Loon naar werken.
De generaal van het Heilsleger.
en
8
7
GEMEWC» HIEUW®.
6
5
4
3
2
1
h
a
alhier, zijn de zetten
l
1.
de halfblinde kat van de
f
I
7e
8e
9e
5e
6e
7e
8e
9e
10
0 0
c2 c3
SCHAAK-PROBLEEM. No. 8.
Van J. A. v. d. WEIJ te Exmorra.
Wit speelt
geeft in twee zetten mat.
Pg-1 f-3
Lf1 c4
d-2 d—4
Bolsward.
Zwart.
e—7 e—5
Pb—8 c—6
e—5 d—4
h—7 -j- h—6
f—8 c—5
d4 -L c—3
e—8 -J- f—7
f-7 f—8
d-7 d—6
Lc-4 4- f-?
Dd—1 d—5
Dd—5 4* c—5
b c d e f g
Stand der stukken
Wit: koning F2, dame BI, torens El en D8,
paarden C5 en G5, looper A3, pionnen C4 en G4.
Zwartkoning E5, dame E8, toren E3, paard
E7, looper E2, pionnen D4, F4, C6, C7 en F6.
Oplossingen worden gaarne tegemoet gezien
plaar zoek maken en te huis niets van de ge
schiedenis te Waterstad vertellen.
Andere couranten nemen dan toch het bericht
uit het dagblad wel over, merkte een der habi-
tué’s aan, en dan leest men hier toch de geschie
denis.
Als wij onmiddellijk de zaak op touw zetten,
kan de grap nog beproefd worden, voor andere
couranten, welke hier veel gelezen worden, de
zaak hebben medegedeeld, hernam Haverpol
weer.
Morgen komt het weekblad uit, als wij dus
nu terstond eene advertentie opstelden en daar
mede de knecht naar den uitgever stuurden, kon
zij nog geplaatst worden. Het is nu Donderdag,
en wij moesten dan zien de grap op Zaterdag,
ongeveer te 4 ure te doen marcheeren.
De knecht moet de advertentie onmiddellijk be
talen en heeft, als de uitgever vraagt van wie
zij komt, alleen te antwoorden, dat hij ’t niet weet.
Bravo, aangenomen, vooruit met de adverten
tie! klonk het wild dooreen. Men riep om schrijf
behoeften, en zoodra deze gebracht waren, stelde
Haverpol eene advertentie op, die hij vervolgens
aan zijne vrienden voorlas. Na eenige kleine wijzi
gingen werd de annonce goedgekeurd en door Jan,
de knecht, naar het bureau van het plaatselijk
Weekblad gebracht.
De heeren scheidden met de afspraak elkaar
Zaterdag te 4 ure bij het hotel De Adelaar, te
zullen ontmoeten, om getuigen te zijn, van de
slachtoffers, die hunne advertentie zou maken.
Onder de annonces, welke het weekblad den
volgenden dag bevatte, trok vooral deze adver
tentie de aandacht der lezeressen
Muizenplaag
Iemand, die Zaterdagavond naar Philadelphia
vertrekt, en wegens de daar heerschende muizen
plaag alleen deze stad bezoekt om katten te koo-
pen, is tot Zaterdagavond 5 ure gelogeerd in
het hotel Do Adelaar alhier. Alle katten, on
verschillig of zij oud of jong, groot of klein zijn,
mits gezond, worden betaald met tien gulden
per stuk. Na vijf ure worden geen katten meer
in ontvangst genomen. Belanghebbenden wor
den uitgenoodigd zich met hunne katten tusschen
4 en 5 ure aan genoemd hotel te vervoegen.
De heeren, door wie de advertentie gestelden
ingezonden was, zagen met veel genoegen, dat zij
geplaatst was.
Zjj pasten er zorgvuldig op, om aan iemand
iets van de plannen en verwachtingen te doen
uitlekken.
Vooral Haverpol had reeds bij voorbaat plei-
zier van de zaak, die zooveel aardigs scheen te
beloven.
Met genoegen hoorde hij hoe zijne vrouw de
advertentie aan de dienstbode voorlas, waarbij
Trui daarop een steelschen blik op de oude half
blinde grijze kat wierp.
Den volgenden dag wemelde het van bezoek
sters voor het hotel de Adelaar. Juffrouw Ha
verpol, die al eens meermalen de opmerking had
gemaakt, dat de oude poes zoo vies werd en dat
’t best zou zijn om het dier te verzuipen, ging
Trui, die in de keuken druk bezig was met het
bereiden van het middagmaal, eens opzoeken.
Nu hadden wij eene mooie gelegenheid ons
van de kat te ontdoen, Trui, begon de juffrouw.
twee haaien en enkele dames en kinderen, die
daar in het damesbad zwommen. Zekere mevr.
Percy Macmeikan begaf zich het eerst te water
met haar dochtertje Roy en de dochter van mevr.
French. Mevrouw Macmeikan zag de kinderen
veilig in het ondiepe bassin en begaf zich toen
in dieper water. Het zoontje van mevr. French
zag een grooten haai aankomen en vertelde dit
dadelijk aan mevr. Durrant. De knaap riep mevr.
Macmeikan toe, dat er een haai was. Zij keek
om en zag hem tot haar schrik dicht bij haar. De
haai zwom, door haar schreeuwen en plassen
verschrikt thans naar de kinderen. Mevr. Mac
meikan er op af. Zij bracht eerst Roy in veiligheid
en toen het kind van mevr. French, wat haar
evenwel moeite kostte, want bijna had de haai,
bij wien zich onderwijl een makker gevoegd had,
haar bereikt. De haaien waren ongeveer 12 en
6 voet lang en waren uit het gebroken rasterwerk
uit zee in het zwembad gekomen, ’t Mag een
wonder heeten, dat het bij een paniek bleef.
Een Parijsch koopman, Grelot, beeft eene
allerzonderlingste ontdekking gedaan op zijn
buitengoed te Nogent-sur-Marne.
Gezellig zaten de habituó’s in de gelagkamer
van De Ster, aan de groote tafel te keuvelen.
Een der bezoekers, mijnheer Haverpol, die
hier geregeld dagelijks voor den eten zijn bitter
tje kwam gebruiken, had aan het gesprek nog
geen deel genomen, maar zat verdiept in de lek-
tuur van het dagblad.
Eensklaps speelde een glimlach om zijne lip
pen, en wendde hij zich tot zijne koffiehuisvrien
den met de vraagheb jelui die kattenhistorie
ook gelezen dat is een curieuse grap geweest.
De om de tafel ziftenden antwoordden ontken
nend op Haverpol’s vraag.
Dan wil ik jelui dat eens even voorlezen, ging
hij voort en met luider stem las hij het volgen
de uit het dagblad voor
Te Waterstad heeft een grappenmaker zich
een poets geoorloofd, waar van meer dan twee
honderd personen de dupe zijn geworden. In het
plaatselijk weekblad had hij eene advertentie
doen plaatsen, waarbij volwassen katten te koop
werden gevraagd, om naar de Canarische eilan
den te worden gezonden.
Er werd voor elke kat van f6 tot f8 perstuk
geboden. Men moest op Maandagavond, tus
schen zes en zeven uur bij de Londensche boot
komen, om daar zijne kat af te leveren, die ter
stond in ontvangst genomen en betaald zou worden.
Op den bepaalden tijd wemelde de steiger, aan
welke de Londensche boot lag vastgemeerd, van
personen, meestal vrouwen en meisjes, die met
hunne poesjes kwamen aandragen.
Sommigen hadden de katten in mandjes, an
deren in zakjes en zelfs sommigen in reiskoffer-
tjes meegebracht.
Het bleek echter al spoedig, dat aan boord
der boot niemand iets van de historie afwist. De
kattendraagsters werden zelfs hartelijk uitge
lachen door de bemanning der stoomboot.
Met dit gelach stemden al spoedig de wande
laars in, en zoo verwekte de grap algemeene
vroolijkheid.
Eerst waren de gefopten vreeselijk boos, doch
wijl de een den ander uitlachte, eindigde het
geval met algemeene vroolijkheid. ’t Leverde
dan ook een curieus schouwspel op, zoovele ver
tegenwoordigsters van het scboone geslacht met
hare poesjes teleurgesteld huiswaarts te zien
keeren.
Haverpol eindigde lachend het kluchtig be
richt, dat bij de overige bezoekers van De Ster,
algemeene hilariteit had doen ontstaan.
Toen de kalmte in het kringetje weer wat te
ruggekeerd was, vroeg Haverpolzouden wij ook
hier niet een dergeljjk grapje kunnen uithalen
Die vlieger zal niet best opgaan, merkte een
der heeren aan.
Waarom niet? vroeg een ander.
Wel, men zal het bericht hier overal wel lezen,
’t spreekt van zelf, dat zich dan niemand zal
laten beetnemen.
Maar, zei Haverpol, het dagblad wordt hier
alleen in De Ster gelezen, wij moesten, dit exem-
Te Nijmegen doen zich eenige gevallen van
pokken voor. Bij bekkenslag heeft de burgemees
ter bekend gemaakt dat door B. en W. gelegen
heid werd gegeven zich gratis te laten vaccinee-
ren. De ziekte is vermoedelijk uit het naburige
Groesbeek overgebracht, Ook in andere omlig
gende plaatsen zijn eenige gevallen voorgekomen.
De twintig minuten tijdverschuiving heb
ben het aanzijn gegeven aan wel twintig ver
schillende meeningen omtrent de wijze, waarop
klok en maatschappelijk leven in overeenstem
ming zijn te brengen.
Wij herhalen onze meening, dat wanneer we
onze klokken en horloges twintig minuten doen
stilstaan en geleidelijk de maatschappelijke in
stellingen en bezigheden een half uur vervroe
gen, de nieuwe tijdsbepaling geenemoelijkheden
zal baren en integendeel der maatschappij ten
goede zal komen.
Als het aanvangsuur der kantoren, scholen
maaltijden, avondbijeenkomsten enz. een halfuur
vroeger werden gesteld, zou na eenige jaren
niemand er aan denken, dat het voorheen anders
was en, zooals de Delftsche Courant zeide, het
tijdverschil beschouwen zoo als men nu de af
wijking van de magneetnaald beschouwtals eene
wetenschappelijke zaak, waarmede het gros der
menschen niets te maken heeft.
’s Menschen daden spruiten uit tallooze be
weegredenen, vaak zeer nietige, voort en onbedui
dende oorzaken kunnen tot daden van wanhoop of
roem leiden.
Er zijn dingen, die wij gissen zonder te
spreken en die wij weten, ofschoon zij buiten ons
gezicht plaats hebben.
MevrouwZeg eens Rika, het bevalt me
in ’t geheel niet, dat je iederen avond je vrijer
in de keuken haalt.
Rika: Maar, mevrouw, denk eens aan, hoe
veel licht het u uitspaart.
Een kleine jongen ging van Amsterdam uit
naar buiten en bezocht een boerderij. Daar kreeg
hij een groot glas melk.
Wel, jongen, vind je het niet lekker? vroeg
zijn mama.
Oh, heerlijk mama, ik wou wel dat onze melk
boer ook een koe had.
Men deelt naar aanleiding van het ongeluk
te Amsterdam aan de Maasb. het volgende mede,
dat tevens een waarschuwing voor allen is, die
met benzine moeten omgaan.
Een heer, die onlangs op reis moest, bemerkte
kort vóór zijn vertrek dat de handschoenen welke
hij aanhad, gevlekt waren. Hij gelastte een zijner
bedienden, hem een flesch benzine aan te geven,
en bevochtigde met deze stof de gevlekte plaatsen
zijner handschoenen. Terwijl hij door wrijven de
vlekken trachtte te verwijderen, kwam hij met
zijn brandende sigaar zeer dicht bij de handschoe
nen, de benzine ontbrandde onmiddellijk en
wondde den heer op een deerlijke wijze aan han
den en gelaat.
Haaien in een dames-zwembad. De mail uit
Australië brengt de tijding van een vreeselijke
gebeurtenis, die te Melbourne plaats had tusschen
Hij had werklieden opgedragen een sedert 20
jaren verlaten put te ontruimen, die voor drie
vierden met allerlei afval gevuld was.
Na de eerste opruimings werken werd eene
trap ontdekt, in de rots uitgekapt. Grelot gaf
den werklieden last voorzichtig te werk te gaan,
daar er eene legende aan den put verbonden
was.
Eenige dagen later ontdekten de werklieden
eene gang van twee meter hoog en een meter
breed maar men oordeele over hunne verbazing
toen zij aan het einde van dien gang, tegen den
muur geleund, een soldaat zagen staan, die de uni
form droeg der nationale garde van 1870.
In eene zaal achter de gang vond men het lijk
van een luitenant der nationale garde, op een
stoel gezeten, voor een kleine tafel, waarop
eenige voorwerpen, eene flesch en een glas ston
den. In een hoek der zaal stonden eenige ge
weren. De houding van den officier is die van
een man die slaapt. Men heeft de identiteit van
de lijken nog niet kunnen vaststellen men hoopt
echter daarin te slagen met de papieren, die men
in de zakken van den luitenant gevonden heeft.
Dd—8 1 d-5
Dd—5 c5
Pd c—6 4- d—4
Correspondentiepartij tusschen de schaakclubs
Ferwerd en Omstreken en Bolsward.
Ferwerd en Omstr.
Wit.
e—2 e—4
Pg-1 f-3
d-2 d—4
Lf1 c4
De Amsterdamsche Heilsoldaten verkeeren in
eene feestelijke stemming. William Booth, de
stichter, het hoofd, de „generaal” van de steeds
in kracht toenemende Salvation Army, verkeert
in hun midden, deed zijne „blyde in komste” te
Amsterdam en is voor zijne volgelingen en voor
belangstellenden opgetreden.
Van eene reis, die zeven maanden duurde en
zich uitstrekte over Kaap de Goede Hoop, Au
stralië, Nieuw-Zeeland en Engelsch Indië, terug
gekeerd, kwam de generaal in het begin van
Februari weder te Southampton terug, waar on
geveer 4000 Heilsoldaten hem verwelkomden.
Den 13den Februari had eene groote optocht
plaats in Hydepark te Londen, waar de generaal
van uit zijn rijtuig de menigte toesprak.
Thans doet de 63-jarige leider van het Heils
leger eene reis over het vasteland van Europa,
om in de verschillende landen, waar het Leger
korpsen heeft, de menigte toe te spreken, te
verhalen van zijne reizen, te spreken van zijne
groote sociale plannen.
Wie generaal Booth is, wat het Heilsleger is,
is reeds zóóvele malen medegedeeld, dat wij het
hier niet behoeven te herhalen.
Bekend is ook welk een opgang verleden jaar
OPLOSSING VAN PROBLEEM No. 7.
Wit.
Koning bl op a2
Koning a2 op a3
Raadsh. d2 op e3
Raadsh. fl op d3
vóór 5 April a.s. bij den Uitgever dezes.
Bij de correspondentiepartij, welke
gespeeld wordt tusschen de schaak-
w® club „Philidor” uit Leeuwarden en
de schaakclub „Westergoo’
ah volgt
Leeuwarden.
Wit.
Ie zet e—2 e4
2e
3e
4e
Ja, antwoordde de kennis, wie zoo’n schelmstuk
bedacht heeft, was waardig om opgehangen te
worden.
Met een diepen zucht gewaagde Trui van den
rijksdaalder, die nu voor haar verloren gegaan
was. Zij eindigde haar gejammer, door te zeggen
Enfin, daar kan de koning niets aan doen Maar
nu kan ik nog best een kwartiertje naar mijne
moeder; dan heb ik er tenminste dat nog van.
Eenige minuten, nadat Trui de woning harer
meesteres had verlaten, begon deze na te denken.
Wat zou haar man er wel van zeggen, dat ook
zij zich met den katten handel had ingelaten
Hij scheen altijd nogal van het oude beest te
hebben gehouden, zeker bij het ontbreken van
kroost in hun huis. Aan zijne tusschenkomst was
het te danken geweest, dat de poes zoolang aan
den waterdood ontkomen was.
Wel was juffrouw Haverpol nu juist niet bang
voor haren man maar zij was toch eene vijandin
van ongenoegen. Al deze overdenkingen brachten
haar tot het besluitIk had het toch maar niet
moeten doen alvorens er mijn man over gespro
ken te hebbenMaar dacht zij verder, als ik
Trui haastig volg, dan haal ik haar misschien
nog wel in voor de poes verkocht is.
Zij voegde de daad bij de gedachte, zette snel
haar hoed op, sloeg een regenmantel om, sloot
de deur achter zich en verdween met rassche
schreden in de richting van het hotel de Ade
laar. Op de vele vrouwen, mannen, meisjes en
knapen, die zij ontmoette en welke allen mandjes,
kistjes, enz. droegen, sloeg zij weinig acht.
Zeker alle voorwerpen, dacht zij alleen, waarin
katten vervoerd zijn geworden
In een ommezien had zij het hotel bereikt,
waar het er nu veel rustiger uitzag dan een
kwartier geleden.
Van Trui zag zij evenwel nergens een spoor.
Juffrouw Haverpol wendde zich tot een der be
dienden, die nog op den stoep van het hotel ston
den, met de vraag
Is Trui hier al geweest
Hier zijn al zooveel gekke menschen geweest,
luidde het lomp, dat ik niet weet of Trui daar
bij geweest kan zijn.
Jij bent tenminste al wat verstandiger juffrouw,
dan die anderen, merkte de andere bediende op,
omdat je geen kat hebt meegenomen.
Geen kat meegenomenHoe bedoel je dat
Omdat men u althans nu niet beet gehad heeft,
zooals de stumpers die hier katten wilden ver-
koopen.
Beet gehad was het dan geen ernst
Wel neen, juffrouw; wie zou zoo gek zijn om
zooveel geld voor een kat te betalen
Neen, dat is waar ook Dankje, goeden
avond
Met dien groet, die met een weder groet be
antwoord werd, ging juffrouw Haverpol even
haastig heen als zij gekomen was. Zij was maar
blij, dat het fopperij geweest was nu toch had
Trui de poes niet kunnen verkoopen en zou daar
door alhans de huiselijke vrede niet verstoord
worden.
De dienstbode zou zeker al voor de gesloten
deur staan. (Slot volgt.)
Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az.
Bolsward.
Daar heb ik ook al over gedacht, juffrouw,
maar ik durfde het niet voor te slaan.
Tien gulden, zeide juffrouw weer, is een mooi
sommetje voor zoo’n ongelukkig dier. Wil jij de
kat naar de Adelaar brengen, Trui, dan krijg jij
een rijksdaalder voor jou.
Zeker, zeker, graag! haastte zich de dienst
maagd te antwoorden, in het vooruitzicht op
zulk een buitenkansje.
Dan mag je dadelijk wel gaan, want het is
al tien minuten voor vijven. Trui pakte de poes
op, die vlak voor het fornuis in rustige rust hare
oude stramme leden bij de kachel warmte koes
terde, stopte het dier in een spoormandje en toog
haastig op weg, om de halfblinde kat van de
hand te doen.
In de nabijheid van de Adelaar wemelde het
letterlijk van personen, die van de buitengewone
gelegenheid gebruik wilden maken, om hunne
respectieve katten tegen een ongehoorden prijs
naar de Nieuwe Wereld af te schepen. De ad
vertentie had meer succes dan de deelnemers aan
de grap zich hadden durven voorstellen.
Zij waren reeds kwart over vieren nabij het
hotel, en verlustigden zich niet weinig in de
lange gezichten der teleurgestelde oude en jonge
dames. Mopperende mannen en vloekende knapen
trokken de oorzaken van zooveel teleurstelling
voorbij. Nauwelijks was het half vijf, of reeds
stonden een paar kellners van het hotel aan de
hoofddeur, om iedereen, juist niet in de zachtst
gekozen woorden te beduiden, dat de geheele
zaak der advertentie eene hoogst laakbare fopperij
was. Zelfs loofden de bedienden namens hun
meester een gulden uit, zoo iemand met zeker
heid kon mededeelen wie de bewuste advertentie
had doen plaatsen.
Niet alle personen, die eene kat wilden ver
koopen, kwamen tot aan de deur van de Adelaar.
Sommige toch, die onderweg gefopte kennissen
ontmoetten, werden door deze op de hoogte ge
bracht der bedriegerij, en keerden dan met haas
tige schreden teleurgesteld huiswaarts.
De meeste gefopte lieden evenwel, zeiden niets
aan anderen bij het ontmoeten. Zjj schenen zich
heimelijk te verheugen, dat ook anderen dan zij
gefopt zouden worden.
Allengs nam de verbolgenheid onder de teleur-
gestelden toe, en werden soms uitdrukkingen
vernomen aan het adres der onbekende bewer
kers van de grap, dat deze laatsten het maar
geraden achtten, zich tersluiks uit de voeten te
maken.
Het achttal, van wie de beweging was uitge
gaan, zat weldra in de Ster bijeen, en vierde nu
hunne vroolijkheid den vrijen teugel.
Vooral Haverpol was uitgelaten jolig over het
welgelukken der onderneming. Hij toonde zijne
tevredenheid over den gewenschten afloop, door
zijne vrienden voor men naar huis ging eten, nog
op een halfje te onthalen.
Het was reeds kwartier voor vijven, en te 5
ure zou elk der habituó’s naar zijne woning gaan.
Trui, de dienstbode, was met haar levenden
last nog geen tien huizen van Haverpols woning
verwijderd, of zij ontmoette een goede kennis die
met haren kater teleurgesteld van de Adelaar
terugkeerde, en vertelde wat haar was wedervaren.
’t Is zonde en schandejammerde Trui, om
een mensch zoo te bedriegen.
Ie zet
2e
3e
4e
5e
6e
Zwart.
Pion a4 op a3
Pion e4 op e3
Pion d3 op d2
Mat.
Wij ontvingen goede oplossingen vandeH.H.
J. A. v. d. Weij te Exmorra en Corn. G. Rijpma
Jr. te Hartwerd.
Bolsward.
Zwart.
e—7 e—5
Pb—8 c—6
Pg-8 f—6
e5 4- d4
Pf—6 4- e—4
Lf—8 e—7
d-7 - d-5
het werk van den generaal maakte „In het don
kere Engeland,” waarin hij de armoede in het
East End van Londen in schrille kleuren afschil
derde en bij breedvoerig uiteenzette op welke
wijze, naar zijne meening, aan de ellende onder
een groot deel des volks een einde moest wor
den gemaakt.
Groote sommen kwamen in, om de sociale
plannen van den generaal te helpen verwezen
lijken.
Die plannen werden aan den eenen kant luide
toegejuicht, van andere zijden heftig bestreden
doch hoe men er ook over denken moge, van
welke partij men ook zij, uit welk oogpunt men
ook het Leger des Heils beschouwe, ieder onbe
vooroordeelde zal dit moeten erkennen dat bij
generaal Booth en zijne aanhangers op den voor
grond staat de ellende in al zijne schuilhoeken
op te sporen, den nood der armen en behoeftigen
te lenigen.
Daaraan is het dan ook toe te schrijven, dat
het Heilsleger, sedert William Booth het in 1865
begon op te richten en organiseerde, niet alleen
in Engeland, doch bijna in alle landen der wereld,
eene macht is geworden, waarmede rekening
dient te worden gehouden.
Ook te Amsterdam zag men de afdeeling van
het Heilsleger, in den beginne met spot begroet
en als een dwaze nieuwigheid van geene zijde
van den oceaan door de burgers beschouwd, zich
allengs ontwikkelen tot een krachtigen boom.
Al spoedig werden verscheidene Heilstempels
geopend, werd een drukkerij opgericht, waar de
Oorlogskreet, het orgaan van het Leger, bij dui
zenden wordt gedrukt en begonnen de uitdee-
lingen van kleeren aan de behoeftigen. Sedert
eenigen tijd heeft het Leger in de Haarlemmer
houttuinen en in nog een paar andere straten,
zoogenaamde shelters, waar de dakloozen nacht
verblijf kunnen krijgen en hen zooveel mogelijk
werk wordt verschaft, terwijl in tal van andere
grootere en kleinere plaatsen van ons land mede
„legercorpsen” werkzaam zijn.
De groote werkzaamheid van het Leger is
onder de mindere bevolking der steden. In de
eerste plaats omdat juist de minder ontwikkelde
menigte zich aangetrokken gevoelt tot de opzien-
wekkende wijze waarop het Leger den godsdienst
meent te moeten beoefenen, eene wijze, geheel
passende in den reclame-makenden tijd, waarin
wij leven; in de tweede plaats, omdat juist onder
die menigte het Leger werk in overvloed heeft
en door de wijze waarop de pbilantropie door de
Heilsoldaten beoefend wordt, door de resultaten
die zij in den loop der jaren van hunnen arbeid
zagen, nam het aantal aanhangers van de leer
van generaal Booth toe.
’t Is niet te loochenen, dat door zijn optreden
als „weldoener der armen en verdrukten” het
Heilsleger andere godsdienstige secten heeft wak
ker geschud. Want waar het werk van vele
godsdienstige genootschappen dik werf te wenschen
overliet, hebben zij op het voorbeeld van de
Heilsoldaten, misschien ook doordat zij vreesden
dat velen zouden overloopen naar de nieuwe leer,
den philantropischen arbeid krachtiger aangevat.
Zoo is het Heilsleger allengs geworden een
voortstuwende macht, waarmee men rekening
dient te houden en al moge men het met zijn
wijze van werken niet geheel eens zijn, getuigd
moet worden dat het in elk geval krachtige
pogingen deed om het sociale vraagstuk een stap
nader tot de oplossing te brengen.
Met het oog hierop moet het bezoek van den
generaal, William Booth, aan Amsterdam en
andere steden in Holland, beschouwd worden
als een merkwaardig feit, dat zeker zijne volge
lingen nog meer aansporen zal voort te gaan op
den tot hiertoe door hen gevolgden weg.
0 0
Tf-1 e-1
Te—1 -L e—4
c—4 4~ d-5
Pb—1 c—3
Pd f-3 4- d—4
5>
n
DOOR
JAN COURAGE.