De DETAILPRIJZEN van f 1.80 f 0.95 f 0.52 f 0.27' C. J. van Houten Zoon. Mey’s Stoffwasche GOEDKOOP: SOLIE»! EDEftAJUT: Leven van een Speelman. zijn r DRIE DAGEN GEMENGD NIEUWS. Hartelijken DANK 1 ibracht voor de vele moeiten in dezen gedaan, lardooronze Gemeente niet alleen prettige dagen, aar ook vele voordeelen mocht ondervinden. I 2 per Kg. per y4 Kg. per »/8 Kg. per y16 Kg. bus. modellen. f l.bO so -2 -3.— -0.30 - 1.20 -0.25 1 een gedood hert van zijn stond ik Koning „Het andere oogenblik, dat nooit uit mijn ge heugen zal worden gewischt, was toen Von Bis marck met tranen in de oogen bij mij kwam en zeide: „Men wil niet meer van mij gediend zijn, ik moet gaanToen stond ik aan het moreele sterfbed van een gevallen grootheid.” Is het niet, alsof hier de Nemesis der historie voor het bijna uitgedoofde oog van den grijzen staatsman verscheen „Dr. Windthorst,” dus vervolgt de medewerker aan het bovengenoemde blad, „deelde mij, hoewel hij over het gewraakte onderhoud het stilzwijgen bewaarde, nog het volgende mede „Toen Bismarck mij dit gezegd had, antwoordde ik hem onmiddellijk: „dan wordt generaal Von Caprivi uw opvolger.” Ik had voor deze bewering den volgenden grond „Toen ik vijf jaren geleden mij in een gezel schap bevond, waar over de mogelijkheid van het aftreden van prins Von Bismarck gesproken werd, wierp ik losweg de bewering in het debat, dat generaal Von Caprivi de bekwaamheden zou bezitten diens opvolger te worden. Een paar dagen later deelde mij iemand, die bij dit gesprek tegenwoordig geweest was, mede, dat hij mijn opmerking aan Kroonprins Frederik had overge- bracht. „Deze zou toen geantwoord hebben: „Caprivi is een goed soldaat, en van genoegzame bekend heid of hij echter een goed diplomaat is, zal ik eens onderzoeken.” „Op die wijze dus besloot de „kleine Excel lentie” ben ik er misschien de aanleiding toe geweest, dat Von Caprivi de opvolger van prins Von Bismarck geworden is. Ik voeg hier echter bij, dat het post hoe echter niet propter hoc op zijn raadgeving volkomen toepasselijk is.” Beloonde menschlievendheid. In den veld slag van Königgriitz, die juist vijf en twintig jaar geleden plaats vond, had de Pruisische dr. Fried lander, uit Breslau, een merkwaardig avontuur. Hij zag een gekwetst huzaar liggen, ging op hem toe en zag, dat hij den man spoedig en op de plaats zelve kon helpen. Hij haalde zijn instrumenten te voorschijn en slaagde er in een kogel te verwij deren. Daarop voegde hij den huzaar toeDaar graast een paard, ga er op zitten en rijdt langzaam honderd stappen ver; dan vind je een hospitaal- barak, waar je ook wat te eten en te drinken kunt krijgen. De huzaar stond op, rekte zich uit, voelde zich tengevolge van de welgeslaagde operatie heel op zijn gemak, en pakte dokter Friedlander bij zijn kraag. „Ik heb de eer,” zeide hij, „u krijgs gevangene te maken Alvorens de geneesheer nog iets kon doen, zat de huzaar op het paard, hield den dokter stevig vast en in gestrekten draf ging hij op de Oostenrijksche voorposten los. pen dat hij na eenige oefening ook een oorlog- zwaard behendig zou kunnen rondzwaaien. (Wordt vervolgd'). Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az., Bolsward. rige en pijnlijke overweging. De boerin namelijk bracht spoedig een beslissend voorstel te berde. Zij had innig medelijden met dat kind, wiens vader en moeder waarschijnlijk in den verloopen nacht nabij hare woning waren vermoord. De jongen zag met zijne heldere oogen haar zoo vriendelijk aan; hij lag zoo tevreden en vertrouwe lijk op haar schoot, dat haar hart zich wel voor hem openen moest en zij haar man voorstelde het kind vooreerst bij zich te houden. Zij mocht zich tot dat voorstel te meer gerechtigd achten, omdat zij zelf nog geen moederzegen te wachten had. Het werd ook goed gekeurd en de geeste lijke, die ook met die beschikking uitnemend tevreden was, beloofde bij de opvoeding van den knaap zijne zorg en medewerking niet te zullen onthouden. Het kind werd daarop gedoopt en daar er geene bijzondere aanwijzing in dag of datum lag om den jongen een naam te geven, werd hem naar zijn pleegvader, die kortweg Jan heette, door den priester, de naam Johannes toe gekend. De kleine Johannes groeide voorspoedig op en was niet alleen in de boerenwoning een voor werp van nauwlettende zorg, maar tevens vier jaren lang de speelpop, het éénige kind. Gezond en stevig, bevattelijk en vlug, leerde hij spoedig zich door het huis en over de werf bewegen en hij was nog geen vijf jaren, toen hij al aardig bij een paar schapen de wacht houden en met luid geschreeuw eene koe voortdrijven kon. Het was een gelukkig gezin op die boerderij met en ook door den vondeling een vroolijk leventje, maar eindelijk kwam plotseling aan dien hoewel eenvoudigen toch onbezorgden toestand een einde. Jobans pleegmoeder schonk het leven aan een dochtertje, maar haar kraambed werd ook haar doodsleger. Met zijn pleegvader liep Johan ach ter de doodsbaar, schreiende omdat de man, die hem bij de hand hield, door smart verstomd, hem geen enkel woord toesprak en omdat zij, sprake loos en roerloos verstijfd werd weggedragen, de vrouw, aan wier knieën hij zoo menigmaal had gespeeld, en uit wier mond hem zoo menig vriendelijk woord had toegeklonken. Zijn gelaat helderde eerst op, toen zij jouen 'rüinbouw-téntoonstelling wordt namens de neringdoenden Eere dus, wien eere toekomt Verkrijgbaar te Bolsward bij den Heer HERMAN OOSTERBAAN, Appelmarkt, of direct bij ME IJ E D L I C H, „Versand-Geschaft,” Leipzig-Plagwitz. Eerste dag. Komaan, vermaande Barend, die nog poogde te schertsen. Kom Ga gij maar vooruit, dien weg op! Hij wees Johan opzettelijk den zijweg aan. Ik zie u met innig genoegen heengaan naar het huis, waar u eene hartelijke ontvangst wacht Maar ik zie met bezorgdheid u op nieuw uw zwerftocht beginnen, bracht Johan daartegen in. Daarom gij eerst, ga uw weg. Het zal mij troos ten als ik u vol moed uw avontuur zie te getnoet gaan. Wel, neem dan die vertroosting mede Barend scheen te willen glimlachen, maar de poging ge lukte niet. Tot wederziens. Nog eens drukten zij elkander de hand en de jonker van Hackfort ijlde met rassche schreden terug op den weg, langs welken zjj aan het zijpad gekomen waren. Tot wederziens! riep Johan hem nog na en bleef nog eenige minuten stilstaan. Eindelijk, toen hij nauwelijks den snel voortloopenden vriend meer zien kon, sloeg hij den dwarsweg in. Hij ging naar een hem welbekend huis, waar althans één persoon de teleurstellingen, welke hem hadden getroffen, niet betreuren zou. Hij wist, dat men, omdat men hem teedere liefde toedroeg, met blijd schap hem het harpspel en de poëzie voor een eenvoudiger werkkring zou Zien verruilen. Hij was als een kind van nauwelijks een jaar op eene boerderij in de buurtschap Steenderen opgenomen. Van waar hij kwam of wie zijne ou ders geweest waren, wist niemand. In een stil len voorjaarsnacht was zijn pleegvader, een boer die, onlangs gehuwd, met zijne jonge vrouw een huis, een weinig van den weg af, achter kreu pelhout en een paar hooge eiken verscholen, be woonde, gewekt door een luid gerucht van stem men en wapengekletter. Angstig had hij boom en grendel gesloten gehouden. In den donker door hunne woning zachtjes heen en weer loo- pende, of met ingehouden adem achter de deur staande, hadden beiden, man en vrouw, geluisterd en schoon na enkele rauwe kreten de stemmen zwegen, het wapengekletter ophield en het ge trappel van paardenhoeven in de verte wegstierf, eerst toen de zon helder aan den hemel stond, hadden zij gewaagd voorzichtig een vensterluik Gangbaarste Een veehouder in den Hout markte dezer dagen te Purmerend een kalf van ongeveer 10 weken, waarvan de moeder 15 maanden oud was. In de maand October of November 1891 zal te ’s-Gravenhage een vergelijkendonderzoek plaats hebben van personen, die wenschen te dingen naar de betrekking van klerk der posterijen, waarvoor twaalf plaatsen ter vervulling worden opengesteld op eene jaarwedde van f400, welke belooniug kan klimmen tot f 1200. De commissaris van politie te Goes bericht, dat aan zijn bureau berust een zilveren horloge en het portret van een Belg, die blijkens infor- matiën, door de Belgische justitie vroeger tot tal van crimineele vonnissen werd veroordeeld. Deze persoon, schoenmaker, hield onder het voor wendsel van adel en baron te zijn, eenigen tijd geladen verblijf in de omstreken van genoemde gemeente en maakte grove verteringen. Toen in het begin van Juli j.l. te Amsterdam en in andere plaatsen feesten werden gegeven, ter eere van den Duitschen Keizer, verdween hij voor eenige da gen, na van kleeding te hebben verwisseld, waar door hij alle airs van voornaam heer verloor. Hij keerde na afloop der feesten, vergezeld van eene pseudo freule,"in Zeeland terug, voorzien van gouden en zilveren horloges, kettingen en andere sieraden, welke vermoedelijk door hem zijn gerold, doch niet konden worden achterhaald tijdens zijn verblijf ter plaatse. Het is bekend, dat men bij oordeelkundige behandeling gedurende een groot deel van het jaar smakelijke aardbeziën kan plukken. Ter bereiking van dat doel hebben de boorn- kweekers Groenewegen en Zn. te de Bildt bij En eindelijk liggen daar nog onze uitgestrekte koloniën in Oost- en West-Indië, waarheen de overbevolking van het moederland een heilzamen uitweg zou kunnen vinden.” „Onze overheid” zegt het blad verder „kon dat streven ondersteunen, als in het belang van de Nederlandsche Natie, door den overtocht te vergemakkelijken de meerdere betrekking van moederland en volksplantingen zou den handel verlevendigen, de welvaart kon langzaam terug- keeren en de cindelooze en nog steeds klimmende volksellende worden tegengegaan.” Aangaande het ontslag, aan prins Von Bis marck als Rijkskanselier verleend en als tegen spraak op de geruchten, als zou het onderhoud tusschen den kanselier met dr. Windthorst daar toe de aanleiding geweest zijn, deelt een mede werker van de Essener Volkszeitung het volgende mede Tijdens het laatste verblijf van dr. Windthorst te Ems vertoefde ik ook daar ter plaatse. Wegens den slechten toestand zijner oogen verzocht hij mij de couranten voor hem na te lezen en hem mede te deelen, wat er belangrijks in te lezen stond. Toen ik dr. Windthorst verhaalde, dat als oor zaak van het ontslag des prinsen diens laatste onderhoud met hem werd aangegeven, antwoordde dr. Windthorst zeer levendig„dat is onwaar heid.” Na eenige overpeinzing vervolgde hij „Twee oogenblikken zijn er in mijn leven, die ik nooit zal vergetenhet eene was, toen ik Koning George van Hannover meedeelen moest, dat het gedaan was met diens heerschappijtoen Ik aan het sterfbed van een onttroonden eerbied van haar pleegbroertje gewijd. Een paar jaar later betoonde ook de priester, dat hij zijne belofte niet vergat. De winter brak aande veldarbeid stond stilhij leerde Johan lezen en schrijven. Den volgenden zomer werden die oefeningen wel gestaakt, maar met den win ter weder aangevangen en voortgezet. Johan werd misdienaar en daar zijn aanleg voortreffe lijk bleek en de priester zelf niet ongeleerd was, deed de knaap, wel is waar, nog geen schat van wetenschap op, maar met de verworven kennis maakte hij toch eene uitzondering onder de boe renknapen uit geheel den omtrek. Weldra liet eok zijn pleegvader hem van den landarbeid ge noeg vrijen tijd over. De gedachte, dat de vonde ling door hem aangenomen en opgevoed, mis schien nog een waardig geestelijke worden kon, streelde hem, hoewel hij er noch met Johan zelf, noch met zijn biechtvader over durfde spreken. Bovendien, hij niet alleen, ook zijne buren, de verwanten en bekenden in de rondte, zij zouden door den leerlust van Johan en door zijn voort- durenden en vertrouwelijken omgang met den pries ter de meening, dat hij voor den geestelijken stand moest worden opgeleid hebben vastgehou den en krachtig zelfs voorgestaan, indien zij daarvan niet waren afgebracht door andere eigen aardigheden, welke zij tevens bij den knaap opmerkten. Met zijne geestelijke ontwikkeling scheen na melijk zijne lichamelijke, gelijken tred te Houden. Niet alleen in het gewone boerenwerk betoonde hij zich, zoo vaak hij er aan deelnam, handig, sterk en vlug, maar ook in andere lichaamsoefe ningen was hij zeer ervaren. Op zijn vijftiende jaar schoot hij met pijl en boog, alsof hij met de beste schutters zou moeten wedijveren, en als hij door de adellijke heeren uit die streek op de jacht werd medegenomen, dan werd menigmaal het grootste gedeelte van de buit eigenlijk door hem naar huis gebracht. Ook haalde hij gaarne hunne strijdrossen uit de weide of van den stal, de wildste het liefst en zij wierpen hem niet af. Als eene kat klauterde hij bij een knoestigen eikenstam op, om de roofvogels in hunne nesten te vangen, en moest j gewei worden ontdaan, dan had men slechts do"or ht Johan het mes te zien hanteeren, om te begrij- m I te ontsluiten en daarna de deur. Eindelijk wa ren zij behoedzaam buiten getreden en toen zij door het kreupelhout naar den rijweg gluurden, ontdekten zij spoedig, dat in den verloopen nacht daar bloedig gestreden was. Naderbij gekomen vonden zij drie lijken, twee mannen en eene vrouw, uitgeplunderd en verminkt. Die dooden zouden nauwelijks te herkennen zijn geweest, al hadden zij in diezelfde streek tot den kring hun ner bloedverwanten of bekenden behoord, maar zij waren aan den boer en de boerin geheel on bekend inderdaad waren het lijken van vreem delingen, waarschijnlijk van afkomst uit de Zui delijke Nederlanden. Reeds wilde ook de huis man voortijlen om de hulp van een geestelijke in te roepen en de zorg voor de ter aarde be stelling der verslagenen aan zulk een bevoegd per soon op te dragen, toen zijne vrouw hem met een luiden gil terughield en naar een zwaren eik aan de overzijde van den weg wees. Tus schen de dikke, boven den grond uitgewassen wortels meende zij een levend wezen te bespeu ren. Zij had goed gezien. Een kind, dat daar in der haast scheen te zijn nedergelegd, staarde hen, toen zij zich nieuwsgierig voorover bogen, met helder bruine oogen aan. De kleertjes welke het aan had, waren van weinig waardeook vertoonden zij geen enkel teeken van afkomst of landaardslechts lag naast het kind een kleine harp. De jonge vrouw nam het jongske op en snelde er mede naar hare woning, de boer greep de harp en toen het kind, nadat het instrument in een hoek van het boerenverblijf was neder gezet, vrooljjk lachte en gretig naar de gul aan geboden spijs hapte, kwam bij de jeugdige echte lingen, na de eerste opwelling van menschlievend heid, de ernstige gedachte aan de toekomst op. Wat zouden zij met dit kind aanvangen? Evenwel ook op die vraag zou de priester, onder wiens parochie zij woonden, wel antwoord weten te geven. Hij was inderdaad terstond tot het verleenen der gevraagde hulp gereed. Toen zijn biechtkind hem had medegedeeld wat er dien nacht was voorgevallen, vergezelde hij hem naar de plaats van het onheil. Eerst natn hij voor de begrafenis der dooden de vereischta maatre gelen en daarna zette hij zich bij het echtpaar neder om te overleggen wat van den vondeling worden moest. Het nauwkeurigste onderzoek ver spreidde over de afkomst van het kind niet het minste lichtook aan het muziekinstrument kon de priester geen teeken ontdekken, dat vroeger of later tot herkenning aanleiding zou kunnen geven en toch, het kwam niet tot eene langdu- In die dagen was Oostenrijk nog niet tot de overeenkomst van Genève toegetreden, die het gevangen nemen van geneesheeren verbiedt, en het gevolg er van was, dat dokter Friedlander gedurende het verdere deel van den veldtocht, te Krakau krijgsgevangene bleef. Voor hengelaars. Door een tweetal lief hebbers werd Vrijdag in het tusschen de b ide IJpolders loopende zijkanaal in den tijd van ruim een uur 12 Kilogram baars van verschillende grootte met de hengel gevangen. Voor Dames. Aardappelen koken. Nieuwe aardappelen werken niet gunstig op het darmenstelsel. Om ze zoo te koken, dat zij niet meer gevaarlijk en veel lekkerder zijn, zette men twee ketels tege- lijk te vuur, den eenen met de aardappelen er in, op de gewone wijze, den anderen alleen met water. Koken de aardappelen, dan giete men dadelijk het vuile (solanine houdend) water er af, voege het kokende water uit den tweeden ketel er bij, en late ze dan gaar koken. Wie de aard appelen eens zoo bereid heeft, doet het nimmer weer anders. Adres van een Keukenmeid, geëngageerd met een Sergeant-Schrijver van de Kon. Ned. Marine. Mijnheer de Minister. Geeft met onschuldige eerbied te kennen dat mijn vrijer mij gezeit heeft dat de schrijvers onder melkaar Uwes al verscheidene keeren geschree- ven hebben om meer traktement, zoo heb ik gedacht eens een goed woordje te doen daar het haarlui niet geholpen heeft. Zoo als ik van mijn vrijer gehoord heb rooken de Officieren van Administratie lekkere Sigaar- retjes en zitten in de longen room kejak te drinken en laaten het werk maar door hun schrijver opknappen de komerdants zeit ie laate hun ook maar schrarrele, dus kan Uwes met een gezond verstand ook wel begrijpen dat twee en dertig gulden in de maand veels te min is, want ze moeten zoon dure uniform ook draage. dan zeit ie als ze gesnapt worden met hun ratszoentjes vlees mee naar de wal te nemen zij misschien veertien dagen de prevoost in gaan. Wij gaan met mei tusschen twee haakjes trou wen, dan moet ik juffrouw speulen en hij meheer en dat van 8 gulden in de week dat kan U ook wel begrijpe net zoo goed als ik dat dat niet kan. Hieronder zal ik nog een gespeegselfizeere reke ning van uitgaven zetten om dat Uwes Zelfs de boel eens na kan gaan. Nou zal ik alles wat het trouwen kost er maar af rekenen. Per week Huishuur een bovenkamer op de 3e Verdieping Aankoop en onderhoud van kleeren door me kaar voor mij idem voor mijn man Petermolie Brandstoffen Brand- en dooie fondsen Te Samen ƒ8.25 dus kom je al een kwartje te kort nou moet je nog huisraad koopen en nog eten en drinken, want daar kunnen wij heus niet van buiten, ik moet bevallen en dat kan mij na dezen keer nog wel 10 maal overkomen als dan moeten de kin deren ook gekleed en gevoed worden. Dus mijnbeer de minister Uwes ziet het nu duidelijk Strijk fe hand maar eens over je hart en geef hun f50 soldij per maand, dat mag warendig wel. In de hoop dat Uwes het goed mag doen ver blijf ik uwe lieve en onbekende viendin. Betsie. (Extra Tijding.) Het verkooplocaal was geheel vol en, daar er een schitterenden inboedel verkocht werd, was er veel animo. Op zeker oogenblik zag men dat iemand, die er bleek en geagiteerd uitzag, den afslager naderde en met hem, op fluisterenden toon, driftig sprak. Toen ging hij terug en de afslager klopte met den hamer op de tafel „Dames en heeren”, riep hij met luider stem „Ik deel u mede,'dat een heer hier een portefeuille verloren heeft, die vijfhonderd gulden bevat. Hij biedt vijftig gulden aan den eerlijken vinder.” Dadelijk vloog er een mannetje op, sprong op zijn stoel en riep„Ik bied honderd gulden Utrecht een naam- en prijslijst kosteloos verkrijg baar gesteld, waarin men de soorten, die op ver schillende tijdstippen dragen, beschreven en af- gebeeld vindt. Als inleiding is aan dit geschriftje een hoofd stuk toegevoegd waarin de behandeling der aard bezie wordt besproken.. „Vervult de aarde!” roept de Standaard uit, wijzende op de verontrustende opeenhooping van groote volksmassa’s in de steden en de daaruit voortvloeiende onzedelijkheid en ellende. Als de middelen om die overbevolking tegen te gaan, noemt het blad De verwezenlijking van arbeidstreinen en kolonisatie, de eerste ter verbetering van den toestand in de steden, de tweede ter verbetering van die op het platteland. Omtrent dit laatste schrijft het anti-rev. orgaan „In Zuid-Afrika zijn Hollanders noodig; daar ziet men met blijdschap de versterking van het Nederlandsch element tegemoetdaar liggen nog duizenden bij duizenden bunders vruchtbaar land ongecuitiveerd en voor een kleine som te verkrij gen daar wachten nog gansche streken op de handen die den arbeid zullen verrichten, opdat er in plaats van doornen en distelen golvende korenvelden de nimmer eindigende vruchtbaarheid verkondigen. Daar heeft de landman met een klein kapitaaltje toekomstdaar heeft hij hope voor zijne kinderen en kleinkinderen, terwijl Ne derland hem zijn oogen opent voor verachting en verarming, voor een toekomst zonder hope. Doch niet alleen in Zuid-Afrika, ook in Noord- Amerika wonen reeds menigten uit ons volk, van wie de berichten meestal getuigen, dat het hun zelfs kort na hunne aankomst en zonder eenig kapitaal meegebracht te hebben, uitnemend gaat. VAN HOUTEN’S Cacao WAGNER UIT HET l RUGBY a Jongens-kraag. A ■A P-dozijn fl.—.4 2. GOETHE p. dozijn 11..57. ALBION p. dozijn fl.—.44. p. do<.-naar 11. 75. LINCOLN B p. dozijn 11.- V SCHILLER HERZOG COSTALIA P-dozijn fl.—.53. p. dozijn U.—.56. p. dozijn 11. .56. l’ontte PIU rootte L i). dozijn p. dozirn 11.—.4 5. I fl. .63. FRANKLIN p. dozijn fl..50. STEPHAN p.doz.-paar fl.«75. 39.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 4