel
naar een nachttafel gegaan, waar een grooter
schutsel stond.
Daar trad de moordenaar met een groot kap
mes, waarvan de zwaarte naar de punt lag, op
hem toe en moet een hevigen slag toegebracht
hebben, die met de hand, waarvan de vingers
werden afgeslagen, moet zijn gepareerd.
Met de bebloede hand moet toen moeite ge
daan zijn om de achterdeur te openen, ten minste
bloedsporen waren daarop te zien. Een tweede
houw, het kaakbeen doorklievende, moet toen
toegebracht zijn, waarop de verwonde naar het
bed gewaggeld moet zijn en een derden houw in
den nek ontving, alle eenigszins uit de gevonden
8,30
1.30 van Harlingen en
naar den Amsterdamschen tijd.
Van Sneek
Bolsward
Te Harlingen
Van Harlingen
Bolsw.
Te Sneek
met een
3,45 9,20
4,30 lO-
ll,15
1,15
2,45
3
3,40
om
ie tiarnngen ö,io u
Van Harlingen5,45
Bolsw.
Te Sneek
banden geslagen hij liet zich houden door die
banden hij bleef en bleef, tot eindelijk de dag
kwam, dat de scherprechter ontboden werd om te
doen, wat zijn ambts was. Meester Baumle be
klom in den vroegen morgen zijn wagentje, en
Brandlecht stapte met hem op, om zijn handlanger
te worden ’t was thans te laat, om nog Neen
te zeggen. Hij stapte mee op en reed met hem
door de frissche morgenlicht, door het zonnige
land, door de met den rijpenden oogst prijkende
velden hij reed met hem, zwijgend, de oogen
strak op de waaiende manen van het paardje rich
tende, ’t hart krampachtig toegenepen. Voor hem
stond het gansche ontzettende schouwspel, dat
hij te gemoet ging, waarbij hij de hatelijkste rol
moest overnemen: het schavot, de golvende men
schen menigte, de kar met den armen zondaar,
zich langzaam door het gedrang baan brekende,
de zwarte man nevens den armen zondaar, die
hem een crucifiks voorhield en hem voortdurend
toesprak. Het was Theodoor Brandlecht daarbij
te moe, alsof hij zelf de arme zondaar was, dien
men daar voortkruide naar het schavot toe ook
nevens hem mompelde voortdurend eene stem als
van een zwarten man, een demon, die zijn hart
met bitterheid en gal vervulde tegen de wereld,
tegen de menschen en tegen het lot. Zoo ver
dus is ’t met u gekomen, zeide die demon, zoo
vast hebben de duivels u gepakt, dat ge nu beuls
knecht zijt, een mensch, die tot loon voor zijn
gruwelijk doen door ieder eerljjk christenmensch
geschuwd en veracht wordt, dien men in ’t ge
zicht spuwt, als hij zich bij zijnsgelijken neerzet
ten wil een beulsknecht, een rakker, door
iedereen vertrapt en verschopt. Nu, trap gij dan
ook, waar gij kuntwat raakt u zoo’n arme
zondaar, die daarbij nog een deugniet, een over
tuigde boosdoener is. Een dwaas, die medelijden
met hem had, en daar was toch niemand in hemel
en op aarde, die medelijden met u zelf gehad
heeft.
Zoo prevelde de stem naast Thoodoor Brand
lecht, terwijl ’s scherprechters wagentje vlug
voortrolde en achter eene hoogte reeds de kerk
torenspits van het stadje opdook, waar heden op
’t veld nevens de oude stadsmuren justitie zou
worden gedaan.
Toen zij op de hoogte kwamen en de stad voor
hen lag en ook rechts het veld, waar ’t volk reeds
op de been was, haalde meester Baumle eene
grooten matten veldflesch voor den dag, nam zelf
een duchtigen slok daaruit en gaf haar toen aan
zijn makker. j
Drink, Brandlechtzoon’n fiksche teug doet
fl
Q
&C
.s«
CC f j; fl
I is buitengewoon sterk, élégant, in het dragen voortreffelijk en goedkooper dan het
I waschloon voor linnengoed.
wordt na het gebruik eenvoudig weggeworpen, zoodat
boorden, manchetten en voorhemdjes draagt.
vervaardigd uit eene met linnen overtrokken grondstof, is van echt linnen niet te onderscheiden.
Gangbaarste modellen.
1
NAAR
GOETHE
p. dozijn 11..57.
COSTALIA
p. dozijn 11.
p. dozijn
tl.63.
,56.
Grootte P. Grootte L.
p. dozijn
tl. —.45.
SCHIL LEK
p. dozijn 11..53.
56.
ALBION
p. dozijn 11.—.44.
p. doz.-paar 11. 7 5.
HEkZOfl
p. dozijn tl.
RUGBY
Jongens-kraag,
p. dozijn fl. —.42.
1
gemerkte Tram vertrekt Woensdags
fl
o
bD
S
cS
ÖD
fl
c8
FRANKLIN
p. dozijn fl. .50.
STEPHAN
p. doz.-paar fl. -75.
LINCOLN B
p. dozijn 11..89.
WAGNER