NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
en vmsiumu
Dertigste Jaargang.
1891.
No. 28.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
DONDERDAG 9 JDLI.
VOOR
1
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
^XXXXXXXXX^XXXXXXXXX^
XXXXXX XXX ^jXXXXXXXXX
De Duitsche sociaal-democraten hebben op
hun partijdag besloten een nieuw programma
samen te stellen. Een commissie is benoemd,
heeft bet programma in al zijn onderdeden na
gesnuffeld, hier wat afgenomen, ginds een weinig
toegevoegd maar in den regel meer afgenomen
dan toegevoegd en nu is ’t kant en klaar
verschenen in de Vorwarts, om op den aan
staanden partydag in October aan de goedkeuring
der afgevaardigden te worden onderworpen. Het
streven der sociaal-democraten is, zegt ’t pro
gramma, ’t veranderen van ’t bezit van grond en
bodem, bergwerken, mijnen, machines, werktuigen
en middelen van verkeer tot gemeenschappelijk
bezit. Met staats-socialisme heeft het eigenlijke
socialisme niets te maken. Het programma zegt
’t duidelijk genoeg bij staatssocialisme treedt
slechts de staat op als plaatsvervanger van den
particulier meer niet.
Het menschdom bestaat uit twee groote helften
uit arbeiders en niet-arbeiders. Waar de grens
ligt wordt niet gezegd een ieder is dus blijkbaar
in staat zich zelf tot arbeider te promoveeren of
tot niet-arbeider. Niet-arbeiders staan op den
bodem van ’t kapitalisme, ergo zij kunnen
nooit medewerken tot bevrijding der arbeiders
klasse. Nieuwe klassen-voorrechten en nieuwe
privelegies wil een echt sociaal-democraat niet.
Zijn eisch is afschaffing der klassen-heerschappij,
afschaffing van die klassen zelf, allen gelijke
rechten en gelijke plichten, zonder onderscheid
van geslacht en afkomst.
Een Duitsch sociaal-democraat is blijkbaar ver
standig. Hij heeft zich afgevraagd, wat hij moest
doen, zoolang hij nog niet in ’t beloofde land was.
En het antwoord luidtTegenwoordig moet
worden aangedrongen op invoering van algemeen
kies- en stemrecht met geheime stemming, waar-
wordt wat de perken der geoorloofde gedachten
uiting overschrijdt, heeft hij, in dezen tijd, maar
al te dikwijls gelegenheid om het lot te hooren
bespreken van de broodeloozen en van hen, die
niet genoeg kunnen verdienen om van te leven.
Menige schets van het lot van den behoeftigen
werkman is een schets van zijn eigen toestand
en van hem wordt terecht gevorderd, dat
zoo de klacht een anderen vorm aanneemt, hij
dit tegenga. Gevolgtrekkingen zullen wij niet
maken, maar de Regeering beslisse zelf of het
verstandig is, een voortreffelijk korps, waaraan
zoo vele en zoo zware eischen worden gesteld, zoo
karig te bezoldigen, dat de beambten van hunne
jaarwedden niet kunnen leven, terwijl het hun ver
boden is nog eenig ander bedrijf uit te oefenen,
waartoe zij ook de gelegenheid niet zouden heb
ben en nog veel meer, om giften aan te nemen.
Naar wij vernemen is door de rijksveldwachters
thans een verzoek aan de Regeering gericht om
hun lot te verbeteren. Wanneer dit ernstig over
wogen wordt, mag, dunkt ons, de beschikking
niet afwijzend zijn. Arnh. Crt.
9,De Vaderlaiider”-
Over de nederlaag der rechterzijde laat de
Vaderlander zich als volgt uit
De anti-revolutionairen zijn door deze verkie
zing zwaar getroffen geworden. Niet dit is voor
hen het ergste, dat zij afnamen in aantal, maar
hun zedelijk gehalte is gebleken niet zeer dege
lijk te zijn. Mag het niet meer dan bevreemdend
heeten, dat de heeren de Geer en Huber, toen de
stembus gereed werd gemaakt, zich weer gebogen
hebben onder het juk van het centraal Comité
Wat bekommert de Standaard zich om de groot
spraak van die heeren, dat zij onafhankelijk zijn,
dat zij de Standaard niet meer lezen eenige
weken voor de verkiezing bukken zij en verklaren
instemming met het programma, dat dr. Kuyper
goed liet keuren door zijne deputaten. Is dat
mannelijk? Steekt hier karakter in.
Van de anti-revolutionairen, die herkozen wer
den, hebben de meesten een voetval moeten doen
voor de Roomsch-katholieken. Ondanks den hoog-
gestemden roem van de Standaard, dat zijne
mannen voor den persoonlijken dienstplicht zelfs
hunnen zetel zouden willen opofferen, hebben wij
sommigen van zijn candidaten op dit zoo gewich
tig punt verklaringen hooren afleggen, die in hare
rekkelijkheid een allerdroevigste getuigenis gaven
van gebrek aan mannenmoed en trouw.
Wij misgunnen aan de heeren van Alphen en
van V elzen e. a. hunne overwinning niet. Zij gaan
terug naar de Kamer gemuilband
Dat vele doleerenden, bijv, in de districten
Breukelen en Doetinchem, met alle macht hebben
geijverd voor den candidaat der Roomschkatho-
lieken, welnu, daarvoor zijn zij doleerenden.
Maar het is nu gebleken, dat hunne macht en
dat de macht (niet van „Koning Jezus” maar)
van dr. Kuyper aan het afnemen is.
Waarlijk daarvoor moet ieder oprecht vader
lander God danken, dat wij beginnen ons te ont
worstelen aan de macht der verbonden Roomsch-
katholieken en doleerenden, die bezig was als een
reusachtige boa constrictor ons te verstikken.
Wat voortaan het Centrum en de Standaard
bevelen of wenschen zullen, heeft meer dan het
2/5 van zijne beteekenis verloren. Hunne vlag
wappert niet meer op het schip, waar de vloot
voogd aan boord ismaar op een schip, dat ge
raakte aan lager wal en dat nagenoeg buiten
gevecht is gesteld. Dit zal door heel het land
een gevoel van verademing geven.
aan ieder, die boven de 21 is, kan deelnemen.
Daarbij behoort een proportioneele vertegen
woordiging en schadevergoeding voor de gekozen
vertegenwoordigers. Het volk moet zelf invloed
hebben op de wetgeving; jaarlijks moet ’t volk
uitspraak doen, over de belastingen, met ’t recht
belastingen te weigeren. De beslissing omtrent
oorlog en vrede behoort te berusten bij de ver
tegenwoordigers een internationaal scheidsge
recht moet worden opgericht. Alle wetten, die
de vrijheid om zich te uiten, de vrjjheid van
vergaderen beperken, moeten afgeschaft. Kerke
lijke en godsdienstige gezindten worden be
schouwd als particuliere vereenigingen en geen
dezer gezindten mag ooit een cent trekken uit
de openbare kas.
Het onderwijs zij kosteloosde leermiddelen
worden gratis verschaftkosteloos zij ook de
rechtspraak van door het volk aangestelde rechters;
kosteloos worde geneeskundige hulp verschaft,
en kosteloos de geneesmiddelen. Het staande
leger moet den weg gaan van alle indirecte be
lasting. Inplaats van een staand leger, de
volksweerbaarheid inplaats van de indirecte be
lasting een progressieve inkomsten-, kapitaal- en
successiebelasting.
Ter bescherming der arbeidersklasse wordt dan
nog gevraagdeen maximalen arbeidsdag van 8
uur verbod van fabrieksarbeid van kinderen be
neden de veertien jaar verbod van nachtarbeid
in sommige gevalleneen onafgebroken rusttijd
van minstens 36 uur per weekverbod van het
truck-systeem werkliedenverzekering door het
rijk, onder samenwerking der werklieden.
Met dit alles is de Duitsche socialist tevreden
tenzij men er op den partijdag anders over
denkt.
Veel nieuws wordt er anders niet verteld in
het gansche programma, meent de Freismnige
Zeitung, het blad van Eugen Richter, den hard-
nekkigen bestrijder der sociaal-detnocratie.
Killiswerd, 3 Juli. De schoolspaarbank, al
hier door ’t Deptm. Arum c. a. van ’t N. v. ’t
A. in 1886 opgericht, mag zich thans in een 5
jarig bestaan verheugen. Gedurende dien tijd
werd f 1013,59 ingelegd en f364,91 uitgenomen.
Bij den aauvang bedroeg het aantal boekjes 25,
nu 48. Hieruit kan men dus weten, dat de in
stelling steeds meer wordt gewaardeerd.
Appelscha, 1 Juli. Heden middag is een 16
jarig meisje van den arbeider U. W. alhier in
de vaart verdronken. Men meent bij dit treurig
geval aan zelfmoord te moeten denken. Het meisje
moet procesverbaal hebben gekregen, wegens het
snijden van gras op het land van een ander, in
huis hiefover bestraft, moet zij een uitdrukking
hebben gedaan, die thans het vermoeden wettigt
dat zij een einde aan haar leven heeft gemaakt.
Hoewel het ongeval niet dadelijk werd opge
merkt, waren toch spoedig een paar personen op
de plaats des onheils aanwezig om den drenkeling
op ’t droge te brengen, ’t Was evenwel te laat.
Dr. Buwalda van Oosterwolde, die zich toevallig
in de buurt bevond, mocht er niet in slagen de
levensgeesten weer op te wekken.
Men schrijft uit Eist (Betuwe):
Naar het zich thans laat aanzien, zal het Mei
kersen-seizoen spoedig zijn afgeloopen. Reeds in
het laatst der vorige en het begin dezer week
kwamen zij in bedorven toestand in Engeland
aan, zoodat zij ter markt niets opbrachten, waar
door hier te lande eene groote daling in de prij
zen volgde, zeer ten nadeele van de pachters der
boomgaarden, die een hoogen prijs op den boom
moesten betalen. De verzending naar Engeland
is dan ook reeds geheel geëindigd, ’t welk an
dere jaren gewoonlijk eerst 14 dagen later ge
schiedt.
Dezer dagen wordt met de verzending van
zwarte kersen naar Engeland een aanvang ge
maakt, evenals met die van zwarte en roode
bessen. Deze bessen zullen een goed beschot op
leveren. De verzending van stekbessen is afge
loopen.
De Poppententoonstelling is te Schevenin-
gen geopend. Zij zal eene maand duren, wat
vooral bij regenachtig weer voor de familiën met
kinderen, die in het zeedorp logeeren, eene groote
uitkomst is. Aan den ondernemer, den heer
Schürman, zal het zeker niet onaangenaam zijn,
als die uitkomst door velen wordt aanvaard. Er
zijn niet minder dan 825 nommers, waaronder 32
groote, beweegbare poppen, die elk een speeldoos
bevatten.
Men meldt uit Valburg:
Met het tabaksgewas is het op dit oogenblik
slecht gesteld. Ofschoon het nu reeds tijd is van
toppen, gelijkt het meer op salade, dan op tabaks
planten. Men hoopt echter, dat het weder droog
zal worden, dan kan er nog iets van terecht
komen.
Een flinke daad. Men herinnert zich Mahieu
den ouden besteller en gewezen militairen zieken
oppasser, die tot bij de Tweede Kamer is geweest
met zijne klachten over het hem aangedane on
recht, maar voortdurend werd afgewezen en daarbij
door de Haagsche autoriteiten nog wat werd
geplaagd. Wij hebben nu omtrent dien man iets
goeds vernomen, dat wij gaarne vermelden want
het is niet alleen aangenaam voor hem, maar
bovenal vereerend voor den Minister van Oorlog
zegt de Haagsche Ct.
De heer Bergansius heeft nl. eenigen tijd ge
leden aan Mahieu doen weten, dat hij hem in
’s Rijks militairen dienst had herplaatst wij
meenente Delft met herstel in zijne vroegere
rechten bovendien, en dit in den meest welwil-
lenden vorm daarenboven.
Zulk een handeling verdient inderdaad hooge
waardeeringwant het is nooit gemakkelijk, on
gelijk te bekennen, allerminst zeker voor een
generaal-minister tegenover een soldaat, die zich
openlijk had beklaagd.
Door de commissie voor strafverordening te
Haarlem wordt voorgesteld in de algemeene poli
tieverordening een bepaling op te nemen, waarbij
wordt strafbaar gesteld ieder tapper, wiens in
richting vóór ’s morgens 7 uur is geopend, en
verder een bepaling die den burgemeester het
recht geeft, de tapperijen, alle of voor een deel,
bij bijzondere gelegenheden te sluiten.
Blijkens het verslag der in het voorjaar
gehou4en examens voor de onderwijzersakte zijn
opgekomen 587 mannelijke en 520 vrouwelijke
candidaten. Van de eersten zijn afgewezen 245
van de laatste 182. Toegelaten zijn 340 en 329.
Het zoeken naar en onderhandelen over een
Kamerzetel voor dr. Schaepman schijnt meer be
zwaren na zich te sleepen dan men zoo opper
vlakkig zou denken. Almelo toch acht het niet
geraden den dokter daar aan eene verkiezing te
onderwerpen. Zij houdt haren Cremers vast. In
het district Eist, waar de heer van Dedem zich
niet ongenegen verklaarde om, zoo noodig, voor
zijn zetel te bedanken, ter wille van den heer
Schaepman, blijkt men dezen ruil tot nu toe niet
aan te durven. (Amst.)
Eergisteren, zoo deelt een stadgenoot mede,
bracht ik eene alleen reizende dame op den trein
naar Groningen. Toen ik haar eene plaats had
bezorgd in een damescoupé eerste klasse, meende
ik haar veilig aan haar lot te kunnen overlaten.
Vóór de trein vertrok verscheen echter een
conducteur, die het biljet „datnes-coupé” weg
nam. Ik bracht hem onder het oog, dat dan
iedereen in die coupé kon plaats nemen.
„Dat denk ik niet, mijnheer”, was zijn ant
woord, „maar, ziet u, die biljetten hooren bij den
hoofdconducteur en die gaat niet verder meê”.
Mijn lieve Godwat is dat nu weer voor eene
regeling, dat de biljetten bij den hoofdconducteur
hooren Is dan alles in de war aan onze spoor
wegen Arnh. Crt.
Wie ziek is wendt zich tot een geneesheer,
bij voorkeur tot dengene, die hem als een der
bekwaamstee genoemd wordt of dien hij zelf
daarvoor houdt.
Dit nu is, volgens den heer Kuyper, glad ver
keerd. Men moet allereerst vragen of hij chris
telijk wetenschappelijk of wetenschappelijk chris
telijk is. Dit denkbeeld werkt de heer Kuyper
in de Heraut aldus uit:
Een hoogleeraar die wonder bedreven was in
de microscopie, anatomie enz., hebben wij niet
noodig. Waar het voor ons op aankomt, is te
wetenwelke eischen stellen de beginselen, in
Gods Woord neergelegd, aan de beoefening der
geneeskunde
De vromen in ons vaderland hebben veel tegen
de doctoren en wenschten wel eens dat zij nooit
met hen in aanraking behoefden te komen (1).
Bij velen vloeit dit voort uit overdrijving. Men
beroept zich dan op Israël’s koning, die hulp
zocht bij de medicijnmeesters en deswege van
God gestraft wierd. Dat hieraan een verkeerde
gedachte ten grondslag ligt, spreekt vanzelf. De
laatste onderzoekingen hebben er toe geleid de
oorzaak van allerlei ziekten in bacteriën die op
ons bloed, spierweefsels enz. teren, te zoeken.
Bevestigt zich deze ontdekking en moet de oor
zaak van de ziekte dus in de dierenwereld ge
zocht, dan heeft de mensch toch, krachtens de
heerschappij over de dieren in de schepping
op hem gelegd, niet alleen de wilde dieren als
leeuwen en tijgers te bedwingen in hun woede,
maar evengoed de microben te vernietigen, die
zijn lichaam ondermijnen. Bij anderen is de oor
zaak dezer antipathie te zoeken in de dwaze
houding, die de artsen aannemeu bij het ziekbed,
alsof zij daar almachtig te beslissen hadden over
leven en dood (2). Voor een deel ligt ook hier
de schuld echter bij de onvroomheid van ons
Oliristelijk volk. Had men zijn kinderen geleerd
te bidden niet alleen voor eiken maaltijd, maar
ook voor het gebruiken der geneesmiddelen,
dan zou vanzelf de dwaze voorstelling geweken
zijn, als kon een drankje of poeder ons beter
maken, en zouden wij beseffen dat ook die ge
neesmiddelen niets anders zijn dan instrumenten
in ’s Heeren hand. Toch is ook deze onvrome
houding derjnedici nog niet de diepste oorzaak.
Er komen ook in de geneeskunde allerlei prac-
tische vragen voor, waarbij ons volk met de
doctoren in botsing komt."
„Vooreerst ziet de heer Kuyper nog geen ver
betering in dien toestand, want voor de oprich
ting eener medische faculteit bij de vrije uni-
versiteit, zegt hij, „moet God de heer de beurzen
nog geheel anders open maken van ons christen
volk en vooral mannen verwekken, die op het
gebied der wetenschap den Christus willen
dienen."
De Duitsche Keizer.
Het feestgeruisch, dat gedurende een paar
dagen Amsterdam in al haar hoeken en gaten
vulde sterft langzaam wegde tonen van het
Heil dir im Siegerkranz suizen velen nog in de
oorende gouden en zilveren uniformen van den
schitterenden hofstoet flikkeren nog wat na, de
fonteinen op den Dam fluisteren een klagend
vaarwelde hoog boven de hoofden uitzwaaiende
driekleur verdwijnt; het kleurengewemel vermin
dert en langzamerhand keert de hoofdstad tot
haar nuchteren toestand van vroeger terug.
Het vele schoone en schitterende ging voorbij,
doch niet zonder een sterken, machtigen indruk
achter te laten, voor jaren lange herinnering bij
hen, die van alle oorden des lands naar de hoofd
stad gekomen waren om te zien hoe Amsterdam
met zijn beide Koninginnen den Duitschen Kei
zer en zijne Gemalinne wist te ontvangen. De
beide vorstelijke personen hebben te Amsterdam
niet alleen met de beide Koninginnen van Ne
derland kennis gemaakt, maar met geheel de
Nederlandsche natie.
Die kennismaking moet, zij gaven daarvan her
haaldelijk blijken, voor den Keizer en de Keizerin
een bijzonder hartelijke en aangename geweest
zijn. De jeugdige keizer Wilhelm II, die gedurende
zijn korte regeering toonde een man van de daad
te willen zijn, die met zijn volk meeleeft, het wil
kennen, zal van de Nederlandsche natie en van
de hoofdstad des Rijks ontegenzeggelijk een
indruk gekregen hebben, die de Hollanders deed
kennen in hun karakter.
Het moet hem-opgevallen zijn, dat de stroeve,
kalme Hollanders, waarvoor zij in het buitenland
doorgaan, geestdriftig kunnen zijn als Franschen,
wanneer hun vorsten zich in hun midden bevin
den en als het geldt de faam der Nederlandsche
gastvrijheid hoog te houden.
En uit de versiering van den Amstel, èn uit de
feesten op het IJ en dat is geen kleine hulde
voor hen, wie de eer daarvan toekomt sprak
onze nationaliteit, die verhoogd werd door het
zeer juist begrepen groot aandeel, dat onze Marine
aan de feestelijkheden nam Dat moet den Kei
zer niet ontgaan zijn en hem het bewijs hebben
gegeven, dat de Nederlanders nog altijd Hollan
ders zijn.
Dat hij dat gevoeld en gezien heeft, bewijst
zijn hulde aan onze zeemacht, dat bewijst zijn
daad van piëteit tegenover onzen grootsten zee
held, tegenover den grooten Hollander Michiel
Adriaanszoon de Ruyter.
Z. M. Wilhelm II moge door zijn hoffelijkheid
tegenover onze Koninginnen meer dan door zijn
persoon indruk op ons gemaakt hebben, door zijn
daad in de Nieuwe Kerk heeft hij het Neder
landsche volk een hulde gebracht, die het niet zal
vergeten, doch tevens, en dat is de grootste
hulde die men den Keizer brengen kan, bewees
hij onze natie bij de eerste kennismaking te heb
ben begrepen en onmiddellijk den polsslag van
haar nationaliteit te hebben gevoeld en de diag
nose juist gesteld.
De Duitsche Keizer heeft daarmede zijn bezoek
aan Nederland gekarakteriseerd, zooals het door
heel de natie werd begrepen, als een beleefdheids
bezoek aan een klein maar vrijheidslievend volk,
dat zijn roemrijk verleden niet is vergeten, en op
dat verleden voor de toekomst het hart hoog in
den boezem voelt kloppen
De toestand van de rfiks-
veld wach ters.
Gewoonlijk verwijt men aan de dagbladen, dat
zij overdrijven.
Toen men eenige dagen geleden op den toestand
der rijksveldwachters de aandacht vestigde en ge
wag maakte van hunne jaarwedde, hebben wij
ons aan het tegenovergestelde schuldig gemaakt
zij genieten veel minder dan wij meenden. Het
salaris van den rijksveldwachter derde klasse be
draagt slechts f 550, maar zelfs deze som ontvangt
hij niet. Daarvan wordt gedurende de eerste acht
jaren voor het pensioenfonds gekort f68.75, terwijl
voor het weduwen-pensioenfonds f 11.10 wordt af
gehouden. De man krijgt dus slechts f478.15,
dat is per maand, na aftrek der kosten van het
zegel f39.06.
En hiervan moet hij leven met zijn vrouw en
kinderenMet dit bedrag van f9 in de week
moet hij alle uitgaven bestrijdenhuishuur, voed
sel, kleeding, slijtage, geneeskundige hulp, school
geld, en de onvoorziene uitgaven, die ook in de
gezinnen van rijksveldwachters evengoed als in
die van de aanzienlij keten voorkomen.
Voor deze geringe bezoldiging moeten de rijks
veldwachters dienst doen bij alle zittingen in
strafzaken gevangenen transporteerendag en
nacht in ’tveld zijn om toezicht te houden en te
waken tegen overtredingen van de jachtwet, dus
ook op de visscherij, waarbij hij niet zelden zich
te water moet begeven, met gevaar van zijn leven.
Overal, waar zijn dienst door den Staat wordt
ingeroepen, moet hij gereed staan. Bovendien doet
hij dienst als deurwaarder bij het beteekenen van
dagvaardingen, vonnissen enz. Hiervoor echter
geniet hij geene belooning: al wat dit opbrengt,
en dit bedrag is vrij aanzienlijk, komt ten bate
van de schatkist.
Deze omstandigheid alleen reeds moest er toe
leiden om hem een billijk loon daarvoor toe te
kennen, of bij de bepaling van zijn bezoldiging
in rekening te brengen.
Als de rijksveldwachter openbare vergaderingen
moet bijwonen, om te waken dat er niets gezegd
w
Bolswardsche Courant
(1) Onvromen weuschen dit niet „wel eens,” maar „altijd.”
(2) Dit is geen compliment aan den dokter van den heer
Kuyper. Als werkelijk de geneesheeren die houding aannamen,
zouden de betrekkingen der patiënten recht hebben het hun
zeer kwalijk te nemen wauneer hij den zieke niet genas maar
liet doodgaan, daar dit slechts van zijne „beslissing afhing.”