s Tusschen twee vuren. LANDBOUW ENZ. li!ii SPOORDIENST (1 Juni 1891). I 1 4,— Van Bolsward De en van De uren van stuk geschiede- TO >- lT 5,30 6,45 9,30 10,15 9,30 10,15 Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az., Bolsward. 11.30 12.05 12.30 12.55 2.13 2.48 3.43 3.57 a. v. 6.— 6.28 6.48 7.07 8.30 8.51 9.28 9.40 6,30 7,15 Tram Amsterdam Zaandam Hoorn Enkhuizen (boot) Stavoren Workum Sneek Leeuwarden 6.15 6.33 7.27 8.02 9.20 9.44 10.14 10.47 10.20 10.33 11.08 11.32 12.51 1.06 1.25 1.49 3.04 3.23 4.19 4.55 6.19 6.47 7.17 7.50 1,10 1,55 6.— 6.14 6.59 7.23 8.40 8.55 9.15 9.38 4,- 5,45 7,— 7,30 8,45 9,25 3.05 3.40 4.05 4.32 5 55 6.31 7.25 7.39 9,45 Il li^ 12,10 2- 3,15 4,— 5,15 6- 5,15 6,— 7,15 8- 2,— 2,45 4- 6 Het Konijn. a. 9.— 9.25 9.43 10 11.27 11.48 12.27 12.39 v. a. 5’30 6,45 7,- 4- v. 6,30 7,15 8,45 9,25 1,30 2,15 - 9,45 12,30 1,45 1,10* 2,45 1,50 3,30 6,30 9,30 5,45 7,15 10,15 7,30 -J— Ook Turkije wordt overstroomd van joden, zoo wel uit Corfu als uit Rusland. Hun talrijke ge- loofsgenooten in Turkije zijn ijverig in de weer om hen te helpen, en ondervinden bij de autori teiten allen mogelijken steun. Zoo geeft de gehate Turksche barbaar den zoogenaamd beschaafden Rus een voorbeeld. Men tracht de immigranten zooveel mogelijk over de Levant te verdoelen, om opeenhoopingen te voorkomen. Woensdag, 1 Juli, viei te Luik een 12 jarige jongen in de Maas en verdween met den feilen stroom weldra in de diepte, zoodat men nog slechts aan de borreling van het water zien kon waar hij gezonken was. De Nederlandsche wielrijder, de heer P. J. Gerritzen, die zich thans te Luik bevindt en die het ongeval had bemerkt, sprong daarop geheel gekleed te water en mocht de voldoening smaken den drenkeling, door te duiken, van den bodem der Maas op te halen en van een anders gewissen dood te redden. De toegestroomde menigte juichte den koenen Hol lander hartelijk toe, terwijl hem onder de har telijkste bewoordingen voor zijne onverschrokken daad dank werd betuigd. De heer G. had intus- schen groot gevaar geloopen door eene aanko mende stoomboot te worden verpletterd, doch hij wist door zijne tegenwoordigheid van geest nog intijds te ontwijken. Algemeener wordt de klacht dat de eerste le vensbehoeften hoe langer hoe duurder worden en dat met name vleesch, voor den minderen man, omdat hij meer van zijne krachten moet vergen, noodiger als voor den rijke, toch voor velen onder hen een artikel van weelde is, van weelde, zoodat soms eens in de week, meestal echter alleen bij zeer buitengewone gelegenheden, dus enkele keeren per jaar, vleesch op tafel komt. Maar waarom dan het fokken van een dier, welke in vruchtbaarheid zijns gelijken zoekt, van het konijn, zoo weinig opmerkzaamheid geschonken ’t Is enkel het gevolg van onkunde, van niet weten dat het fokken van konijnen zeer winstge vend is. Engeland doch vooral Frankrijk enBelgiezijn daar om het te bewijzen, dat geen onzer huisdie ren zoo nuttig is en zich met minder moeite fok ken laat als het konijn. Doch de vraag naar konijnen is zoo dat de prijs steeds stijgende is en genoemde rijken nog in lang niet aan de behoefte kunnen voldoen. In Frankrijk worden telken jare over de zeven tig millioen konijnen gefokt en hiervan alleen door Parijs drie millioen verbruikt. De omzet in konijnenvellen voor fabricatie van hoeden etc. be draagt circa negentien millioen gulden per jaar. Aan vele kleine landbezitters levert het fok ken van konijnen als bijzaak gedreven eene jaar- lijksche zuivere winst van f500 tot f1000. De grootere fokkerijen verkrijgen zelfs eene winst van f5000 tot f7500. Het konijn levert een vleesch, dat fijner, voe- dender is als het rundvleesch, bovendien voortref felijk haar voor fabrikatie van hoeden en een goed pelswerk. Het dier is zacht van aard, on overtroffen in voortplantingsvermogen, ontwikkelt zich spoedig en neemt het nauwste hokje voor lief, even als elk klimaat. Het heeft niet meer zorg noodig als eenig ander huisdier en voedt zich met de uiteenloopendste en billijkste stoffen. Het is dus wel te verwonderen dat het houden en fokken van konijnen ten onzent nog zoo wei nig algemeen is. Het lot heeft het konijn in de dierenwereld dezelfde rol aangewezen, als de aardappel in het plantenrijk vervult. Het moet een billijke, overal verspreide voe dingstof leveren en zoowel op de waggelende tafel des arbeiders als op de met zilver en kristal ver sierde marmeren tafels van den rijke een welkom gerecht zijn. Aardappelen en konijnen hebben het zelfde vooroordeel te overwinnen. Zooals de eerste eens den harden strijd tegen afkeer en onwetendheid te strijden hadden, voordat zij den weg in alle keukens vonden, zoo ook nu nog het konijn. En zooals de aardappelen, zal ook spoedig het konijn algemeen verspreid zijn, tot vreugde van alle fijnproevers, tot voordeel van de weinig bemid delden en tot zegen van het algemeen. sier ’t zoo ingepakt Ja vader, dan had ik ’t zoo maar voor ’t meênemen. Hij is zoo sekuur Dan zullen wij ’t ook zijn, antwoordde zijn vader, en ik neem ’t meê naar huis, want om ’t hier Zondag over te laten.Men kan nooit weten. Vader en zoon gaven elkaar de hand, en Wil lem ging naar de modelkamer, waar hij de laatste dagen aan ’t werk was gezet. Door den verschillenden aard hunner bezighe den, die beide op onderscheiden tijd het middag maal deed gebruiken, zagen zij elkander eerst ’s avonds weêr. Moeder had nog wat huishoude lijk werk, en na een poosje gezeten te hebben, gingen vader en zoon samen nog eens een luchtje scheppen. Blijmoedig zag de goede vrouw beide na. Zij had in haar huwelijk veel ondervonden, door allerlei tobberij, door ziekte en sterven van kinderen, maar haar man en Willem naöogende, voelde zij zich toch recht gelukkig. Wat waren ze beide flink en fermwat liepen ze daar zoo vertrouwelijk, zoo hartelijk, zoo blijmoedig sa men pratende, heen. Moeder was grootsch op haar man en haar jongen Bouwde zij onder ’t werk allerlei luchtkastee- len, vader en zoon hadden ’t ook druk. Eerst lag aan de beurt al wat die week op de fabriek was voorgevallentoen over ’t geen Willem op de modelkamer onderhanden had, en vader kon niet nalaten op te merken, dat hij dan toch maar wil van de reis had, door Willem in tijds en aanhoudend teekenles te laten nemen Ik zal ’t niet veel verder brengen dan nu, zeide hij en ik ben best tevreden, want mijn beenen heb ben me gedragen zoo ver ze konden, maar als ik in mijn tijd in de gelegenheid was geweest te leeren wat gij geleerd hebt, jongens! dan was ik zeker nu een heele BramMaar nu verder zich zelven vergetende, ging hij aan’t opsommen wat, volgens hem, al van Willem komen kon, en ’t moet gezegd worden, dat de zoon zijn wenschen nog nooit zoo ver had uitgestrekt als de vader. Voor ’t oogenblik dacht Willem minder aan groote zaken, en aan de idealen die vader voor hem droomde, maar in de allereerste en hoogste plaats aan Baartje. Daarvan durfde hjj echter nog niet spreken. Dat wilde hij eerst met zijne moeder bedisselen en die zou het dan wel bij vader klaar spelen. En zoo pratende, en ieder er dan nog voor zich zelven bijdenkende wat zich nog zoo niet A. J. DE BULL. -- II. Kostelijk mijn jongen Een grage maag, dat mag ik zien, al behoef jij er ook niet meer van te groeien, en je zult heel wat naar binnen moeten moffelen, eer je me lens maakt. Zetje er maar goed ’an Stellig weêr een extraatje van daag mompelde Hannes, daar wat op staan kan. Waar zou hij ’t anders zoo roiaal van doen Zijn verdiensten zijn nog niet zoo ruim, dat hij zoo alles hebben kan, en ’t heertje wezen. En zijn vader is ook zoo scheutig niet zei een ander Als die ons een overuurtje kan heeten liegen, dan laat hij het niet, en ons een kwartiertje te laat inpeperen, evenmin. Gelukkig dat moeder Bet dit alles niet hoorde. Zij was nu alleen oog en oor voor Willem die haar moest opbiechten waarom hij zooveel later kwam. De zaak was eenvoudig. Zijn vader was baas op een der werkplaatsen, en met de betaling van dat deel der werklieden belast. Daarvoor le verde hij op ’t kantoor een lijst der verdiende loonen in, en moest er dan het gezamenlijk bedrag daarvoor benoodigd Zaterdagmiddag komen halen. Nu had vader het dien morgen wat volhandig gehad en daarom zijn zoon naar ’t kantoor ge zonden toen het schofttijd was. En heb je nu den aap nog bij je Willem vroeg moeder BetPas toch op jongen, dat je niets verliest! Neen, antwoordde hij, daarvoor ben ik ook veel te bang. Ik ben van ’t kantoor eerst weer naar de fabriek gegaan en heb vader alles afge dragen. ’t Was van daag bovendien al een heel mooi sommetje, want ik had nog f 300 bovendien meêgekregen om een postwissel te nemen. Mensch, hoe hou je al die dinsigbeden met zooveel geld uit mekaêr Dat’s makkelijk genoeg, als je ’t maarzoo voor ’t halen van ’t kantoor hebt. De oude kas sier telt daar alles prompt af in ’t geheel, en vader betaalt dan volgens ’t loonboek aan ieder man uit. Dat loopt op rolletjes. En ’t geld voor den postwissel heeft de kassier in een apart en- zeggen liet, waren zij weer op den weg huis waarts. Baas Kloek bracht nog wat voor moe der de vrouw meê, en zoo liepen voor het drietal de dag en de week blijmoedig ten einde. Heeft vader om het enveloppe gedacht was Willems laatste woord bij ’t goeden nacht zeggen. Ja, jongenleg je hoofd maar gerust neêr. Ik heb ’t meegebracht en in ’t kabinet wegge sloten. Willems laatste gedachte bij ’t einde der week, was zijn eerste op den Maandag morgen. Zijn vader gaf hem, tegen dat het postwissel-bureau aan het postkantoor ontsloten werd, het enveloppe, en Willem begaf zich er heen. Hij behoefde niet te wachten, en was alleen aan het loket. Hij haalde het enveloppe uic zijn portefeuille, brak het open, nam er de toegevou wen bankbiljetten en den postwissel uit, gat een en ander aan den beambte en wachtte op de regu. Niet in orde klonk het door ’t loketraampje. Zestig gulden te min. Ónmogelijkantwoordde Willem ontsteld. Wel mogelijk! Zie maar goed uit je oogen en de beambte toonde hem dat er zestig gulden, dus vermoedelijk één bankbillet, bij abuis te min was meêgegeven. Maar zie dan toch eens op den grondIs ’t ook gevallen bij ’t overreiken? zei Willem. Vrij norsch kreeg hij ten antwoord: Zie liever zelf maar eens in je zak Wij verliezen hier geen bankbiljettenIn ieder geval, daar is terug wat je hebt meêgebracht. Je moet onver richter zaak vertrekken, en hij duwde Willem de bankjes weêr in de handen. Inmiddels wa ren andere menschen gekomen de beambte riep „Wie volgt Willem werd van het loket ge drongen en stond als van ’t weêr geslagen. Eén straal van hoop, daar lag nog vlak voor hem het enveloppe zoo als hij ’t had neêrgeworpen, op dezelfde plekniemand had er nog aan kun nen raken. Hij raapte het snel op.helaas. ’t was wel deugdelijk ledig, en kon dus niets anders bevat hebben, dan ’t bij elkaêr in- en op gevouwen pakje bankbiljetten, dat hij er voor ’t raampje, eigenhandig, alléén staande, had uit genomen en aan den beambte overgereikt. Wordt vervolgd. Leeuwarden—Shieek—Stavoren—Enkhuizen—Amsterdam. Leeuwarden Sneek Workum Stavoren (boot) Enkhuizen Hoorn Zaandam Amsterdam SneekBolswardH ar ling-en. Op Werkdagen: 7,40 9,30 12,10 8,20 11,— 2 9.30 12,15 3,15 7,- f," 8,15 8.30 11,— 9,15 11,45 Op Zondagen: 7,40 8,20 9,30 7,— 8,15 8,30 9,15 vertrekt Dinsdags om 12.55 velop gedaan, zoodat ik ’t maar zoo voor ’t meê nemen heb. Maar je mag nu wel voortmaken, want na drieën verkoopen ze aan ’t postkantoor „neen,” als je er dan nog om een wissel komt. Ze hebben op ’t kantoor gezegd, als’t van daag te laat werd, dan was Maandag morgen vroeg ook goed, en daarom heb ik nu alles maar aan vader gegeven, dan ben ik van de zorg af. Watje gelijk hebt, mijn jongen! Maar wat heb je op je hart? Ik zie, dat je wat te vragen hebt? Komaan geen achterkonzigheid. Je weet, ik kan zwijgen. Willem boog ’t hoofd wat voorover en fluisterde haar bijna aan ’t oor: Heeft Saartje morgen uitgaansdag En komt ze hier ’k Heb haar in zoo lang niet gezien Altijd ben je me welkom, Willem, en mor gen ook. Maar één voorwaardemet Saartje uit wandelen gaan, daar staat niets van in, hoor Begrepen Vooruitbeding maakt geen krakeel, nu weet je er alles van. Maar hier een praatje maken, daarin wil ik je niet tegen zijn. Willem nam afscheid, stak een sigaar aan, groette de anderen en ging heen. Alweer „’t heertje" zei Hannes, een si gaartje in den mond. Zie je wel kameraad, en hij stootte zijn buurman aan. Die breed heeft laat breed hangenwas ’t antwoord van den ander. Dat zou je ook kunnen doen, viel moeder Bet in, die de ooren overal had maar jou cen ten gaan niet naar den tabakswinkel maar naar „’s Lands Welvaren." en de kastelein rookt nog vrij wat beter sigaren dan Willem, maar van jou zuur verdiende duiten, en terwijl bii lui en lekker op zijn sloffen achter de toonbank staat ’k Zal maar opstappen, hernam Hannes, want anders krijgen we nog mot! Ajuus man nen Wak een neetoor! zei moeder Bet, en ze was Wij Jat ze hem weêr kwijt was. Toen Willem aan de fabriek terugkwam, vond hij zijn vader in een kantoortje, dat van de groote werkplaats was afgetimmerd, en door een glazen raam daarin uitzag, druk bezig met het afpassen van ’t geld voor de uitbetaling der werklieden. Wat moet dat envelop, Willem? vroeg hij, en zijn zoon vertelde hem wat daarvan de be stemming was. ’t Is voor vandaag te laat, jongen dus dan maar Maandag morgen dadelijk. Heeft de kas- Is 2,20 3,- Zondagavond ontstond te Haarlem brand in eene woning aan de Groote Markt, terwijl de bewoners afwezig waren. De politie was spoedig met haar slangenwagen tegenwoordig, trapte de deuren in en bluschte den brand. Het panorama Scheveningen van den heer H. W. Mesdag is, na een tweejarig verblijf te Amsterdam, in de residentie teruggekeerd, en het gebouw in de Zeestraat voor het publiek open gesteld. Het groote doek hangt weer, schrijft het Vad. alsof ’t nooit is weggeweest, en toen we heden ochtend weder op het gefingeerd Seinpostduin met de artistieke mise en scène kwamen, vonden we de illusie van vroeger weer onverzwakt terug. De grootste schepping van den meester, hier en daar geretoucheerd, is thans echter in waarde gestegen. Niet alleen artistieke waarde heeft deze reusachtige schilderij. Want als binnen enkele jaren het Scheveningen, gelijk het daarop is afgebeeld, vervormd is en nauwelijks meer zal zijn te herkennen (gelijk met het Seinpostduin reeds zoovele andere bekende Scheveningsche plekjes en huisjes verdwenen), dan zal het pano rama Mesdag zijn geworden een stuk geschiede nis, een historisch document. In de voorzalen is een Mesdag-tentoonstelling geopend. In de eerste en derde vindt men stuk ken van den meester, meestal van kapitale af meting, in de middenzaal treft men een groot aantal proeven aan van mevrouw Mesdag Van Houten’s veelzijdig talent. Het schijnt, dat de welriekende geur der bloemen en de daaruit door distillatie verkregen parfumerieën een gunstigen invloed uitoefenen op het menschelijk organisme, en in de genees kunde een niet te verwerpen hulpmiddel zijn. Dr. Ungerer beweert, dat het verblijf in een met bloemengeuren bezwangerde lucht voor long ziekten vrijwaart, en zelfs de verdere ontwik keling van longtering in het eerste stadium tegengaat. Als bewijs voert hij het feit aan, dat in het Fransche departement la Grasse, waar de vervaardiging van parfumerieën uit bloemen de voornaamste bron van inkomsten der bevol king is, longtering zelden of nooit voorkomt, hetgeen hij toeschrijft aan den geur, waarmede de lucht vervuld is, tengevolge der bereiding van de parfumerieën. Mbl. tegen verv. Onzuivere gom van postzegels en enveloppes. De gewoonte, om postzegels en enveloppes te bevochtigen met de tong, verdient afkeuring. On passelijkheid kan daarvan het gevolg zjjn, en o. a. aanleiding geven tot prikkelbaarheid der tong, door deze voortdurend in aanraking te brengen met de klevende stof. Een ander gevaar schuilt in de welbekende onzuiverheid van de gom. Dit gevaar moet evenwel geen overdreven vrees inboezemenbesmettelijke ziekten zullen er niet door overgebracht worden. Men wachte zich, zooals wel eens gebeurt, een postzegel te gebruiken, om dat op een wondje te plakken. Ontstaat dientengevolge een ontstoken toestand der wond, dan is dit volgens de Lancet toe te schrijven aan de nadeelige stoffen, die bij gom gevoegd worden, o. a. aan sommige conservee- ringsmiddelen. Dat het vooral aanbeveling ver dient met oude gebruikte postzegels voorzichtig te zijn, als draagsters van kiemen van smetstoffen, behoeft geen betoog. Nog eens de zaak-Corvilain. Men schrijft uit Antwerpen „Misschien zal men zich nog herinneren het laatste proces, dat bij de Antwerpsche rechtbank aanhangig is in zake de ontploffing Corvilain. De kwestie betreft de 100,009 francs, die men tot onderstand uit Parijs ontving, als opbrengst van verschillende liefdadige feesten. Men had dit sommetje wel niet bepaald achtergehouden, maar men gevoelde toch geen grooten lust meer om het nog uit te deelenieder had zijn deelgehad. De Antwerpsche pers kwam hier tegen op, en vroeg ronduit een onderzoek in deze geheimzinnige zaak. Het slot zal nu zijn dat diegenen, die reeds vergoeding ontvingen voor geleden stoffelijke schade, van verdere vergoeding verstoken zullen blijven, maar dat de som verdeeld zal worden onder de overgeblevene werkelijke slachtoffers dier ramp. Het oud comité zal opgeroepen wor den om de uitdeelingen te doen. Zoo zou de zaak ZZï 2 m Van Sneek Bolsward Te Harlingen Van Harlingen Bolsw. a’ Te Sneek in der minne geschikt kunnen worden, doch, naar wij uit goede bron vernemen, wil een der advo caten der slachtoffers van geen schikking hooren en eischt een bepaald vonnis. Met spanning ziet men daar den uitslag tegemoet. Op een boerenbruiloft onder Vorden stierf een der gasten een plotselingen dood. Men schrijft dit toe aan het overmatig gebruik van sterken drank. Volgens de Köln. Zeit. vordert men met de regeling van de schadeloosstelling aan gewonde personen van het gezelschap Carré nog niet snel. Dit ligt evenwel niet, zooals de Hanoversche bladen schrijven, aan de spoorwegdirectie, die integendeel de regeling tracht te bespoedigen, maar aan de omslachtigheid, waarmede de bena deelden voor hunne belangen opkomen. Bovendien wordt het vaststellen van het bedrag der schade loosstelling bemoeilijkt door de omstandigheid, dat er geen contracten aanwezig zijn betreffende de salarissen, door den heer Carré aan zijn ar- tisten uit te betalen en de opgaven, die van beide zijden hierover verstrekt werden, verschil len. Onmiddelijk na het ongeluk is den heer Carré door de spoorwegdirectie een som van mark 30000 als gedeeltelijke schadeloosstelling toegekend. De artisten, die door hunne wonden verhinderd zijn hun bedrijf voort te zetten, zullen eene schade loosstelling in kapitaal, niet in lijfrente ontvan gen. Het geheele bedrag der uit te keeren ver goeding zal waarschijnlijk de som van mark 350,000 niet overtreffen. De Londensche correspondent van de Ind. Beige meldt, dat de Keizer van Duitschland zal deelnemen aan de internationale zeilwedstrijden, die te Cowes zullen worden gehouden om den „Koninginnebeker” (Queen’s Cup.) Tot dat einde zou de keizer een jacht hebben gekocht, dat bijzonder snel moet loopen en den naam van Meteor zal dragen. Dezelfde correspondent meldt, dat de Duitsche Keizer dadelijk na afloop dier zeilwedstrijden naar Berlijn zal terugkeeren. Een jeugdig moordenaar. Het gerechtshof te Leeds heeft een knaap van zeven jaar ter dood veroordeeld. De jongen heeft een zijner speel makkers van gelijken leeftijd vermoord, en bij ’t verbergen van ’t lijk zooveel slimheid aan den dag gelegd, dat de rechters tot de overtuiging kwamen, dat de knaap gehandeld had met een groote mate van koelbloedigheid. In ieder ander land zou echter zulk een uitspraak ónmogelijk zijn. Engeland heeft echter voor jeugdige misda digers dé strengste wetten. Tot aan het zevende jaar kent de Engelsche wet geen verantwoorde lijkheid voor overtredingen. Van ’t zevende tot ’t veertiende jaar evenwel wordt gelet op de CC c M LU ca a .S cq GO S LU 3 3 g Sta vraag, of de jeugdige misdadiger heeft gehandeld met overleg of niet. Toch is een geval als te Leeds een buitengewoon zeldzaam feit. Het voltrekken van 't doodvonnis- aan een mensch onder de 16 jaar is sedert menschenheugenis niet gebeurd. Aan de Indèpendance Beige wordt uit Berlijn getelefoneerd, dat daar het gerucht loopt, dat in ’t begin van Augustus onze Koningin en Koning- in-Regentes een bezoek zullen brengen aan Berlijn. De grootste omnibusmaatschappij te Berlijn is voor een gedeelte aan de eisêhen hare beamb ten tegemoet gekomen, waardoor men hoopt eene werkstaking te voorkomenandere maat schappijen hebben dit voorbeeld echter nog niet gevolgd, zoodat de Berlijnsche dagbladen daarop alsnog ten sterkste aandringen. Bij eene dezer maatschappijen de Dampf- Straszenbahn-Gesellschaft verdienen de con ducteurs 75 mark (45 gulden) per maand, waar van echter nog voor verschillende fondsen 2 mark (f 1.20) wordt afgetrokken. De dienst is er aldus geregeldvier dagen van 18 uren, de vijfde dag vrijdan weer vier dagen van 18 uren, den volgenden dag reserve- dienst, d. w. z. te huis blijven om voor eventueel afwezigen te kunnen invallen dan volgen weer vijf dagen van 18 uren en de zesde dag vrijaf, waarna de dienstregeling op de beschreven wijze weer begint. Valt de vrije dag toevallig op een Zondag, dan moeten zij wegens de drukte op de tramlijnen dienst doen. Door eene eenvoudige berekening komt men dus tot de slotsom, dat de conducteurs van ge noemde maatschappij 500 uren per maand wer ken en daarvoor ongeveer 45 gulden ontvangen, dat is 9 cent per uur. Herhaaldelijk werd dooi de pers op deze slechte regeling bij genoemde maatschappij gewezen temeer omdat vroeger de omstandigheden bij deze maatschappij gunstiger waren nog niet heel lang geleden hadden de conducteurs zonder uitzondering iederen vierden dag vrijaf. Men heeft hier dus te doen met eene schrede achterwaarts op den weg tot lotsver betering. De Jewish Chronicle bevat een verslag over de immigratie der Russische joden in Palestina, waarin geklaagd wordt over den ellendigen toe stand, waarin de landverhuizers verkeeren. Dage lijks komen 2 a 300 joodsche gezinnen te Jeru zalem aan, bijna geheel zonder middelen van bestaan. Tengevolge der opeenhooping zijn typhus en scharlakenkoorts onder hen uitgebroken, ter wijl de prijzen der levensmiddelen, ook al ten gevolge van de mislukking van den graanoogst in Rusland, sterk gerezen zijn. Sneek Bolsward Te Harlingen Van Harlingen Bolsw. Te Sneek met een gemerkte T g komt 1,30 te Sneek aan. De uren van vertrek en aankomst worden geregeld naar den Amsterdamschen tijd. bS H 8 •n St V I; Q V w Y) V Y) •n n Y) Y) Y) Y) Y) Y) S g-” SS c LU §0 gg* a ■eg "2 SS OS DOOR r— c3 oo bD S J-( CO H o fa.® 10 5 g 2 o o" ULm o cö t— C a 05 :fa S s a .5 3 SP -ös.5 w 5 3 S

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 4