NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OL SWARD EN WONSERAÜEEL
a w
w
taien, Bevers, Randbevers,
rachtige keuze bij
OCTtMGK
Ideaal en Werkelijkheid.
i
Twee en dertigste Jaargang.
1893.
No. 39.
X
DONDERDAG 28 SEPTEMBER.
$XXKXXKXXX^KXXXXXXXX$
1
BINNENLAND.
m
BUITENBAN D.
VOOR
F
e>
«4
B
i
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Is
rrobeerc:
Fi*anekei*a<lecl. In deze en aangren
zende gemeenten en zeer zeker over de geheele
provincie is het jachtveld beter voorzien dan ver
leden jaar. Wegens den natten herfst bleven toen
vele dieren gespaard. Dit gevoegd bij den gun-
stigen zomer, tot voortbrenging van het jonge
geslacht zeer geschikt, doen de jagers met goede
verwachtingen het jachtseizoen intreden. Een
groote slachting onder het onnoozele wild staat
alzoo eerstdaags voor de deur.
I treedt
Men verzekert, dat de Duitsche Keizer op
zijn terugreis uit Hongarije Kissingen zal aandoen,
waar Bismarck nog vertoeft en die dan ook, zoo
wordt er bijgevoegd, zijn vertrek acht dagen zou
hebben uitgesteld.
Wanneer dit bericht waarheid behelst, dan ont
breekt er aan de verzoening inderdaad niets;
maareene mededeeling der Weener Polit. Corresp.
klinkt geheel anders. Het blad zegt, dat Keizer
VVIHoy- r ,cA>iAj SU b cAtojv 1J
rronpprr' a 20 cent per ons.
Reguliersdw. str. 48 Amsterdam.
Te Bolsward, Gez. BIJLSMA, Jongemastr.
l’e Nijland M. HIEMSTRA.
zou ook kunnen zijn dat het bezoek op een Zater
dag te voren plaats had.
Uit inlichtingen te Maidenhaid, de eerste woon
plaats van de Jong’s Engelsche vrouw, ingewon
nen, blijkt het volgende: de Jong, die hofmeester
was op een schip, varende tusschen de Neder-
landsche havens en Middlesbrough, geraakte aan
boord in moeilijkheden, naar men zegt door het
smokkelen met sigaren, en werd tot gevangenis
straf veroordeeld.
In de gevangenis werd hij ernstig ziek, zoodat
hij naar het hospitaal te Middlesbrough vervoerd
moest worden, waar hij voor oppasseres een 25-
jarig meisje, Sara Anna Juett, had, wier ouders
in goeden doen zijn en te Maidenhaid wonen. De
jonge dame, die een aardig uiterlijk heeft, trok
de aandacht van de Jong en zij waren blijkbaar
spoedig op elkaar verliefd. Eenige dagen later
stelde de Jong haar voor met hem te trouwen
dit werd aangenomen. Tegen het eind van No
vember werd de Jong uit het hospitaal ontslagen,
hij ging naar Nederland en het meisje zag hem
niet weder voor April j.l.zij schreven elkander
echter. Hij zeide haar toen, dat hij van plan
was haar dadelijk te trouwen. Op een Meidag
kwam hij te Maidenhaid en werd hij aan hare
ouders voorgesteld. Zijn gedrag gaf in het alge
meen geen aanleiding tot verdenking, slechts
verlegde of verloor hij altijd zijn beurs en leende
hij steeds geld van den vader van het meisje en
anderen, hoewel hij voorgaf veel geld te hebben
en eigenaar van een hotel in Nederland te zijn.
Den 15en Juiji werd het jonge paar in St. Luke’s
Church, Northtown, Maidenhaid getrouwd.
Na de plechtigheid, toen het jonggetrouwde paar
juist voor de huwelijksreis zou vertrekken, ont
dekte de Jong, dat hij zijn beurs verloren had.
Zijne vrouw gaf hem 5 pd. st. en haar vader
schreef een „cheque11 van 20 pd. st. op een Bank
in die plaats. Onder het wegrijden riep het meisje
haren vader toe, dat hij met een dag ot twee
het geld zou terug hebben, doch sedert dien tijd
heeft de Jong altijd ontkend, dat hij dat geld
ooit ontvangen heeft. Naderhand kwam de Jong,
intusschen gehuwd met juffrouw Schmitz, met
deze te Londen. De Jong bracht een bezoek aan
de familie Juett, en voordat hij nog iets zeggen
kon, vroeg de moeder hem, waar haar dochter
was. De Jong antwoordde dat zij van hem weg-
geloopen was „en er met een dikken Amerikaan
van door was gegaan.* Hij huichelde een zoo
groot verdriet, dat de familie hem moest troosten,
daar zijn gedrag aan zijn verhaal een schijn van
waarheid gaf.
Dinsdag werd in Oosterbeek en natuurlijk
ook te Arnhem het gerucht verspreid, dat
het lijk van de Engelsche vrouw van de Jong
in de bosschen van Wolthezen was gevonden.
Een reizend koopman zou het hebben gevonden.
De veldwachter werd gewaarschuwd, de burge
meester ook en weldra was alsmede de Justitie
te Arnhem gewaarschuwd. Deze begaf zich ter
stond naar Oosterbeek, maar nog vóór de subst.-
officier daar aankwam, was het den burgemeester
van Renkum gebleken, dat het gerucht valsch
was. Er is niets gevonden alleen heeft de
bewuste koopman de plek terug gevonden, waar
hij indertijd de Jong in de bosschen van Wolf-
hezen had ontmoet 1 Ziedaar de oorsprong van
het loos alarm.
Daar het niet onmogelijk is datH.de Jong
zijne 25jarige Engelsche vrouw Sarah Anna Juett
in een der omliggende plaatsen van Arnhem van
het leven heeft beroofd, is heden ook in de ge
meente Rheden door een 40tal personen, allen
rijks-, gemeente- of onbezoldigde rij ksveld wachters
een begin gemaakt met het onderzoeken der zeer
uitgestrekte bosschen in die gemeente, op vier
verschillende plaatsen, als: te Velp, Rheden, de
I Steeg en Dieren, is hedenmorgen met hetonder-
I zoek een aanvang gemaakt.
I De oproeping van den officier van justitie
I te Arnhem en de verspreiding aldaar der por-
tretten van de Jong en zijne vermoedelijke slacht-
I offers heeft nu reeds tengevolge gehad, dat ver-
I schillende personen zich bij de politie zijn komen
I aanmelden, die meenden de Jong alleen of in
I gezelschap van miss Juet gezien te hebben. Twee
I heeren kwamen meedeelen, dat zij eenigen tijd
I geleden, wandelende in de bosschen van Wolfheze,
I plotseling een eind wegzakten in het zand, zoo-
I dat de grond daar erg los moet geweest zijn,
I waarschijnlijk omdat er pas gegraven was. Toen
I sloegen zy verder geen acht op het feit, maar
I meenden nu natuurlijk dat het van eenig gewicht
I kon zijn. In verband met dit bericht werd gis-
I teren door een twintig man, allen bezoldigde en
I onbezoldigde rijks veld wachters en politie-agenten
I uit den omtrek, een onderzoek gedaan in die
I bosschen, onder leiding van den brigade-komtnan-
I dant der rijksveld wacht in die streek, Henneveld,
I gestationeerd te Wageningen.
Gisteren is dan ook in de bosschen en de
I heide onder Oosterbeek en Doornweerd door
I veldwachters en jachtopzieners een onderzoek
I ingesteld, dat in de richting van Heelsum werd
I uitgestrekt. Er moet nog niets ontdekt zijn.
j Het onderzoek in de omstreken van Huizen
I heeft ook niets opgeleverd, niet tegenstaande de
I njksveldwachters een achttal honden bij zich
I hadden.
I De knecht van een stalhouder te Bussum her-
I innert zich den 30sten Augustus de Jong en Maria
I Schmitz naar de Valkeveensche laan te hebben
I gebracht. Hij vervolgde te voet den weg naar
4 Oud-Valkeveen.
L A Q C D finmn I LrLltfï t’U.LA li&lUl
verlaagd. Een dergelijke maatregel moet nu voor-
loopig in de bedoeling liggen.
De National Zeit. verneemt, dat de Rijksbelas-
ting op wijn slechts geheven zal worden van
wijnen van 50 mark per hektoliter en hooger. De
ontwerpen omtrent de wijn- en de tabaksbelasting
zouden reeds in de winterzitting bij den Rijksdag
ingediend worden.
voor ’t a.s. SEIZOEN
)LLEN - -
ITSEN O
Een zestienjarig leerling van de hoogere
burgerschool in de Marnixstraat te Amsterdam,
die door een blikken buis erwten blies naar hen,
die in de open tramwagens zaten, is gepakt. Als
hij van de school weggejaagd wordt, zal zijn straf
verdiend zijn.
„De liberale Kamerclub, zoo deelt men aan
het Hbl. mede, heeft nimmer vergaderd zonder
dat tot hare vergaderingen waren uitgenoodigd
en op die vergaderingen waren verschenen èn de
meer èn de minder vooruitstrevenden. Toen echter
in de voorlaatste vergadering, nu maanden ge
leden, bleek dat een groot verschil van gevoelen
bestond ten opzichte van de kieswet, hebben groe- j
pen van gelijkgezinden, zoowel van meer en van
minder vooruitstrevenden, afzonderlijke bijeen- I
komsten gehouden. Het bestuur der club heeft I
intusschen geen partij vergadering meer uitge- I
schreven vóór Donderdagavond, waarin aan de j
orde was gesteld de gewone jaarlijksche benoe- I
ming van een president en een bureau der club. I
In 1891 was als president gekozen de heer v. d. I
Kaay, als leden van het bureau de heeren van I
Houten en W. H. de Beaufort. De opkomst in I
de vergadering van Donderdag was zeer talrijk, I
de geheele partij was nagenoeg voltallig. In die I
vergadering behaalden de voorstanders der kies- I
wet een besliste overwinning. Eerst werd de heer I
v. d. Kaay als president vervangen door den heer I
Goeman Borgesius; daarna de heeren v. Houten I
en de Beaufort door de heeren Veegens en Pijn- I
acker Hordijk. Het bestuur der liberale Kamer- I
club drukt dus nu weder de zienswijze van de I
meerderheid der liberale partij in de Kamer uit.* I
In de benoeming der heeren Borgesius, I
Veegens en Pijnacker Hordijk, in de plaats der I
heeren van Houten, van der Kaay en de Beaufort I
tot leiders van de liberale Kamerclub, ziet men I
in den Haag een gunstig voorteeken voor de aan- I
neming der kieswet. De behandeling der amen- I
dementen in de afdeelingen schijnt ook kans te I
geven op die aanneming; toch verwacht men dat I
de voorwaarde van belasting-betaling voor het I
uitoefenen van het kiesrecht zal worden aange- I
nomen. j
Volgens de Amsterdammer zou er bij de be- I
handeling van het adres van antwoord in alle I
afdeelingen aangedrongen zijn op eene vermelding I
van den wensch dat eene partieele wijziging van I
het personeel in dit zittingjaar mocht tot stand I
komen. De commissie voor de redactie heeft dit I
echter niet voorgesteld.
De achtjarige violist Bronislaw Habermann I
heeft Zaterdagavond in de kleine concertzaal van I
het Concertgebouw te Amsterdam iedereen en I
allen verbaasd doen staan over zijne muzikale I
genialiteit. Men krijgt van dit knaapje den indruk I
dat hier van geen gekweekt wonderkind sprake I
is, maar van een bijzondere schepping, een schep- I
ping van hooger orde, door de Muze gewijd.
Zooveel techniek, zooveel gevoel en zooveel I
muzikale opvatting als o. a. bij de veitolking I
der Polonaise van Vieuxtemps bleek waar- I
voor groote violisten jaren noodig hebben om die I
eigenschappen tot volle rijpheid te brengen, wekt I
natuurlijk verbazing. 1
Doch daarbij bleef het niet, de jeugdige kun- I
stenaar wist zijn gehoor ook te boeien en mede I
te slepen, door zijn kinderlijk optreden en zijn I
naief doen tegenover het publiek het moeten I
terugkomen op het langdurig applaus scheen hem I
zelfs een straf en hij deed het met zoo weinig I
N begrip over het waarom, dat hij op den vloer I
zoekende, onder het opkomen stellig het publiek I
had vergeten, en zich op de knieën geworpen I
zou hebben, inlien zijn schrander oog een dub- I
beitje had ontdekt.
In het Paleis te Amsterdam, in een der
zalen achter de koffiekamer tuinzijde gelegen,
‘l voor het eerst de zich noemende prof. Stra-
zini op, die de oplossing van het sociale vraagstuk
schijnt gevonden te hebben.
In een voor de pers gegeven voorstelling kon
men zich overtuigen, boe deze professor in plaats
van lekkers, glas, steenkolen, turf, steen, gips en
Af; welke andere in de maag staande spijzen nuttigde,
hoe hij als dessert bij dezen harden-maaltijd vet
kaars en zeep smulde en ten slotte in plaats van
een kopje mocca een glas petroleum dronk. Nadat
dit diner genuttigd was, zuchtte Strazini sterk
M tegen een brandende lucifer en ontsnapte de
liln petroleum als een groote vlam uit zijn keel.
Behalve deze vertooning danste hij met bloote
voeten op de scherven van flesschen en glazen,
zooals een gewoon mensch het wel zou laten op
straatsteenen te doen.
Omtrent de zaak van Hendrik de Jong en
de twee vermiste vrouwen leest men in alle cou
ranten dagelijks uitvoerige bijzonderheden, waar
uit het meer en meer moeilijk wordt, een aan
eengeschakeld verhaal te maken, dat eenigen
schijn van waarheid heeft. Terwijl de justitie zich
overtuigd hield, dat Sara Juett den 7en Juli ver
dween, komt nu de verzekering, dat de Jong en
eene vreemde dame, met wie hij Engelsch sprak,
de Weesinrichting te Neerbosch hebben bezocht
op 8 Juli. Men herinnert zich dien dag, omdat
er des Zaterdags geen bezoeken worden toege
laten. Omdat de Jong zoo sterk aandrong, gaf
men toe.
Hier is het de vraag, of de bezoekers inderdaad
de Jong en zijne vrouw waren. Op Neerbosch
meende men zeker het portret te herkennen, maar
iedereen weet bij ervaring, hoe weinig men dik
wijls kan afgaan op een dergelijk meenen. Het
Eene moeder speelde met haar kind. Het
jongske was een jaar oud. Het kon nog niet
loopen, maar kreeg er toch verstand van, om de
voetjes één voor één te verzetten. Alléén staan,
dat ging al. Hij zou wel alléén loopen kunnen,
als hij niet zoo wild was. De meid komt er nu
ook bij. Moederen meid gaan tegenover elkander
zitten op den vloer en de kleine gaat uit de armen
van de eene in die der andere. Zij laten hem niet
los, want hij waggelt nog te veelmaar hij kraait
het uit van pleizier. En de moeder heeft ook
pleizier; hare oogen stralen van vreugde.
Welk een lief kind, in moeders oog is het een
wonderkind. Doch de kleine wordt moe, waar
door het spel een einde neemt, op moeders schoot
kan het nu rusten. O, als zij het kind eens moest
missenals de doodmaar neen, het zal wel
blijven leven. Binnen kort zal de kleine kunnen
loopen. Welk een genot, als hij haar dan overal
naloopt, en wanneer hij vader bij diens thuiskomst
tegemoet trippelt! Hij zal wel spoedig praten
leeren. Va en Moe kan hij reeds zeggen. Wat
zal zijn gesnap haar zoet in de ooren klinken.
Gehoorzaam zal hij altijd zijn. Op school zal hij
vlug leeren, want schrander is hij. Wanneer de
schooljaren voorbij zijn, dan Tot een flink
jongman ziet de moeder haar zoon in verbeelding
reeds opgegroeid, bemind door allen (vooral bij
de meisjes.)
Vindt gij den droom dezer moeder niet schoon,
waarde lezer Ja, schoon is zij, maar hangt de
verwezenlijking niet geheel van de moeder zelf af
Vier jaar later.
„Wat blijft Willem lang,, zou hij weer school
moeten blijven zegt de moeder tegen de meid.
„Dat denk ik wel, want de school is al een half
uur uit,* antwoordt de meid.
„Het is vreemd, ik denk dat meester hem niet
lijden mag.*
„Dat zei Uilenspiegel ook, de menschen mogen
mij niet lijden, maar ik maak het er naar.*
„Ja, maar zoo is Willem niet. Men moet hem
wat leiden. Wanneer men meester hoort, dan is
het, of die eerst weet, met kinderen om te gaan,
maar ondertusschen.*
Daar komt Willem aan. „Hoe blijft gij zoo
lang, of moest gij weer school blijven,* is de vraag
der moeder.
„Ja, die beroerdeling houdt mij altijd na.“
„Wat was er nu weer?*
„Ik had pijn in 't hoofd en kon mijn werk
daarom niet klaar krijgen.*
„Zei je dat dan niet?*
„Ja, maar die leelijkert geloofde mij niet.*
„Je moet van middag maar thuis blijven,
meester niet wijzer, dan moeten wij wijzer zijn.
Toen vader thuis, kwam hield W illem zich ziek,
maar vader was nog niet eens goed de deur uit,
of Willem was weer gezond en ging spelen. Moe
der was natuurlijk maar weer blij, dat de zieke
zoo spoedig opknapte.
Nog eens vier jaar later.
„Weet je, wat onze Willem zich in ’t hoofd
gezet heeft,* zegt de moeder tegen den vader.
„Neen, wat dan
„Hij wil van school af.“
„Nu, als hij niet m^er wil, dan moet het van
zelf, niet waar?*
„Maak je je alweer kwaad Als Willem een
tegenzin aan school heeft, leert hij toch niets meer.
Meester zei, hij mocht nog wel een jaar op
school blijven, daar zijne vorderingen niet groot
waren.*
„Ik vind het beter, dat hij van school gaat,
want hij kan niet met meester over den weg.
De een klaagt over den ander.*
„Maar wat zullen wij met hem beginnen
„Hij kan een ambacht leeren.*
„Ik begrijp het al, Willem is 12 jaar en heeft
de kinderschoenen uitgetrokken.* „Feinten* van
12 jaar, rooken als kalkovens, het is walgelijk
te hooren, hoe ze over de meisjes redeneerenja
zoo n mispunt wil je ook van Willem maken.*
„Dat weet je wel beter, antwoordt de moeder
(alhoewel zij haar jongen heel wat zakgeld in de
handen stopt buiten vaders weten om.) „Hij zou
graag timmeren leeren.*
„Ik geloof dat wanneer hij niet meer wil, het
schoolgaan wel niet veel geven zal, wij moeten dan
maar een baas voor hem zoeken.*
Moeder kreeg dus haar zin. Willem leerde een
ambacht en kreeg voldoende zakgeld van zijne
moeder. Zij begreep niet, dat zij daardoor het mid
del was, om zijne wenschen te voldoen en meteen
diende als bliksemafleider van zijn vaders toorn.
Zes jaar verder.
Willem is achttien jaar en verdient als knecht
flink geld. Hij kon met zijne verdiensten niet
rondkomen, maar dit was natuurlijk, want hij
kreeg ook teekenles. Moeder wist althans niet beter.
Vader werd ziek en moeder vreesde voor het
ergste, waarom zij haar zoon schreef, om spoedig
over te komen. Met ongeduld zag zij de komst
van hem tegemoet.
Haar man had haar zoo even nog gezegd, dat
het een geluk was, dat zij, mocht hij al sterven,
nog een flinken zoon overhield, welke voor haar
zou zorgen.
Willem zou van avond thuis komen, ’t Werd
al laatzou hem een ongeluk overkomen zijn
Hoor, ja daar komt iemand aan. Daar zal hij
zijn. De moeder snelt naar de deur. Ja, hij is ’t.
Maar hoe? Dronken komt hij bij den stervenden
vader aan. O, moeder, wat is er van uw ideaal
geworden
Arme moeder
En nu de toepassing. Maar het maken hiervan
laten wij aan den lezer over.
Eenige jaren later.
„Ik wil een koekje moe,* hooren wij een jongen
van 3 a 4 jaar op dwingenden toon tot zijne moe
der zeggen.
„.Ie krijgt niet meer, want je hebt al een gehad,*
is ’t antwoord.
„Ik wil nog een hebben,* gaat de jongen op
denzelfden toon voort.
„Je moet nu stil zijn, want ik heb geen koek
jes meer.*
„Och, geef mij er nog een
De vader, die hierdoor in zijne lectuur gestoord
wordt, antwoordt„als je niet met dat gezanik
ophoudt, ga je de kamer uit.*
De moeder roept den jongen nu bij zich, en
geeft hem in stilte een cent om daarvoor een
koekje te koopen. Hij maakt spoedig rechtsom
keert en snelt de deur uit, om de cent in een
winkeltje te versnoepen.
Vader, de courant gelezen hebbende, vraagt:
„waar is Willem?*
„Die is de deur uitgegaan,* antwoordt de moe
der. „Dan zal hij weer wat van je gekregen
hebben die jongen dwingt altijd, hij is haast baas
in huis.*
„Ik heb hem niets, gegeven, maar je bent altijd
zoo raar tegen hemhij wordt bang van je.“
„Dan is hij gelukkig toch nog voor één bang,
en dat mag waarachtig wel.*
Moeder gaat even naar buiten, om te zien, of
Willem er al aankomt. Jawel, met een koekje
in de hand komt haar zoontje aanloopen. „Eet
het maar gauw op,“ zegt zij „als vader het ziet,
is hij boos.* De jongen doet dit, want hij ziet
aan haar gezicht, dat het ernst is. Va.der heeft
er niets van gezien en moeder is tevreden. Dat
zij de liefde voor den vader in ’t kinderhart doodt,
daaraan denkt zij niet, ofschoon wij geenszins
willen beweren, dat de toon van den vader, die
misschien uit een alles behalve liefdevol hart voort
komt, hieraan ook geen schuld heeft.
Dacht gij nu echter, dat de moeder thans min
der hoog bij haar zoon opziet, dat zij niet meer
denkt aan de schoone droomen van vroeger Zij
troost zich met de drogreden, dat haar kind nog
niet wijzer is, en wanneer hij ouder zal zijn, dit
wel beter zal worden. Hoeveel zij hierdoor be
derft, ziet zij over het hoofd.
Bolswardsche Courant.
2
VO(
u
pVjllorV» 1
Hoofdagentschap
I
I I UUCÜI l. SOUCHO1V CHINA THEE
a 25 cent per ons.
«Dekens