Loon naar werken. De generaal van het Heilsleger. en 8 7 GEMEWC» HIEUW®. 6 5 4 3 2 1 h a alhier, zijn de zetten l 1. de halfblinde kat van de f I 7e 8e 9e 5e 6e 7e 8e 9e 10 0 0 c2 c3 SCHAAK-PROBLEEM. No. 8. Van J. A. v. d. WEIJ te Exmorra. Wit speelt geeft in twee zetten mat. Pg-1 f-3 Lf1 c4 d-2 d—4 Bolsward. Zwart. e—7 e—5 Pb—8 c—6 e—5 d—4 h—7 -j- h—6 f—8 c—5 d4 -L c—3 e—8 -J- f—7 f-7 f—8 d-7 d—6 Lc-4 4- f-? Dd—1 d—5 Dd—5 4* c—5 b c d e f g Stand der stukken Wit: koning F2, dame BI, torens El en D8, paarden C5 en G5, looper A3, pionnen C4 en G4. Zwartkoning E5, dame E8, toren E3, paard E7, looper E2, pionnen D4, F4, C6, C7 en F6. Oplossingen worden gaarne tegemoet gezien plaar zoek maken en te huis niets van de ge schiedenis te Waterstad vertellen. Andere couranten nemen dan toch het bericht uit het dagblad wel over, merkte een der habi- tué’s aan, en dan leest men hier toch de geschie denis. Als wij onmiddellijk de zaak op touw zetten, kan de grap nog beproefd worden, voor andere couranten, welke hier veel gelezen worden, de zaak hebben medegedeeld, hernam Haverpol weer. Morgen komt het weekblad uit, als wij dus nu terstond eene advertentie opstelden en daar mede de knecht naar den uitgever stuurden, kon zij nog geplaatst worden. Het is nu Donderdag, en wij moesten dan zien de grap op Zaterdag, ongeveer te 4 ure te doen marcheeren. De knecht moet de advertentie onmiddellijk be talen en heeft, als de uitgever vraagt van wie zij komt, alleen te antwoorden, dat hij ’t niet weet. Bravo, aangenomen, vooruit met de adverten tie! klonk het wild dooreen. Men riep om schrijf behoeften, en zoodra deze gebracht waren, stelde Haverpol eene advertentie op, die hij vervolgens aan zijne vrienden voorlas. Na eenige kleine wijzi gingen werd de annonce goedgekeurd en door Jan, de knecht, naar het bureau van het plaatselijk Weekblad gebracht. De heeren scheidden met de afspraak elkaar Zaterdag te 4 ure bij het hotel De Adelaar, te zullen ontmoeten, om getuigen te zijn, van de slachtoffers, die hunne advertentie zou maken. Onder de annonces, welke het weekblad den volgenden dag bevatte, trok vooral deze adver tentie de aandacht der lezeressen Muizenplaag Iemand, die Zaterdagavond naar Philadelphia vertrekt, en wegens de daar heerschende muizen plaag alleen deze stad bezoekt om katten te koo- pen, is tot Zaterdagavond 5 ure gelogeerd in het hotel Do Adelaar alhier. Alle katten, on verschillig of zij oud of jong, groot of klein zijn, mits gezond, worden betaald met tien gulden per stuk. Na vijf ure worden geen katten meer in ontvangst genomen. Belanghebbenden wor den uitgenoodigd zich met hunne katten tusschen 4 en 5 ure aan genoemd hotel te vervoegen. De heeren, door wie de advertentie gestelden ingezonden was, zagen met veel genoegen, dat zij geplaatst was. Zjj pasten er zorgvuldig op, om aan iemand iets van de plannen en verwachtingen te doen uitlekken. Vooral Haverpol had reeds bij voorbaat plei- zier van de zaak, die zooveel aardigs scheen te beloven. Met genoegen hoorde hij hoe zijne vrouw de advertentie aan de dienstbode voorlas, waarbij Trui daarop een steelschen blik op de oude half blinde grijze kat wierp. Den volgenden dag wemelde het van bezoek sters voor het hotel de Adelaar. Juffrouw Ha verpol, die al eens meermalen de opmerking had gemaakt, dat de oude poes zoo vies werd en dat ’t best zou zijn om het dier te verzuipen, ging Trui, die in de keuken druk bezig was met het bereiden van het middagmaal, eens opzoeken. Nu hadden wij eene mooie gelegenheid ons van de kat te ontdoen, Trui, begon de juffrouw. twee haaien en enkele dames en kinderen, die daar in het damesbad zwommen. Zekere mevr. Percy Macmeikan begaf zich het eerst te water met haar dochtertje Roy en de dochter van mevr. French. Mevrouw Macmeikan zag de kinderen veilig in het ondiepe bassin en begaf zich toen in dieper water. Het zoontje van mevr. French zag een grooten haai aankomen en vertelde dit dadelijk aan mevr. Durrant. De knaap riep mevr. Macmeikan toe, dat er een haai was. Zij keek om en zag hem tot haar schrik dicht bij haar. De haai zwom, door haar schreeuwen en plassen verschrikt thans naar de kinderen. Mevr. Mac meikan er op af. Zij bracht eerst Roy in veiligheid en toen het kind van mevr. French, wat haar evenwel moeite kostte, want bijna had de haai, bij wien zich onderwijl een makker gevoegd had, haar bereikt. De haaien waren ongeveer 12 en 6 voet lang en waren uit het gebroken rasterwerk uit zee in het zwembad gekomen, ’t Mag een wonder heeten, dat het bij een paniek bleef. Een Parijsch koopman, Grelot, beeft eene allerzonderlingste ontdekking gedaan op zijn buitengoed te Nogent-sur-Marne. Gezellig zaten de habituó’s in de gelagkamer van De Ster, aan de groote tafel te keuvelen. Een der bezoekers, mijnheer Haverpol, die hier geregeld dagelijks voor den eten zijn bitter tje kwam gebruiken, had aan het gesprek nog geen deel genomen, maar zat verdiept in de lek- tuur van het dagblad. Eensklaps speelde een glimlach om zijne lip pen, en wendde hij zich tot zijne koffiehuisvrien den met de vraagheb jelui die kattenhistorie ook gelezen dat is een curieuse grap geweest. De om de tafel ziftenden antwoordden ontken nend op Haverpol’s vraag. Dan wil ik jelui dat eens even voorlezen, ging hij voort en met luider stem las hij het volgen de uit het dagblad voor Te Waterstad heeft een grappenmaker zich een poets geoorloofd, waar van meer dan twee honderd personen de dupe zijn geworden. In het plaatselijk weekblad had hij eene advertentie doen plaatsen, waarbij volwassen katten te koop werden gevraagd, om naar de Canarische eilan den te worden gezonden. Er werd voor elke kat van f6 tot f8 perstuk geboden. Men moest op Maandagavond, tus schen zes en zeven uur bij de Londensche boot komen, om daar zijne kat af te leveren, die ter stond in ontvangst genomen en betaald zou worden. Op den bepaalden tijd wemelde de steiger, aan welke de Londensche boot lag vastgemeerd, van personen, meestal vrouwen en meisjes, die met hunne poesjes kwamen aandragen. Sommigen hadden de katten in mandjes, an deren in zakjes en zelfs sommigen in reiskoffer- tjes meegebracht. Het bleek echter al spoedig, dat aan boord der boot niemand iets van de historie afwist. De kattendraagsters werden zelfs hartelijk uitge lachen door de bemanning der stoomboot. Met dit gelach stemden al spoedig de wande laars in, en zoo verwekte de grap algemeene vroolijkheid. Eerst waren de gefopten vreeselijk boos, doch wijl de een den ander uitlachte, eindigde het geval met algemeene vroolijkheid. ’t Leverde dan ook een curieus schouwspel op, zoovele ver tegenwoordigsters van het scboone geslacht met hare poesjes teleurgesteld huiswaarts te zien keeren. Haverpol eindigde lachend het kluchtig be richt, dat bij de overige bezoekers van De Ster, algemeene hilariteit had doen ontstaan. Toen de kalmte in het kringetje weer wat te ruggekeerd was, vroeg Haverpolzouden wij ook hier niet een dergeljjk grapje kunnen uithalen Die vlieger zal niet best opgaan, merkte een der heeren aan. Waarom niet? vroeg een ander. Wel, men zal het bericht hier overal wel lezen, ’t spreekt van zelf, dat zich dan niemand zal laten beetnemen. Maar, zei Haverpol, het dagblad wordt hier alleen in De Ster gelezen, wij moesten, dit exem- Te Nijmegen doen zich eenige gevallen van pokken voor. Bij bekkenslag heeft de burgemees ter bekend gemaakt dat door B. en W. gelegen heid werd gegeven zich gratis te laten vaccinee- ren. De ziekte is vermoedelijk uit het naburige Groesbeek overgebracht, Ook in andere omlig gende plaatsen zijn eenige gevallen voorgekomen. De twintig minuten tijdverschuiving heb ben het aanzijn gegeven aan wel twintig ver schillende meeningen omtrent de wijze, waarop klok en maatschappelijk leven in overeenstem ming zijn te brengen. Wij herhalen onze meening, dat wanneer we onze klokken en horloges twintig minuten doen stilstaan en geleidelijk de maatschappelijke in stellingen en bezigheden een half uur vervroe gen, de nieuwe tijdsbepaling geenemoelijkheden zal baren en integendeel der maatschappij ten goede zal komen. Als het aanvangsuur der kantoren, scholen maaltijden, avondbijeenkomsten enz. een halfuur vroeger werden gesteld, zou na eenige jaren niemand er aan denken, dat het voorheen anders was en, zooals de Delftsche Courant zeide, het tijdverschil beschouwen zoo als men nu de af wijking van de magneetnaald beschouwtals eene wetenschappelijke zaak, waarmede het gros der menschen niets te maken heeft. ’s Menschen daden spruiten uit tallooze be weegredenen, vaak zeer nietige, voort en onbedui dende oorzaken kunnen tot daden van wanhoop of roem leiden. Er zijn dingen, die wij gissen zonder te spreken en die wij weten, ofschoon zij buiten ons gezicht plaats hebben. MevrouwZeg eens Rika, het bevalt me in ’t geheel niet, dat je iederen avond je vrijer in de keuken haalt. Rika: Maar, mevrouw, denk eens aan, hoe veel licht het u uitspaart. Een kleine jongen ging van Amsterdam uit naar buiten en bezocht een boerderij. Daar kreeg hij een groot glas melk. Wel, jongen, vind je het niet lekker? vroeg zijn mama. Oh, heerlijk mama, ik wou wel dat onze melk boer ook een koe had. Men deelt naar aanleiding van het ongeluk te Amsterdam aan de Maasb. het volgende mede, dat tevens een waarschuwing voor allen is, die met benzine moeten omgaan. Een heer, die onlangs op reis moest, bemerkte kort vóór zijn vertrek dat de handschoenen welke hij aanhad, gevlekt waren. Hij gelastte een zijner bedienden, hem een flesch benzine aan te geven, en bevochtigde met deze stof de gevlekte plaatsen zijner handschoenen. Terwijl hij door wrijven de vlekken trachtte te verwijderen, kwam hij met zijn brandende sigaar zeer dicht bij de handschoe nen, de benzine ontbrandde onmiddellijk en wondde den heer op een deerlijke wijze aan han den en gelaat. Haaien in een dames-zwembad. De mail uit Australië brengt de tijding van een vreeselijke gebeurtenis, die te Melbourne plaats had tusschen Hij had werklieden opgedragen een sedert 20 jaren verlaten put te ontruimen, die voor drie vierden met allerlei afval gevuld was. Na de eerste opruimings werken werd eene trap ontdekt, in de rots uitgekapt. Grelot gaf den werklieden last voorzichtig te werk te gaan, daar er eene legende aan den put verbonden was. Eenige dagen later ontdekten de werklieden eene gang van twee meter hoog en een meter breed maar men oordeele over hunne verbazing toen zij aan het einde van dien gang, tegen den muur geleund, een soldaat zagen staan, die de uni form droeg der nationale garde van 1870. In eene zaal achter de gang vond men het lijk van een luitenant der nationale garde, op een stoel gezeten, voor een kleine tafel, waarop eenige voorwerpen, eene flesch en een glas ston den. In een hoek der zaal stonden eenige ge weren. De houding van den officier is die van een man die slaapt. Men heeft de identiteit van de lijken nog niet kunnen vaststellen men hoopt echter daarin te slagen met de papieren, die men in de zakken van den luitenant gevonden heeft. Dd—8 1 d-5 Dd—5 c5 Pd c—6 4- d—4 Correspondentiepartij tusschen de schaakclubs Ferwerd en Omstreken en Bolsward. Ferwerd en Omstr. Wit. e—2 e—4 Pg-1 f-3 d-2 d—4 Lf1 c4 De Amsterdamsche Heilsoldaten verkeeren in eene feestelijke stemming. William Booth, de stichter, het hoofd, de „generaal” van de steeds in kracht toenemende Salvation Army, verkeert in hun midden, deed zijne „blyde in komste” te Amsterdam en is voor zijne volgelingen en voor belangstellenden opgetreden. Van eene reis, die zeven maanden duurde en zich uitstrekte over Kaap de Goede Hoop, Au stralië, Nieuw-Zeeland en Engelsch Indië, terug gekeerd, kwam de generaal in het begin van Februari weder te Southampton terug, waar on geveer 4000 Heilsoldaten hem verwelkomden. Den 13den Februari had eene groote optocht plaats in Hydepark te Londen, waar de generaal van uit zijn rijtuig de menigte toesprak. Thans doet de 63-jarige leider van het Heils leger eene reis over het vasteland van Europa, om in de verschillende landen, waar het Leger korpsen heeft, de menigte toe te spreken, te verhalen van zijne reizen, te spreken van zijne groote sociale plannen. Wie generaal Booth is, wat het Heilsleger is, is reeds zóóvele malen medegedeeld, dat wij het hier niet behoeven te herhalen. Bekend is ook welk een opgang verleden jaar OPLOSSING VAN PROBLEEM No. 7. Wit. Koning bl op a2 Koning a2 op a3 Raadsh. d2 op e3 Raadsh. fl op d3 vóór 5 April a.s. bij den Uitgever dezes. Bij de correspondentiepartij, welke gespeeld wordt tusschen de schaak- w® club „Philidor” uit Leeuwarden en de schaakclub „Westergoo’ ah volgt Leeuwarden. Wit. Ie zet e—2 e4 2e 3e 4e Ja, antwoordde de kennis, wie zoo’n schelmstuk bedacht heeft, was waardig om opgehangen te worden. Met een diepen zucht gewaagde Trui van den rijksdaalder, die nu voor haar verloren gegaan was. Zij eindigde haar gejammer, door te zeggen Enfin, daar kan de koning niets aan doen Maar nu kan ik nog best een kwartiertje naar mijne moeder; dan heb ik er tenminste dat nog van. Eenige minuten, nadat Trui de woning harer meesteres had verlaten, begon deze na te denken. Wat zou haar man er wel van zeggen, dat ook zij zich met den katten handel had ingelaten Hij scheen altijd nogal van het oude beest te hebben gehouden, zeker bij het ontbreken van kroost in hun huis. Aan zijne tusschenkomst was het te danken geweest, dat de poes zoolang aan den waterdood ontkomen was. Wel was juffrouw Haverpol nu juist niet bang voor haren man maar zij was toch eene vijandin van ongenoegen. Al deze overdenkingen brachten haar tot het besluitIk had het toch maar niet moeten doen alvorens er mijn man over gespro ken te hebbenMaar dacht zij verder, als ik Trui haastig volg, dan haal ik haar misschien nog wel in voor de poes verkocht is. Zij voegde de daad bij de gedachte, zette snel haar hoed op, sloeg een regenmantel om, sloot de deur achter zich en verdween met rassche schreden in de richting van het hotel de Ade laar. Op de vele vrouwen, mannen, meisjes en knapen, die zij ontmoette en welke allen mandjes, kistjes, enz. droegen, sloeg zij weinig acht. Zeker alle voorwerpen, dacht zij alleen, waarin katten vervoerd zijn geworden In een ommezien had zij het hotel bereikt, waar het er nu veel rustiger uitzag dan een kwartier geleden. Van Trui zag zij evenwel nergens een spoor. Juffrouw Haverpol wendde zich tot een der be dienden, die nog op den stoep van het hotel ston den, met de vraag Is Trui hier al geweest Hier zijn al zooveel gekke menschen geweest, luidde het lomp, dat ik niet weet of Trui daar bij geweest kan zijn. Jij bent tenminste al wat verstandiger juffrouw, dan die anderen, merkte de andere bediende op, omdat je geen kat hebt meegenomen. Geen kat meegenomenHoe bedoel je dat Omdat men u althans nu niet beet gehad heeft, zooals de stumpers die hier katten wilden ver- koopen. Beet gehad was het dan geen ernst Wel neen, juffrouw; wie zou zoo gek zijn om zooveel geld voor een kat te betalen Neen, dat is waar ook Dankje, goeden avond Met dien groet, die met een weder groet be antwoord werd, ging juffrouw Haverpol even haastig heen als zij gekomen was. Zij was maar blij, dat het fopperij geweest was nu toch had Trui de poes niet kunnen verkoopen en zou daar door alhans de huiselijke vrede niet verstoord worden. De dienstbode zou zeker al voor de gesloten deur staan. (Slot volgt.) Stoomdrukkerij Firma B. Cuperus Az. Bolsward. Daar heb ik ook al over gedacht, juffrouw, maar ik durfde het niet voor te slaan. Tien gulden, zeide juffrouw weer, is een mooi sommetje voor zoo’n ongelukkig dier. Wil jij de kat naar de Adelaar brengen, Trui, dan krijg jij een rijksdaalder voor jou. Zeker, zeker, graag! haastte zich de dienst maagd te antwoorden, in het vooruitzicht op zulk een buitenkansje. Dan mag je dadelijk wel gaan, want het is al tien minuten voor vijven. Trui pakte de poes op, die vlak voor het fornuis in rustige rust hare oude stramme leden bij de kachel warmte koes terde, stopte het dier in een spoormandje en toog haastig op weg, om de halfblinde kat van de hand te doen. In de nabijheid van de Adelaar wemelde het letterlijk van personen, die van de buitengewone gelegenheid gebruik wilden maken, om hunne respectieve katten tegen een ongehoorden prijs naar de Nieuwe Wereld af te schepen. De ad vertentie had meer succes dan de deelnemers aan de grap zich hadden durven voorstellen. Zij waren reeds kwart over vieren nabij het hotel, en verlustigden zich niet weinig in de lange gezichten der teleurgestelde oude en jonge dames. Mopperende mannen en vloekende knapen trokken de oorzaken van zooveel teleurstelling voorbij. Nauwelijks was het half vijf, of reeds stonden een paar kellners van het hotel aan de hoofddeur, om iedereen, juist niet in de zachtst gekozen woorden te beduiden, dat de geheele zaak der advertentie eene hoogst laakbare fopperij was. Zelfs loofden de bedienden namens hun meester een gulden uit, zoo iemand met zeker heid kon mededeelen wie de bewuste advertentie had doen plaatsen. Niet alle personen, die eene kat wilden ver koopen, kwamen tot aan de deur van de Adelaar. Sommige toch, die onderweg gefopte kennissen ontmoetten, werden door deze op de hoogte ge bracht der bedriegerij, en keerden dan met haas tige schreden teleurgesteld huiswaarts. De meeste gefopte lieden evenwel, zeiden niets aan anderen bij het ontmoeten. Zjj schenen zich heimelijk te verheugen, dat ook anderen dan zij gefopt zouden worden. Allengs nam de verbolgenheid onder de teleur- gestelden toe, en werden soms uitdrukkingen vernomen aan het adres der onbekende bewer kers van de grap, dat deze laatsten het maar geraden achtten, zich tersluiks uit de voeten te maken. Het achttal, van wie de beweging was uitge gaan, zat weldra in de Ster bijeen, en vierde nu hunne vroolijkheid den vrijen teugel. Vooral Haverpol was uitgelaten jolig over het welgelukken der onderneming. Hij toonde zijne tevredenheid over den gewenschten afloop, door zijne vrienden voor men naar huis ging eten, nog op een halfje te onthalen. Het was reeds kwartier voor vijven, en te 5 ure zou elk der habituó’s naar zijne woning gaan. Trui, de dienstbode, was met haar levenden last nog geen tien huizen van Haverpols woning verwijderd, of zij ontmoette een goede kennis die met haren kater teleurgesteld van de Adelaar terugkeerde, en vertelde wat haar was wedervaren. ’t Is zonde en schandejammerde Trui, om een mensch zoo te bedriegen. Ie zet 2e 3e 4e 5e 6e Zwart. Pion a4 op a3 Pion e4 op e3 Pion d3 op d2 Mat. Wij ontvingen goede oplossingen vandeH.H. J. A. v. d. Weij te Exmorra en Corn. G. Rijpma Jr. te Hartwerd. Bolsward. Zwart. e—7 e—5 Pb—8 c—6 Pg-8 f—6 e5 4- d4 Pf—6 4- e—4 Lf—8 e—7 d-7 - d-5 het werk van den generaal maakte „In het don kere Engeland,” waarin hij de armoede in het East End van Londen in schrille kleuren afschil derde en bij breedvoerig uiteenzette op welke wijze, naar zijne meening, aan de ellende onder een groot deel des volks een einde moest wor den gemaakt. Groote sommen kwamen in, om de sociale plannen van den generaal te helpen verwezen lijken. Die plannen werden aan den eenen kant luide toegejuicht, van andere zijden heftig bestreden doch hoe men er ook over denken moge, van welke partij men ook zij, uit welk oogpunt men ook het Leger des Heils beschouwe, ieder onbe vooroordeelde zal dit moeten erkennen dat bij generaal Booth en zijne aanhangers op den voor grond staat de ellende in al zijne schuilhoeken op te sporen, den nood der armen en behoeftigen te lenigen. Daaraan is het dan ook toe te schrijven, dat het Heilsleger, sedert William Booth het in 1865 begon op te richten en organiseerde, niet alleen in Engeland, doch bijna in alle landen der wereld, eene macht is geworden, waarmede rekening dient te worden gehouden. Ook te Amsterdam zag men de afdeeling van het Heilsleger, in den beginne met spot begroet en als een dwaze nieuwigheid van geene zijde van den oceaan door de burgers beschouwd, zich allengs ontwikkelen tot een krachtigen boom. Al spoedig werden verscheidene Heilstempels geopend, werd een drukkerij opgericht, waar de Oorlogskreet, het orgaan van het Leger, bij dui zenden wordt gedrukt en begonnen de uitdee- lingen van kleeren aan de behoeftigen. Sedert eenigen tijd heeft het Leger in de Haarlemmer houttuinen en in nog een paar andere straten, zoogenaamde shelters, waar de dakloozen nacht verblijf kunnen krijgen en hen zooveel mogelijk werk wordt verschaft, terwijl in tal van andere grootere en kleinere plaatsen van ons land mede „legercorpsen” werkzaam zijn. De groote werkzaamheid van het Leger is onder de mindere bevolking der steden. In de eerste plaats omdat juist de minder ontwikkelde menigte zich aangetrokken gevoelt tot de opzien- wekkende wijze waarop het Leger den godsdienst meent te moeten beoefenen, eene wijze, geheel passende in den reclame-makenden tijd, waarin wij leven; in de tweede plaats, omdat juist onder die menigte het Leger werk in overvloed heeft en door de wijze waarop de pbilantropie door de Heilsoldaten beoefend wordt, door de resultaten die zij in den loop der jaren van hunnen arbeid zagen, nam het aantal aanhangers van de leer van generaal Booth toe. ’t Is niet te loochenen, dat door zijn optreden als „weldoener der armen en verdrukten” het Heilsleger andere godsdienstige secten heeft wak ker geschud. Want waar het werk van vele godsdienstige genootschappen dik werf te wenschen overliet, hebben zij op het voorbeeld van de Heilsoldaten, misschien ook doordat zij vreesden dat velen zouden overloopen naar de nieuwe leer, den philantropischen arbeid krachtiger aangevat. Zoo is het Heilsleger allengs geworden een voortstuwende macht, waarmee men rekening dient te houden en al moge men het met zijn wijze van werken niet geheel eens zijn, getuigd moet worden dat het in elk geval krachtige pogingen deed om het sociale vraagstuk een stap nader tot de oplossing te brengen. Met het oog hierop moet het bezoek van den generaal, William Booth, aan Amsterdam en andere steden in Holland, beschouwd worden als een merkwaardig feit, dat zeker zijne volge lingen nog meer aansporen zal voort te gaan op den tot hiertoe door hen gevolgden weg. 0 0 Tf-1 e-1 Te—1 -L e—4 c—4 4~ d-5 Pb—1 c—3 Pd f-3 4- d—4 5> n DOOR JAN COURAGE.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 4