NIEÜWS- EN ADVERTENTIEBLAD ©ESWAaa bb wossss aöeei, Vóór de Kermis. I 1 s SU Pi I GEL D Glazen I n m aakf lesschen BEKEOTMAKING. No. 34. 1891. Dertigste Jaargang. w DONDERDAG 20 AUGUSTUS. Het Feest is voorbij, De vruchten mogen blijven. DONDERDAG 20 AUGUSTUS. PROEFVELD TE KIMSWERD Tandarts, Leeuwarden, Nieuwstad G. No. 84. BUITENLAND. E. BRANDSMA, VOOR 5 Afd. binnen - ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. II. 11 DE IIAAll is voornemens de Bolswarder Kermis te bezoeken. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ACACXI JCACDC/j X Voor BOLSWARD verkrijgbaar bij Mej. de Wed. Iff. G. BONTJEMA, Dijkstraat. Is dagel. te consulteeren, te SN EEK eiken Dinsdag van 94 Suupmarkt 97, over TAM 11 li E I K LND E en Kunsttanden. De eerste verwarring, te voorschijn geroepen door het verbod tot uitvoer van graan uit Rus land, schijnt in Duitschland wat te bedaren en men gaat een weinig kalmer nadenken over de vraag, wat er nu moet geschieden. En allereerst richt men dan het oog op de regeering. De Keichs- anzeiger giet een emmer koud water over de verhitte hoofden der angstige vrijzinnigen, door de mededeeling, dat het geschreeuw niets betee- kende, erger nog, dat er niet de minste reden bestond om te schreeuwen. Immers, „volgens de statistiek der oogst-vooruitzichten zal, zooals reeds medegedeeld is, Pruissen voor winterrogge 82 pet. van een middelmatigen oogst hebben. Een mid delmatige oogst wordt volgens de berekeningen van het statistisch bureau geschat op 1313 KG. per Hectare, bijgevolg zou voor 82 pet. de op brengst van winterrogge 1076 KG. per Hectare bedragen. Nemen wij aan dat voor geheel Duitsch land eveneens 82 pct. van een middelmatigen oogst te verwachten is en verder, dat de bebouwde oppervlakten voor rogge in dit jaar niet veel af wijken van die in 1888, welke toen voor Duitsch land 5,814,253 hectaren bedroegen, dan zou de opbrengst van den tegenwoordigen roggeoogst geschat kunnen worden op 6,256,136 ton, of na genoeg zooveel als in ’t jaar 1887. Zulk een hoeveelheid zou voldoende zjjn voor ’t gebruik, benevens voor zaaikoren en een invoer zou niet noodig zijn. In de jaren 1880/81,1881/82,1885/86 en 1889/90 was zelfs veel minder voorhanden tot verbruik en tot zaaien dan thans.” Bijgevolg ’t vaderland kan gerust zijn. Er zullen geen Duitschertjes krimpen van den hon ger. Zij zullen hun „Pumpernickel” kunnen eten even gerust als vroeger, alsof er geen Rus op den lieven aardbodem bestond. Zoo recht geloo- vereera re worueu, uai zij geuuieuuc imW. jaren ondervond, beveelt zij zich beleefd aan. te bekomen op le Hypotheek, in alle be dragen. Gemakkelijke aflossing. Matige rente. Nederlandsche Hypotheekbank, VEENDAM. Als dit blad verschijnt, is het oude kerkgebouw weer gesloten en het Hengstepad weer van zijn heerlijken bloementooi beroofd. Beide echter laten eene liefelijke herinnering achter en veel goeds kan er voortspruiten, uit ’t geen daar is gezien, geschied, doorleefd. Er is gezellig feest gevierd, daar, in Amicitia, in de Doele, de vroolijke tonen der muziek heb ben bij herhaling de samenkomsten opgeluisterd, tal van goede woorden zijn gesproken, er is mede werking en samenwerking geweest op verschillen de wijze, zoovelen mogelijk heeft men laten ge nieten, door der Gasthuisvoogden welwillende be schikking op een vriendelijk verzoek, hebben kin deren en ouden van dagen een heerlijke versnapering gehad, er is aan onderscheidenen werk verschaft, er is vertier en daardoor vertering en verdienste geweest. Voorzeker, daar is ook teleurstelling ondervonden. De zon heeft ons terrein maar spaarzaam besche nen, al te veel regenstroomen zijn neergevallen op de prachtvolle bloemen, al hebben deze er boven verwachting weerstand aan geboden, de bodem is soms, hoeveel zorg er aan besteed werd, een mod derbad geweest, de verlichting van het terrein, waarmee aan heel het publiek eene verrassing zou worden bereid, is door een stortbui onmogelijk ge worden, honderde vreemdelingen zijn door dezelfde oorzaken teruggehoudeu, maar dit alles neemt niet weg, dat de tentoonstelling zelve volkomen geslaagd heeten mag. Want gelijk geestig is gezegd, Bolsward, het kleine ding, is weer dapper met Leeuwarden, de groote zuster samengegaan, fier en moedig, als met den wipneus in den wind. Het durft wat aan, het heeft tal van zustergemeenten uit ons gewest tot zich gelokt, allen vriendelijk ontvangen. Nieuwe banden zijn gehecht, oude zijn op nieuw beves tigd, wederzijdsche achting en waardeering zijn gewekt, een tot weerziens is bij herhaling aan elkan der toegeroepen. Doch wat ’t meeste is, de tentoonstelling is, wat het verledene betreft, een vergelijkend examen ge weest. In ’t algemeen genomen is gebleken, dat in Friesland de tuinbouw merkwaardig vooruit gaat, zoowel in omvang als in gehalte, er wordt veel en er wordt goed gekweekt. Meer en meer zal ons gewest onafhankelijk worden, wat den in voer betreft en de Uitvoervereeniging in Leeuwar den breidt hare betrekkingen met binnen- en bui tenland steeds uit. De boomkweekerijen van Joure en elders, de prachtige coniferen, de 29 soorten van eiken alleen, van A. Bosgra uit Bergum, bewij zen wel, wat op dit gebied met uitstekend gevolg wordt beproefd. Het moge te betreuren zijn, dat de gevolgen van den strengen winter, zich vooral heb ben doen gevoelen op het gebied der rozenteelt, zoo- dat wij maar eene enkele verzameling van deze koningin der bloemen hebben mogen aanschouwen, wat was er doch overigens een heerlijke rijkdom van krachtige en prachtige bloemen. Wellicht was het, omdat er 25 stuks gevraagd werden, dat niemand zich kon wagen aan eene inzending van blad-begonia’s, toch betreuren wij het gemis van deze schoone planten, vooral omdat daarin zooveel verscheidenheid is en wij weten, dat ook aan de kweeking van deze plant in ons gewest veel zorg besteed wordt. En waarom waren er ganschelijk geen orchideeën Tien stuks, waarvan minstens 5 stuks bloeiende, was toch immers zoo’n zware eisch niet. Zijn onze bloemisten met de kweeking van deze in de laatste jaren zoo geliefde bloemen nog niet genoeg gevorderd, om zich reeds aan een wedstrijd te wagen Moge dan een volgende ten toonstelling bewijzen, dat zij ook in dit opzicht mededingen kunnen met hun vakgenooten in andere gewesten. Doch wat ontbreken mocht, wij herhalen wat wij in den aan vang schreven, wij klagen niet over wat wij missen, wij roemen in het vele goede, nuttige en schoone. dat er was. En wij zagen met belangstelling hoe zeer velen met aandacht alles bezagen, vergeleken, aanteekeningen maakten, aankoopen deden. Er is geen twijfel aan, of voor de toekomst zal deze tentoonstelling winsten af werpen in menig opzicht, ze is een leerschool ge weest voor zeer velen en moge 't zijn voor Bolsward in de eerste plaats, vooral wat den tuinbouw be treft. Wat de bloementeelt aangaat, het deed ons genoegen, dat onderscheidenen bewijzen gaven van hun ijver om een en ander ter mededinging in te zenden en vooral verheugden wij ons over de vele onderscheidingen aan onzen stadgenoot, den heer 8. Koopmans ten deel gevallen, welke zijn alleen verkrijgbaar bij Th. H. van der NIEULEN BOLSWARD. Magazijn van Huishoudelijke Artikelen. zien. Alles verwatert dan ook, tot zelfs de be richten in de dagbladen toe, maar waar zullen de berichtgevers in den zoogenaamden komkom mertijd, die er dit jaar niet schijnt te zijn, ook anders over schrijven dan over water. Dit nieuws is thans aan de orde van den dag. Het regent te veel op het nagrashooi, het regent te veel op de te veld staande rogge, het is te vochtig voor de aardappelen, te vochtig voor de boonen, te vochtig voor de turf, te vochtig voor toeristen, te vochtig voor vacantiereisjes, in één woord te vochtig om niet verdrietig te worden. „Op e>en ouderwetschen winter, volgt een ouderwetsetien zomer” zeggen sommige weerprofeten, maar net blijkt thans ook weer, dat de natuur spot met alle profeten en haar eigen gang gaat ook ten opzichte van het weder. De Belgische weêrpro- feet Waelput mag al een enkele maal gelijk krijgen dit is trouwens met voorspellingen meer het geval op een anderen tijd over tuigt moeder natuur hem, dat hij volstrekt niet in hare geheimen is ingewijd en het groote publiek zal zeggen Och, de kerel weet er al even weinig van als de rest, hoewel thans de man nog vertrouwen inboezemt. Wij willen niet profeteeren, maar de hoop uitspreken, dat de vochtige periode spoedig raag eindigen, opdat de rogge nog goed binnen kome, het nagrashooi niet geheel bederve, de boonen niet verrotten, de aardappelen niet door ziekte grootendeels verloren gaan, de turf' niet verwatere, de men- schen niet langer sleciit gehumeurd mogen zijn. De Crisis. Het Vaderland heeft, zegt het D. v. N., inmid dels een mededeeling gedaan of liever uit het optreden van den heer Tak als minister van binnenlandsche zaken een conclusie getrokken, die ons zeer gewaagd schijnt. Het kabinet, zoo verzekerde het, zal kiesrecht- hervorming op den voorgrond stellen. Wij betwijfelen dit zeer. Ware dit hei stellige voornemen, dan zou de kabinetsformatie niet zulk een moeilijk werk zijn. Waarom zou dan b. v de heer N. G. Pierson, een zóó lucratieve en belangrijke betrekking, als het directeurschap van de Ned. Bank, prijs geven Dit is geen offer, dat men vergen mag, indien het vaststaat, dat door directe kiesreebthervorming de natie in de gelegenheid zal worden gesteld een nieuwe kamer te kiezen, die dan toch hoogst waarschijnlijk niet oud-liberaal zal zijn Om een maand of wat een ministerieele portefeuille in een overgangstijdperk te beheeren roept men geen president van de Bank en deze zou al zeer onpolitiek moeten zijn, indien hij, geroepen, zich daartoe liet vinden. Ware het inderdaad juist, dat het nieuwe Ka binet, gelijk het behoort en gelijk Tak’s uitspra ken recht geven te verwachten, de kiesrechther- vorming op den voorgrond zal plaatsen, dan is het een zeer vreemd stuk om weken lang te tobben over het bijeenbrengen van een ministerie, dat hoogstens voor een half jaar zitting behoeft te nemen en bij de samenstelling van zulk een kabinet juist hl de personen voorbjj te gaan, in en buiten de Kamer, die op dadelijke kiesrecht- hervorming gesteld zijn. Dan, zouden wij meenen, is het niet alleen vreemd, maar hoogst afkeu- renswaardig heel den tijd van voorbereiding te vermorsen met het uitzoeken dier mandatarissen terwijl men in één week wel een achttal kan vinden, dat gedurende enkele maanden de zetels aan de groene tafel bezet. Of is het moeilijke van het geval misschien het bijeenbrengen van een Kabinet, dat wel met een kiesreebthervorming komt, maar bij ver werping van zulk een wetsontwerp bereid is toch te blijven zitten Als een nieuw staaltje van de verregaande brutaliteit waarmee de dieven, zelfs reeds op zeer jeugdigen leeftijd, hun „handwerk” uitoefenen, kan het volgende dienen Gisterenmiddag vatten twee jongens van 12 a 13 jaar post voor een kruidenierswinkel in de De Wittenstraat te Am sterdam. Als een paar geroutineerde roovers verdeelden zij hun rollen zoo, dat de een naar binnen zou gaan, terwijl de ander op den uitkijk zou blijven staan. Maar daar deed zich een be zwaar opwaar bergde de winkelier de sleutels zijner toonbanklade? Om dit te weten te komen ging een van hen naar binnen en kocht een half ons kaas om te kunnen zien, waar de sleutels der lade vandaan zouden komen. Toen hij dit wist verwijderden de jongens zich even, doch kwamen spoedig daarop terug om hun slag te slaan. Een van hen ging, zachtkens langs de toonbank voortsluipende, naar binnen, greep de sleutels, opende de lade en ledigde die tot op ongeveer 10 centen na, waarna beiden ijlings de vlucht namen. Een meisje van 13 on een jongetje van 8 jaar hadden het gebeurde echter op een afstand gezien, waarna het meisje hen achterna liep. Op den Zwartenweg gekomen, meenden de jongens veilig te zijn en verdeelden aldaar ’t gestolen geld, ten bedrage van ongeveer 6 a 7 gulden. Nu waar schuwde 't meisje^een politieagent, die hen na zette en een van hen achterhaalde/ Aan het bureau gebracht op ’t Haarlemmerplein gedroeg hij zich zeer onverschillig en gaf voor ’t geld van eenen hem geheel onbekenden jongen ge kregen te hebben. Meer kon men niet uit hem krijgen, zelfs niet eens zijne woonplaats, ’t Zelfde gaf hij voor aan het politiebureau aan de Raam poort, waar hij vervolgens heen werd gebracht. Amst. Ct. het welslagen dezer tentoonstelling, en dat waren zeer velen. De beide voorzitters ontvingen ten slotte een waardige hulde, in een pittig en geestig woord door den heer W. J. van Douwen gesproken. Het Bestuur der tuinbouwvereeniging bood, als een aandenken voor de vele bemoeiingen der sub commissie alhier, aan elk harer leden en aan de dames jury-leden als aandenken eene zilveren me daille aan, welke door dezen met groote erkentelijk heid werd aanvaard. Een vertegenwoordiger der pers, dankte voor het vriendelijk woord aan haar gewijd. De pers waardeert dit te meer, omdat zij op dit punt niet verwend is. Het Eerelid der Vereeniging, de heer G. L. Vlaskamp, die met zijn tooverstaf het kale terrein en de doodsche kerk had aangeraakt en voor een bloemenhof- en tempel geschikt gemaakt, ontving nog een hartelijk woord van dank. Toen was al het officiëele voorbij, de tentoon stelling gesloten maar de meeste aanwezigen bleven nog eenige uren gezellig bijeen. TWEEËRLEI ZIENSWIJZE. Ongelukkigste aller menschen, Die slechts voor U zelven leeft. Mr. J. Kikker. Baatzucht. „En weet wat nog het ergste is, dokter? die kermis, o die kermis!” en bij het uiten dezer woorden valt mevrouw met een diepen zucht in haren zetel terug, onderwijl een smachtenden droe ven blik naar de geplafoneerde zoldering werpende. „Zou U denken, mevrouw is de wedervraag van den dokter. „Zeker.” „Verbeeld U, binnen een paar dagen hebben wij weêr dat lieve leven al die drukte en dat gejoel langs de straten. Zingen, vloeken, pronken wezen schijnt dan een noodzaak te zijn meid en knecht zijn niet te naderen, bij allen is het hoofd op hol. O, ik word zenuwachtig, als ik er aan denken de bastisten zakdoek met de fijnste geuren doortrokken, wordt tegen het blanke voorhoofd gedrukt, als ware reeds een zenuwtoe val aanstaande. „Maar nu overdrijft U een weinig, mevrouw Het volk, dat dagelijks van den morgen tot den avond werkt, voor de zuur verdiende en nauwelijks toereikende penningen, moet zich ontspannen en daartoe „Ja, die fraaie redeneeringen ken ik, dokter!” valt mevrouw hem met drift in de rede„ont spannen, uitspannen! drinken, tieren, vechten, is dat uitspanning En vrouw en kinders misschien thuis in ellende „Helaas mevrouw, het voorbeeld door U ge noemd is niet zeldzaam in die dagen, maar god dank nog geen regel. Zoo erg ziet het er bij onze kermissen nog niet uit. Een groot deel van het volk vermaakt zich ook op gepaste wijze, maar ik ben het met U eens, dat het tijd wordt, dat de kermisvermaken door betere en edeler uitspan ningen en genoegens worden vervangen. Maar welke „Och ja, dat volkje is dol op uitgaan. Ver beeld U, doktermijn keukenmeid, die ge pas weder eenigszins op de been hebt geholpen, kwam zoo even mij verlof vragen om den Zondagnacht te mogen uitgaan Zij was uitgenoodigd met hare zuster en maar dat doet er niets toe. Kind? zei ik tegen haar, praat jij al weêr van uitgaan je bent pas hersteld, en dan den geheelen nacht uit ’t is om weêr ziek te worden, je bent nog veelte zwak. Nu wat dunkt U, dokter?” Eene eigenaardige, eenigszins sarcastische lach zweeft om de lippen van dezen, wanneer hij ant woordt „Wat zal ik zeggen, mevrouw Uwe dienstmeid is heden zeker aan de wasch geweest „Welk een vraagWel zeker. Ja, ’t was goed dat U ze weer zoover hadt opgeknapt, want wij hadden heden de groote wasch, en dat zegt nog al iets.” „Welnu mevrouwals iemand krachtig ge noeg is om den ganschen dag aan de waschtobbe te staan, zal zij zeker ook wel tot uitgaan in staat zijn.” „Mais fi done! Is dat nu eene vergelijking?” en bij deze woorden vliegt mevrouw van haren stoel op, en zich vlak voor den dokter plaatsende, zegt zij driftig: „Maar het werk moet toch ge daan worden „Zeker mevrouwmaar „Geen maren, dokterBovendien ik houd niet van de kermis en wenschte, dat onze onder- hoorigen er over dachten zooals wij. Wat willen zij toch Hebben ze het niet goed Ik blijf im mers ook thuis.” De dokter trekt de schouders op, als wist hij den stroom dier woorden niet te stuiten, noch de logica er van te wederleggen, en maakt eene zijde- lingsche beweging naar de deur. „Apropos”, roept mevrouw eensklaps uit, ziende dat hij wil heengaan, „zeg aan uwe vrouw, dat zij in de volgende week eens een middagje bij mij moet komen theedrinken’t zit hier dan zoo prettig met de kermis, en als U het schikken kunt, kom dan ook meê. Wij kunnen ’s avonds naar den schouwburg gaan, misschien geven ze dan „de kleine Lord,” ,,’t moet een prachtig stuk zijn „En Uwe zenuwen, mevrouw „O, dat zal zich wel schikken, adieu Hier boven geven wij onzen lezers eene schets van het proefveld van bovengenoemde Afdeeüng, gelegen bij het dorp Kimswerd. Waren er vorige jaren bieten verbouwd, dit jaar uitsluitend aardappelen. Zooals de lezer kan zien, zijn niet alléén uitheemsche, maar ook van de meest alhier verbouwde soorten gepoot, onzea inziens een gelukkige keuze om tot een vergelij kend resultaat te komen. Het bestuurheeft ook hier toegepast (bij gedeelten) de besproeiing met koper vitriool ter voorkoming der gevreesde ziekte. Wij kunnen belangstellenden niet genoeg aanraden eens een kijkje te nemen, ten le om de verschil lende soorten op stam te beschouwen, ten 2e om de werking van het koper-vitriool op het loof te zien. Verlof vragen is niet noodig, het is een stuk land vlak aan den weg, geheel bij het dorp. Wij hopen later een volledig verslag der uit komsten in ons blad op te nemen. Aru.ni, 18 Aug. Dat het Bestuur der Spaar bank alhier zich met ijver toelegt op de behar tiging der zaken van die instelling, blijkt uit het schrijven aan de verschillende besturen der schoolspaarbanken, waarin deze verzocht worden opgave te doen van wat ieder inlegger in de schoolspaarbank voor te goed op zijn boekje heeft. Tot nu toe is dit niet geschied, daar elke schoolspaarbank als één inlegger in de Bank bekend staat en elks afzonderlijk tegoed bij de bestuurders der schoolspaarbank geboekt wordt. Ooststellingwerf. Wij behoeven hier dezen zomer op de hooge zandgronden waarlijk niet te verdrogen, integendeel, bij iedere ontmoeting valt dadelijk het gesprek op den veelvuldigen regen en den weinig bevalligen zomervocht hebben wij hier zomers noodig, maar wij krijgen thans van het goede te veel’s morgens regen, ’s middags regen, ’s avonds regen, altijd regen, terwijl het lieve zonnetje zich maar zelden laat Bolswardsche Courant, Tr-adsmark OOST. VAN DE „Witmarsum" der Friesche Maatschappij van Landbouw en Veeteelt. -1-1-4—'j 1)0W''L' 1 avnrrlor» 1--U wnf- vnmnn. VAN

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 1