5'
I
B
I
cc
cz>
ee
s
T
S
c
•i—i
GEMENGD NIEUWS.
I
1X1
6,45
7’10
Van
van Harlingen en
De
De uren van vertrek en aankomst worden geregeld naar den Amsterdamschen tijd.
->
1X1
a
5,30
6,45
9,30
10,15
a.
v.
6,30
7,15
6,30
7,15
5,50
6,30
4,35
5,15
7,35
8,15
9,30
7-
8,15
8,30
9,15
a
8,25
9,5
2,—
2,45
4-
W
M
O
H
O
O
5,30
6,45
11,-
11,45
5,15
5,30
6,45
7,10
8,25
9,5
Van Harlingen
Bolsw.
Te Sneek
1,30
2,10
3,20
4-
5,15
6-
6,40
■R
9,20
10,-
IeS
"f
Van Sneek
Bolsward
Te Harlingen
i.a
deel van de gronden van Buitenlust heeft aan
gekocht met het doel om, van den Scheveningschen
weg tot aan het einde van het nu bebouwde
gedeelte van de Laan van Meerdervoort, een
villa-park te stichten, met straten en plantsoenen,
boulevard en rondpoints, een prachtige stadswijk,
van 800 a 1000 kapitale perceelen. De Raad
heeft het plan daartoe goedgekeurd en binnenkort
zal er mee begonnen worden zoodat meteen
aan de droomen om op die terreinen een Flora
of Palmengarten te stichten, de bodem is inge
slagen.
A. Men zegt de eene helft van de wereld
weet niet hoe de andere helft leeft.
B. (van het platte land). Die dat gezegd
heeft, heeft nooit bij ons op ’t dorp gewoond.
Aan meneer Jansen wordt gevraagd, waar
om hij bij het naar bed gaan altijd zijn bril
op zet?
Och, is het antwoord, omdat ik nogal eens
droom dat ik een boek lees.
Hoe het onlangs in den Franschen schouw
burg te Antwerpen toeging. Daarvan geeft het
Antwerpsche blad De Koophandel het volgende
verhaal
„Men speelt Les Huguenots. In het derde be
drijf breekt een kabaal loshet parterre heeft
genoeg van den schoonen zang en roept om den
regisseur. .Deze verschijnt en van verschillende
kanten verneemt hij den eisch, dat de baszanger
onmiddellijk zijn ontslag moet krijgen. Even
daarna komt hij gehoorzaam mededeelen, dat ge
zegde zanger zoo spoedig mogelijk zal worden
vervangen. Doch het kabaal eindigt niet. Een
heer verlangt dat ook eene der zangeressen zal
worden vervangen. Deze eisch doet een storm
van verzet opgaan. „Het zou,” zegt het blad, „ook
inderdaad wraakroepend zijne eene verdienstelijke
zangeres af te wijzen, wanneer men op de plan
ken nulliteiten geduld heeft, zooals de juffers
Tevini en Frasset.
Daar men voldoening had en er geen einde
aan het kabaal scheen te zullen komen, vond de
politie het noodig tusschen beiden te komen. Een
abonnent der stalles, die zich al luidkeels uitliet,
werd verzocht, op te houden. Hij sprong veront
waardigd op en begon met de armen te zwaaien,
alsof hij den politieman met huid en haar ging
opeten.
Het kereltje uit het parterre, dat eerst Le
Rideaugevraagd had, begon nu luidkeels te
schreeuwen: „La police a la portel” Dit geroep
werd weldra door talrijke personen herhaald, zoo
dat de politie het raadzaam vond te vertrekken.
Ieder stond op in de zaal.
De rollen waren thans omgekeerd de artisten,
die zich op het tooneel bevonden, volgden met
aandacht hetgeen er in de zaal omging!
Men poogde zoo goed het kon, het 3e bedrijf
ten einde te brengen. Bij den aan vang van het
4e bedrijf, poogde men in het parterre het kabaal
te hernieuwen, doch een paar toeschouwers waren
daar niet mede gediend. Hetgeen de politie niet
had kunnen gedaan krijgen, wisten zij te bekomen.
Een der fluiters werd verzocht hen niet verder
te vervelen. Daar deze daar geen rekening mede
wilde houden, werd de hand opgeheven en het
klonk op gebiedenden toon: „Zwijgen of peren
De fluiter verkoos het eerste aanbod en stak zijn
fluitje in den giletzak.”
Volgens een oud gebruik hebben nog vele
Serviërs de gewoonte het lijk van een gestorven
vriend of bloedverwant te kussen. Reeds meer
malen waren ernstige ziekten en epidemieën daar
van het gevolg. Ook de thans te Belgrado heer-
schende dyphtheritus wordt daaraan toegeschre
ven, en de overheid zal thans alle krachten in
spannen om het gebruik te doen verdwijnen. Het
kussen van aan dyphtheritus overledenen is al
thans reeds streng verboden.
Voor den magistraat in het oosten van Lon
den stond een zeventigjarig man terecht, beschul
digd zijne vrouw te hebben mishandeld. De re
den, die tot deze mishandeling aanleiding gaf,
bestond enkel hierin, dat zijn zes maanden oud
kindje hem in zijn slaap stoorde. De beklaagde,
die voor de tweede maal was gehuwd, was va
der van niet minder dan 36 (zegge zes-en-dertig)
kinderen. Dertien daarvan werden hem door zijne
eerste gade geschonken, terwijl hij met de 23 ove
rigen door zijn tweede wederhelft werd verblijd.
Van het eerste huwelijk zijn nog tien, van het
tweede nog twintig in leven.
MamaFransje, je zegt, dat je je sommen
altijd zoo goed maaktmaar dit rapport van je
is heelemaal niet goed, weet je dat wel
Fransje: Maar mama, dat rapport heb ik ook
niet gemaakt. Dat is van mijnheer.
1.
Vóór twintig jaar woonde ik als advokaat in
eene groote handelsstad in ’t westen van Enge
land en bezat daar eene uitgebreide praktijk.
Tot het getal mijner vrienden aldaar behoorde
zekere familie, „Herbert” genaamd.
Met den heer Herbert, die deelgenoot was in
een handelshuis, dat uitgebreiden handel in ka
toenen waren dreef, was ik in kennis gekomen
doordien ik hem had bijgestaan in het onderzoek
doen naar bewijzen van schuld tegen een zijner
reizigers, die door het vervalschen van een wis
sel de firma voor eene aanzienlijke som had
bedrogen en mijne in deze zaak bewezen diensten
schenen mijn cliënt zoo voldaan te hebben, dat
hij mij na afloop der zaak gedurig ten zijnent
noodigde.
Mevrouw Herbert, zijne echtgenoote, ten minste
twintig jaar jonger dan haar man, was eene
tengere zachtaardige vrouw met fijne gelaatstrek
ken, blauwe oogen en blond haar. Eene opper
vlakkige beschouwing zou haar echter niet als
schoon, nauwelijks zelfs als bevallig hebben doen
gelden. Haar gelaat behoorde echter tot die
soort, welker schoonheid aan de uitdrukking,
die er in ligt, ontleend wordt en die ongemerkt
eerder het mannenhart veroveren, en dikwijls
heviger hartstochten opwekken, dan de onbe
twistbare schoonheden. Toen ik haar leerde ken
nen, maakte zij niet meer indruk op mij dan
elke andere aangename, wel opgevoede vrouw
zou gedaan hebbenen had iemand mij toen
maals gezegd dat zij zonder haar medeweten
eene gloeiende liefde in mijn hart zou wekken,
zou ik hem hebben uitgelachen. Door mijne bijna
dagelijksche bezoeken bij haar echtgenoot bevond
ik mij dikwijls in haar gezelschap en werd lang
zamerhand het offer van een hartstocht, die zoo
onbemerkt mijn hart binnensloop, dat ik er eerst
van bewust werd, toen het reeds te laat was.
Eene vrouw, die bemind wordt, schijnt als door
instinct te begrijpen, welken invloed zij uitoefent
en behoeft daar in geene woorden verklaring
van. Ook aan Mevrouw Herbert was het spoe
dig te bemerken, dat zij bewust was van de
gevoelens, die ik voor haar koesterde, want
Sneek-BolswardHarlingen.
Op Werkdagen:
9,30 1,— 2,15
10,25 2,— 2,55
11,50 3,15
9,45
11,—
11,45
Woensdags om 1.20
Eene jongedochter te Breda zou eenige we
ken geleden in het huwelijksbootje stappen, doch
tengevolge van onvoorziene omstandigheden moest
de voltrekking worden uitgesteld. Deze zou nu
jl. Vrijdag plaats hebben. Alles was in het huis
der bruid gereed, en men wachtte slechts op den
bruidegom. Doch hoe men ook wachtte deze
verscheen niet, en men kreeg weldra bericht, dat
hij er stil van door was gegaan.
Tiberius, een koffiehuishouder te Bergen-op
Zoom, deed dezer dagen een vondst, die hem in
zijn affaire goed te pas kwam. Bij het graven
in zijn tuin stuitte hij op iets hards, dat bleek
te zijn een goed dichtgelakte kruik, gevuld met
brandewijn. Men zocht verder en nu werden
achtereenvolgens 15 van die kruiken te voorschijn
gebracht. De qualiteit van den drank wordt door
„kenners” zeer geroemd.
De dader van den Jack the Rippermoord
te Berlijn is nog niet gevonden, maar de justitie
heeft ontdekt, dat over den moord reeds gespro
ken is voordat die nog gepleegd was. Twee kell-
nerinnen vernamen van een man van 25 jaren, om
streeks een half uur voordat de moord moet ge
pleegd zijn, eenige bijzonderheden omtrent de
daad, die naderhand bleken overeen te stemmen
met de wijze, waarop die is gepleegd. Ook ver
haalde hij, te Londen geweest te zijn en in de
buurt van Whitechapel, toen daar een van de
beruchte moorden voorkwam. Hij gaf voor baron
te zijn en had ook op zijn zakdoek een mono
gram met een kroontje er boven geborduurd.
Voorts noemde hij zich een geneeskundige, die
de praktijk echter niet uitoefende. Hij sprak het
Weener dialect.
Door den Min. van Oorlog is bepaald, dat bij
het reg. grenadiers en jagers nog 80 milliciens
der lichting van dit jaar tot den laatsten Fe
bruari 1892 met verlof kunnen vertrekken.
Een feit, dat zeker niet onvermeld mag blijven,
zegt het Vad. is, dat bij dit reg. reeds enkele
milliciens, die 1 November met vier maanden
verlof vertrokken, vrijwillig zijn teruggekeerd,
omdat zij geen werk en geen eten vonden.
Volgens het Mbl. tegen de kwakzalverij zijn
er 40,000 kistjes Sequah-olie hier ingevoerd, die
elk 300 a 400 fleschjes bevatten. Als Sequah voor
elk fleschje f 1 krijgt maar de prijs is f 1.25
dan zou hij dus ontvangen twaalf of zestien
millioen. Het Mbl. neemt echter aan, dat een
kistje maar 100 fleschjes inhoudt en komt dan
tot een cijfer van vier millioen.
Waarom het Mbl. de kistjes, die volgens hem,
3 a 400 fleschjes bevatten, op een derde of een
vierde van den inhoud brengt, begrijpen wij niet.
Waarschijnlijk vond de redactie 12 a 16 millioen
wel wat heel veel.
Op onze beurt vinden wij ook 4 millioen wat
heel veel voor de weinige maanden, die Sequah
in ons land doorbrengt. Arnh. Crt.
Als historisch deelt men aan de Tijd uit
Rotterdam het volgende mede
Dezer dagen werd een dame uit de groote
wereld een compliment gemaakt over haar keu
rig met zilverwerk gevulde zilverkassen daarbij
de opmerking gevoegd, dat die groote voorraad
zilveren vaatwerk getuigde van den rijkdom van
de vrouw des huizes.
Och kom was het antwoord, „al dat zilver
kost mij niets, en u kan het ook voor niets be
komen.”
De gasten, die bij dit gesprek tegenwoordig
waren, drongen zich om de gastvrouw heen, om
te vernemen op welke wijze zij, zonder dat het
haar geld kostte, haar zilverkast gevuld had ge
kregen.
„Als ik zoo ging de gastvrouw voort
met nieuwjaar van een mijner leveranciers de
rekening ontvang, breng ik het bedrag daarvan
naar de spaarbank en laat het daar staan tot
31 Dec. Op dien datum laat ik het bedrag
terughalen en de rekening betalen. Met alle
overige rekeningen doe ik desgelijks. Van de
aldus gekweekte rente koop ik mijn zilverwerk.
U ziet dus, dat het mij niets kost.”
Is het bij dergelijke handelwijze van meerge-
goeden te verwonderen, dat de winkeliers klagen
Duitsche bankiers. De val der firma
Hirschfeld und Wolff te Berlijn sleept ook ande
ren mede. De bankier Leipziger, die verdacht
wordt dat hij zich met de gesprongen firma met
minder eerlijke praktijken in had gelaten, zit
reeds achter slot en grendel. Te Potsdam heeft
goedheid, Mevrouw, mij mede te deelen in welk
opzicht ik u kan van dienst zijn.
Ik vrees dan uw geduld eenigen tijd op de
proef te moeten stellen zijde zij en hoop maar
dat niemand ons storen zal.
Mijn klerk is uit en kan pas over een uur
terug zijn was mjjn antwoord naar de klok ziende
en wanneer gij het wenscht kan ik ook de bui
tendeur afsluiten, zoodat wij ook door geen ander
kunnen gestoord worden.
Nadat zij mij te kennen had gegeven, dat haar
zulks aangenaam zou zijn, sloot ik die deur af
en zette mij aan mijne schrijftafel tegen over
haar om hare mededeelingen te vernemen.
Toen ik huwde zoo begon zij werd het, mij
door mijn vader, die reeds stierf toen ik nog een
kind was, nagelaten vermogen onder zoo beper
kende voorwaarden uitgezet, dat ik nooit het
kapitaal kan aanspreken en alleen recht heb op
de interessen. Het doel van mijne komst is nu
aan u te vragen of er geene middelen bestaan
waardoor deze drukkende bepalingen kunnen
worden opgeheven en waardoor ik in staat zou
zijn om een gedeelte van dat kapitaal ter be
schikking van mijn echtgenoot te stellen. Ver
schillende aanzienlijke verliezen in den handel
drukken hem sedert eenigen tijd zeer voegde zij
er als tot verklaring bij, want ik kon eene on
willekeurige verbazing niet verhelen, daar ik
steeds in de meening had verkeerd, dat de firma
waarvan de heer Herbert een deelgenoot was,
buitengewoon rijk was, en ofschoon hij niet ver
moedt, dat zijne geldverlegenheid mij bekend is
zoo weet ik toch dat hij dezer dagen noodzake
lijk tien duizend pond moet hebben. Ik heb,
ofschoon zonder opzet ook, zwaar tegen hem mis
dreven zoo besloot zij, terwijl een blos hare anders
zoo bleeke wange bedekte, hare mededeeling en
heb vast besloten mijne overtreding door dit
geringe offer zoo mogelijk weêr goed te maken.
Na deze woorden legde zij een pak papieren
op tafel, een afschrift bevattende van het vader
lijk testament en haar huwelijks-contrakt.
Tevergeefs trachtte ik mijne aandacht op die
papieren te vestigen. De regels dansten voor
mijne oogen en ik kon ze zoo min lezen als
begrijpen, mijne gedachten hielden zich slechts
bezig met hare laatste woorden en de onwille
keurige aanduiding daarin van gevoelens, die ik
3,55 7,20 9,20
5,30 8,— 10,—
9,45 12,15*
1,30
2,55
3,35
Op Zondagen:
7,35
8,15
9,30
7-
8,15
8,30
9,15
gemerkte Tram vertrekt
komt 2,40 te Bolsward aan.
wel vermoed had, maar nimmer voor zekerheid
durfde aannemen. Het laat zich dus licht begrij
pen, dat ik niet de noodige kalmte bezat om de
mij voorgelegde papieren met zorg te onderzoe
ken en tevens mijne juiste meening in dezen te
kennen te geven. Na eene pauze van eenige
minuten, gedurende welke ik den schijn aannam
van de papieren door te lezen, trachtte ik het
moeielijke van eene dadelijke verklaring te ont
gaan door te zeggen, dat deze zaak een rijp over
denken vorderde, maar dat ik toch beloofde haar
den volgenden dag de uitkomst hiervan mede
te zullen deelen.
Goed, zeide Mevrouw Herbert, ik zal mij in
de omstandigheden moeten schikken en tot mor
gen wachten, maar vergeet niet, dat elk uur
wachtens nadeelig kan zijn en dat mijne hulp,
wanneer zij niet spoedig komt, licht te laat zou
kunnen komen.
Wees verzekerd, antwoordde ik, dat ik u mijne
meening zoo spoedig mogelijk zal bekend maken.
Om gaen tijd te verliezen zal ik mij heden avond
uitsluitend met deze zaak bezig houden.
Mevrouw Herbert bleef nog eenige oogenblik-
ken over onverschillige zaken spreken en stond
toen op om te vertrekken. Toen ik de deur
opende om haar den trap af te geleiden, hoorden
wjj op eens de stem van iemand, die met een
mijner mede-bewoners in het huis aan ’t praten
was.
Goede Hemel, riep de dame dat is de stem
van mijn echtgenoot; mij dunkt hij moet u de
deur hebben hooren openen. Wanneer hij mij
hier vindt, ben ik verloren
Maak u toch niet noodeloos ongerust, zeide
ik, gij behoeft toch slechts te zeggen met welk
doel gij u hier bevindt om elke ontevredenheid
van zijne zijde daarover te verdrijven.
Ach gij kent hem niet zoo als ik zeide zij
met den hevigsten angst op ’t gelaat en waar
schijnlijk de rechte beteekenis barer woorden
zelve niet begrijpende. Hij is vreeselijk jaloersch,
vooral op u. 01 ik bid u, verberg mij ergens,
tot dat hij weêr vertrokken is.
Wordt vervolgd.
Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az.
Bolsward.
In verband met den Vrijdag jl. te Utrecht
plaats gehad hebbende promotie van een student,
werd des avonds door den jubilaris der Club
vrienden een ommegang in rijtuigen door de stad
gehouden, waaraan het traditioneele muziekkorps
van Feij niet ontbrak. Onder den rit brak van
het rijtuig der executanten plotseling de „katten
bak” waarin de „bas” en „contra bas” waren
gezeten, en stieten deze beide artisten vrij on
zacht op de straatkeien neder.
Met geschramde beenen, gedeukte instrumen
ten en den schrik kwamen zij er af.
In het Groot-Noordhollandsch Kanaal, tus
schen zkkersloot en West-Graftdijk, had in den
avond van den 6en November jl. eene aanvaring
plaats van een met grind geladen vaartuig en
eene veeboot.
De schuit zonk bijna dadelijk, terwijl de schip
per met zijn gezin slechts met moeite gered kon
den worden.
Te Enkhuizen reed Zaterdag een rijtuig,
waarin 6 personen gezeten waren, op den Noor-
derdijk bij den vuurtoren, toen het paard schrikte
en met den wagen van den hoogen zeedijk stortte.
Van den eigenaar van paard en rijtuig, W. Ho
venier, werd een arm zwaar gekneusd zekere
De Jong bekwam ernstige kwetsuren aan de
borst; hij is voortdurend buiten kennis. De ove
rigen waren in tijds van het rijtuig gesprongen.
Zondagnacht is tusschen Arnhem en Wa-
geningen de postconducteur Vonk van de stoom
tram gevallen en zoodanig overreden dat geen
hoop meer is op zijn behoud. Een oor werd hem
afgereden.
De werkstaking onder de typografen in
Duitschland neemt eer toe dan af. Sommige dag
bladen hebben moeite om voor de geregelde uit
gave te blijven zorgen en enkele periodieke
werken moesten gestaakt worden. Dat boeken,
waarvan de verschijning ter beslissing van den
uitgever staat, achterwege blijven, laat zich be
grijpen.
Onder de periodieke werken, waarvan de uit
gave geschorst werd, behoort ook de Monumenta
Germaniae van den hoogleeraar Mommsen. Zie
hier wat deze over de werkstaking zegt
In de crisis, waarmede de Duitsche uitgevers
wereld en bijgevolg ook de letterkunde wordt
bedreigd, kunnen wij helaas niets anders doen
dan den onmiddellijk betrokkenen moed inspre
ken en een goeden uitslag toewenschen. De door
de zetters veroorzaakte prijsverhooging van het
drukwerk zal ongetwijfeld eene zoo belangrijke
beperking ervan tengevolge hebben dat allen, van
de schrijvers af tot den minsten loopjongen toe,
daarvan de schadelijke gevolgen zullen ondervin
den. Men kan echter niemand beletten den tak
af te zagen, waarop hij zit, wanneer hem dat
goeddunkt.
Dit laatste beeld mogen niet alleen de boek
drukkersgezellen in Duitschland, maar alle werk
stakers wel eens in overweging nemen. Er schuilt
eene diepe waarheid inmen kan den boom van
zijne vruchtdragende takken berooven, maar ver
geet niet, dat men zelf daardoor ten val komt.
Vrijdag moet te Amsterdam weder een per
soon het slachtoffer zijn geworden van zooge
naamde kwartjesvinders de man verloor ruim
f 150.
De Haagsche correspondent der N. Gr. Ct.
meldt, dat de bankier Scheurleer te ’s-Gravenhage
van de groot-hertogin van Saxen een belangrijk
Sneek
Bolsward
Te Harlingen
Van Harlingen
Bolsw.
Te Sneek
met een
zoodra ik binnen trad wisselde hare gelaatskleur
en hare hand beefde, wanneer ik die aanraakte.
Tusschenbeide kwam het mij voor als of zij zich
zelve dwong om mij opzettelijk met koelheid te
behandelen. Dikwijls voelde ik mij, overmeesterd
door mijn gevoel, gedwongen om haar mjjne
liefde te betuigengelukkig echter was mijne
zelfbeheersching en mijn eergevoel nog sterk ge
noeg om mij van zulk een stap terug te houden
wellicht werkte ook de overtuiging, dat de vast
heid van haar karakter en het plichtsbesef jegens
haar echtgenoot mij nimmer op eenige weder
liefde konden doen hopen, mede om mijn harts
tocht te beteugelen.
Haar echtgenoot was, zooals ik spoedig ont
dekte, van nature zeer jaloersch en het kwam
mij voor, dat, ofschoon hij mij gedurig uitnoo-
digde en mij ook met hartelijkheid ontving, hij
toch wel zou gewenscht hebben, dat ik mijne
bezoeken wat verminderde. Deze omstandigheid,
gepaard met mijne overdenkingen over de onaan
gename positie waarin ik door eigen toedoen hoe
langer zoo meer geraakte, bevestigde het reeds
terloops opgevatte plan om mijn vertrouwelijken
omgang met de familie langzamerhand af te
breken; ik gevoelde ook tevens wel dat de
onophoudelijke strijd tusschen liefde en plicht,
die steeds in mijn borst woelde, wanneer ik mij
in de nabijheid van Mevrouw Herbert bevond,
mij eindelijk zou doen bezwijken.
Op zekeren morgen nadat ik de familie in
verscheidene dagen niet had bezocht, zat ik in
mijn kantoor en hoorde den lichten tred eener
vrouw den trap opkomen en mijne deur naderen.
Mijn klerk was uitgegaan en daarom opende ik
zelf de deur, toen er zacht werd geklopt. Tot
mijne niet geringe verbazing stond Mevrouw
Herbert voor mij. Een dichte sluier bedekte haar
gelaat, toen zij mij herkende sloeg zij dezen
echter een weinig terug. Het zal u zeker zeer
vreemd voorkomen mij hier te zien verschijnen
zeide zij met een gedwongen lachjehet doel
mijner komst is echter geen ander dan om u
over zeer gewichtige aangelegenheden te raad
plegen.
Ik zou mij niet durven vleien aeide ik haar
de kamer binnen leidende en haar een stoel aan
biedende, dat ik de eer van uw bezoek aan eene
andere oorzaak te danken zou hebben. Heb de
een bank haar betalingen gestaakt met een tekort
van één millioen mark en ten slotte hebben twee
der firmanten der bankiers-firma Friedlander und
Sommerfeld zich van ’t leven beroofd.
Door ’t faillissement van Hirschfeld und Wolff
beangst geworden, kwamen verscheiden cliënten
van ’t huis Friedlander und Sommerfeld hun
gelden opeischen, tot zulk een hoog bedrag, dat
de firma niet aan alle aanvragen kon voldoen.
De beide broeders Sommerfeld besloten daarom
door zelfmoord te ontkomen aan den rechter,
met wien zij reeds bedreigd waren. Zaterdag
middag even na éénen begaven zij zich naar hun
kantoor, waarvan zij de deur achter zich sloten.
Daar openden zij zich den polsader en joegen zich
na elkander uit denzelfden revolver een kogel in
de rechterslaap. De koopman Thilo, wonende
naast het kantoor, hoorde ’t knallen, kwam toe
schieten en brak de deur open. De binnentre
denden vonden den jongsten broeder Felix, met
bloed bedekt, bewusteloos op den sofa liggen, de
oudste Sigismund, lag in een fauteuil en ademde
nog. De inmiddels ter hulp geroepen geneeshee-
ren legden spoedig de noodige verbanden, die
door Sigismund weer werden atgescheurd. Over
gebracht naar de Koninklijke kliniek is daar
Felix spoedig overleden.
Omtrent de wijze van stemmen bij verkie
zingen in België deelt H. aan het Hbl. het volgende
omtrent Antwerpen mede
Voor de gemeenteraadsverkiezingen zijn onge
veer 14,000 kiezers ingeschreven en komen zeker
13,000 op. Er zijn in de stad 30 a 36 stembureau’s
en den kiezers, verdeeld in groepen naar de
aanvangsletter van hun naam, wordt een dezer
bureau’s aangewezen. Zij, wier naam begint A
en B bijv., stemmen in bureau I, C in bureau II
enz.
Om 9 uur worden de stembureau’s geopend.
De kiezers reeds om 8 uur door een appèl,
geslagen door de tamboers der garde civique in
de straten der stad, aan de verkiezing herinnerd
behooren op dien tijd aanwezig te zijn. Hunne
namen worden in alphabetische volgorde opge
roepen en één voor één ontvangen zij van den
voorzitter een behoorlijk gestempeld stembiljet,
waarmede zij zich in den couloir begeven.
Na de candidaten hunner keuze op het biljet
te hebben „getamponneerd”, brengen zij het bil
jet in vieren gevouwen, met het Rijksstempel
naar buiten, aan den president terug, die het in
de bus stopt.
Om 12 uur wordt contre-appèl gehouden voor
hen, die om 9 uur niet aanwezig waren.
Daarna worden door elk bureau afzonderlijk
de stemmen opgenomen, proces-verbaal opgemaakt,
de briefjes weer in de bus gedaan, die verzegeld
wordt en door den voorzitter met één getuige
van elk der politieke partijen in een rijtuig naar
het hoofdbureau op het stadhuis gebracht.
Dit hoofdbureau, waarvan voorzitter is de presi
dent der rechtbank van eersten aanleg, recapitu
leert de stemmen en gewoonlijk is het geheele
resultaat bekend tusschen 6 en 7 uur.
Bij verkiezingen van de Provinciale Staten en
Volksvertegenwoordiging is het aantal kiezers
vaak 18,000 (omdat de buitengemeenten mee
stemmen).
De indeeling is dezelfde, het aantal bureau’s
klimt vaak tot 48, omdat die buitengemeenten
groepsgewijze ingedeeld naar alphabetische letter
in afzonderlijke bureau’s stemmen.
Gemiddeld is te ongeveer T uur of halfacht de
uitslag bekend.
1
4,—
f)
n
J
O
M
S3
o
M
S3
CS
as
05
CO
44
05
s
cn
C 173
2 -o
a
±,ov 'J,1U --